Afdeling bestuursrechtspraak stelt vragen aan Europees Hof over openbare orde

Gepubliceerd op 6 juni 2018

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft vandaag (6 juni 2018) in drie zaken zogenoemde prejudiciële vragen gesteld aan het Hof van Justitie in Luxemburg over de Schengengrenscode en over de Gezinsherenigingsrichtlijn. De zaken gaan over vreemdelingen die volgens de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een gevaar voor de openbare orde zouden vormen. De Afdeling bestuursrechtspraak wil van het Hof van Justitie weten hoe bepalingen over de openbare orde in die richtlijnen moeten worden uitgelegd.

Achtergrond

De Afdeling bestuursrechtspraak stelt vragen in drie verschillende zaken. De eerste zaak (201607668/1) gaat over een vreemdeling die van de staatssecretaris de Europese Unie moest verlaten. Volgens de staatssecretaris zou de man een gevaar voor de openbare orde zijn en daarom niet langer rechtmatig in de Europese Unie mogen verblijven. De tweede zaak (201705770/1) draait om een vreemdeling die tijdens een eerder verblijf in Nederland is veroordeeld voor misdrijven en is uitgeleverd aan de Armeense overheid wegens drugsdelicten. De echtgenote van de vreemdeling vraagt nu voor haar man een verblijfsvergunning aan voor gezinshereniging. Volgens de staatssecretaris vormt de man een gevaar voor de openbare orde. Hij heeft daarom de aanvraag afgewezen. De derde zaak (201701883/1) gaat over een vreemdeling die een verblijfsvergunning had om bij zijn partner in Nederland te verblijven. De vreemdeling is in het buitenland veroordeeld wegens drugsdelicten. De staatssecretaris vindt de man daarom een bedreiging voor de openbare orde en heeft zijn verblijfsvergunning ingetrokken.

Prejudiciële vragen

De vragen die de Afdeling bestuursrechtspraak in deze zaken stelt, zien allemaal op de onderbouwing die de staatssecretaris moet geven als hij zegt dat een vreemdeling een gevaar vormt voor de openbare orde. Welke eisen stellen de Schengengrenscode en de Gezinsherenigingsrichtlijn aan die onderbouwing? Er zijn uitspraken van het Hof van Justitie die erop wijzen dat moet worden gemotiveerd dat de gedragingen van een vreemdeling een 'daadwerkelijke, actuele en voldoende ernstige bedreiging voor een fundamenteel belang van de samenleving' vormen. Daarnaast zijn er uitspraken van het Hof van Justitie over eerste toegang tot het grondgebied van de lidstaten, waaruit lijkt te volgen dat de motiveringsplicht minder ver gaat. Verder speelt bij gezinshereniging de jurisprudentie van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens over artikel 8 van het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens een rol bij de vraag welke onderbouwing de staatssecretaris moet geven. Om hier meer duidelijkheid over te krijgen stelt de Afdeling bestuursrechtspraak nu vragen aan het Hof van Justitie.

Schorsing behandeling

De Afdeling bestuursrechtspraak schorst de behandeling van de zaken in afwachting van de antwoorden van het Hof van Justitie in Luxemburg. Daarna zal de Afdeling bestuursrechtspraak de behandeling van deze zaken voortzetten en hierin een definitieve uitspraak doen.

Lees de volledige tekst van de drie afzonderlijke uitspraken met zaaknummers 201607668/1, 201705770/1 en 201701883/1.