Uitspraak 202206918/3/R4


Volledige tekst

202206918/3/R4.
Datum uitspraak: 3 april 2024

AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:

[verzoekster], wonend te Nieuwegein,

verzoekster,

en

de raad van de gemeente Nieuwegein,

verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 13 oktober 2022 heeft de raad het bestemmingsplan "Politiebureau" gewijzigd vastgesteld.

Tegen dit besluit heeft [verzoekster] beroep ingesteld.

[verzoekster] heeft de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

De raad heeft een verweerschrift ingediend.

De raad heeft een nader stuk ingediend.

[verzoekster] heeft een nader stuk ingediend.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 29 februari 2024, waar [verzoekster], vertegenwoordigd door mr. Y. Ouled Belkacem, advocaat te Den Haag, en de raad, vertegenwoordigd door mr. C.E.H. Smit, drs. M. Broersma en drs. M. Slingerland, zijn verschenen. Voorts is ter zitting de Nationale Politie, vertegenwoordigd door M.W. van Nijendal, advocaat te Arnhem, vergezeld door [gemachtigden], als partij gehoord.

Overwegingen

1.       Bij uitspraak van vandaag, ECLI:NL:RVS:2024:1325, heeft de Afdeling op het beroep van [verzoekster] beslist. Derhalve is geen sprake meer van een geding. Gelet hierop bestaat aanleiding het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening af te wijzen.

2.       De raad hoeft geen proceskosten te vergoeden.

Beslissing

De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:

wijst het verzoek af.

Aldus vastgesteld door mr. H.J.M. Besselink, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. W.J.C. Robben, griffier.

w.g. Besselink
voorzieningenrechter

w.g. Robben
griffier

Uitgesproken in het openbaar op 3 april 2024

610