Afdeling bestuursrechtspraak stelt prejudiciële vragen over Griekse statushouders
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft in een verwijzingsuitspraak van vandaag (30 augustus 2023) zogenoemde prejudiciële vragen gesteld aan het Hof van Justitie in Luxemburg. Zij wil van het Hof van Justitie weten hoe moet worden omgegaan met vreemdelingen die in Nederland asiel aanvragen, maar die door de Griekse autoriteiten al zijn erkend als vluchteling.
Achtergrond
In deze zaken gaat het om vreemdelingen uit Libanon, Irak en Somalië die in Griekenland zijn erkend als vluchteling en daar een verblijfsvergunning hebben gekregen. Daarna zijn ze doorgereisd naar Nederland en hebben zij hier opnieuw asiel aangevraagd. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid kan geen gebruik maken van de mogelijkheid om hun asielaanvragen niet-ontvankelijk te verklaren. In dit geval kan de staatssecretaris de vreemdelingen namelijk niet terugsturen naar Griekenland vanwege de opvangsituatie in dat land. Daarom heeft hij zelf hun asielaanvragen inhoudelijk beoordeeld en na deze beoordeling afgewezen. De vreemdelingen zijn het hier niet mee eens. Zij hebben de werkwijze van de staatssecretaris ter discussie gesteld in deze zaken waar vreemdelingen al in het bezit zijn van de vluchtelingenstatus in een andere lidstaat van de Europese Unie, maar niet naar die lidstaat terug kunnen.
Prejudiciële vragen
De Afdeling bestuursrechtspraak wil van het Hof van Justitie in Luxemburg weten of Nederland in zulke gevallen gebonden is aan de vluchtelingenstatus die Griekenland heeft toegekend. Moet deze status zonder meer worden overgenomen of heeft Nederland ruimte om daarvan af te wijken? Ook wil de Afdeling bestuursrechtspraak van het Europese Hof weten of een asielaanvraag van een vreemdeling die al door een andere lidstaat is erkend als vluchteling, kan en mag worden aangemerkt en behandeld als een eerste aanvraag op het grondgebied van de Europese Unie. Ook stelt de Afdeling bestuursrechtspraak het Hof van Justitie de vraag of het Griekse asieldossier moet worden betrokken bij het eigen onderzoek van Nederland of dat de staatssecretaris de Griekse autoriteiten om nadere inlichtingen moet vragen. Tot slot wil de Afdeling bestuursrechtspraak van het Europese Hof weten of Nederland de vluchtelingenstatus die een andere EU-lidstaat eerder heeft toegekend, uitdrukkelijk moet intrekken, beëindigen of niet-verlengen als geconstateerd wordt dat een vreemdeling niet langer als vluchteling kan worden aangemerkt.
Aansluiten bij eerdere prejudiciële vraag van Duitse rechter
Het Duitse Bundesverwaltungsgericht heeft in september 2022 al een prejudiciële vraag gesteld aan het Hof van Justitie om uitleg over de mate waarin een EU-lidstaat is gebonden aan de vluchtelingenstatus die een andere EU-lidstaat heeft toegekend. Eenzelfde vraag is in mei 2022 door het Verwaltungsgericht Stuttgart aan het Hof van Justitie gesteld. De Afdeling bestuursrechtspraak sluit zich nu dus aan bij deze eerdere vraag van de Duitse rechters en stelt zelf nog aanvullende vragen.
Schorsing van de behandeling van de rechtszaken
De Afdeling bestuursrechtspraak schorst de verdere behandeling van deze rechtszaken in afwachting van de antwoorden van het Hof van Justitie in Luxemburg. Daarna zal de Afdeling bestuursrechtspraak de behandeling van de zaken voortzetten en uiteindelijk een definitieve uitspaak doen.

Lees hier de volledige tekst van de verwijzingsuitspraak met zaaknummers 202202776/1, 202203031/1 en 202205428/1.