Uitspraak 202202020/3/A3


Volledige tekst

202202020/3/A3.
Datum uitspraak: 4 mei 2023

AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK

PROCES-VERBAAL van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:

1.       stichting De Faunabescherming, gevestigd te Amstelveen,

2.       stichting Animal Rights, gevestigd te Den Haag, en stichting Fauna4life, gevestigd te Amstelveen,

verzoekers,

en

het college van gedeputeerde staten van Utrecht.

Openbare zitting gehouden op 4 mei 2023 om 14:00 uur.

Tegenwoordig:

Staatsraad mr. N. Verheij, voorzieningenrechter

griffier: mr. L.E.E. Konings

Verschenen:

stichting De Faunabescherming, vertegenwoordigd door mr. B.N. Kloostra en mr. L. Mohammad, beiden advocaat te Amsterdam;

stichting Animal Rights en stichting Fauna4life, vertegenwoordigd door mr. M. van Duijn, advocaat te Den Haag en [gemachtigde A];

het college van gedeputeerde staten van Utrecht, vertegenwoordigd door mr. V.A.C. de Gier en mr. M.C. de Smidt, beiden advocaat te Rotterdam;

stichting Faunabeheereenheid Utrecht, vertegenwoordigd door ing. J. Nuissel, [gemachtigde B], [gemachtigde C], en [gemachtigde D];

de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, vertegenwoordigd door mr. E.C. Virginia en V.I. Ostendorf LLM;

De verzoeken richten zich tegen de besluiten van 21 maart 2023, waarbij het college de bezwaren van De Faunabescherming en Animal Rights en Fauna4Life deels gegrond heeft verklaard en de verleende ontheffing van 31 augustus 2020 aan de Faunabeheereenheid voor het 's nachts afschieten van vossen met een geweer heeft gewijzigd. Deze besluiten heeft het college hangende de hoger beroepen in zaak nr. 202202020/1/A3 genomen ter uitvoering van de uitspraak van de rechtbank Midden­Nederland van 16 februari 2022 in zaken nrs. 21/1854 en 21/2143.

De Faunabescherming en Animal Rights en Fauna4Life hebben tegen die besluiten beroep ingesteld en ook de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

De voorzieningenrechter

I.        wijst de verzoeken toe;

II.       bepaalt bij wijze van voorlopige voorziening dat de besluiten van 21 maart 2023, waarbij de ontheffing van 31 augustus 2020 is gewijzigd, worden geschorst, tot de voorzieningenrechter heeft beslist over de opheffing of wijziging van deze voorlopige voorziening.

Gronden:

Met de verzoeken om voorlopige voorziening wordt beoogd de ontheffing te schorsen, zodat er geen vossen mogen worden gedood. Op deze verzoeken kan niet direct een inhoudelijke mondelinge uitspraak worden gedaan, terwijl sinds woensdagavond 3 mei 2023 het afschieten van vossen in het ontheffingsgebied is hervat. De voorzieningenrechter ziet, bij afweging van de betrokken belangen, aanleiding om de verzoeken bij wijze van ordemaatregel toe te wijzen. Aan het belang van het college wordt tegemoetgekomen door volgende week alsnog een inhoudelijke uitspraak op de verzoeken te doen.

w.g. Verheij
voorzieningenrechter

w.g. Konings
griffier

612