Uitspraak 201107703/1/R3


Volledige tekst

201107703/1/R3.
Datum uitspraak: 6 maart 2013

AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak in het geding tussen:

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Green Properties B.V., gevestigd te Lage Mierde, gemeente Reusel-De Mierden, en anderen,
appellanten,

en

de raad van de gemeente Amersfoort,
verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 26 april 2011 heeft de raad het bestemmingsplan "Ligplaatsen voor woonboten" vastgesteld.

Tegen dit besluit hebben Green Properties en anderen beroep ingesteld.

De raad heeft een verweerschrift ingediend.

De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 22 augustus 2012, waar Green Properties en anderen, vertegenwoordigd door mr. M.A. Visser, advocaat te Amsterdam, en de raad, vertegenwoordigd door mr. S.E. Eissens-Eigenhuis, W.P. Ramsoender en R. Bruinsma, zijn verschenen. Voorts is ter zitting [belanghebbende] gehoord.

Na het sluiten van het onderzoek ter zitting heeft de Afdeling het onderzoek heropend.

Er zijn nadere stukken ontvangen van de raad, Green Properties en anderen en [belanghebbende]. Deze zijn aan de andere partijen toegezonden.

Met toestemming van partijen is afgezien van verdere behandeling van de zaak ter zitting.

Overwegingen

1. Het plan voorziet in een planologisch-juridische regeling voor bestaande en nieuwe ligplaatsen voor woonboten aan de Havenweg en aan de Schans ter plaatse van het industrieterrein De Isselt.

2. Ter zitting hebben Green Properties en anderen hun beroepsgrond dat het plan financieel niet uitvoerbaar is ingetrokken.

3. Green Properties en anderen betogen dat de raad ten onrechte het plan heeft vastgesteld. Daartoe voeren zij aan dat een aanvaardbaar woon- en leefklimaat voor de bewoners van woonboten niet is gewaarborgd. Zij wijzen erop dat onder meer de bedrijven Connexxion en KAV vele voertuigenbewegingen veroorzaken, met alle overlast van dien. Woonboten zijn, zo stellen Green Properties en anderen, weliswaar geen woningen in de zin van de Wet geluidhinder (hierna: Wgh), maar deze hebben wel een woonfunctie, zodat het in de rede ligt om de Wgh op overeenkomstige wijze toe te passen. Ook voeren Green Properties en anderen aan dat de raad ten onrechte de aanwezigheid van woonboten met twee woonlagen mogelijk heeft gemaakt. Zij wijzen erop dat in het rapport "Geluidbelasting woonbootlocaties De Eem 2007: Beoordeling en locatiekeuze (mei 2007)" (hierna: het geluidrapport uit 2007) twee woonlagen op de woonboten onwenselijk worden geacht. Voorts volgt volgens Green Properties en anderen uit een ouder rapport dat een geluidscherm geen positief effect heeft.

3.1. De raad stelt dat het plan het sluitstuk vormt van een langdurig traject om tot een passende regeling te komen voor woonboten binnen de gemeente. Met het plan heeft de raad beoogd een voor alle betrokkenen acceptabele regeling vast te stellen. Daarbij is rekening gehouden met de belangen van onder meer de bewoners van de bestaande woonboten en omliggende bedrijven. Volgens de raad is voor de bewoners van de woonboten een goed woon- en leefklimaat gewaarborgd.

3.2. Vast staat dat de ligplaatsen in de geluidzone van het gezoneerde industrieterrein De Isselt liggen. Ten tijde van het bestreden besluit waren ligplaatsen voor woonboten geen geluidgevoelige terreinen als bedoeld in de Wgh en het Besluit geluidhinder, zodat het verrichten van akoestisch onderzoek op grond van de Wgh niet verplicht was. Dit neemt niet weg dat bij de vaststelling van een bestemmingsplan moet worden nagegaan of ter plaatse van de ligplaatsen geen sprake is van een onaanvaardbaar woon- en leefklimaat. De raad heeft in dit kader aansluiting gezocht bij de regeling in de Wgh voor aanwezige woningen op gronden die bij de vaststelling van een bestemmingsplan deel zijn gaan uitmaken van een geluidzone. In verband hiermee heeft hij bij ligplaatsen voor woonboten bij een gecumuleerde geluidbelasting van 60 dB(A) per etmaal ter plaatse een aanvaardbaar woon- en leefklimaat aanwezig geacht. Mede gelet op de omstandigheid dat de raad met het plan heeft beoogd een integrale oplossing te bieden voor de langdurige problematiek binnen de gemeente om tot een passend planologisch regime voor woonboten te komen, acht de Afdeling dit niet onredelijk.

Naar aanleiding van de keuze van de raad om woonboten met twee woonlagen toe te staan is het geluidrapport uit 2007 geactualiseerd en is onderzocht welke schermvariant nodig is om een geluidbelasting van 60 dB(A) bij de nieuwe ligplaatsen te waarborgen. De resultaten hiervan zijn neergelegd in memo’s van DHV van 11 augustus 2009 en 12 januari 2011. Daaruit volgt dat bij een schermvariant voor twee woonlagen de geluidbelasting de waarde van 60 dB(A) niet zal overschrijden. Niet aannemelijk is gemaakt dat het geluidonderzoek wat betreft de afschermende werking van het aangepaste geluidscherm naar inhoud en wijze van totstandkoming zodanig gebreken vertoont dat de raad zich hier niet op heeft mogen baseren. Ook uit het nadere geluidonderzoek naar aanleiding van de heropening van het onderzoek volgt niet dat de geluidbelasting na het plaatsen van het nieuwe geluidscherm de door de raad nagestreefde geluidwaarde van 60 dB(A) zal overschrijden. Voorts is in de planregels vastgelegd dat verplaatsing van woonboten niet eerder zal plaatsvinden dan nadat de geluidwerende voorzieningen zijn getroffen.

Het betoog faalt.

4. Voorts betogen Green Properties en anderen dat de raad bij de vaststelling van het plan geen zorgvuldige belangenafweging heeft gemaakt. De raad heeft vooringenomen gehandeld en heeft alleen gekeken naar de belangen van de bewoners van woonboten. Volgens Green Properties en anderen wordt een uitbreiding of wijziging van bedrijfsactiviteiten ter plaatse onmogelijk en zullen bij een eventuele omgevingsvergunning voor de activiteit milieuproblemen ontstaan. Nu al is de gemeentelijke geluidnormering op het industrieterrein teruggebracht van 65 naar 60 dB(A). Verder voeren Green Properties en anderen aan dat de bedrijfspercelen in waarde zullen dalen en dat de raad hieraan niet zonder meer voorbij had mogen gaan.

4.1. De raad stelt dat bij de vaststelling van het plan met de bedrijfsbelangen van omliggende bedrijven in de directe nabijheid van de nieuwe ligplaatsen rekening is gehouden en dat de bedrijfsactiviteiten van deze bedrijven niet onaanvaardbaar worden gehinderd.

4.2. Door de gemeente is regelmatig overleg gevoerd met onder meer bewoners en betrokken bedrijven over de ligplaatsen voor de woonboten. Dat de raad vervolgens na afweging van alle belangen een andere keuze heeft gemaakt dan die overeenkomt met de wens van Green Properties en anderen, valt binnen de beleidsvrijheid die de raad bij de vaststelling van een bestemmingsplan toekomt. Hierbij is het belang van Green Properties en anderen één van de belangen die daarbij dienen te worden betrokken. Niet is gebleken dat de raad bij die afweging vooringenomen heeft gehandeld.

Volgens de plantoelichting hebben omliggende bedrijven in de directe nabijheid van de nieuwe ligplaatsen, gelet op het aan het bestreden besluit ten grondslag gelegde geluidonderzoek, nog enige geluidruimte om uit te breiden, te weten tot 2 dB(A) bij de ligplaatsen aan de Schans en 4 dB(A) tot 6 dB(A) bij de ligplaatsen aan de Havenweg. Nu Green Properties en anderen niet aannemelijk hebben gemaakt dat dit onjuist is, ziet de Afdeling geen grond voor het oordeel dat de uitbreidingsmogelijkheden en de bestaande bedrijfsactiviteiten van Green Properties en anderen onaanvaardbaar worden beperkt.

Wat de gestelde nadelige invloed van het bestemmingsplan op de waarde van de eigendommen van Green Properties en anderen betreft, bestaat geen grond voor de verwachting dat die waardevermindering zodanig zal zijn dat de raad bij de afweging van de belangen hieraan een groter gewicht had moeten toekennen dan aan de belangen die met de realisering van het bestemmingsplan aan de orde zijn.

Het betoog faalt.

5. In hetgeen Green Properties en anderen hebben aangevoerd ziet de Afdeling geen aanleiding voor het oordeel dat de raad zich niet in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het plan strekt ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening. In het aangevoerde wordt evenmin aanleiding gevonden voor het oordeel dat het bestreden besluit anderszins is voorbereid of genomen in strijd met het recht.

Het beroep is ongegrond.

6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State

Recht doende in naam der Koningin:

verklaart het beroep van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Green Properties B.V. en anderen ongegrond.

Aldus vastgesteld door mr. J.A.W. Scholten-Hinloopen, voorzitter, en mr. M.W.L. Simons-Vinckx en mr. F.C.M.A. Michiels, leden, in tegenwoordigheid van mr. R.E.A. Matulewicz, ambtenaar van staat.

w.g. Scholten-Hinloopen w.g. Matulewicz
voorzitter ambtenaar van staat

Uitgesproken in het openbaar op 6 maart 2013

45-629.