Uitspraak 200307144/1


Volledige tekst

200307144/1.
Datum uitspraak: 2 juni 2004

AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak op het hoger beroep van:

[appellant], wonend te [woonplaats],

tegen de uitspraak van de rechtbank Leeuwarden van 23 september 2003 in het geding tussen:

appellant

en

het college van burgemeester en wethouders van Franekeradeel.

1. Procesverloop

Bij besluit van 4 oktober 2002 heeft het college van burgemeester en wethouders van Franekeradeel (hierna: het college) onder aanzegging van bestuursdwang gelast tot het verwijderen van drie zonder bouwvergunning gebouwde bijgebouwen op het perceel [locatie] te [plaats].

Bij besluit van 25 februari 2003 heeft het college het daartegen door appellant gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.

Bij uitspraak van 23 september 2003, verzonden op dezelfde dag, heeft de rechtbank Leeuwarden (hierna: de rechtbank) het daartegen door appellant ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.

Tegen deze uitspraak heeft appellant bij brief van 28 oktober 2003, bij de Raad van State ingekomen op 29 oktober 2003, hoger beroep ingesteld. De gronden zijn aangevuld bij brieven van 6 november 2003 en 12 januari 2004. Deze brieven zijn aangehecht.

Bij brief van 24 februari 2004 heeft het college van antwoord gediend.

Na afloop van het vooronderzoek zijn nadere stukken ontvangen van appellant. Deze zijn aan de andere partij toegezonden.

De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.

De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 27 april 2004, waar appellant in persoon en het college, vertegenwoordigd door P.D. van der Ploeg, ambtenaar der gemeente, zijn verschenen.

2. Overwegingen

2.1. Ten tijde van het nemen van het primaire besluit van 4 oktober 2002 waren de wet van 18 oktober 2001, Stb. 518, tot wijziging van de Woningwet en het Besluit van 13 juli 2002, Stb. 410, houdende voorschriften omtrent het bouwen waarvoor het vereiste van een bouwvergunning niet geldt, en omtrent het bouwen waarvoor een lichte bouwvergunning vereist is (hierna: het BBLB) gepubliceerd.

De gewijzigde Woningwet en het BBLB zijn, voor zover hier van betekenis, op 1 januari 2003 in werking getreden.

2.2. Het college heeft niet weersproken dat de drie bijgebouwen voldoen aan de eisen voor bouwvergunningvrije bouwwerken als bedoeld in artikel 2 van het BBLB.

Het college heeft zich evenwel op het standpunt gesteld dat nu de bestuursdwangaanschrijving dateert van vóór 1 januari 2003 het oude wettelijke regime voor de bijgebouwen van toepassing blijft. Voor dat standpunt biedt de Woningwet evenwel geen steun.

Nu het college ten tijde van het nemen van het primaire besluit wist dat vanaf 1 januari 2003 bijgebouwen als hier in geding zonder bouwvergunning mochten worden opgericht kon het niet meer in redelijkheid verlangen dat de bijgebouwen kort voor die datum zouden worden verwijderd onder aanzegging van bestuursdwang.

2.3. Het hoger beroep is gegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden vernietigd. Doende hetgeen de rechtbank zou behoren te doen zal de Afdeling het beroep gegrond verklaren en de beslissing op bezwaar van 25 februari 2003 vernietigen. Het college dient met inachtneming van deze uitspraak een nieuwe beslissing op bezwaar te nemen.

2.4. Het op artikel 8:73 van de Algemene wet bestuursrecht gebaseerde verzoek om schadevergoeding dient te worden afgewezen, reeds omdat nadere besluitvorming is vereist en op de uitkomst daarvan niet kan worden vooruitgelopen.

2.5. Van proceskosten die voor vergoeding in aanmerking komen, is niet gebleken.

3. Beslissing

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State

Recht doende in naam der Koningin:

I. verklaart het hoger beroep gegrond;

II. vernietigt de uitspraak van de rechtbank Leeuwarden van 23 september 2003, 03/324 GEMWT;

III. verklaart het bij de rechtbank ingestelde beroep gegrond;

IV. vernietigt het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Franekeradeel van 3 maart 2003, 03.30.520;

V. wijst het verzoek om schadevergoeding af;

VI. gelast dat de gemeente Franekeradeel aan appellant de door hem voor de behandeling van het beroep en het hoger beroep betaalde griffierechten (€ 116,00 en € 175,00) vergoedt.

Aldus vastgesteld door mr. D.A.C. Slump, Lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. G.A.A.M. Boot, ambtenaar van Staat.

w.g. Slump w.g. Boot
Lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van Staat

Uitgesproken in het openbaar op 2 juni 2004

202.