Ga naar de inhoud
(naar homepage)
lees voor
Direct naar
  • en (Information in English)
  • de (Deutsche Informationen)
  • fr (Informations en français)
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
  • Actueel
    • Nieuws
    • Zittingsagenda
    • Persagenda
    • Evenementen
    • Piet Hein Donner Scriptieprijs
  • Adviezen
  • Uitspraken
  • Publicaties
    • Brochures
    • Studies en onderzoeken
    • Regelingen
    • Consultaties
    • Jaarverslagen
    • Toespraken vice-president
  • Over ons
    • Raad van State in het kort
    • Organisatie
    • Advisering
    • Bestuursrechtspraak
    • Begrotingstoezicht
    • Toetsing Klimaatwet
    • Geschiedenis
    • Raad van State in beeld
  • Zoeken
  • en
  • de
  • fr
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
Zoeken

  1. Home ›
  2. Uitspraken

Uitspraken

De Afdeling bestuursrechtspraak toetst of de overheid het recht goed heeft toegepast bij het nemen van een besluit. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Bestuursrechtspraak.


aantal resultaten: 318
aantal resultaten per pagina

Toon overzicht van de actuele uitspraken:

  • Hoofdzaken
  • Voorlopige voorzieningen
  • Interessant voor de media

202407363/1/A3

Het hoger beroep richt zich tegen de uitspraak van 6 november 2024 van de rechtbank Den Haag, waarbij de rechtbank, voor zover van belang, het besluit van de minister van 19 februari 2024 heeft vernietigd, en heeft bepaald dat de rechtsgevolgen van dat besluit in stand blijven. In dat besluit heeft de minister het bezwaar tegen het besluit van 24 augustus 2023, waarbij de minister van Economische Zaken en Klimaat het verzoek van [appellant] om openbaarmaking van documenten op grond van de Wet open overheid buiten behandeling heeft gesteld, ongegrond verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3908
Datum uitspraak
6 augustus 2025
  • Hoger beroep
  • Mondelinge uitspraak
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202407363/1/A3

202307079/1/R2

Bij besluit van 26 september 2023 heeft de raad van de gemeente Helmond het bestemmingsplan "Buitengebied Helmond - administratieve herziening" vastgesteld. De raad vindt het wenselijk om één planregel binnen de bestemming "Bedrijf" van het bestemmingsplan "Buitengebied Helmond" te herzien, omdat deze planregel niet duidelijk is. Het plan voorziet in een herziening van artikel 10.1, onder a en onder b, van de planregels, in die zin dat daar nu van bedrijven in plaats van bedrijfsactiviteiten wordt gesproken. [appellant sub 2] is eigenaar van de percelen aan de [locatie 1], [locatie 2] en [locatie 3] in Helmond. Merwehave is voornemens een supermarkt op deze percelen te beginnen. Het plan staat daaraan in de weg. In deze uitspraak gaat de Afdeling in op het betoog van Merwehave en [appellant sub 2] dat het plan in strijd met de Dienstenrichtlijn is en dat de raad geen rekening heeft gehouden met hun belangen. Verder gaat de Afdeling in op het betoog van Merwehave dat het plan in strijd met de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2012 is vastgesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3382
Datum uitspraak
23 juli 2025
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202307079/1/R2

202405566/1/R3

Bij besluit van 30 april 2020 heeft de raad de aanvraag van [verzoeker] om het bestemmingsplan "Nieuw-Amsterdam/Veenoord, industrie- en bedrijventerrein De Tweeling" van 28 mei 2009 te herzien door de daarin opgenomen beperkingen voor detailhandel op het perceel [locatie] op te heffen en ter plaatse alle vormen van detailhandel toe te staan, afgewezen. [verzoeker] heeft verzocht om herziening van de uitspraak van de Afdeling van 5 juni 2024. Hij voert aan dat de Afdeling in deze uitspraak ten onrechte heeft aangenomen dat detailhandelslocatie Stoere Stijl een situatie is waarin handhavend wordt of zal worden opgetreden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3416
Datum uitspraak
23 juli 2025
  • Herziening
  • RO - Drenthe
  • uitspraakin de zaak202405566/1/R3

202107549/1/A3 en 202107552/1/A3

Bij besluiten van 30 januari 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam aanvragen van [appellante sub 1] voor een exploitatievergunning voor het vervoeren van passagiers op de Amsterdamse grachten met de vaartuigen [boot 1] en [boot 2] afgewezen. [appellante sub 1] en Demi Trading hebben het college op 22 juli 2018, 9 en 18 oktober 2018 verzocht om exploitatievergunningen af te geven om passagiers te mogen vervoeren op de grachten van Amsterdam met verschillende vaartuigen. Het college heeft de aanvragen afgewezen, omdat de aanvragen niet zijn ingediend in de periode tussen 1 maart 2020 om 8:00 uur en 31 maart 2020 om 18:00 uur. Dat dat wel moest staat in artikel 1 van de Regeling uitgifteronde 2022 voor exploitatievergunningen passagiersvaart. De bezwaren van [appellante sub 1] en Demi Trading tegen die besluiten heeft het college op 5 juli 2019 en 13 november 2019 ongegrond verklaard. De rechtbank heeft die besluiten rechtmatig geacht.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3230
Datum uitspraak
16 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202107549/1/A3 en 202107552/1/A3

202300802/1/A3

Bij besluit van 4 augustus 2020 heeft de burgemeester van Oosterhout de aanvraag van [wederpartij] om een exploitatievergunning voor een horecabedrijf afgewezen. Bij het besluit van 4 augustus 2020, gehandhaafd bij het besluit van 1 april 2021, heeft de burgemeester de aanvraag van [wederpartij] om een exploitatievergunning voor een horecabedrijf aan de [locatie] in Oosterhout afgewezen. De burgemeester heeft daaraan ten grondslag gelegd dat [wederpartij] van slecht levensgedrag is. De rechtbank heeft de burgemeester in de tussenuitspraak in de gelegenheid gesteld een gebrek dat zij in het besluit van 1 april 2021 heeft geconstateerd te herstellen. De burgemeester heeft deze gelegenheid gebruikt om een nieuw besluit te nemen, te weten het besluit van 11 juli 2022. In de einduitspraak heeft de rechtbank geoordeeld dat de burgemeester ook met dit besluit niet voldoende heeft gemotiveerd waarom de aanvraag van [wederpartij] moet worden afgewezen. De rechtbank heeft het besluit van 1 april 2021 en de aanvullende motivering van 11 juli 2022 daarbij getoetst aan de drie voorwaarden die worden opgesomd in de uitspraak van de Afdeling van 25 mei 2022.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2979
Datum uitspraak
2 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202300802/1/A3

202204871/1/A3

Bij besluit van 4 juni 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Dordrecht het verzoek van [appellant] om zich tijdelijk te mogen laten vervangen op de zaterdagmarkt in Dordrecht door [persoon] afgewezen. In een besluit van 9 oktober 2013 heeft het college aan [appellant] een standplaatsvergunning verleend voor een marktstandplaats voor de zaterdagmarkt in de gemeente Dordrecht. De vader van [appellant] is vergunninghouder van een standplaats op een markt in Brabant. De vader van [appellant] is echter op leeftijd en heeft gezondheidsproblemen. Een besmetting met het coronavirus kan hem fataal zijn. [appellant] wil zijn vader daarom graag vervangen op de markt in Brabant. Om die reden heeft [appellant] op 14 mei 2020 een verzoek bij het college ingediend om zich op de zaterdagmarkt in Dordrecht te laten vervangen door [persoon]. In een besluit van 4 juni 2020 heeft het college dit verzoek afgewezen, omdat volgens de Marktverordening een vergunninghouder zich alleen in geval van vakantie of bijzondere omstandigheden kan laten vervangen. Van een bijzondere omstandigheid is volgens het college geen sprake.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2851
Datum uitspraak
25 juni 2025
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202204871/1/A3

202303238/1/R1

Bij besluit van 9 november 2022 heeft de raad van de gemeente Sittard-Geleen het verzoek van [appellant] van 30 maart 2022 om het bestemmingsplan "Bedrijventerrein Krawinkel" te herzien, afgewezen. [appellant] is eigenaar van het bedrijfspand [locatie] in Geleen. Het pand is opgericht als autoshowroom en staat al geruime tijd leeg. Op het perceel geldt het bestemmingsplan "Bedrijventerrein Krawinkel". Op grond van artikel 4.1 van de regels van het bestemmingsplan is ter plaatse detailhandel toegestaan, voor zover het gaat om auto’s, boten en caravans, grove bouwmaterialen en landbouwwerktuigen. [appellant] heeft de raad verzocht om de branchebeperkende regels uit het bestemmingsplan te schrappen, om de verhuurbaarheid van zijn pand te vergroten. Volgens hem voldoen de branchebeperkende regels namelijk niet aan de eisen van artikel 15, derde lid, van Richtlijn 2006/123/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende diensten op de interne markt. De raad heeft het verzoek van [appellant] afgewezen. Hij stelt zich op het standpunt dat uitbreiding van de mogelijkheden voor detailhandel niet past binnen het Subregionaal detailhandelsbeleid Westelijke Mijnstreek 2023-2030.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2861
Datum uitspraak
25 juni 2025
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Limburg
  • uitspraakin de zaak202303238/1/R1

202304069/1/R1

Bij besluit van 10 mei 2023 heeft de raad van de gemeente Amsterdam het bestemmingsplan "Darkstores" (hierna: het parapluplan) vastgesteld. Met het parapluplan wordt de vestiging van zogenoemde darkstores in een groot gedeelte van Amsterdam planologisch niet meer rechtstreeks toegelaten, maar alleen via een omgevingsvergunning tot (binnenplanse) afwijking van het bestemmingsplan. Aanleiding daarvoor is de toename van flitsbezorging vanuit darkstores en daarmee samenhangende overlast voor bewoners en ondernemers door transportbewegingen van de koeriers, het laden en lossen, het parkeren van (brom)fietsen op straat en het rumoer van de flitsbezorgers. Flink is het oneens met de vaststelling van het plan. Zij heeft verschillende vestigingen in Amsterdam waar boodschappen en andere dagelijkse producten worden verkocht. Zij biedt (ook) flitsbezorging aan. Flink betoogt dat artikel 2.2 van het parapluplan in strijd is met de Dienstenrichtlijn.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2848
Datum uitspraak
25 juni 2025
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak202304069/1/R1

202400392/1/A3

Bij besluit van 25 november 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Hendrik-Ido-Ambacht de standplaatsvergunning van [appellant] voor de weekmarkt in Hendrik-Ido-Ambacht voor vier marktdagen ingetrokken. Bij een besluit van 18 februari 2015 heeft het college aan [appellant] een standplaatsvergunning verleend voor een marktstandplaats op de weekmarkt in Hendrik-Ido-Ambacht. [appellant] verkoopt vis op deze markt. Het college heeft verschillende keren geconstateerd dat [appellant] zich op de markt heeft laten vervangen door de heer [persoon]. Op 25 november 2021 heeft het college daarom besloten [appellant] een sanctie op te leggen voor het niet persoonlijk innemen van de standplaats. De sanctie strekte tot intrekking van zijn standplaatsvergunning voor de weekmarkt in Hendrik-Ido-Ambacht voor de duur van vier dagen. [appellant] betoogt dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat artikel 12, eerste en derde lid, van de Marktverordening niet in strijd is met de Dienstenrichtlijn.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2850
Datum uitspraak
25 juni 2025
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202400392/1/A3

202205040/1/A3

Bij besluit van 30 maart 2020 (hierna: aanwijzingsbesluit) heeft de burgemeester van Breda de autoverhuurbranche aangewezen als vergunningplichtige bedrijfsmatige activiteit in de zin van de Algemene Plaatselijke Verordening Breda 2018. Wittebrug exploiteert meerdere autoverhuurbedrijven, onder meer in de gemeente Breda. De politie Zeeland-West-Brabant heeft in de bestuurlijke rapportage "Autoverhuur en shortlease" van 12 maart 2020 geconcludeerd dat de autoverhuurbranche vatbaar is voor criminaliteit. Daarom heeft de politie de burgemeester verzocht om de autoverhuurbranche op grond van artikel 2:30 van de APV aan te wijzen als vergunningplichtig. Naar aanleiding daarvan heeft de burgemeester op 30 maart 2020 besloten om de autoverhuurbranche per 1 juni 2020 aan te wijzen als vergunningplichtige bedrijfsmatige activiteit. Wittebrug is het hier niet mee eens.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2649
Datum uitspraak
11 juni 2025
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202205040/1/A3
12...32volgende pagina

Facetten
Gepubliceerd
  • Uitspraken uit
Type uitspraak
Proceduresoort
Rechtsgebied
Bevat

Raad van State

De Raad van State is onafhankelijk adviseur van regering en parlement over wetgeving en bestuur en hoogste algemene bestuursrechter van het land.

  • Meer over ons
  • Vacatures

Contact

De Raad van State bevindt zich in het centrum van Den Haag. Wilt u in contact komen met ons of wilt u ons bezoeken voor een zitting?

  • Telefoon
  • Locatie en route
  • Post en e-mail
  • Digitaal procederen
  • Wet open overheid
  • Nieuwe zaak starten

Altijd op de hoogte

Ontvang ons nieuws via de abonnementenservice in uw mailbox. Op de hoogte gehouden worden over uitspraken die gedaan worden in bepaalde zaken? Meld u dan aan voor de e-mailservice. Of bekijk de voortgang van een bepaalde procedure bij de Afdeling bestuursrechtspraak.

  • Abonnementenservice
  • E-mailservice uitspraken
  • Voortgang procedure
  • Aanvragen oude uitspraken

Toegankelijkheid | Privacy | Cookiebeleid

Volg ons

  • Bluesky
  • LinkedIn
  • Instagram
  • Mastodon