Uitspraak 200401581/2


Volledige tekst

200401581/2.
Datum uitspraak: 14 juli 2004

AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak van de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) hangende het hoger beroep van:

de vennootschap onder firma "Café-Coffeeshop Old Style", waarvan de vennoten zijn [vennoot A] en [vennoot B], gevestigd te [plaats],

tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 9 januari 2004 in het geding tussen:

verzoekster

en

de burgemeester van Amsterdam.

1. Procesverloop

Bij besluit van 6 februari 2003 heeft de burgemeester van Amsterdam (hierna: de burgemeester) de onmiddellijke sluiting bevolen van de aan de Martelaarsgracht 24 gelegen inrichting van verzoekster met de naam "Café-Coffeeshop Old Style".

Bij besluit van 18 juni 2003 heeft de burgemeester het daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.

Bij uitspraak van 9 januari 2004, verzonden op dezelfde dag, heeft de rechtbank Amsterdam (hierna: de rechtbank) het daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard.

Tegen deze uitspraak heeft verzoekster bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 14 april 2004, hoger beroep ingesteld.
Bij brief van 2 juni 2004, bij de Raad van State ingekomen op 4 juni 2004, heeft verzoekster de Voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

De Voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 8 juli 2004, waar verzoekster, vertegenwoordigd door haar [vennoot A] en mr. R.G. Meester, advocaat te Amsterdam, en de burgemeester, vertegenwoordigd door mr. J.H. Beestman, ambtenaar van de gemeente, zijn verschenen.

2. Overwegingen

2.1. In hetgeen verzoekster naar voren heeft gebracht is geen aanleiding te vinden voor het oordeel dat op voorhand moet worden aangenomen dat de aangevallen uitspraak in de bodemprocedure niet in stand zal blijven.

2.2. Gelet hierop bestaat geen aanleiding voor het treffen van een voorlopige voorziening.

2.3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat evenmin aanleiding.

3. Beslissing

De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:

wijst het verzoek af.

Aldus vastgesteld door mr. H. Troostwijk, als Voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. J.A. Hoovers-Backaert, ambtenaar van Staat.

w.g. Troostwijk w.g. Hoovers-Backaert
Voorzitter ambtenaar van Staat

Uitgesproken in het openbaar op 14 juli 2004

367.