Uitspraak 202402117/3/V3


Volledige tekst

202402117/3/V3.
Datum uitspraak: 8 april 2024

AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht), met toepassing van artikel 8:83, vierde lid, van die wet, van:

[vreemdeling 1] en [vreemdeling 2],
verzoeker.

Procesverloop

Bij besluit van 14 februari 2024 heeft de staatssecretaris een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

Bij uitspraak van 29 maart 2024 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard.

Bij uitspraak van vandaag heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling het tegen deze uitspraak door de vreemdeling ingestelde hoger beroep ongegrond verklaard en het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening afgewezen.

De vreemdeling heeft vandaag krachtens artikel 72, derde lid, van de Vw 2000 bezwaar gemaakt tegen de feitelijke overdracht en de voorzieningenrechter van de rechtbank verzocht een voorlopige voorziening te treffen. De griffier van de rechtbank heeft het verzoek ter behandeling aan de voorzieningenrechter van de Afdeling doorgezonden.

Overwegingen

1.       De vreemdeling heeft de voorzieningenrechter verzocht de voorlopige voorziening te treffen dat hij niet wordt overgedragen totdat op het bezwaarschrift is beslist.

2.       Gelet op wat in de uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling van vandaag in zaken nrs. 202402117/1/V3 en 202402117/2/V3 is overwogen en omdat wat de vreemdeling in zijn verzoek heeft aangevoerd geen grond biedt om niet langer van de rechtmatigheid van de voorgenomen overdracht uit te gaan, wordt het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening afgewezen.

3.       De staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden.

Beslissing

De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:

wijst het verzoek af.

Aldus vastgesteld door mr. A.J.C. de Moor-van Vugt, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. M.W. Schippers, griffier.

w.g. De Moor-van Vugt
voorzieningenrechter

w.g. Schippers
griffier

Uitgesproken in het openbaar op 8 april 2024

873