Uitspraak 201908048/3/A1


Volledige tekst

201908048/3/A1.
Datum beslissing: 4 december 2019

AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK

Beslissing op grond van artikel 8:29, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht in het geding tussen:

1.    [appellant sub 1A] en [appellant sub 1B], wonend te [woonplaats],

2.    Burgemeester en wethouders van Weststellingwerf,

3.    [appellant sub 3], wonend te [woonplaats],

4.    [appellant sub 4A] en [appellant sub 4B], wonend te [woonplaats],

5.    [appellant sub 5], wonend te [woonplaats],

6.    [appellant sub 6A] en [appellant sub 6B], wonend te [woonplaats],

7.    Gas DrOvF, gevestigd te Steenwijk, gemeente Steenwijkerland,

(hierna: [appellant sub 1] en anderen),

en

de minister van Economische Zaken en Klimaat,

verweerder.

Procesverloop

[appellant sub 1] en anderen hebben beroep ingesteld tegen het Instemmingsbesluit winningsplan Weststellingswerf van de minister van 26 september 2019.

De minister heeft een stuk overgelegd en met verwijzing naar artikel 8:29 van de Algemene wet bestuursrecht medegedeeld dat uitsluitend de Afdeling kennis zal mogen nemen van dit stuk.

Het betreft een vertrouwelijke bijlage bij de actualisatie van het winningsplan Weststellingwerf van Vermilion Energy Netherlands B.V. van 18 april 2018.

Overwegingen

1.    De minister heeft de Afdeling wegens het bestaan van gewichtige redenen verzocht te bepalen dat alleen de Afdeling van het stuk kennis zal nemen.

2.    Het gaat bij een verzoek tot beperkte kennisneming niet om openbaarmaking van stukken, maar om de vraag of aan de procespartijen kennisneming van stukken mag worden onthouden. Gelet op artikel 8:29, derde lid, van de Awb beslist de Afdeling of gewichtige redenen aanwezig zijn op grond waarvan een uitzondering gerechtvaardigd is op het uitgangspunt van het bestuursprocesrecht dat de rechter recht doet op basis van stukken die aan de procespartijen bekend zijn. Deze beslissing vergt een afweging van belangen. Enerzijds speelt hierbij het belang dat partijen gelijkelijk beschikken over de voor het hoger beroep relevante informatie en het belang dat de bestuursrechter beschikt over alle informatie die nodig is om de zaak op een juiste en zorgvuldige wijze af te doen. Daartegenover staat dat de kennisneming door partijen van bepaalde gegevens het algemeen belang, het belang van één of meer partijen en/of het belang van derden onevenredig kan schaden.

3.    De minister heeft ter motivering van het verzoek, onder verwijzing naar de uitspraak van de Afdeling van 19 april 2010 (ECLI:NL:RVS:2010:BM2590), aangevoerd dat de bijlage bij het winningsplan vertrouwelijk meegedeelde bedrijfs- en fabricagegegevens bevat.

4.    De Afdeling heeft van de vertrouwelijke bijlage kennis genomen. De bijlage bevat informatie over de petrofysische eigenschappen van het Weststellingwerf voorkomen en specificaties van de oorspronkelijke hoeveelheid gas en de verwachte gaswinning. Ook zijn daarin gegevens over verwachte investeringskosten en kosten voor onderhoud en bedrijfsvoering opgenomen. Aldus bevat de bijlage wetenswaardigheden over de technische bedrijfsvoering en het productieproces van Vermilion en over de kosten voor de winning van gas.  Naar het oordeel van de Afdeling weegt het belang om de door Vermilion vertrouwelijk aan de minister verstrekte bijlage niet aan derden te verstrekken zwaarder dan het belang van de andere partijen om kennis te nemen van deze bijlage.

5.    De Afdeling acht daarom het verzoek tot beperkte kennisneming gerechtvaardigd.

Beslissing

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:

wijst het verzoek toe;

Aldus vastgesteld door mr. E.J. Daalder, lid van de enkelvoudige geheimhoudingskamer, in tegenwoordigheid van mr. H. Oranje, griffier.

w.g. Daalder    w.g. Oranje
lid van de enkelvoudige geheimhoudingskamer    griffier

Uitgesproken in het openbaar op 4 december 2019