Uitspraak 202300759/1/R2 en 202300759/2/R2
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2023:2461
- Datum uitspraak
- 28 juni 2023
- Inhoudsindicatie
- Bij het besluit van 17 oktober 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Eindhoven hogere waarden als bedoeld in de Wet geluidhinder (hierna: Wgh) vastgesteld ten behoeve van het bestemmingsplan "Tongelre binnen de Ring (Tongelresestraat 146-150)". Het plan voorziet in een herontwikkeling van een voormalig schoolgebouw en een buurtcentrum op de percelen aan de Tongelresestraat 146-150 te Eindhoven. Daarbij zal het karakteristieke deel van het schoolgebouw worden getransformeerd naar appartementen en worden het niet-karakteristieke deel van het schoolgebouw en het buurtcentrum gesloopt. Voorts zal in het plangebied gedeeltelijk nieuwbouw plaatsvinden. Daarnaast is er in het plangebied ook een maatschappelijke functie voorzien.
- Voorlopige voorziening / hoofdzaak
- RO - Noord-Brabant
202300759/1/R2 en 202300759/2/R2.
Datum uitspraak: 28 juni 2023
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb)) en, met toepassing van artikel 8:86 van die wet, op het beroep, in het geding tussen:
[verzoeker] en anderen, allen wonend te Eindhoven,
verzoekers,
en
1. de raad van de gemeente Eindhoven,
2. het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Eindhoven,
verweerders.
Procesverloop
Bij het besluit van 17 oktober 2022 heeft het college hogere waarden als bedoeld in de Wet geluidhinder (hierna: Wgh) vastgesteld ten behoeve van het bestemmingsplan "Tongelre binnen de Ring (Tongelresestraat 146-150)".
Bij het besluit van 20 december 2022 heeft de raad het bestemmingsplan "Tongelre binnen de Ring (Tongelresestraat 146-150)" vastgesteld.
Tegen deze besluiten hebben [verzoeker] en anderen beroep ingesteld. Zij hebben tevens de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De raad en het college hebben een verweerschrift ingediend.
[verzoeker] en anderen hebben nadere stukken ingediend.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 25 april 2023, waar [verzoeker] en anderen, vertegenwoordigd door [verzoeker], en de raad en het college, beiden vertegenwoordigd door drs. B. van der Padt en J. van der Werf, zijn verschenen. Voorts is op deze zitting de initiatiefnemer Stichting Woonbedrijf Sws.Hhvl, vertegenwoordigd door [gemachtigden] als partij gehoord.
Partijen hebben toestemming gegeven onmiddellijk uitspraak te doen in de hoofdzaak. Na de zitting hebben partijen met elkaars instemming nadere informatie aan de Afdeling verstrekt over de resultaten van de verkeerstellingen die in opdracht van de gemeente Eindhoven in de periode vanaf 2005 tot en met 2021 hebben plaatsgevonden in de Tongelresestraat.
Overwegingen
Kortsluiting
1. In dit geval kan nader onderzoek redelijkerwijs niet bijdragen aan de beoordeling van de zaak en bestaat ook overigens geen beletsel om met de toepassing van artikel 8:86, eerste lid, van de Awb onmiddellijk uitspraak te doen in de hoofdzaak.
Inleiding
2. Het plan voorziet in een herontwikkeling van een voormalig schoolgebouw en een buurtcentrum op de percelen aan de Tongelresestraat 146-150 te Eindhoven. Daarbij zal het karakteristieke deel van het schoolgebouw worden getransformeerd naar appartementen en worden het niet-karakteristieke deel van het schoolgebouw en het buurtcentrum gesloopt. Voorts zal in het plangebied gedeeltelijk nieuwbouw plaatsvinden. Daarnaast is er in het plangebied ook een maatschappelijke functie voorzien.
[verzoeker] en anderen wonen allen in de directe omgeving van het plangebied. Zij vrezen dat hun woon- en leefklimaat als gevolg van het plan op onaanvaardbare wijze zal worden aangetast.
Intrekking
3. [verzoeker] en anderen hebben de beroepsgronden die betrekking hebben op het besluit hogere waarden ingetrokken.
Vooringenomenheid
4. [verzoeker] en anderen stellen dat de raad niet onafhankelijk zou zijn, omdat de gemeente Eindhoven de betrokken gronden aan de initiatiefnemer Stichting Woonbedrijf Sws.Hhvl zal verkopen.
4.1. Artikel 2:4, eerste lid, van de Awb luidt: "Het bestuursorgaan vervult zijn taak zonder vooringenomenheid."
4.2. De voorzieningenrechter overweegt dat naar vaste rechtspraak van de Afdeling (zie daarvoor bijvoorbeeld de uitspraak van 15 november 2017, ECLI:NL:RVS:2017:3156) de strekking van artikel 2:4, eerste lid, van de Awb niet is dat een bestuursorgaan niet vanuit bepaalde beleidskeuzes zou mogen werken, maar dat het bestuursorgaan de aan hem toevertrouwde belangen niet oneigenlijk behartigt door zich bijvoorbeeld door persoonlijke belangen of voorkeuren te laten beïnvloeden. De voorzieningenrechter stelt vast dat de raad bij de vaststelling van het onderhavige plan zelfstandig een ruimtelijke keuze heeft gemaakt, waaraan een afweging van de belangen ten grondslag is gelegd. Dat de raad daarbij mede de door [verzoeker] en anderen bedoelde financiële belangen heeft betrokken, betekent niet dat de afweging om die reden vooringenomen zou zijn. Daarbij is van belang dat de raad ook andere belangen, waaronder belangen van omwonenden, bij deze afweging heeft meegewogen. Gelet op het vorenstaande ziet de voorzieningenrechter dan ook geen aanleiding voor het oordeel dat de raad zijn taak in strijd met artikel 2:4, eerste lid, van de Awb zou hebben verricht.
Het betoog slaagt niet.
Verkeer
5. [verzoeker] en anderen stellen dat het plan zal leiden tot een verdere verslechtering van de al overbelaste verkeerssituatie op de Tongelresestraat, een 50 km/u-weg die fungeert als buurt- en wijkontsluitingsweg. Daartoe stellen zij dat in het akoestisch onderzoek ten onrechte is uitgegaan van een verkeersintensiteit op de Tongelresestraat van 6.208 mvt/etm, nu uit verkeersmetingen in het verleden is gebleken dat de verkeersintensiteit veel hoger ligt en sindsdien al enige jaren ongeveer 9.000 mvt/etm bedraagt. Zij stellen dat hun bezwaren zouden kunnen worden weggenomen als de Tongelresestraat overeenkomstig het gemeentelijk verkeersbeleid uit "Duurzaam Veilig 1998" en "Eindhoven op weg 2013" zal worden ingericht als 30 km/u-weg, maar dat daartoe ondanks eerdere initiatieven nog altijd geen besluit is genomen.
5.1. De raad heeft op de zitting desgevraagd en in reactie op de nadere toelichting van [verzoeker] en anderen bij monde van zijn verkeerskundige uiteengezet dat het in tabel 2.21 van het akoestisch onderzoek van Tritium Advies B.V. van 28 juni 2021 "Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai (toetsing Wet geluidhinder)" genoemde aantal van 6.208 mvt/etm in de Tongelresestraat niet juist is en dat dat aantal overigens dateert uit de corona-periode. De raad heeft op de zitting de resultaten genoemd van de verkeerstellingen in de Tongelresestraat uit de jaren 2005 (8.292 mvt /etm), 2017 (9.272 mvt/etm), 2018 (8.964 mvt/etm), 2019 (7.669 mvt/etm), 2020 (corona, 4.412 mvt etm) en 2021 (corona, 5.800 mvt/etm). De raad heeft voorts toegelicht dat deze verkeersintensiteiten betrekking hebben op werkdagen en dat de intensiteiten na omrekening van werkdagen naar weekdagen aanvankelijk boven de grenswaarde van 7.500 mvt/etm lagen maar sinds 2019 onder die grenswaarde en dat de raad ernaar streeft om het aantal verkeersbewegingen door het nemen van infrastructurele maatregelen terug te brengen tot, structureel, ongeveer 5.000 mvt/etm. De raad heeft er daarbij op gewezen dat voor het structureel terugbrengen van het aantal mvt/etm in de Tongelresestraat complexe besluitvorming nodig is, ook gelet op de onderling samenhangende verkeersproblematiek in en rond de wijk. En dat daarmee onvermijdelijk de nodige tijd is gemoeid.
5.2. De voorzieningenrechter overweegt dat in paragraaf 3.7 van de toelichting op het plan is ingegaan op de verkeersgeneratie van de in het plan voorziene ontwikkelingen. In de plantoelichting is beschreven dat op basis van de CROW-normen 2,6 mvt/etm per woning worden gegenereerd en dat met de maatschappelijke functie 32 mvt/etm zullen worden gegenereerd. In de toelichting op het plan staat dat met die ontwikkelingen aldus in totaal 173 mvt/etm zullen worden gegenereerd. De raad heeft gemotiveerd dat bij deze berekening geen rekening is gehouden met de verkeersbewegingen van de voormalige school en het buurtcentrum dat wordt verkleind, waardoor de werkelijke verkeerstoename lager zal uitvallen. De raad heeft onder verwijzing naar de verkeerstellingen gemotiveerd dat de berekende verkeerstoename van ten hoogste 173 mvt/etm beperkt is in verhouding tot het totale aantal verkeersbewegingen in de Tongelresestraat en dat dat aantal door de Tongelresestraat kan worden verwerkt. In wat partijen daarover hebben aangevoerd, ziet de voorzieningenrechter geen aanleiding voor het oordeel dat de Tongelresestraat de geprognosticeerde en beperkte toename van het aantal verkeersbewegingen niet kan verwerken en daardoor ter hoogte van de woningen van [verzoeker] en anderen een onaanvaardbare verkeerssituatie zal ontstaan. Ten slotte is de voorzieningenrechter van oordeel dat de raad zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat voor het door [verzoeker] en anderen verlagen van de maximum snelheid op de Tongelresestraat en het afschalen naar een 30 km/u-weg tenminste een of meer verkeersbesluiten op grond van de Wegenverkeerswet 1994 zullen zijn vereist en dat dit niet kan worden geregeld in het bestemmingsplan.
Het betoog slaagt niet.
Openingstijden van het buurtcentrum
6. [verzoeker] en anderen stellen dat voor het voorziene buurtcentrum regels hadden dienen te worden opgenomen over de openingstijden. Daartoe voeren zij aan dat zij in het verleden verschillende keren gedurende de nacht geluidoverlast van het voorheen aanwezige buurtcentrum hebben ervaren.
6.1. De voorzieningenrechter overweegt dat de raad heeft toegelicht dat het beoogde buurtcentrum dient te voldoen aan de daaraan gestelde regels in het Activiteitenbesluit milieubeheer (hierna: Abm) en daarom geen aanleiding is gezien om in het voorliggende plan aanvullende regels over openingstijden op te nemen. Daartoe heeft de raad gemotiveerd dat het buurtcentrum moet voldoen aan de in het Abm gestelde geluidgrenswaarden en dat in het geval dat deze grenswaarden zouden worden overschreden daartegen handhavend kan worden opgetreden. Gelet hierop ziet de voorzieningenrechter aldus geen aanleiding voor het oordeel dat de raad deze openingstijden van het beoogde buurtcentrum in de regels bij het voorliggende plan had moeten vastleggen.
Het betoog slaagt niet.
Geluid
7. [verzoeker] en anderen stellen dat de geluidbelasting op de gevel van bestaande woningen aan de overzijde van de Tongelresestraat reeds hoger is dan de wettelijke grenswaarde en dat met het plan de geluidbelasting verder zal toenemen door geluidreflecties van de voorziene woningbouw naar hun woningen. Daartoe voeren zij aan dat de nu nog open overzijde tegenover hun woningen wordt volgebouwd, waardoor reflecties van met name verkeerslawaai op de gevels van hun woningen zullen optreden en de geluidbelasting aldaar zal toenemen.
7.1. De voorzieningenrechter stelt voorop dat bij de vaststelling van het plan geen akoestisch onderzoek is verricht naar de geluidbelasting ter plaatse van de woningen van [verzoeker] en anderen. De voorzieningenrechter is van oordeel dat daar in het kader van een goede ruimtelijke ordening echter wel aanleiding toe bestond. Daartoe overweegt de voorzieningenrechter dat de woningen van [verzoeker] op korte afstand van het plangebied liggen en dat het plan tevens voorziet in een weliswaar beperkte maar niet verwaarloosbare toename van het aantal verkeersbewegingen. Gelet op het voorgaande is de voorzieningenrechter dan ook van oordeel dat de raad de geluidbelasting, waaronder ook mogelijke geluidreflecties, ter plaatse van de woningen van [verzoeker] en anderen ten onrechte niet heeft onderzocht. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter is het besluit in zoverre in strijd met artikel 3:2 van de Awb niet met de vereiste zorgvuldigheid voorbereid.
Het betoog slaagt.
In stand laten rechtsgevolgen
8. De voorzieningenrechter ziet echter aanleiding om met het oog op een finale geschilbeslechting nader te bezien of de rechtsgevolgen van het besluit met toepassing van artikel 8:72, derde lid, aanhef en onder a, van de Awb in stand kunnen worden gelaten. Daartoe wordt overwogen dat de raad naar aanleiding van het beroep van [verzoeker] en anderen in de overgelegde gemeentelijke "Notitie - invloed nieuwbouw Tongelresestraat 146-150 op de geluidniveaus bij woningen overzijde straat" van 9 maart 2023 alsnog de geluidbelasting ten gevolge van het plan ter plaatse van de tegenover gelegen woningen heeft berekend. Uit deze notitie is gebleken dat bij deze woningen een toename van de geluidbelasting zou kunnen optreden van maximaal 0,3 dB(A). In de notitie is beschreven dat de verhoging van de geluidbelasting met het menselijk gehoor gemiddeld pas kan worden waargenomen vanaf 2 dB(A). In de notitie staat dat de verwachte toename van 0,3 dB(A), gelet hierop en gelet op de ligging in een stedelijke omgeving, toelaatbaar is. In de notitie wordt geconcludeerd dat het plan ondanks deze toename niet zal leiden tot een onaanvaardbare geluidsituatie ter plaatse van de omliggende woningen. De voorzieningenrechter is van oordeel dat de raad zich onder deze omstandigheden op het standpunt heeft mogen stellen dat het voorliggende plan niet zal leiden tot een vanuit het oogpunt van een goede ruimtelijke ordening onaanvaardbare toename van de geluidsoverlast bij de betreffende woningen van [verzoeker] en anderen. Gelet hierop komt de voorzieningenrechter tot de conclusie dat het aan het bestreden besluit klevende gebrek is hersteld. De voorzieningenrechter ziet aldus aanleiding om met de gebruikmaking van artikel 8:72, derde lid, aanhef en onder a, van de Awb de rechtsgevolgen van het bestreden besluit in stand te laten.
Conclusie en proceskosten
9. Het beroep is gegrond. Het besluit van 20 december 2022 dient wegens strijd met artikel 3:2 van de Awb te worden vernietigd.
10. De voorzieningenrechter zal evenwel bepalen dat de rechtsgevolgen van het bestreden besluit in stand blijven.
11. Aangezien op het beroep is beslist, ziet de voorzieningenrechter aanleiding om het verzoek om voorlopige voorziening als bedoeld in artikel 8:81, eerste lid, van de Awb af te wijzen.
12. Van proceskosten die voor vergoeding in aanmerking komen is niet gebleken.
Beslissing
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I. verklaart het beroep van [verzoeker] en anderen gegrond;
II. vernietigt het besluit van de raad van de gemeente Eindhoven van 20 december 2022 tot de vaststelling van het bestemmingsplan "Tongelre binnen de Ring (Tongelresestraat 146-150)";
III. bepaalt dat de rechtsgevolgen van dat besluit in stand blijven;
IV. wijst het verzoek van [verzoeker] en anderen af;
V. gelast dat de raad van de gemeente Eindhoven aan [verzoeker] en anderen het door hen voor de behandeling van het beroep betaalde griffierecht ten bedrage van €184,- vergoedt, met dien verstande dat bij betaling van het genoemd bedrag aan een van hen het bestuursorgaan aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan.
Aldus vastgesteld door mr. E.A. Minderhoud, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. K. van Baaren, griffier.
w.g. Minderhoud
voorzieningenrechter
De griffier is verhinderd de uitspraak te ondertekenen
Uitgesproken in het openbaar op 28 juni 2023
914