Uitspraak 201205300/1/A1


Volledige tekst

201205300/1/A1.
Datum uitspraak: 17 juli 2013

AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak op het hoger beroep van:

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Porc Royal B.V., gevestigd te Lierop, gemeente Someren,
appellante,

tegen de uitspraak van de rechtbank Almelo van 18 april 2012 in zaak nr. 11/824 in het geding tussen:

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Family Farmers B.V.

en

het college van burgemeester en wethouders van Twenterand.

Procesverloop

Bij besluit van 1 december 2008 heeft het college geweigerd aan Family Farmers B.V. vrijstelling en bouwvergunning eerste fase te verlenen voor het oprichten van een vleesvarkensstal op het perceel Fortwijk 7 te Vroomshoop.

Bij besluit van 21 juni 2011 heeft het college het door Family Farmers B.V. daartegen gemaakte bezwaar opnieuw ongegrond verklaard.

Bij uitspraak van 18 april 2012 heeft de rechtbank het door Family Farmers B.V. daartegen ingestelde beroep niet-ontvankelijk verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.

Tegen deze uitspraak heeft Porc Royal B.V. hoger beroep ingesteld.

Het college heeft een verweerschrift ingediend.

De Afdeling heeft de zaak ter zitting aan de orde gesteld op 28 mei 2013.

Overwegingen

1. Family Farmers B.V. is bij vonnis van 24 januari 2012 door de rechtbank in staat van faillissement verklaard. Porc Royal B.V. heeft bij de rechtbank aangegeven dat zij in plaats van Family Farmers B.V. het geding wil voortzetten. De rechtbank heeft overwogen dat Porc Royal B.V. niet gerechtigd is het beroep voort te zetten en heeft het beroep van Family Farmers B.V. niet-ontvankelijk verklaard.

2. Porc Royal B.V. betoogt dat de rechtbank heeft miskend dat zij in plaats van Family Farmers B.V. als procespartij in deze procedure dient te worden aangemerkt. Hiertoe voert zij aan dat Porc Royal B.V. en Family Farmers B.V. beide zijn opgericht door [bestuurder], handelend als zelfstandig bevoegd bestuurder/directeur van [bedrijf] en dat [bestuurder] de aanvragen destijds op naam van Family Farmers B.V. heeft ingediend en alle kosten van de voorbereiding en de procedures heeft gedragen. Nu Family Farmers B.V. op geen enkele wijze financieel betrokken is geweest bij de bouwvergunningsprocedure is [bedrijf] bevoegd om Porc Royal B.V. de procedure van Family Farmers B.V. te laten overnemen, aldus Porc Royal B.V.

3. Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen (uitspraak van 1 augustus 2012 in zaak nr. 201108248/1/R1 en 201108707/1/R1) brengt de in artikel 8:1, gelezen in verbinding met artikel 6:7 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) neergelegde regeling voor het instellen van beroep met zich dat de positie van degene die beroep heeft ingesteld, in beginsel niet door een ander kan worden overgenomen. Dit is, gelet op artikel 47 van de Wet op de Raad van State, zoals dat luidde ten tijde van belang, gelezen in verbinding met artikel 6:7 en 6:24 van de Awb, voor het instellen van hoger beroep niet anders. De Afdeling heeft in voormelde uitspraak voorts overwogen dat Porc Royal B.V. geen rechtsopvolger is van Family Farmers B.V., dat de banden tussen enerzijds Family Farmers B.V. en anderzijds [bestuurder], [bedrijf] en Porc Royal B.V. niet wegnemen dat Family Farmers B.V. een te onderscheiden rechtspersoon is en voorts geen sprake is van volstrekt parallel lopende belangen van Porc Royal B.V. en Family Farmers B.V., waarover voor andere betrokkenen in het rechtsverkeer geen enkele onduidelijkheid of onzekerheid kan bestaan, zodat het door Family Farmers B.V. ingestelde beroep niet aan Porc Royal B.V. kan worden toegerekend en Porc Royal B.V. niet in plaats van Family Farmers B.V. als appellante kan worden beschouwd. Hetgeen Porc Royal B.V. in hoger beroep aanvoert, biedt geen grond voor een ander oordeel.

Gelet op artikel 47 van de Wet op de Raad van State, zoals dat luidde ten tijde van belang, kan Porc Royal B.V. voorts geen hoger beroep instellen tegen de niet-ontvankelijkverklaring van Family Farmers B.V. door de rechtbank, aangezien zij daarbij geen belanghebbende is.

4. Het hoger beroep is niet-ontvankelijk.

5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:

verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk.

Aldus vastgesteld door mr. P.B.M.J. van der Beek-Gillessen, voorzitter, en mr. A.W.M. Bijloos en mr. R. Uylenburg, leden, in tegenwoordigheid van mr. A.M.L. Hanrath, ambtenaar van staat.

w.g. Van der Beek-Gillessen w.g. Hanrath
voorzitter ambtenaar van staat

Uitgesproken in het openbaar op 17 juli 2013

392