Gemeente Boekel krijgt zestien weken om plan voor recreatie bij paardenhouderij in Boekel te herstellen

Gepubliceerd op 17 augustus 2022

Het college van burgemeester en wethouders van Boekel krijgt zestien weken de tijd om een aantal tekortkomingen in een bestemmingsplan van de gemeente te herstellen. Dat staat in een zogenoemde tussenuitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van vandaag (17 augustus 2022). Het plan maakt een groepsaccommodatie, vier vakantiewoningen, horeca en dagrecreatie mogelijk bij een paardenhouderij aan de Rietven in Boekel. Enkele omwonenden waren hiertegen in beroep gekomen bij de Afdeling bestuursrechtspraak. Zij vrezen overlast. Hun bezwaren hebben enkele tekortkomingen in het plan aan het licht gebracht. De gemeente krijgt nu de kans om die te herstellen. Daarna zal de Afdeling bestuursrechtspraak een einduitspraak doen in deze zaak.

Ondergeschiktheid

De gemeente wil dat er maximaal tachtig bedden komen in de accommodatie bij de paardenhouderij, maar in het bestemmingsplan staat per ongeluk het aantal van 112 bedden. Dat moet de gemeente alsnog herstellen in het bestemmingsplan. Verder wil de gemeente dat recreatie op het perceel ondergeschikt moet blijven aan de paardenhouderij, maar dat heeft de gemeente niet goed in het bestemmingsplan geregeld. Zo is niet duidelijk aan de hand van welke criteria wordt beoordeeld of de recreatieve mogelijkheden op het perceel ondergeschikt zijn aan de paardenhouderij. Ten slotte heeft de gemeente ook onvoldoende inzichtelijk gemaakt of de ruimtelijke gevolgen van met name de dagrecreatie en de horeca in de zaalaccommodatie aanvaardbaar zijn.

Gevolg van deze tussenuitspraak

Het college van burgemeester en wethouders krijgt nu zestien weken om de tekortkomingen in het bestemmingsplan te herstellen. Daarvoor kan de gemeente een zogenoemd herstelbesluit nemen. Daarna zal de Afdeling bestuursrechtspraak dat herstelbesluit beoordelen en daarmee een einduitspraak doen over het aangepaste bestemmingsplan. De Afdeling bestuursrechtspraak geeft de gemeente nog in overweging om bij de voorbereiding van het herstelbesluit zowel de initiatiefnemer als de omwonenden te betrekken en hen niet pas in de eindfase bij de Afdeling bestuursrechtspraak hun visie over het herstelbesluit te geven.

Delegatie bij bestemmingsplan met verbrede reikwijdte

Het ging in deze zaak om een bestemmingsplan met verbrede reikwijdte. Met zo’n bestemmingsplan kan een gemeente alvast experimenteren met de mogelijkheden van de toekomstige Omgevingswet. In dit geval stelde het college van burgemeester en wethouders het bestemmingsplan vast. Dat is bijzonder, omdat dit de taak (de bevoegdheid) van de gemeenteraad is. De gemeenteraad had de bevoegdheid echter overgedragen (gedelegeerd) aan het college van burgemeester en wethouders. De vraag was of deze delegatie op een rechtmatige manier was gebeurd of niet. Om daarop antwoord te krijgen vroeg de Afdeling bestuursrechtspraak in december 2021 een zogenoemde conclusie aan staatsraad advocaat-generaal Tonny Nijmeijer. Een conclusie is een juridisch advies aan de rechter en draagt bij aan de ontwikkeling van het recht. De staatsraad advocaat-generaal bracht in april 2022 zijn conclusie uit.

Delegatie kan, maar er gelden wel eisen

De Afdeling bestuursrechtspraak is van oordeel dat een delegatiebesluit officieel bekend moeten worden gemaakt. Dat is hier niet gebeurd, waardoor het delegatiebesluit niet in werking is getreden. Dat is een fout, maar de Afdeling bestuursrechtspraak oordeelt dat die fout geen gevolgen heeft voor het bestemmingsplan, omdat de omwonenden wel op de hoogte waren van het besluit en daar ook geen bezwaren tegen hadden. 
Vervolgens oordeelt de Afdeling bestuursrechtspraak dat de gemeenteraad in eerste instantie verantwoordelijk is voor het vaststellen van bestemmingsplannen. Daarom moet de gemeenteraad in het delegatiebesluit voldoende concreet en objectief aangeven in welk geval die bevoegdheid wordt overgedragen aan het college van burgemeester en wethouders. Het moet voor iedereen duidelijk zijn in welke gevallen het college van burgemeester en wethouders bevoegd is en wanneer niet. Wanneer een delegatiebevoegdheid voldoende concreet en objectief is omschreven, is niet op voorhand aan te geven. Dat hangt af van de omstandigheden van het geval.

Beleidsregels

De gemeenteraad kan er ook voor kiezen om in beleidsregels op te nemen wanneer het college van burgemeester en wethouders bevoegd is, maar ook daarvoor geldt dat die voldoende concreet en objectief moeten zijn. Ook het college van burgemeester en wethouders zelf kan in beleidsregels vastleggen hoe het gebruikmaakt van een gedelegeerde bevoegdheid. Maar die beleidsregels moeten wel binnen de grenzen blijven van het delegatiebesluit en de eventuele beleidsregels van de gemeenteraad.


Lees hier de volledige uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak met zaaknummer 202100119/1.