Wijziging van het Tijdelijk besluit veilige afstand in verband met het vaststellen van de veilige afstand op anderhalve meter.


Volledige tekst

Bij Kabinetsmissive van 19 november 2021, no.2021002315, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, bij de Afdeling advisering van de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het ontwerpbesluit houdende wijziging van het Tijdelijk besluit veilige afstand in verband met het vaststellen van de veilige afstand op anderhalve meter, met nota van toelichting.

Met dit besluit wordt de veilige afstand, bedoeld in hoofdstuk Va van de Wet publieke gezondheid (Wpg), vastgesteld op anderhalve meter. Daarmee geldt op grond van artikel 58f Wpg dat iedereen die zich buiten een woning ophoudt, een afstand van anderhalve meter tot andere personen heeft te houden. Dat is alleen anders wanneer één van de in dat artikel bedoelde uitzonderingen van toepassing is.

De Afdeling advisering van de Raad van State beveelt aan om, met het oog op de toekomst, de pijlers die bij het vaststellen van de veilige afstand als kader fungeren, uit te breiden met afwegingen omtrent het moment waarop de maatregelen worden afgeschaald.

1. Motivering voorstel

Blijkens de toelichting zijn er drie pijlers die bij het introduceren - en eerder bij het loslaten - van de anderhalve meter afstand als kader fungeren, namelijk:

– een acceptabele belastbaarheid van de zorg: ziekenhuizen moeten kwalitatief goede zorg kunnen leveren aan zowel covid-19-patiënten als aan patiënten binnen de reguliere zorg;
– het beschermen van kwetsbare mensen in de samenleving;
– het zicht houden op en het inzicht hebben in de verspreiding van het virus. (zie noot 1)

Bij het nemen van het besluit worden volgens de toelichting tevens de adviezen van het OMT en de inzichten van het RIVM betrokken. Daarnaast vermeldt de toelichting dat bij het nemen of afschalen van maatregelen ook het sociaal-maatschappelijk perspectief wordt betrokken, dat is gericht op het beperken van economische en maatschappelijke schade op korte termijn. In dat kader bestaat ook aandacht voor structurele maatschappelijke en economische schade en het voorkomen dat de lasten onevenredig neerslaan bij bepaalde groepen. (zie noot 2)

2. Afschaling

Het vaststellen van de veilige afstand op anderhalve meter is slechts mogelijk voor zover dit noodzakelijk en proportioneel is voor de bestrijding van de epidemie van covid-19 of een directe dreiging daarvan. (zie noot 3) Gelet op de huidige epidemiologische omstandigheden onderschrijft de Afdeling het besluit om de veilige afstand op anderhalve meter te stellen.

Wel vraagt de Afdeling aandacht voor de beoordeling van de inzet van de 1,5-maatregel in de toekomst en in het bijzonder de mogelijke afschaling daarvan. Het nu voorliggende ontwerpbesluit, waarbij de veilige afstand op anderhalve meter wordt gesteld, volgt kort na het recente besluit van 24 september 2021, waarbij de veilige afstand op nul meter is gesteld. (zie noot 4) Dit is een illustratie van een bredere trend; de afgelopen periode heeft opnieuw te zien gegeven dat maatregelen snel worden afgeschaald als het aantal besmettingen daalt.

Vanuit een oogpunt van proportionaliteit is een zo snel mogelijke afschaling begrijpelijk. De Afdeling merkt echter op dat dit onder omstandigheden een tegenovergesteld effect kan hebben. Uiteindelijk duren de beperkingen langer. Na een vroegtijdige afschaling van maatregelen is de kans groter dat de besmettingscijfers snel oplopen. Daardoor moet korte tijd daarna weer opschaling plaatsvinden. Een dergelijk ‘jojo-effect’ moet juist met het oog op de pijlers uit het hiervoor weergegeven afwegingskader (overbelasting van de zorg; bescherming van kwetsbaren; en zicht houden op het virus), zoveel mogelijk worden voorkomen. Het maakt ook de nalevingsbereidheid en de handhaving van maatregelen (in dit geval de 1,5 meter) complexer. (zie noot 5) Dat kan afbreuk doen aan de doeltreffendheid van het wettelijk instrumentarium.

De Afdeling adviseert om met het oog op de toekomstige afschaling in de toelichting op het voorgaande in te gaan en zo nodig het daarvoor bestemde beoordelingskader (zie onder 1) aan te passen.

De Afdeling advisering van de Raad van State heeft een opmerking bij het ontwerpbesluit en adviseert daarmee rekening te houden voordat een besluit wordt genomen.

De vice-president van de Raad van State

Voetnoten

(1) Deze pijlers werden ook genoemd in het besluit waarbij de veilige afstand op nul meter werd gesteld.
(2) Nota van toelichting, paragraaf 2.1.
(3) Artikel 58b van de Wpg.
(4) Stb. 2021, 440.
(5) Zie ook het advies van de Afdeling in het kader van de verlenging van de Tijdelijke wet maatregelen covid-19 per 1 september 2021, W13.21.0225/III, https://zoek.officielebekendmakingen.nl/blg-995361.