Uitspraak 202104776/2/R2


Volledige tekst

202104776/2/R2.
Datum beslissing: 7 maart 2023

AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK

Beslissing op het verzoek om verschoning (ex artikel 8:19 van de Algemene wet bestuursrecht: hierna: de Awb) van:

mr. B.P.M. van Ravels.

Procesverloop

Ten aanzien van zaak nr. 202104776/1/R2, die op 9 maart 2023 op zitting zal worden behandeld, heeft mr. B.P.M. van Ravels (hierna: de staatsraad), als voorzitter van de meervoudige kamer belast met de behandeling van deze zaak, op 6 maart 2023 het verzoek gedaan zich te mogen verschonen.

Overwegingen

1.       Ingevolge artikel 8:19, eerste lid, van de Awb kan op grond van feiten en omstandigheden als bedoeld in artikel 8:15 van de Awb elk van de rechters die een zaak behandelt, verzoeken zich te mogen verschonen.

2.       In artikel 8:15 van de Awb is bepaald dat op verzoek van een partij elk van de rechters die een zaak behandelt, kan worden gewraakt op grond van feiten en omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden.

3.       De staatsraad heeft te kennen gegeven dat zijn dochter werkzaam is bij advocatenkantoor AKD. Het college van burgemeester en wethouders van Goirle is een van de partijen en wordt in deze zaak vertegenwoordigd door advocatenkantoor AKD. Om iedere schijn van vooringenomenheid bij de behandeling van deze zaak te voorkomen, heeft hij verzocht zich te mogen verschonen.

4.       De Afdeling acht, gezien deze motivering, inwilliging van het verzoek gerechtvaardigd.

5.       Gelet op het vorenstaande wordt het verzoek toegewezen.

Beslissing

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:

wijst het verzoek toe.

Aldus vastgesteld door mr. E.A. Minderhoud, voorzitter, en mr. C.H.M. van Altena en mr. E. Steendijk, leden, in tegenwoordigheid van mr. N. Tibold, griffier.

w.g. Minderhoud
voorzitter

w.g. Tibold

griffier

Uitgesproken in het openbaar op 7 maart 2023

853