Voorstel van wet tot wijziging van de Muntwet 2002 in verband met de aanbesteding van het vervaardigen van munten en het afschaffen van beleggingsmunten.


Volledige tekst

Bij Kabinetsmissive van 8 maart 2019, no.2019000465, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Staatssecretaris van Financiën, bij de Afdeling advisering van de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van wet tot wijziging van de Muntwet 2002 in verband met de aanbesteding van het vervaardigen van munten en het afschaffen van beleggingsmunten, met memorie van toelichting.

De Afdeling advisering van de Raad van State heeft geen opmerkingen bij het voorstel en adviseert het voorstel bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal in te dienen.

Gelet op artikel 26, zesde lid jo vijfde lid, van de Wet op de Raad van State, is de Afdeling van oordeel dat openbaarmaking van dit advies achterwege kan blijven.

De waarnemend vice-president van de Raad van State

Nader rapport (reactie op het advies) van 18 april 2019

Van de gelegenheid is gebruikgemaakt om aan artikel 1, onderdeel F, een subonderdeel toe te voegen dat in artikel 5, zesde lid, van de Muntwet 2002 ‘Rijkswapen’ vervangt door ‘Klein Rijkswapen’. Met deze correctie wordt de juiste benaming gebruikt voor het Rijkwapen dat op zilveren dukaten wordt afgebeeld. Tevens zijn In de memorie van toelichting nog enige redactionele verbeteringen aangebracht.

Ik moge U verzoeken het hierbij gevoegde gewijzigde voorstel van wet en de gewijzigde memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden.

De Staatssecretaris van Financiën