Uitspraak 200804258/1/R2


Volledige tekst

200804258/1/R2.
Datum uitspraak: 21 juli 2009

AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak in het geding tussen:

de stichting Stichting Milieufederatie Limburg, gevestigd te Maastricht, en andere,
appellanten,

en

het college van gedeputeerde staten van Limburg,
verweerder.

1. Procesverloop

Bij besluit van 8 april 2008, kenmerk 2008/13160, heeft het college van gedeputeerde staten van Limburg (hierna: het college) besloten over de goedkeuring van het door de raad van de gemeente Venray (hierna: de raad) bij besluit van 12 februari 2008 vastgestelde bestemmingsplan "Voorschriften Partiële herziening bestemmingsplan Circuit de Peel" (hierna: de partiële herziening).

Tegen dit besluit hebben de stichting Stichting Milieufederatie Limburg en andere (hierna: Milieufederatie en andere) bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 11 juni 2008, beroep ingesteld.

De raad heeft een schriftelijke uiteenzetting gegeven.

De Afdeling heeft de zaak, gelijktijdig met zaaknummers 200801853/1/R2 en 200805618/1/M1, ter zitting behandeld op 16 april 2009, waar Milieufederatie en andere, vertegenwoordigd door A.M.J.G. Wuts, G.J.M. Duijvestijn en mr. J.J.H. Mineur, en het college, vertegenwoordigd door ing. J.J.G. Janssen, mr. D.R. Boer, ir. A.F.M. Dohmen en J.L.J. Martin, zijn verschenen.
Voorts zijn ter zitting [belanghebbende], vertegenwoordigd door mr. T. Brouwer, [gemachtigde], F.J.M. van Hout, R.P.J.G. Krebbekx en J.H.G. van de Mortel, en het college van burgemeester en wethouders van Venray, vertegenwoordigd door mr. M.H.J. Seelen, gehoord.

2. Overwegingen

2.1. Ingevolge artikel 54, tweede lid, aanhef en onder d, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (hierna: WRO) kan een belanghebbende bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State beroep instellen tegen een besluit omtrent goedkeuring van een bestemmingsplan.

Ingevolge artikel 1:2, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) wordt onder belanghebbende verstaan: degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken.

2.1.1. [appellant A], [appellant B] en [appellant C] wonen op een afstand van meer dan vier kilometer van het motorcrossterrein. Het is de Afdeling niet aannemelijk geworden dat ter plaatse van hun woningen gevolgen van het motorcrossterrein kunnen worden ondervonden. Het is de Afdeling voorts niet gebleken dat zij anderszins een rechtstreeks bij het bestreden besluit betrokken belang hebben. Gelet hierop kunnen [appellant A], [appellant B] en [appellant C] niet worden aangemerkt als belanghebbenden als bedoeld in artikel 1:2, eerste lid, van de Awb. Het beroep is niet-ontvankelijk voor zover het door [appellant A], [appellant B] en [appellant C] is ingesteld.

2.2. In artikel 6:4, derde lid, van de Awb is bepaald dat het instellen van beroep op een administratieve rechter geschiedt door het indienen van een beroepschrift bij die rechter. Ingevolge artikel 6:5, eerste lid, aanhef, van de Awb wordt een beroepschrift ondertekend. Wanneer degene die het beroepschrift heeft ondertekend niet voor zichzelf maar voor een ander in beroep komt, zal van de bevoegdheid tot het instellen van het beroep moeten blijken. Indien hieraan niet is voldaan kan het beroep ingevolge artikel 6:6 van de Awb niet-ontvankelijk worden verklaard, mits de indiener de gelegenheid heeft gehad het verzuim te herstellen binnen een hem daartoe gestelde termijn.

2.2.1. Milieufederatie en andere hebben in het beroepschrift verklaard dat beroep wordt ingesteld namens de vereniging Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten in Nederland. Daarbij hebben zij geen stukken overgelegd waaruit de gestelde vertegenwoordiging blijkt.

Tijdens de zitting op 16 april 2009 is verzocht de gestelde vertegenwoordiging aan te tonen. Daartoe is tot en met 30 april 2009 de gelegenheid geboden. Hierbij is vermeld dat, indien dat niet binnen de gestelde termijn gebeurt, er rekening mee moet worden gehouden dat het beroep, voor zover het is ingesteld namens de vereniging Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten in Nederland, niet-ontvankelijk wordt verklaard.

Milieufederatie en andere hebben de gestelde vertegenwoordiging niet binnen de aldus gestelde termijn aangetoond. Niet is gebleken van feiten of omstandigheden op grond waarvan redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat Milieufederatie en andere in verzuim zijn geweest.

Het beroep is, ook voor zover dit is ingesteld namens de vereniging Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten in Nederland, niet-ontvankelijk.

2.3. Het plan voorziet in de wijziging van twee planvoorschriften van het bestemmingsplan "Circuit de Peel", vastgesteld door de raad bij besluit van 30 oktober 2007 en goedgekeurd door het college bij besluit van 12 februari 2008. Bij uitspraak van heden in zaaknummer 200801853/1/R2 heeft de Afdeling het goedkeuringsbesluit van het bestemmingsplan "Circuit de Peel" vernietigd en tevens zelfvoorziend goedkeuring onthouden aan dat plan. Gelet daarop komt aan de partiële herziening en de goedkeuring daarvan geen betekenis meer toe. De beroepsgronden van Milieufederatie en andere behoeven geen bespreking. Het beroep, voor zover ontvankelijk, is gegrond. De Afdeling ziet voorts aanleiding om aan de partiële herziening goedkeuring te onthouden.

2.4. Van proceskosten die voor vergoeding in aanmerking komen, is niet gebleken.

3. Beslissing

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State

Recht doende in naam der Koningin:

I. verklaart het beroep niet-ontvankelijk voor zover het is ingesteld door [appellant A], [appellant B], [appellant C] en de vereniging Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten in Nederland;

II. verklaart het beroep gegrond, voor zover het is ingesteld door andere dan onder I genoemd;

III. vernietigt het besluit van het college van gedeputeerde staten van Limburg van 8 april 2008, kenmerk 2008/13160;

IV. onthoudt goedkeuring aan het bestemmingsplan "Voorschriften partiële herziening bestemmingsplan Circuit de Peel";

V. bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het besluit van 8 april 2008, kenmerk 2008/13160;

VI. gelast dat het college van gedeputeerde staten van Limburg aan de stichting Stichting Milieufederatie Limburg en andere, voor zover zij in hun beroep kunnen worden ontvangen, het door hen voor de behandeling van het beroep betaalde griffierecht ten bedrage van € 288,00 (zegge: tweehonderdachtentachtig euro) vergoedt, met dien verstande dat betaling aan een van hen bevrijdend werkt ten opzichte van de andere.

Aldus vastgesteld door mr. M. Oosting, voorzitter, en drs. H. Borstlap en mr. J.A. Hagen, leden, in tegenwoordigheid van mr. Z. Huszar, ambtenaar van Staat.

w.g. Oosting w.g. Huszar
voorzitter ambtenaar van Staat

Uitgesproken in het openbaar op 21 juli 2009

533.