Ontwerpbesluit houdende wijziging van het Frequentiebesluit 2013 i.v.m het uitbreiden van een grondslag voor het stellen van regels aan het gebruik van radioapparaten.


Volledige tekst

Bij Kabinetsmissive van 12 februari 2019, no.2019000263, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, bij de Afdeling advisering van de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het ontwerpbesluit houdende wijziging van het Frequentiebesluit 2013 en het Besluit verstrekking gegevens telecommunicatie in verband met het uitbreiden van een grondslag en wetstechnische verbeteringen, met nota van toelichting.

Het ontwerpbesluit strekt tot wijziging van het Frequentiebesluit 2013 en herstel van omissies in het Besluit verstrekking gegevens telecommunicatie (Bvgt).

De Afdeling advisering van de Raad van State adviseert af te zien van het toekennen van terugwerkende kracht aan artikel II, onderdeel C, van het ontwerpbesluit.

In artikel III van het ontwerpbesluit wordt aan artikel II, onderdeel C, dat voorziet in het herstel van de omissies in artikel 3 Bvgt, terugwerkende kracht toegekend tot en met 1 september 2006 "zodat eventuele belemmeringen in de handhaving van de voorschriften in artikel 3 van het Bvgt worden voorkomen".

De Afdeling wijst er op dat, voor zover er sprake zou zijn van dergelijke belemmeringen als gevolg van voornoemde omissies, het legaliteitsbeginsel strafbaarstelling met terugwerkende kracht niet toelaat. Zowel de overtreding als de daarbij behorende bestraffende sanctie dienen vooraf bekend te zijn. Ten aanzien van  bestuursrechtelijke handhaving is dit beginsel neergelegd in artikel 5:4, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht. (zie noot 1)

Daarom adviseert de Afdeling geen terugwerkende kracht toe te kennen aan artikel II, onderdeel C, van het ontwerpbesluit.

De Afdeling advisering van de Raad van State heeft een aantal opmerkingen bij het ontwerpbesluit en adviseert daarmee rekening te houden voordat een besluit wordt genomen.

De waarnemend vice-president van de Raad van State

Nader rapport (reactie op het advies) van 4 juli 2019

De Afdeling advisering van de Raad van State heeft een aantal opmerkingen bij de terugwerkende kracht van artikel II, onderdeel C, van het ontwerpbesluit. Op deze opmerkingen wordt hieronder ingegaan. De tekst van het advies treft u hieronder aan, met tussengevoegd de reactie daarop.

Artikel II, onderdeel C, van het ontwerpbesluit voorziet niet in strafbaarstelling met terugwerkende kracht, maar enkel in het herstel van verwijzingsfouten. De passage in de nota van toelichting die de Afdeling advisering van de Raad van State citeerde gaf dit niet goed weer en is daarom geschrapt. In de nota van toelichting is nu opgenomen dat het verlenen van terugwerkende kracht aan de verwijzingsfouten de duidelijkheid ten goede komt.

Artikel III van het ontwerpbesluit is aangepast, waardoor artikel II in werking zal treden met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het besluit wordt geplaatst. Bij nader inzien ligt dit meer voor de hand, omdat artikel II reparatieregelgeving betreft. Artikel II zal ook ten aanzien van de onderdelen D en E terugwerken tot 1 september 2006, omdat deze onderdelen ook verwijzingsfouten bevatten die sinds die datum bestaan.

Ik moge U hierbij het gewijzigde ontwerpbesluit en de gewijzigde nota van toelichting doen toekomen en U verzoeken overeenkomstig dit ontwerp te besluiten.

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat