Besluit technische wijzigingen penitentiair recht en geestelijke verzorging.

Bij Kabinetsmissive van 10 juni 2020, no.2020001162, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister voor Rechtsbescherming, bij de Afdeling advisering van de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het ontwerpbesluit tot wijziging van de Penitentiaire maatregel, het Reglement verpleging ter beschikking gestelden en het Reglement justitiële jeugdinrichtingen in verband met de geestelijke verzorging en de instelling van een commissie van toezicht en een beklagcommissie voor het vervoer, met nota van toelichting.

Het ontwerpbesluit wijzigt de Penitentiaire maatregel (Pm), het Reglement verpleging ter beschikking gestelden (Rvt) en het Reglement justitiële jeugdinrichtingen (Rjj). In deze besluiten wordt een hoofdstuk betreffende de commissie van toezicht en de beklagcommissie voor het vervoer ingevoegd, komt het hoofdstuk inzake het beroep tegen medisch handelen te vervallen en worden de bepalingen over de geestelijke verzorging aangepast.

De Afdeling advisering van de Raad van State maakt een opmerking over de tekst van het ontwerpbesluit dat op een punt niet in overeenstemming is met de toelichting. In verband daarmee is aanpassing wenselijk van het ontwerpbesluit.

Het ontwerpbesluit bepaalt dat aan elke inrichting in elk geval geestelijk verzorgers zijn verbonden van boeddhistische, hindoeïstische, islamitische, joodse, protestantse en rooms-katholieke gezindte en geestelijk verzorgers van het humanistisch verbond. (zie noot 1) Een geestelijk verzorger van een andere dan de genoemde gezindten of levensovertuigingen kan door de directeur toegang worden verleend tot de inrichting. (zie noot 2)

Volgens de toelichting moet het mogelijk zijn om te verzoeken om de diensten van een geestelijk verzorger van een andere gezindte of levensovertuiging dan de in het ontwerpbesluit genoemde, of van een andere geestelijk verzorger van één van de in het ontwerpbesluit genoemde denominaties, omdat de gedetineerde een bepaalde geestelijk verzorger kent (bijvoorbeeld de dominee van de eigen gemeente in plaats van de aan de instelling verbonden predikant). (zie noot 3) De tekst van de voorgestelde artikelen maakt echter het verlenen van toegang aan een eigen geestelijk verzorger als deze behoort tot één van de genoemde denominaties, niet uitdrukkelijk mogelijk.

De Afdeling adviseert de tekst van artikel 27 Pm, artikel 39 Rm en artikel 54 Rjj in overeenstemming brengen met het ter zake gestelde in de toelichting.

De Afdeling advisering van de Raad van State heeft een opmerking bij het ontwerpbesluit en adviseert daarmee rekening te houden voordat een besluit wordt genomen.

De waarnemend vice-president van de Raad van State

Nader rapport (reactie op het advies) van 27 oktober 2020

Naar aanleiding van het advies van de afdeling zijn het ontwerpbesluit en de nota van toelichting aangepast. Op grond van de artikelen 25 Pm, 37 Rm en 51 Rjj zijn bij de inrichtingen geestelijk verzorgers van de zes wereldgodsdiensten en het humanisme aangesteld. Wanneer een gedetineerde geestelijke verzorging wenst van een andere geestelijk verzorger dan de in die artikelen genoemde, kan op grond van de artikelen 27 Pm, 39 Rm en 54 Rjj aan de desbetreffende geestelijk verzorger door de directeur van de inrichting toegang worden verleend. Hiervan kan zowel sprake zijn wanneer het een geestelijk verzorger betreft die weliswaar behoort tot een van de in het ontwerpbesluit genoemde denominaties, maar die niet is aangesteld bij de inrichting als wanneer het een geestelijk verzorger betreft die niet behoort tot een van de genoemde denominaties.

Ik moge U hierbij het ontwerpbesluit en de gewijzigde nota van toelichting doen toekomen en U verzoeken overeenkomstig dit ontwerp te besluiten.

De Minister voor Rechtsbescherming

Voetnoten

(1) Voorgesteld artikel 25 Pm.
(2) Voorgesteld artikel 27 Pm, artikel 39 Rvt en artikel 54 Rjj.
(3) Zie nota van toelichting, paragraaf 2.