Besluit harmonisatie rechtspositie politievrijwilligers.


Volledige tekst

Bij Kabinetsmissive van 6 mei 2020, no.2020000939, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Justitie en Veiligheid, bij de Afdeling advisering van de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het ontwerpbesluit tot wijziging van het Besluit algemene rechtspositie politie en enkele andere algemene maatregelen van bestuur in verband met de invoeging van rechtspositionele bepalingen omtrent politievrijwilligers en de intrekking van het Besluit rechtspositie vrijwillige ambtenaren van politie, met nota van toelichting.

De Afdeling advisering van de Raad van State heeft geen inhoudelijke opmerkingen over het ontwerpbesluit.

De Afdeling verwijst naar de bij dit advies behorende redactionele bijlage.

De Afdeling adviseert het besluit te nemen.

Gelet op artikel 26, zesde lid jo vijfde lid, van de Wet op de Raad van State, adviseert de Afdeling dit advies openbaar te maken.

De vice-president van de Raad van State


Redactionele bijlage bij het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State betreffende no.W16.20.0129/II

- In de titel van het besluit tot uitdrukking brengen dat de wijziging ook plaatsvindt vanwege een aanpassing de vakantieregeling.
- In Artikel I van het besluit voorzien in een definitie van vrijwilligheid.


Nader rapport (reactie op het advies) van 14 juli 2020

Het ontwerp geeft de Afdeling advisering van de Raad van State (hierna: de Afdeling) geen aanleiding tot het maken van inhoudelijke opmerkingen.

Aan de redactionele suggesties van de Afdeling is als volgt invulling gegeven. In de gewijzigde titel van het ontwerpbesluit is tot uitdrukking gebracht dat het ontwerpbesluit mede ziet op aanpassingen in verband met de regeling van een financiële vergoeding voor het niet-genoten, wettelijk verloftegoed bij ontslag. Voorts is in het gewijzigde artikelsgewijs deel van de nota van toelichting aandacht besteed aan het karakter van de vrijwilligheid bij de uitvoering van technische, administratieve en andere taken ten dienste van de politie in geval van vrijwillige ambtenaren. Daarbij is onder meer aangegeven dat het vrijwillige karakter van de taakuitoefening mede tot uitdrukking komt in de relatieve vrijheid van de betrokken ambtenaar in de keuze van het aantal uren en momenten om taken ten dienste van de politie uit te voeren.

Van de gelegenheid is tevens gebruik gemaakt om de inwerkingtredingsdatum van het besluit, met uitzondering van artikel II, onderdeel A, te wijzigen van 1 juli 2020 naar 1 september 2020. De inwerkingtredingsdatum van artikel II, onderdeel A, blijft gehandhaafd op 1 januari 2021.

Ik moge U hierbij het gewijzigd ontwerpbesluit en de gewijzigde nota van toelichting doen toekomen en U verzoeken overeenkomstig dit ontwerp te besluiten.

De Minister van Justitie en Veiligheid