Uitspraak 202204052/2/A3


Volledige tekst

202204052/2/A3.
Datum beslissing: 29 maart 2023

AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK

Beslissing op grond van artikel 8:29, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) in het hoger beroep van:

[appellante], wonend te Almelo,

tegen de uitspraak van de rechtbank Overijssel van 24 mei 2022 in zaak nr. 20/2194 in het geding tussen:

[appellante]

en

de burgemeester van Almelo.

Procesverloop

[appellante] heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Overijssel van 24 mei 2022 in zaak nr. 20/2194. In deze uitspraak heeft de rechtbank het beroep van [appellante] tegen het besluit tot intrekking van de exploitatievergunning en drank- en horecavergunning van de [horecaonderneming] in Almelo ongegrond verklaard

De burgemeester heeft twee gedingstukken overgelegd en met verwijzing naar artikel 8:29 van de Awb medegedeeld dat uitsluitend de Afdeling kennis zal mogen nemen van deze stukken.

Het betreft het advies van het Landelijk Bureau Bibob met bijlagen van 17 maart 2020 (hierna: het Bibob-advies) en de bestuurlijke rapportage van 4 maart 2020.

Overwegingen

Het verzoek

1.       De burgemeester heeft de Afdeling wegens het bestaan van gewichtige redenen verzocht te bepalen dat alleen de Afdeling van de stukken kennis zal nemen. De bestuurlijke rapportage gaat over degene die als feitelijk leidinggevende betrokken is geweest bij de horecaonderneming van [appellante] en niet over haarzelf. Voor het Bibob-advies verwijst de burgemeester naar artikel 28 van de Wet Bibob.

De reactie van [appellante]

2.       [appellante] vindt dat zij moet kunnen beschikken over de stukken omdat die van belang zijn voor de intrekking van de vergunningen. Haar belang moet zwaarder wegen.

De beoordeling door de Afdeling

3.       Gelet op artikel 8:29, derde lid, van de Awb beslist de Afdeling of de weigering dan wel beperking van de kennisneming van een stuk gerechtvaardigd is. Deze beslissing vergt een afweging van belangen. Enerzijds speelt hierbij het belang dat partijen gelijkelijk beschikken over de voor het hoger beroep relevante informatie en het belang dat de bestuursrechter beschikt over alle informatie die nodig is om de zaak op een juiste en zorgvuldige wijze af te doen. Daartegenover staat dat de kennisneming door partijen van bepaalde gegevens het algemeen belang, het belang van één of meer partijen en/of het belang van derden onevenredig kan schaden.

4.       De Afdeling heeft kennisgenomen van de door de burgemeester overgelegde gedingstukken en stelt voorop dat de stukken op de zaak betrekking hebbende stukken zijn. Zij overweegt als volgt.

- Het Bibob-advies

5.       Het Bibob-advies is aan [appellante] verstrekt en zit ook in het dossier dat aan de Afdeling is voorgelegd. Al om deze reden acht de Afdeling het verzoek tot beperkte kennisneming van het Bibob-advies niet gerechtvaardigd.

- De bestuurlijke rapportage

6.       Naar het oordeel van de Afdeling weegt het belang van de persoonlijke levenssfeer gedeeltelijk zwaarder dan het belang dat de partijen kennis nemen van de stukken. Dat is slechts niet zo voor:

-de passages op de ongenummerde bladzijde met het opschrift "Rapportage bestuurlijk toezicht" met uitzondering van het onder ‘Aanleiding’ genoemde advertentienummer en de daar vermelde naam, telefoonnummer en adres,

-de passage onder ‘Betrokkenen’ op bladzijde 1,

-de tekst op bladzijde 2 vanaf ‘Kamer van Koophandel’,

-bladzijde 3 vanaf ‘III Conclusie’ en

-de eerste twee alinea’s onder ‘Aanbevelingen’ op bladzijde 4.

De Afdeling acht daarom het verzoek tot beperkte kennisneming gedeeltelijk gerechtvaardigd.

7.       De Afdeling bepaalt dat de stukken worden teruggezonden aan de burgemeester. Omdat het Bibob-advies al deel uitmaakt van het dossier hoeft de burgemeester dat niet opnieuw aan de Afdeling toe te zenden.

8.       Indien de burgemeester geen gehoor geeft aan het in dictumonderdeel II. aangeduide verzoek om een geschoonde versie van de bestuurlijke rapportage, toe te sturen, kan de Afdeling daaraan gevolgen verbinden.

Beslissing

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:

I.        wijst het verzoek af voor het Bibob-advies en de in overweging 6 genoemde passages van de bestuurlijke rapportage;

II.       verzoekt de burgemeester van Almelo binnen 14 dagen na heden een geschoonde versie van de bestuurlijke rapportage aan de Afdeling en de andere partij toe te sturen;

III.      wijst het verzoek voor het overige toe.

Aldus vastgesteld door mr. J.Th. Drop, lid van de enkelvoudige geheimhoudingskamer, in tegenwoordigheid van mr. S.C. van Tuyll van Serooskerken, griffier.

w.g. Drop
lid van de enkelvoudige geheimhoudingskamer

w.g. Van Tuyll van Serooskerken
griffier

Uitgesproken in het openbaar op 29 maart 2023

290