Uitspraak 201004489/1/R3


Volledige tekst

201004489/1/R3.
Datum uitspraak: 24 augustus 2011

AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak in het geding tussen:

1. [appellanten sub 1], beiden wonend te Son, gemeente Son en Breugel,
2. Parochie Sint Petrus' Banden, gevestigd te Son, gemeente Son en Breugel,
appellanten,

en

de raad van de gemeente Son en Breugel,
verweerder.

1. Procesverloop

Bij besluit van 24 februari 2010 heeft de raad het bestemmingsplan "Son Centrum; bibliotheek Kerkplein - Nieuwstraat" vastgesteld.

Tegen dit besluit hebben [appellanten sub 1] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 6 mei 2010, en Sint Petrus' Banden bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 12 mei 2010, beroep ingesteld. [appellanten sub 1] hebben hun beroep aangevuld bij brief van 3 juni 2010. Sint Petrus' Banden heeft haar beroep aangevuld bij brief van 7 juni 2010.

De raad heeft een verweerschrift ingediend.

[appellanten sub 1] en Sint Petrus' Banden hebben nadere stukken ingediend.

De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 7 juni 2011, waar [appellanten sub 1], bijgestaan door mr. T.A.M. van Oosterhout, Sint Petrus' Banden, vertegenwoordigd door [bestuurder], bijgestaan door mr. I.J.J.M. Roorda, advocaat te Vught, en de raad, vertegenwoordigd door drs. O.G. Schook en D.G.M.W. Hulsen, werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen.

2. Overwegingen

2.1. Ter zitting hebben [appellanten sub 1] hun beroepsgronden die betrekking hebben op het provinciaal beleid, de waterhuishouding, de luchtkwaliteit, de aanbestedingsprocedure en de staatssteun ingetrokken.

2.2. [appellanten sub 1] stellen tevergeefs dat de raad hen ten onrechte geen gelegenheid heeft geboden hun zienswijze aan de raadscommissie grondgebiedzaken toe te lichten. Uit de Wet ruimtelijke ordening, de Algemene wet bestuursrecht noch enige andere wettelijke bepaling volgt voor de raad een dergelijke verplichting.

2.3. [appellanten sub 1] stellen voorts tevergeefs dat in de bekendmaking van het bestreden besluit in de Staatscourant van 23 maart 2010 ten onrechte is nagelaten om te vermelden dat het besluit gewijzigd is vastgesteld. Deze beroepsgrond heeft betrekking op een mogelijke onregelmatigheid van na de datum van het bestreden besluit en kan reeds om die reden de rechtmatigheid van het besluit niet aantasten. Deze mogelijke onregelmatigheid kan dan ook geen grond vormen voor de vernietiging van het bestreden besluit.

2.4. Het plan voorziet in een multifunctioneel gebouw op de hoek van de Nieuwstraat en het Kerkplein.

2.5. [appellanten sub 1] en Sint Petrus' Banden maken bezwaar tegen de door de raad gemaakte aannames omtrent de in verband met het plan benodigde parkeerbehoefte. Zij stellen dat de raad bij de berekening daarvan uitgaat van de parkeerbehoefte van een bibliotheek en woonappartementen, terwijl het plan voorziet in de realisatie van een multifunctioneel gebouw, waarbinnen nog andere functies mogelijk zijn.

Voorts voeren [appellanten sub 1] aan dat de raad in zijn besluit onvoldoende is ingegaan op de verkeerseffecten van het plan en de hiermee gepaard gaande geluidhinder. Zij stellen dat de raad daarbij is uitgegaan van verouderde verkeersgegevens uit het verkeerscirculatieplan 1996, nu de verkeerssituatie sindsdien door de ontwikkeling van het Kerkplein als evenemententerrein is gewijzigd.

2.6. De raad stelt dat in het voorziene gebouw, ofschoon het plan meer gebruiksmogelijkheden kent, volgens afspraak en overeenkomstig een ingediend bouwplan een bibliotheek en woonappartementen zullen worden ondergebracht. De raad neemt voorts het standpunt in dat de gegevens uit het verkeerscirculatieplan 1996 nog altijd een actueel beeld geven van de verkeersstromen in de omgeving en dat volgens het akoestisch onderzoek met de invoering van een 30 km-regime in de omliggende straten sprake is van een uit het oogpunt van een goede ruimtelijke ordening acceptabele akoestische situatie.

2.6.1. De raad is blijkens paragraaf 3.3 van de plantoelichting en het verweerschrift bij de berekening van de parkeerbehoefte en de verkeerseffecten uitgegaan van het ingediende bouwplan, op grond waarvan een gebouw met daarin een bibliotheek, woonappartementen en een parkeerkelder zal worden gerealiseerd. De aan het plangebied toegekende bestemming "Centrum" voorziet echter in meer gebruiksmogelijkheden, waaronder detailhandel, horeca en kantoren. Nu de raad bij het onderzoek naar de parkeerbehoefte en de verkeerseffecten niet is uitgegaan van de maximale mogelijkheden die het plan biedt, is het op dit onderzoek gebaseerde bestreden besluit in zoverre onzorgvuldig tot stand gekomen.

2.6.2. Blijkens het verweerschrift en de door de raad ter zitting gegeven toelichting is de raad wat betreft de verkeerssituatie in en rondom het plangebied uitgegaan van verkeersgegevens uit het verkeerscirculatieplan van 1996.

De Afdeling kan de raad niet volgen in zijn standpunt dat de gegevens uit het verkeerscirculatieplan nog altijd actueel zijn nu, naar ter zitting door [appellanten sub 1] onweersproken is gesteld, in ieder geval geen rekening is gehouden met de ontwikkeling van het Kerkplein als evenemententerrein.

2.6.3. Uit het aan het plan ten grondslag gelegde rapport "Akoestisch onderzoek Son Centrum; bibliotheek Kerkplein-Nieuwstraat" van Croonen Adviseurs van 5 oktober 2009 (hierna: het akoestisch onderzoek) volgt dat de wegen Nieuwstraat, Kerkstraat en Raadhuisplein/Kerkplein zijn opgenomen in een 30 km-zone en daarom buiten het regime van de Wet geluidhinder vallen.

Hoewel dat op zich juist is, rechtvaardigt dit nog niet de conclusie uit het onderzoek dat het plan uit een oogpunt van geluidbelasting in overeenstemming is met een goede ruimtelijke ordening. De Afdeling neemt daarbij in aanmerking dat uit het akoestisch onderzoek blijkt dat te projecteren geluidgevoelige bebouwing vanwege de Nieuwstraat, de Kerkstraat en het Raadhuisplein/Kerkplein een geluidbelasting heeft die oploopt tot 59 dB ter plaatse van de Nieuwstraat. Dit is beduidend meer dan de voorkeursgrenswaarde van 48 dB en de maximum hogere grenswaarde van 55 dB die in de Wet geluidhinder is bepaald ten aanzien van nieuwbouw van woningen langs wegen in stedelijk gebied, waarvoor een hogere maximumsnelheid dan 30 kilometer per uur geldt. Dat volgens het akoestisch onderzoek het plan niettemin uit oogpunt van geluidbelasting in overeenstemming is met een goede ruimtelijke ordening omdat een hogere waarde, indien noodzakelijk, verleend zou kunnen worden als daarbij voldaan wordt aan nader gestelde eisen over situering van geluidgevoelige ruimten en geluidluwe gevels is niet nader onderbouwd, terwijl deze eisen ook niet zijn opgenomen in de planregels.

Gelet hierop moet worden geoordeeld dat het bestreden besluit in zoverre niet berust op een deugdelijke motivering en derhalve in zoverre in strijd is met artikel 3:46 van de Algemene wet bestuursrecht.

2.7. In hetgeen [appellanten sub 1] en Sint Petrus' Banden hebben aangevoerd ziet de Afdeling aanleiding voor het oordeel dat het bestreden besluit is genomen in strijd met de bij het voorbereiden van een besluit te betrachten zorgvuldigheid en niet berust op een deugdelijke motivering. Het beroep is gegrond. Het bestreden besluit dient wegens strijd met de artikelen 3:2 en 3:46 van de Algemene wet bestuursrecht te worden vernietigd.

2.8. Gelet hierop behoeven de overige door [appellanten sub 1] en Sint Petrus' Banden aangevoerde beroepsgronden, die betrekking hebben op de gemeentelijke beleidsvisie voor het gebied, het gesloten coalitieakkoord na de gemeenteraadsverkiezingen, de noodzaak van het plan en de aanleg van infrastructuur, geen bespreking meer.

2.9. De raad dient op na te melden wijze tot vergoeding van de proceskosten te worden veroordeeld.

3. Beslissing

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State

Recht doende in naam der Koningin:

I. verklaart de beroepen gegrond;

II. vernietigt het besluit van de raad van de gemeente Son en Breugel van 24 februari 2010;

III. veroordeelt de raad van de gemeente Son en Breugel tot vergoeding van bij [appellanten sub 1] in verband met de behandeling van het beroep opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 874,00 (zegge: achthonderdvierenzeventig euro), geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand, met dien verstande dat betaling aan een van hen bevrijdend werkt ten opzichte van de ander;

veroordeelt de raad van de gemeente Son en Breugel tot vergoeding van bij Parochie Sint Petrus' Banden in verband met de behandeling van het beroep opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 874,00 (zegge: achthonderdvierenzeventig euro), geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand;

IV. gelast dat de raad van de gemeente Son en Breugel aan appellanten het door hen voor de behandeling van de beroepen betaalde griffierecht ten bedrage van € 150,00 (zegge: honderdvijftig euro) voor [appellanten sub 1], met dien verstande dat betaling aan een van hen bevrijdend werkt ten opzichte van de ander, en € 298,00 (zegge: tweehonderdachtennegentig euro) voor Parochie Sint Petrus' Banden, vergoedt.

Aldus vastgesteld door mr. R.J. Hoekstra, voorzitter, en mr. J.G.C. Wiebenga en mr. M.W.L. Simons-Vinckx, leden, in tegenwoordigheid van mr. R.P.F. Boermans, ambtenaar van staat.

w.g. Hoekstra w.g. Boermans
voorzitter ambtenaar van staat

Uitgesproken in het openbaar op 24 augustus 2011

429-656.