Afdeling bestuursrechtspraak stelt prejudiciële vragen aan Europees Hof over Dublinverordening

Gepubliceerd op 19 mei 2021

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft vandaag (19 mei 2021) in drie vreemdelingenzaken zogenoemde prejudiciële vragen gesteld aan het Hof van Justitie in Luxemburg over de Europese Dublinverordening.

Dublinverordening

De Afdeling bestuursrechtspraak stelt de vragen in drie zaken waarin vreemdelingen uit Gambia en Nigeria in meerdere EU-lidstaten, waaronder Nederland, om asiel hebben gevraagd. Volgens de Dublinverordening kan maar één lidstaat verantwoordelijk zijn voor de behandeling van zo'n verzoek. Hoofdregel is dat dat de lidstaat is waar de vreemdeling voor het eerst om asiel heeft gevraagd. Vraagt een vreemdeling daarna ook in andere EU-lidstaten om bescherming, dan kan die vreemdeling binnen een vastgestelde termijn (de overdrachtstermijn) worden overgedragen aan die eerste lidstaat. Is die termijn voorbij dan is die lidstaat niet meer verantwoordelijk en moet een lidstaat waar de vreemdeling later om asiel heeft gevraagd, het asielverzoek behandelen.

Chain rule

In deze drie zaken hebben de vreemdelingen voordat zij naar Nederland kwamen en hier een asielaanvraag indienden, in twee andere lidstaten al zo'n aanvraag gedaan. In de tijd tussen de verschillende aanvragen zijn zij ondergedoken. Volgens de staatssecretaris is Nederland niet verantwoordelijk voor de behandeling van het hier ingediende asielverzoek. Volgens haar volgt uit de Dublinverordening dat één van de lidstaten waar de vreemdelingen eerder om internationale bescherming hebben verzocht, daarvoor verantwoordelijk is. Daarbij gaat de staatssecretaris uit van de zogenoemde 'chain rule'. Volgens die 'chain rule' zou de overdrachtstermijn opnieuw gaan lopen als een vreemdeling voorafgaand aan de overdracht onderduikt en daarna in een andere EU-lidstaat opnieuw asiel aanvraagt.

Is chain rule toegestaan?

De Afdeling bestuursrechtspraak wil van het Hof van Justitie weten of de Dublinverordening toepassing van de 'chain rule' toestaat. Een van de doelen van de Dublinverordening is om het indienen van asielaanvragen in meerdere lidstaten tegen te gaan (forumshoppen). De chain rule lijkt hiermee in overeenstemming te zijn, maar in de Dublinverordening zelf is deze methode niet opgenomen. Om hier duidelijkheid over te krijgen stelt de Afdeling bestuursrechtspraak hierover enkele vragen aan het Hof van Justitie. Verder wil de Afdeling bestuursrechtspraak weten of een vreemdeling, nadat hij al in twee andere lidstaten is geweest, zich in een derde lidstaat kan beroepen op het verstrijken van de overdrachtstermijn die tussen die twee andere lidstaten gold.

Schorsing behandeling

De Afdeling bestuursrechtspraak schorst de verdere behandeling van deze zaken in afwachting van de antwoorden van het Hof van Justitie in Luxemburg. Daarna zal de Afdeling bestuursrechtspraak de behandeling van deze zaken voortzetten en uiteindelijk hierin definitieve uitspraken doen.


Lees hier de uitspraken met zaaknummers 201904712/1, 201905553/1 en 201907800/1.