Ga naar de inhoud
(naar homepage)
lees voor
Direct naar
  • en (Information in English)
  • de (Deutsche Informationen)
  • fr (Informations en français)
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
  • Actueel
    • Nieuws
    • Zittingsagenda
    • Persagenda
    • Evenementen
    • Piet Hein Donner Scriptieprijs
  • Adviezen
  • Uitspraken
  • Publicaties
    • Brochures
    • Studies en onderzoeken
    • Regelingen
    • Consultaties
    • Jaarverslagen
    • Toespraken vice-president
  • Over ons
    • Raad van State in het kort
    • Organisatie
    • Advisering
    • Bestuursrechtspraak
    • Begrotingstoezicht
    • Toetsing Klimaatwet
    • Geschiedenis
    • Raad van State in beeld
  • Zoeken
  • en
  • de
  • fr
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
Zoeken

  1. Home ›
  2. Uitspraken

Uitspraken

De Afdeling bestuursrechtspraak toetst of de overheid het recht goed heeft toegepast bij het nemen van een besluit. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Bestuursrechtspraak.


aantal resultaten: 120.285
aantal resultaten per pagina

Toon overzicht van de actuele uitspraken:

  • Hoofdzaken
  • Voorlopige voorzieningen
  • Interessant voor de media

202407135/2/V2

Bij besluit van 28 augustus 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4928
Datum uitspraak
28 november 2024
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202407135/2/V2

202407160/2/V2

Bij besluit van 17 september 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4927
Datum uitspraak
28 november 2024
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202407160/2/V2

BRS.24.000188

Bij besluit van 30 april 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4845
Datum uitspraak
28 november 2024
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaakBRS.24.000188

BRS.24.000236

Bij besluit van 16 mei 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4846
Datum uitspraak
28 november 2024
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaakBRS.24.000236

BRS.24.000267

Bij besluit van 25 juni 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4843
Datum uitspraak
28 november 2024
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaakBRS.24.000267

BRS.24.000322

Bij besluiten van 13 juli 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie de vreemdelingen vrijheidsontnemende maatregelen opgelegd

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4844
Datum uitspraak
28 november 2024
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaakBRS.24.000322

202304324/1/V3

Bij besluit van 14 juni 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4849
Datum uitspraak
27 november 2024
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202304324/1/V3

202304647/1/V1

Bij besluit van 22 april 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling ongewenst verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4850
Datum uitspraak
27 november 2024
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202304647/1/V1

202304675/1/V3

Bij besluit van 15 maart 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om de vreemdeling een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4851
Datum uitspraak
27 november 2024
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202304675/1/V3

202404405/1/V3

Bij besluit van 5 december 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4852
Datum uitspraak
27 november 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202404405/1/V3

202404486/1/V3

Bij besluit van 28 februari 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4853
Datum uitspraak
27 november 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202404486/1/V3

202405808/1/V3

Bij besluit van 5 mei 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4854
Datum uitspraak
27 november 2024
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202405808/1/V3

202406416/1/V3 en 202406416/2/V3

Bij besluit van 27 september 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid geweigerd om de vreemdeling ambtshalve een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen op grond van het buitenschuldbeleid voor alleenstaande minderjarige vreemdelingen en hem opgedragen de Europese Unie onmiddellijk te verlaten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4855
Datum uitspraak
27 november 2024
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202406416/1/V3 en 202406416/2/V3

202406513/1/A3 en 202406513/2/A3

Bij besluit van 6 april 2023 heeft de korpschef van politie toestemming als bedoeld in artikel 7, tweede lid, van de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus om [wederpartij] beveiligingswerkzaamheden te laten verrichten, onthouden. [wederpartij] is in 2022 begonnen met de opleiding MBO 2 Beveiliger. Het stageonderdeel van deze opleiding zou hij doen bij het ROC in Arnhem. Om [wederpartij] in het kader van de stage beveiligingswerkzaamheden te laten verrichten, heeft het ROC ingevolge artikel 7, tweede lid, van de Wpbr, toestemming van de korpschef nodig. Hierom heeft het ROC op 27 maart 2023 de korpschef verzocht om deze toestemming. In het besluit van 6 april 2023 heeft de korpschef de toestemming als bedoeld in artikel 7, vierde lid, van de Wpbr, onthouden, omdat [wederpartij] volgens de korpschef niet beschikt over de voor het te verrichten beveiligerswerk vereiste betrouwbaarheid die nodig is voor het te verrichten beveiligerswerk. Bij zijn beoordeling heeft de korpschef paragraaf 3.3 van de Beleidsregels particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureau 2019 toegepast.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4841
Datum uitspraak
27 november 2024
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Beveiligingswerkzaamheden
  • uitspraakin de zaak202406513/1/A3 en 202406513/2/A3

202406949/1/V3 en 202406949/2/V3

Bij besluit van 16 oktober 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4913
Datum uitspraak
27 november 2024
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202406949/1/V3 en 202406949/2/V3

202407030/1/V3

Bij besluit van 16 september 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4904
Datum uitspraak
27 november 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202407030/1/V3

202107481/1/R4

Bij besluit van 24 juni 2020 heeft het college aan [partij] een omgevingsvergunning verleend voor het wijzigen van het aantal melkkoeien in de stal op het perceel [locatie 1] te Mastenbroek. [partij] exploiteert aan de [locatie 1] in Mastenbroek een melkrundvee- en melkgeitenhouderij (hierna ook: de inrichting). Volgens het bestemmingsplan "Buitengebied 2014" zijn de gronden (voor zover van belang) bestemd voor grondgebonden agrarische bedrijfsvoering. Op 26 november 2018 heeft [partij] een melding als bedoeld in het Activiteitenbesluit milieubeheer gedaan voor het houden van 170 melk- en kalfkoeien, 9 stuks vrouwelijk jongvee en 584 melkgeiten. Op 30 januari 2019 heeft het college aan [partij] een omgevingsvergunning verleend voor het bouwen van een geitenstal en een zogenoemde omgevingsvergunning beperkte milieutoets verleend voor het houden van 584 geiten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4861
Datum uitspraak
27 november 2024
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202107481/1/R4

202200516/1/R4

Bij besluit van 25 november 2021 heeft de raad van de gemeente Utrecht het bestemmingsplan "Beurskwartier 1" vastgesteld. De raad wil met het bestemmingsplan de locatie Beurskwartier 1 veranderen in een hoogstedelijk woongebied met maximaal 3.384 woningen in hoge dichtheden, verschillende stedelijke functies en twee parken. Daarnaast heeft de raad op de locatie De Foreest het bouwen van een gebouw met 60 woningen mogelijk gemaakt. Het betreft een bestemmingsplan met een zogeheten verbrede reikwijdte. Het plangebied bestaat uit de locatie Beurskwartier 1 met in hoofdzaak de bestemming "Woongebied" die ligt tussen het Jaarbeursplein, de bebouwing aan de Graadt van Roggenweg (zuidzijde), de hallen van het Jaarbeurscomplex, de oostzijde van de Croeselaan en de Van Zijstweg, en, voor het Ondaatje, de locatie De Foreest met de bestemming "Wonen" die ligt aan de spoorzijde van de Croeselaan, naast de kantoorlocatie van Rabobank en de Jan van Foreeststraat.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4871
Datum uitspraak
27 november 2024
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • RO - Utrecht
  • uitspraakin de zaak202200516/1/R4
  • persberichtbij de uitspraak in de zaak202200516/1/R4

202201596/1/R3

Bij besluit van 25 januari 2022 heeft de raad van de gemeente Zwijndrecht het bestemmingsplan "8e herziening bestemmingsplan Buitengebied, locatie Lindeweg 12" vastgesteld. [appellant] en anderen moeten voor het door hen ingediende beroep griffierecht betalen. [appellant] en anderen zijn bij brief van 12 april 2022 hierop gewezen. Nadat is gebleken dat [appellant] en anderen het griffierecht niet hebben voldaan, is [appellant] en anderen bij aangetekend verzonden brief van 13 december 2022 meegedeeld dat het te betalen griffierecht binnen vier weken na de dag van verzending van de brief, dat wil zeggen uiterlijk 10 januari 2023, moet zijn betaald. Ook is vermeld dat, als het te betalen griffierecht niet op de vermelde datum is ontvangen, [appellant] en anderen ervan moeten uitgaan dat alleen al om die reden niet-ontvankelijkverklaring zal volgen en dat de zaak dan niet inhoudelijk wordt behandeld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4877
Datum uitspraak
27 november 2024
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak202201596/1/R3

202201667/1/R1

Bij besluit van 17 oktober 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Laren de aanvraag van [appellant] om een omgevingsvergunning voor de vervanging van dakpannen en geveldelen van gebouwen op het perceel [locatie] in Laren buiten behandeling gesteld. appellant] woont op het perceel [locatie] in Laren. [medewerker] van Bouwkundig advies heeft namens [appellant] op 16 juli 2018 een aanvraag gedaan om een omgevingsvergunning voor de vervanging van dakpannen en geveldelen van de op het perceel aanwezige paardenstallen, de overdekte rijbak en het dienstverblijf. Bij brief van 21 augustus 2018 heeft het college [partij] verzocht om binnen acht weken aanvullende gegevens bij het college in te leveren voor de beoordeling van de aanvraag. Het college heeft vervolgens bij besluit van 17 oktober 2018 de aanvraag buiten behandeling gesteld. [appellant] heeft bij brief van 30 oktober 2020 verzocht om bekendmaking van een van rechtswege gegeven omgevingsvergunning, omdat het college volgens hem niet tijdig heeft beslist op de aanvraag.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4879
Datum uitspraak
27 november 2024
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202201667/1/R1

202203122/1/R2

Bij besluit van 24 februari 2022 heeft de raad van de gemeente Valkenswaard het bestemmingsplan "Molenstraat 200-202" gewijzigd vastgesteld. [partij] heeft een rijtuigenmuseum aan de Molenstraat 200-202 in Valkenswaard. Zij wil graag de horecafunctie bij dit museum uitbreiden. In het bestemmingsplan wordt daarom mogelijk gemaakt om in het gebouw waarin de bedrijfswoning en een horecagedeelte is opgenomen, een klein restaurant toe te voegen. In het naastgelegen museumgebouw wordt het mogelijk gemaakt om feesten en partijen te houden. Daarnaast maakt het plan een bed & breakfast mogelijk en kan een paardenstal worden gebouwd voor tijdelijke huisvestiging van maximaal vier paarden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4859
Datum uitspraak
27 november 2024
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202203122/1/R2

202204811/1/R3

Bij besluit van 1 december 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Westerveld aan FietsZe race & mtb club een omgevingsvergunning verleend voor de aanleg van een mountainbike-route door het bouwen van paadjes (singletracks) en gebruik makend van de bestaande paden rond Vledder en Wilhelminaoord. [appellant sub 2A] woont in Vledderveen op een afstand van ongeveer 400 meter van het Vledderveld. Op 4 november 2021 heeft [appellant sub 2A] in een brief aan de gemeente laten weten dat zij er achter is gekomen dat er is begonnen met de aanleg van een mountainbikeroute door het natuurgebied Vledderveld en dat zij zich daardoor overvallen voelt. Op 22 november 2021 is door [appellant sub 2A] en de Stichting bezwaar gemaakt. Bij besluit van 14 april 2022 heeft het college met inachtneming van het advies van de commissie het bezwaarschrift niet-ontvankelijk verklaard omdat dit volgens het college te laat was ingediend en dit niet verschoonbaar was. [appellant sub 2A] kon zich niet vinden in deze beslissing en heeft beroep bij de rechtbank ingesteld tezamen met een verzoek tot voorlopige voorziening bij de voorzieningenrechter.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4876
Datum uitspraak
27 november 2024
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202204811/1/R3

202206509/1/R1

Bij besluit van 22 december 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Renkum aan [belanghebbende] een omgevingsvergunning verleend voor een erfafscheiding op het perceel aan de [locatie 1] in Oosterbeek. De omgevingsvergunning die het college aan [belanghebbende] heeft verleend, maakt een erfafscheiding die hoger is dan het ter plaatse geldende bestemmingsplan toestaat, mogelijk. Het college heeft zich in het besluit op bezwaar op het standpunt gesteld dat de erfafscheiding passend is binnen een goede ruimtelijke ordening. Het college heeft in dat kader van belang geacht dat de erfafscheiding nauwelijks zichtbaar is door de aanwezige begroeiing. De rechtbank heeft naar aanleiding van het beroep van [appellante], die aan de [locatie 2] woont, het besluit op bezwaar vernietigd voor zover het college heeft nagelaten een voorschrift aan de omgevingsvergunning te verbinden met betrekking tot de beplanting van de erfafscheiding. De rechtbank heeft zelf voorziend bepaald dat aan de omgevingsvergunning het voorschrift wordt verbonden dat de erfafscheiding begroeid moet zijn en blijven.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4878
Datum uitspraak
27 november 2024
  • Hoger beroep
  • Project strijd bestemmingsplan
  • uitspraakin de zaak202206509/1/R1

202300184/1/A3

Bij brief van 6 februari 2019 heeft [appellant] de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid verzocht om openbaarmaking van documenten. [appellant] heeft de minister op 6 februari 2019 verzocht om openbaarmaking van minuten over besluiten van de minister tot verlening van een verblijfsvergunning regulier voor een bepaalde tijd met gebruikmaking van zijn zogenoemde discretionaire bevoegdheid. Het verzoek is gedaan met het oog op een in te dienen verzoek aan de minister om een verblijfsvergunning met gebruikmaking van die bevoegdheid. Bij brief van 14 juni 2019 heeft [appellant] de minister in gebreke gesteld voor het niet tijdig nemen van een beslissing op dit verzoek. Op 2 juni 2020 heeft [appellant] beroep bij de rechtbank ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een beslissing. De rechtbank heeft overwogen dat het verzoek van [appellant] niet is bedoeld als verzoek om openbaarmaking op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (hierna: Wob), maar om het feitelijk verstrekken van informatie. Het verzoek is volgens de rechtbank ook anderszins niet gericht op het nemen van een besluit, maar op feitelijk handelen en is daarom geen aanvraag in de zin van artikel 1:3, derde lid, van de Awb.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4875
Datum uitspraak
27 november 2024
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202300184/1/A3

202301714/1/R3

Bij besluit van 3 april 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam aan [belanghebbende] een omgevingsvergunning verleend voor de activiteiten bouwen en slopen in beschermd stads- en dorpsgezicht voor het wijzigen van de zijgevel op het perceel aan de [locatie A] te Rotterdam. [appellanten] wonen net als [belanghebbende] aan de [laan] en kunnen zich niet verenigen met het besluit van het college om de omgevingsvergunning voor het bouwen en slopen in beschermd stads- en dorpsgezicht aan [belanghebbende] te verlenen. Volgens hen zijn de vergunde activiteiten in strijd met de Welstandsnota Rotterdam. Het college heeft het positieve advies van de welstandscommissie overgenomen en de omgevingsvergunning verleend. [appellanten] zijn van mening dat het advies van de welstandscommissie onzorgvuldig tot stand is gekomen. Daarom vinden zij dat het college het welstandsadvies niet had mogen overnemen. Zij hebben een tegenadvies op laten stellen door een deskundige.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4882
Datum uitspraak
27 november 2024
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202301714/1/R3

202301854/1/R3

Bij besluit van 3 maart 2020 heeft het college aan de Protestantse Gemeente Lekkerkerk een omgevingsvergunning verleend voor het plaatsen van een aanbouw aan de Grote- of Johanneskerk aan het Kerkplein 4 te Lekkerkerk. [appellant sub 2A] en [appellant sub 2B] en [partij] wonen bij het Kerkplein. Bij besluit van 3 januari 2018 heeft het college aan Protestantse Gemeente Lekkerkerk een omgevingsvergunning verleend voor een aanbouw aan de oostkant van de kerk. [appellant sub 2A] en [appellant sub 2B] hebben toen tegen dat besluit beroep ingesteld, omdat zij onder andere vreesden voor een verhoging van de parkeerdruk die niet op andere plaatsen gecompenseerd kon worden. Bij uitspraak van 14 augustus 2018 heeft de rechtbank Den Haag het beroep gegrond verklaard en het besluit van 19 december 2017 (lees: 3 januari 2018) vernietigd. Naar het oordeel van de rechtbank waren er concrete aanknopingspunten om te twijfelen aan de juistheid van het parkeerdrukonderzoek van Rho adviseurs. Omdat het college de conclusies van dit onderzoek zonder meer had overgenomen, had het in strijd gehandeld met het zorgvuldigheidsbeginsel en het vereiste van een deugdelijke motivering.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4886
Datum uitspraak
27 november 2024
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202301854/1/R3

202301943/1/R4

Bij besluit van 5 april 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Stichtse Vecht geweigerd aan [wederpartij] een omgevingsvergunning te verlenen voor het oprichten van een stal met een inpandige paardenbak aan de [locatie] in Loenen aan de Vecht. [wederpartij] exploiteert aan de [locatie] een kleinschalig agrarisch bedrijf waar onder meer schapen, koeien en paarden worden gehouden. Met de schapen en paarden wordt gefokt en de jonge paarden worden getraind in het eigen bedrijf. De stal waar deze procedure over gaat, is al in 2012 gerealiseerd. Op 19 juni 2012 en op 26 maart 2013 heeft het college hiervoor een omgevingsvergunning verleend, maar beide vergunningen zijn later echter weer ingetrokken. Nadat [wederpartij] daarna tweemaal een aanvraag om een legaliserende vergunning heeft gedaan en weer heeft ingetrokken, heeft hij op 13 januari 2017 de aanvraag gedaan die ten grondslag ligt aan het besluit van 5 april 2022, waar deze procedure over gaat.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4870
Datum uitspraak
27 november 2024
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202301943/1/R4

202301958/1/R3

Bij besluit van 27 juli 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Coevorden een last onder dwangsom opgelegd aan [wederpartij A] en [wederpartij B] vanwege onder meer het zonder omgevingsvergunning bewonen van een bijgebouw. [wederpartij A] en [wederpartij B] woonden in een boerderij op het perceel [locatie] te Coevorden. [wederpartij A] en [wederpartij B] hebben dit perceel gesplitst, de daarop aanwezige bedrijfswoning verkocht en zijn in de voormalige schuur op het perceel [locatie] gaan wonen. Aan dit perceel is inmiddels huisnummer […] toegekend. [wederpartij A] en [wederpartij B] hebben op 1 februari 2021 een aanvraag gedaan voor een omgevingsvergunning voor het gebruik van de voormalige schuur als woning. Vervolgens heeft een omwonende een verzoek om handhavend op te treden aan het college gestuurd. Op 18 maart 2021 heeft het college onder meer geconstateerd dat een agrarisch bijgebouw op het perceel [locatie] in strijd met artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo zonder de daarvoor vereiste omgevingsvergunning wordt gebruikt voor bewoning.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4858
Datum uitspraak
27 november 2024
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202301958/1/R3

202302240/1/R1

Bij besluit van 1 april 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam de door [appellant A] en [appellant B] aangevraagde omgevingsvergunning voor het bouwen van een opbouw en het realiseren van een terras op het dak van de woning aan de [locatie] in Amsterdam geweigerd [appellant A] en [appellant B] wonen op het perceel aan de [locatie] in Amsterdam (hierna: het perceel). Zij willen op het dak van hun woning, die op de tweede en derde verdieping ligt, een opbouw plaatsen van 42 m² om hun woonruimte te vergroten. Ook willen zij een dakterras realiseren. Ter plaatse gold ten tijde van de besluiten het bestemmingsplan "Museumkwartier Valeriusbuurt". Op het perceel rust op grond van het bestemmingsplan de bestemming "Gemengd - 2", die onder meer wonen toestaat. Op grond van de verbeelding in samenhang met artikel 6.2.2, onder a, van de planregels geldt voor het perceel een maximumbouwhoogte van 14,5 meter. Met de opbouw op het dak wordt de maximale bouwhoogte met 1,6 meter overschreden. Op grond van artikel 25 van de planregels kan van de toegestane maximumbouwhoogte worden afgeweken ten behoeve van een extra bouwlaag.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4881
Datum uitspraak
27 november 2024
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202302240/1/R1

202302961/1/R3

Bij besluit van 15 maart 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Olst-Wijhe aan [vergunninghouder] een omgevingsvergunning verleend voor het plaatsen van een windmolen op het perceel [locatie 1] te Welsum. [vergunninghouder] exploiteert een agrarisch bedrijf op het perceel aan [locatie 1] te Welsum en heeft op 11 februari 2021 een omgevingsvergunning aangevraagd voor het realiseren van een windmolen van het type EAZ met een ashoogte van 15 m, een tiphoogte van 21,6 m en een vermogen van 15 kW op haar perceel. appellant A] en anderen wonen op percelen aan [locatie 2], [locatie 3] en [locatie 4] in de nabije omgeving van de projectlocatie. Zij zijn het niet eens met de verleende omgevingsvergunning. Zij vrezen dat hun woon- en leefklimaat zal worden aangetast als gevolg van de windmolen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4874
Datum uitspraak
27 november 2024
  • Hoger beroep
  • Project strijd bestemmingsplan
  • uitspraakin de zaak202302961/1/R3

202304278/1/R3

Bij brief van 21 januari 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Westland aan [bedrijf] een volgens het college van rechtswege gegeven omgevingsvergunning voor de bouw van een kas in afwijking van het bestemmingsplan op het perceel [locatie] in De Lier bekendgemaakt. [bedrijf] heeft een omgevingsvergunning aangevraagd om een kas te bouwen op het perceel. De bouw van de kas is in strijd met het ter plaatse geldende bestemmingsplan. Volgens het college is de aangevraagde omgevingsvergunning van rechtswege gegeven. De rechtbank is het daar mee eens. Glastuinbouw Nederland kan zich hiermee niet verenigen. Volgens Glastuinbouw Nederland is de omgevingsvergunning niet met de juiste procedure voorbereid, waardoor er geen vergunning van rechtswege is gegeven. De vergunning had volgens Glastuinbouw Nederland niet met de reguliere, maar met de uitgebreide voorbereidingsprocedure moeten worden voorbereid.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4880
Datum uitspraak
27 november 2024
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202304278/1/R3

202305016/1/A2

Bij besluit van 21 oktober 2021 heeft de Dienst Toeslagen het aan [appellant] toegekende voorschot kindgebonden budget voor het jaar 2021 herzien en vastgesteld op € 2.346,00 en € 1.563,00 aan teveel betaald voorschot teruggevorderd. Bij besluit van 28 december 2020 heeft de Dienst Toeslagen het voorschot kindgebonden budget van [appellant] voor het jaar 2021 op € 4.693,00 berekend. Op 3 september 2021 heeft de Dienst Toeslagen een melding van de Sociale Verzekeringsbank ontvangen, waaruit blijkt dat [appellant], met ingang van 13 juni 2021, geen kinderbijslag meer ontvangt. Naar aanleiding hiervan heeft de Dienst Toeslagen bij het in het Procesverloop van deze uitspraak vermelde besluit van 21 oktober 2021 bepaald dat het voorschot kindgebonden budget van € 391,00 per maand aan [appellant] alleen wordt toegekend voor de periode van 1 januari tot en met 30 juni 2021. De rechtbank heeft overwogen dat de Dienst Toeslagen is gehouden om zich bij het vaststellen van het recht op kindgebonden budget te baseren op de gegevens van de SVB.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4884
Datum uitspraak
27 november 2024
  • Hoger beroep
  • Geld
  • uitspraakin de zaak202305016/1/A2

202305298/1/R3

Bij besluit van 22 juni 2023 heeft de raad van de gemeente Voorne aan Zee het bestemmingsplan "Oude Goote" vastgesteld. Het plan maakt de bouw van een woonwijk met maximaal 800 woningen mogelijk. Het plangebied bevindt zich tussen de vaart Het Spui aan de westzijde, de Voorweg aan de zuidzijde, de Veckdijk aan de oostzijde en de Hossenbosdijk aan de noordzijde. BPD ontwikkeling B.V. en anderen zijn de initiatiefnemers van het plan. Zij willen onder meer vrijstaande woningen, twee-onder-één-kap woningen, rijwoningen en gestapelde woningen bouwen. Ook zal er een ecologische hoofdstructuur, onderdeel van het Natuurnetwerk Nederland, langs de zuid- en oostzijde door het plangebied lopen. [appellant] woont in de omgeving van het plangebied. De achtertuin van de woning grenst aan de Hossenbosdijk. [appellant] vreest voor aantasting van het woon- en leefklimaat, door een toename van verkeer op de Hossenbosdijk.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4873
Datum uitspraak
27 november 2024
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak202305298/1/R3

202305332/1/A2

Bij besluit van 7 augustus 2021 heeft de Dienst Toeslagen de zorgtoeslag van [appellant] over het jaar 2020 definitief vastgesteld op € 1.665,00, en € 689,00 aan teveel uitbetaalde voorschotten teruggevorderd. In 2020 heeft [appellant] twee pensioenen van in totaal € 7.405,00 afgekocht. Op 16 juni 2021 heeft de Dienst Toeslagen een melding vanuit de Basisregistratie Inkomen ontvangen, waaruit blijkt dat het toetsingsinkomen van [appellant] en zijn toeslagpartner over 2020 voor hen samen is vastgesteld op € 26.834,00. Hierbij is de afkoopsom betrokken. Vervolgens heeft de Dienst Toeslagen bij het besluit van 7 augustus 2021 de zorgtoeslag over 2020 opnieuw definitief berekend en herzien. In geschil is of de Dienst Toeslagen [appellant] had moeten informeren dat de afkoopsom van het klein pensioen meetelt bij de berekening van de zorgtoeslag.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4888
Datum uitspraak
27 november 2024
  • Hoger beroep
  • Geld
  • uitspraakin de zaak202305332/1/A2

202305637/1/R3

Bij besluit van 4 juli 2023 heeft het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lansingerland het uitwerkings- en wijzigingsplan "Westpolder/Bolwerk 2012, deelplan 4 West" vastgesteld. Bij besluit van 4 juli 2023 heeft het college het uitwerkings- en wijzigingsplan "Westpolder/Bolwerk 2012, deelplan 4 West" (hierna: het uitwerkingsplan) vastgesteld. Het plan is een uitwerking van het geldende bestemmingsplan "Westpolder/Bolwerk 2012" (hierna: het bestemmingsplan). Met het uitwerkingsplan wordt de realisatie van maximaal 355 nieuwe woningen in de ‘Gouden Buurten’ mogelijk gemaakt. [appellant A] en [appellant B] wonen op korte afstand van het plangebied en kunnen zich niet verenigen met het uitwerkingsplan. Volgens hen voorziet het plan in te hoge gebouwen, een te hoge bebouwingsdichtheid en past de uitstraling niet bij de rest van de ‘Gouden Buurten’. Zij hebben daarom beroep ingesteld tegen het besluit van het college.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4872
Datum uitspraak
27 november 2024
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak202305637/1/R3

202305680/1/A2

Bij besluit van 11 maart 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag aan [appellant] een bestuurlijke boete van € 5.000,00 opgelegd. Het college heeft op 23 december 2021 het voornemen kenbaar gemaakt om aan [appellant] een bestuurlijke boete van € 5.000,00 op te leggen wegens overtreding van de Huisvestingswet. [gemachtigde] heeft bij brief van 2 januari 2022 namens [appellant] een zienswijze op het voornemen gegeven. Bij de zienswijze was een ondertekende en op 2 januari 2022 gedateerde machtiging gevoegd. Bij het besluit van 11 maart 2022 heeft het college aan [appellant] een bestuurlijke boete van € 5.000,00 opgelegd. [gemachtigde] heeft daartegen, gesteld handelend namens [appellant], bezwaar gemaakt. Het college heeft [gemachtigde] verzocht een ondertekende machtiging te overleggen waaruit blijkt dat hij tot het indienen van het bezwaar gemachtigd is en hem daartoe tot 2 juni 2022 de gelegenheid gegeven.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4885
Datum uitspraak
27 november 2024
  • Hoger beroep
  • Boete
  • uitspraakin de zaak202305680/1/A2

202306004/1/R3

Bij besluit van 27 januari 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag de aanvraag van [appellant] om een omgevingsvergunning voor het plaatsen van een dakopbouw afgewezen. [appellant] wil, onder andere door het realiseren van een dakopbouw op de derde verdieping, zijn woning aan de [locatie] in Den Haag vergroten. Hij heeft daarom een omgevingsvergunning aangevraagd voor de activiteit ‘bouwen’. Het college heeft de aangevraagde omgevingsvergunning geweigerd, omdat het bouwplan volgens het college in strijd is met de regels van het ter plaatse geldende bestemmingsplan "Vruchten- en Heesterbuurt". Volgens [appellant] heeft het college toezeggingen gedaan, waarmee het college bij hem het gerechtvaardigd vertrouwen heeft gewekt op grond waarvan [appellant] volgens hem mocht verwachten dat de omgevingsvergunning verleend zou worden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4869
Datum uitspraak
27 november 2024
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202306004/1/R3

202306040/1/R1

Bij besluit van 26 april 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Veere het door [appellant A] en [appellant B] ingediende verzoek om handhaving ten aanzien van het recreatief verhuren van de molen aan de [locatie] in Veere afgewezen. [appellant A] en [appellant B] zijn eigenaar van [molen] aan de [locatie] in Veere. Het ter plaatse geldend bestemmingsplan is "Stad Veere" (hierna: het bestemmingsplan). Aan het perceel is de enkelbestemming "Maatschappelijk" en de functieaanduiding "specifieke vorm van maatschappelijk - molen" toegekend. De molen is niet meer in bedrijf en wordt door [appellant A] en [appellant B] gebruikt als vakantiewoning. [appellant A] en [appellant B] zijn voornemens de molen commercieel te gaan verhuren voor recreatief verblijf om met de opbrengst de molen in stand te houden. Het college is, anders dan [appellant A] en [appellant B], van mening dat dit gebruik op grond van het bestemmingsplan niet is toegestaan. [appellant A] en [appellant B] hebben het college, om een voor bezwaar en beroep vatbare beslissing te verkrijgen, verzocht een handhavingsbesluit te nemen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4868
Datum uitspraak
27 november 2024
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202306040/1/R1

202306774/1/V6

Bij besluit van 6 december 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een verzoek van [appellant] om hem het Nederlanderschap te verlenen, afgewezen. [appellant] heeft de Syrische nationaliteit en is in het bezit van een verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd. Hij heeft samen met zijn partner en twee stiefkinderen een verzoek om naturalisatie ingediend. De staatssecretaris heeft het verzoek, voor zover het ziet op zijn partner en stiefkinderen, ingewilligd. De staatssecretaris heeft het verzoek, voor zover het op [appellant] zelf ziet, afgewezen, omdat er een ernstig vermoeden bestaat dat hij een gevaar vormt voor de openbare orde. De reden hiervoor is dat [appellant] bij vonnis van 2 oktober 2019 door de politierechter is veroordeeld voor mishandeling van zijn partner en stiefzoon tot een taakstraf van 120 uren, subsidiair 60 dagen hechtenis, waarvan 80 uren voorwaardelijk, subsidiair 40 dagen hechtenis, met een proeftijd van twee jaren. [appellant] heeft het onvoorwaardelijke deel van de taakstraf voltooid op 17 augustus 2020.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4887
Datum uitspraak
27 november 2024
  • Hoger beroep
  • Nederlanderschap
  • uitspraakin de zaak202306774/1/V6

202306933/1/R3

Bij besluit van 12 oktober 2023 heeft de raad van de gemeente Alphen aan den Rijn het bestemmingsplan [locatie 1], Alphen aan den Rijn en [locatie 2], Aarlanderveen" vastgesteld. Het bestemmingsplan voorziet in de mogelijkheid om woningen te realiseren op twee percelen in het buitengebied van Alphen aan den Rijn. De raad heeft het bestemmingsplan vastgesteld naar aanleiding van de aanvraag van [partij A]. [appellante] is de zus van [partij A]. Zij kan zich niet verenigen met het bestemmingsplan. Volgens haar is het plangebied niet geschikt voor woningbouw. Ze stelt dat de raad onvoldoende onderzoek heeft gedaan naar de geurhinder en verontreiniging van de bodem en de sloten, die volgens haar is ontstaan doordat er jarenlang nertsenmest is uitgereden op het perceel. Daarnaast stelt ze dat de woningen in verband met de vorm van het perceel onlogisch ingepast zijn en dat hier ten onrechte geen onderzoek naar is gedaan. Ten slotte stelt ze dat de woningen zich op een te grote afstand van andere woningen bevinden, waardoor er rondom de woningen geen winkels en andere voorzieningen gevestigd zijn.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4866
Datum uitspraak
27 november 2024
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak202306933/1/R3

202307184/1/A2

Bij besluit van 12 januari 2023 heeft het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen aan [appellante] een onderzoek opgelegd naar haar rijgeschiktheid. De Eenheid Rotterdam, District Rotterdam-Zuid, Basisteam Charlois heeft op 24 november 2022 aan het CBR een mededeling gedaan als bedoeld in artikel 130, eerste lid van de Wegenverkeerswet 1994 (WVW 1994). Deze mededeling houdt in dat het vermoeden bestaat dat [appellante] niet langer beschikt over de rijvaardigheid dan wel geschiktheid om een motorrijtuig van de categorieën B en T te besturen. Dat zijn de categorieën waarvoor het rijbewijs van [appellante] is afgegeven. Aan deze mededeling ligt een mutatierapport (de mutatie) van dezelfde datum ten grondslag. In de mutatie is vermeld dat verbalisant waarnam dat op 23 november 2022 een bestelbus dubbel geparkeerd stond aan de Krabbedijkstraat in Rotterdam. Nadat [appellante], die bleek op te treden als bestuurster van deze bestelbus, na meer dan 10 minuten ter plaatse kwam werd haar door de verbalisant een mini-proces-verbaal aangezegd. [appellante] vond het te lang duren en begon naar verbalisant te schreeuwen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4862
Datum uitspraak
27 november 2024
  • Hoger beroep
  • Wegenverkeerswet
  • uitspraakin de zaak202307184/1/A2

202400291/1/R1

Bij besluit van 12 oktober 2023 heeft de raad van de gemeente Amsterdam het bestemmingsplan Kostverlorenstraat Weesp vastgesteld. Op 1 januari 2024 zijn de Omgevingswet en de Invoeringswet Omgevingswet in werking getreden. Op grond van artikel 4.6, derde lid, van de Invoeringswet Omgevingswet blijft op een beroep tegen een besluit tot vaststelling van een bestemmingsplan waarvan het ontwerp vóór het tijdstip van inwerkingtreding van de Omgevingswet ter inzage is gelegd het recht zoals dat gold onmiddellijk vóór dat tijdstip van toepassing tot het bestemmingsplan onherroepelijk is.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4860
Datum uitspraak
27 november 2024
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak202400291/1/R1

202400541/1/R4

Bij besluit van 21 december 2023 heeft de raad van de gemeente Brummen het bestemmingsplan ‘Buitengebied Brummen, landschaps- en natuurversterking Pongeweg 4a Hall’ vastgesteld. Het bestemmingsplan voorziet in het toekennen van de bestemming "Bos" aan gronden die in het voorheen geldende bestemmingsplan de bestemming "Agrarisch met waarden-Landschapswaarden A" hadden. Binnen deze agrarische bestemming waren nieuwe landschapselementen niet toegestaan. Het bestemmingsplan Iaat de door [partij A] en [partij B] beoogde landschapselementen wel toe. De voor "Bos" aangewezen gronden zijn onder meer bestemd voor de houtproductie en het behoud, herstel en ontwikkeling van de landschappelijke en natuurlijke waarden van het bos. De gronden hebben de medebestemming "Waarde - Archeologie laag". Deze gronden zijn mede bestemd voor de instandhouding en bescherming van archeologische waarden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4867
Datum uitspraak
27 november 2024
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202400541/1/R4

202400627/1/R4

Bij besluit van 18 maart 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Winterswijk aan [vergunninghouder], een omgevingsvergunning verleend voor het uitbreiden van een bestaand hekwerk. Vergunninghouder exploiteert een landbouwmechanisatiebedrijf op het perceel [locatie] in Winterswijk. [appellant] woont tegenover het perceel van vergunninghouder. Vergunninghouder heeft een omgevingsvergunning aangevraagd voor het uitbreiden van een hekwerk rondom zijn bedrijf. Het college heeft bij besluit van 18 maart 2020 deze vergunning verleend. Het tegen deze vergunning gemaakte bezwaar heeft het college bij besluit van 25 september 2020 ongegrond verklaard. [appellant] heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om zijn bezwaar tijdens een hoorzitting van de bezwaarschriftencommissie mondeling toe te lichten. Het beroep tegen dit besluit heeft de rechtbank gegrond verklaard en dit besluit vernietigd. De rechtbank heeft bij uitspraak van 18 januari 2022 geoordeeld dat het gebruik van het hekwerk in strijd is met het bestemmingsplan en er om die reden een omgevingsvergunning vereist is voor de activiteit "gebruik in strijd met het bestemmingsplan".

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4864
Datum uitspraak
27 november 2024
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202400627/1/R4

202400752/1/R4

Bij besluit van 7 oktober 2023 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag zijn beslissing om op 25 september 2023 spoedeisende bestuursdwang toe te passen wegens het in strijd met de Afvalstoffenverordening 2010 van de gemeente Den Haag aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen, op schrift gesteld. De toepassing van spoedeisende bestuursdwang heeft bestaan uit het verwijderen van een kleingemaakte doos die op 25 september 2023 is aangetroffen naast een ondergrondse restafvalcontainer ter hoogte van de 2e Schuytstraat 260 in Den Haag. Het college is ervan uitgegaan dat [appellant] de doos verkeerd heeft aangeboden, omdat zijn adres op het adreslabel op de doos staat. [appellant] betwist niet dat de doos van hem afkomstig is, maar stelt dat hij niet degene is geweest die hem naast de ORAC in de 2e Schuytstraat heeft achtergelaten. Hij stelt dat hij zijn huisvuil altijd gescheiden aanbiedt in de daarvoor bestemde afvalbakken aan het Stadhoudersplantsoen en dat als de papiercontainer daar vol is, hij zijn papierafval in een andere container verderop weggooit. Hij wijst erop dat de gevonden doos zodanig klein is gemaakt dat deze in de papiercontainer past.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4863
Datum uitspraak
27 november 2024
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202400752/1/R4

202402650/1/A3 en 202404580/1/A3

Bij brief van 19 april 2023, aangevuld bij brief van 26 april 2023, heeft [appellant] de staatssecretaris van Financiën verzocht om op grond van de Wet open overheid (hierna: Woo) documenten openbaar te maken. Bij brief van 19 april 2023, aangevuld bij brief van 26 april 2023, heeft [appellant] de staatssecretaris verzocht om op grond van de Woo documenten openbaar te maken die betrekking hebben op de werkgroep die is ingesteld in verband met de kabinetsreactie op het rapport Ongekend Onrecht. Daarbij heeft hij verzocht om interne correspondentie binnen die werkgroep die een besluitend karakter hebben. Verder heeft hij verzocht om correspondentie vanuit de werkgroep aan bijvoorbeeld ministeries, die niet vertegenwoordigd waren in de werkgroep. Ook heeft hij verzocht om afschriften van correspondentie waarmee de concepten van de Kamerbrief met de kabinetsreactie op het rapport Ongekend Onrecht zijn verstuurd, alsmede de daarop eventueel ontvangen feedback.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4865
Datum uitspraak
27 november 2024
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202402650/1/A3 en 202404580/1/A3

202404810/1/A2

Bij besluit van 20 mei 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Echt-Susteren de aanvraag van [appellant] om een tegemoetkoming in planschade afgewezen. [appellant] heeft de woning [locatie A] te Roosteren op 28 mei 2001 gekocht en op 31 oktober 2001 in eigendom verkregen. Op 25 juni 2019 heeft [appellant] een aanvraag ingediend voor een tegemoetkoming in planschade die hij heeft geleden in de vorm van waardevermindering van de woning door een planologische verandering op de in de nabijheid van de onroerende zaak gelegen gronden van een derde. Met het bestemmingsplan Grensmaas 2016 (hierna: het bestemmingsplan 2016), vastgesteld op 6 juli 2016, in werking getreden op 26 augustus 2016 en onherroepelijk geworden op 5 juli 2017, is de bestemming van het perceel aan de [locatie B] te Roosteren (hierna: het perceel), dat achter de woning ligt, gewijzigd van Woondoeleinden in Bedrijf. [appellant] bestrijdt dat de planologische verandering ten tijde van de aankoop van de woning voorzienbaar was.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4883
Datum uitspraak
27 november 2024
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202404810/1/A2

202304700/1/V1

Bij besluit van 21 december 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om de vreemdeling een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen. Bij besluit van 30 december 2022 heeft de staatssecretaris het daartegen door de vreemdeling gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4820
Datum uitspraak
26 november 2024
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202304700/1/V1

202404830/1/V3

Bij besluit van 18 april 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen. Bij uitspraak van 25 juli 2024 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4830
Datum uitspraak
26 november 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202404830/1/V3

202406920/2/V1

Bij besluit van 16 mei 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4840
Datum uitspraak
26 november 2024
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202406920/2/V1

202407092/2/V3

Bij besluit van 13 september 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4894
Datum uitspraak
26 november 2024
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202407092/2/V3

BRS.24.000401

Bij besluit van 16 oktober 2024 heeft de minister de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4810
Datum uitspraak
26 november 2024
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaakBRS.24.000401

202305555/1/A3

Bij besluit van 8 april 2022 heeft de burgemeester van Midden-Delfland aan een derde-belanghebbende een exploitatievergunning verleend. Het door [appellant] hiertegen gemaakte bezwaar is op 27 december 2022 niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4957
Datum uitspraak
26 november 2024
  • Hoger beroep
  • Mondelinge uitspraak
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202305555/1/A3

202404255/3/A2, 202405023/4/A2, 202402624/5/A2 en 202404251/4/A2

Het verzoek om wraking van de staatsraden Meijer, Van Gastel en Besselink wordt afgewezen, omdat er door [verzoeker] geen wrakingsgronden zijn voorgedragen, terwijl [verzoeker] op de zitting drie keer in de gelegenheid is gesteld om die gronden voor te dragen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4947
Datum uitspraak
26 november 2024
  • Mondelinge uitspraak
  • Wraking
  • Studentenzaken
  • uitspraakin de zaak202404255/3/A2, 202405023/4/A2, 202402624/5/A2 en 202404251/4/A2

202101619/1/V3 en 202201328/1/V3

Bij besluit van 9 januari 2018 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen. Bij besluit van 2 september 2019 heeft de staatssecretaris het daartegen door de vreemdeling gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4825
Datum uitspraak
25 november 2024
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202101619/1/V3 en 202201328/1/V3

202205995/1/V3

Bij besluit van 12 september 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard. Bij uitspraak van 11 oktober 2022 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4831
Datum uitspraak
25 november 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202205995/1/V3

202302648/1/V3

Bij besluit van 1 april 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4806
Datum uitspraak
25 november 2024
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202302648/1/V3

202305770/1/V3

Bij besluiten van 20 juni 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de aanvragen van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen. Bij uitspraak van 5 september 2023 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdelingen ingestelde beroep ongegrond verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4824
Datum uitspraak
25 november 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202305770/1/V3

202305798/1/V2

Bij besluit van 19 april 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen. Bij uitspraak van 1 september 2023 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep gegrond verklaard, dat besluit vernietigd en bepaald dat de staatssecretaris een nieuw besluit op de aanvraag neemt met inachtneming van de uitspraak.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4823
Datum uitspraak
25 november 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202305798/1/V2

202307966/1/V3

Bij besluit van 6 december 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling opgedragen de Europese Unie onmiddellijk te verlaten en een inreisverbod tegen hem uitgevaardigd. Bij uitspraak van 22 december 2023 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4832
Datum uitspraak
25 november 2024
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202307966/1/V3

202404502/2/R4

Bij besluit van 28 april 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Ede [verzoeker] onder oplegging van een dwangsom gelast een serre op het perceel [locatie] in Otterlo te verwijderen en verwijderd te houden. De serre op het perceel is gebouwd aan een recreatiewoning. [verzoeker] is eigenaar van het perceel en van de recreatiewoning die is gelegen op [recreatiepark]. Op 9 maart 2022 hebben toezichthouders van de gemeente geconstateerd dat zonder een omgevingsvergunning aan een gevel van de recreatiewoning een aanbouw in de vorm van een serre is gebouwd van 23,07 m². Bij besluit van 28 april 2022 is aan [verzoeker] een last onder dwangsom opgelegd, strekkende tot het verwijderen en verwijderd houden van de aanbouw. Uit het besluit volgt dat de serre is gebouwd zonder een omgevingsvergunning voor het bouwen als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wabo en dat de recreatiewoning in strijd met het ter plaatse geldende bestemmingsplan [Recreatiepark] een grotere (grond)oppervlakte heeft dan is toegestaan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4807
Datum uitspraak
25 november 2024
  • Voorlopige voorziening
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202404502/2/R4

202404566/2/R4

Bij besluit van 29 april 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Ede [verzoekers] onder oplegging van een dwangsom gelast een serre en een schuur op het perceel [locatie] in Otterlo te verwijderen en verwijderd te houden. Op het perceel is een recreatiewoning aanwezig. [verzoekers] is eigenaar van het perceel en van de recreatiewoning die is gelegen op recreatiepark "De Zanding". Op 3 maart 2022 heeft een toezichthouder van de gemeente geconstateerd dat zonder een omgevingsvergunning aan een gevel van de recreatiewoning een aanbouw in de vorm van een serre is gebouwd van 33,54 m². Verder is geconstateerd dat een schuur is gebouwd van 6 m². Bij besluit van 29 april 2022 is aan [verzoekers] een last onder dwangsom opgelegd, strekkende tot het verwijderen en verwijderd houden van de serre en de schuur.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4811
Datum uitspraak
25 november 2024
  • Voorlopige voorziening
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202404566/2/R4

202404583/2/R4

Bij besluit van 30 mei 2024 heeft de raad van de gemeente De Ronde Venen het bestemmingsplan "Proostdijerdwarsweg 12, Waverveen" vastgesteld. De aanleiding voor het bestemmingsplan is het ‘Pact van Poldertrots’ van 31 oktober 2012, waarin afspraken zijn gemaakt over de herinrichting van de polder Groot Mijdrecht Noord ten behoeve van natuurontwikkeling. Ondertekenaars van dit pact zijn de provincie Utrecht, de gemeente De Ronde Venen, het waterschap, Vereniging Natuurmonumenten en de bewonersdelegatie van de polder Groot Mijdrecht Noord. Het bestemmingsplan dient ter uitvoering van het Pact. Het Pact voorziet in de ontwikkeling van een aantal nieuwe moerasgebieden met bloemrijk grasland daar omheen. Het noordelijke deel van camping De Wilgenborgh ligt in een van die gebieden die in het Pact zijn aangewezen voor de ontwikkeling van nieuw moerasgebied. Als gevolg van het bestemmingsplan komt de camping dichterbij de woning van [verzoeker A] en [verzoeker B] te liggen. De afstand bedraag op dit moment ongeveer 100 meter en dat wordt in de toekomstige situatie ongeveer 50 meter.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4815
Datum uitspraak
25 november 2024
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Utrecht
  • uitspraakin de zaak202404583/2/R4

202404594/2/R4

Bij besluit van 21 juni 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Ede [verzoekster] onder oplegging van een dwangsom gelast een serre en een schuur op het perceel [locatie] in Otterlo te verwijderen en verwijderd te houden. Op het perceel is een recreatiewoning aanwezig. [verzoekster] is eigenaar van het perceel en van de recreatiewoning die is gelegen op [recreatiepark]. Op 10 februari 2022 heeft een toezichthouder van de gemeente geconstateerd dat zonder een omgevingsvergunning aan een gevel van de recreatiewoning een aanbouw in de vorm van een serre is gebouwd van 13,6 m². Verder is geconstateerd dat een schuur is gebouwd van 6 m². Uit het besluit van 21 juni 2022 volgt dat de serre en de schuur zijn gebouwd zonder een omgevingsvergunning voor het bouwen als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wabo en dat de recreatiewoning in strijd met het ter plaatse geldende bestemmingsplan [Recreatiepark] daardoor een grotere (grond)oppervlakte heeft dan is toegestaan. Op grond van dat bestemmingsplan mag een recreatiewoning een maximale (grond)oppervlakte hebben van 75 m², inclusief aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4809
Datum uitspraak
25 november 2024
  • Voorlopige voorziening
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202404594/2/R4

202404595/2/R4

Bij besluit van 24 augustus 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Ede [verzoekers] onder oplegging van een dwangsom gelast een serre en een schuur op het perceel [locatie] in Otterlo te verwijderen en verwijderd te houden. Op het perceel is een recreatiewoning aanwezig. [verzoekers] is eigenaar van het perceel en van de recreatiewoning die is gelegen op recreatiepark "De Zanding". Op 10 februari 2022 heeft een toezichthouder van de gemeente geconstateerd dat zonder een omgevingsvergunning aan een gevel van de recreatiewoning een aanbouw in de vorm van een serre is gebouwd. Verder is geconstateerd dat een schuur is gebouwd van 6 m². Bij besluit van 24 augustus 2022 is aan [verzoekers] een last onder dwangsom opgelegd, strekkende tot het verwijderen en verwijderd houden van de serre en de schuur. Uit het besluit volgt dat de serre en de schuur zijn gebouwd zonder een omgevingsvergunning. [verzoekers] is gelast om voor 15 november 2022 de aanbouw en schuur te verwijderen en verwijderd te houden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4812
Datum uitspraak
25 november 2024
  • Voorlopige voorziening
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202404595/2/R4

202405210/2/R4

Bij besluit van 15 juli 2024 heeft de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat aan HSD onder voorwaarden toestemming verleend voor de overbrenging van 1 ton chroom-6 houdend ijzer- en staalschroot van Nederland naar België, zoals vermeld op het kennisgevingsdocument met nummer NL723970. De afvalstoffen zijn afkomstig van Hoondert Services & Decommissioning (HSD) en bestemd voor verwerking bij ArcelorMittal Gent, gevestigd in België. De aanvraag heeft betrekking op 1 transport in de periode van 1 juni 2024 tot en met 31 mei 2025. De partij ijzer- en staalschroot is afkomstig van een offshore gasproductie-platform in de Noordzee. Op het ijzer- en staalschroot bevindt zich deels verf die de stof chroom-6 bevat. De staatssecretaris stelt zich op het standpunt dat de afvalstof daarom valt onder code A1040 van Lijst A (bijlage VIII van het Verdrag van Bazel) van bijlage V van de EVOA. HSD stelt zich op het standpunt dat de afvalstof valt onder code B1010 van Lijst B (bijlage IX van het Verdrag van Bazel) van bijlage V van de EVOA.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4808
Datum uitspraak
25 november 2024
  • Voorlopige voorziening
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202405210/2/R4

202405785/1/V3 en 202405785/2/V3

Bij besluit van 22 juli 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen. Bij uitspraak van 6 september 2024 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4828
Datum uitspraak
25 november 2024
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202405785/1/V3 en 202405785/2/V3

202406351/1/V3 en 202406351/2/V3

Bij besluit van 6 oktober 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen. Bij uitspraak van 9 oktober 2024 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard. Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. D.W.M. van Erp, advocaat in Utrecht, hoger beroep ingesteld. Ook heeft hij de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4833
Datum uitspraak
25 november 2024
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202406351/1/V3 en 202406351/2/V3

202406698/1/V2

Bij besluit van 4 april 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen. Bij uitspraak van 28 oktober 2024 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4827
Datum uitspraak
25 november 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202406698/1/V2

202406698/2/V2

Bij besluit van 4 april 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen. Bij uitspraak van 28 oktober 2024 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard. Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling hoger beroep ingesteld. Ook heeft hij de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4821
Datum uitspraak
25 november 2024
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202406698/2/V2

202406743/1/V3 en 202406743/2/V3

Bij besluit van 8 oktober 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4795
Datum uitspraak
25 november 2024
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202406743/1/V3 en 202406743/2/V3

202406763/2/V2

Bij besluit van 19 januari 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen. Bij uitspraak van 10 oktober 2024 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep gegrond verklaard, dat besluit vernietigd en bepaald dat de rechtsgevolgen daarvan geheel in stand blijven.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4829
Datum uitspraak
25 november 2024
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202406763/2/V2

202406773/2/V1

Bij besluit van 7 november 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen. Bij uitspraak van 16 oktober 2024 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep gegrond verklaard, dat besluit vernietigd en bepaald dat de minister een nieuw besluit op de aanvraag neemt met inachtneming van de uitspraak.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4819
Datum uitspraak
25 november 2024
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202406773/2/V1

202406994/3/V2

Bij besluit van 23 augustus 2024 heeft de minister van Asiel en migratie een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4847
Datum uitspraak
25 november 2024
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202406994/3/V2

BRS.24.000116

Bij besluit van 21 maart 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld. Bij uitspraak van 4 april 2024 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. S.C. van Paridon, advocaat in Rotterdam, hoger beroep ingesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4797
Datum uitspraak
25 november 2024
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaakBRS.24.000116

BRS.24.000305

Bij besluit van 15 juli 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld. Bij uitspraak van 2 augustus 2024 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. D. Schaap, advocaat in Rotterdam, hoger beroep ingesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4796
Datum uitspraak
25 november 2024
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaakBRS.24.000305

BRS24000426

Bij besluit van 11 juni 2024 heeft de minister een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4836
Datum uitspraak
25 november 2024
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaakBRS24000426

202400727/1/A2

Bij besluit van 16 december 2021 heeft de RDW de aanvraag van [appellant] tot omwisseling van zijn Mexicaanse motorrijbewijs in een Nederlands motorrijbewijs buiten behandeling gesteld, omdat hij niet alle benodigde documenten heeft aangeleverd. Het hiertegen gemaakte bezwaar heeft de RDW bij besluit van 24 november 2022 ongegrond verklaard. Het hoger beroep richt zich tegen de uitspraak van de rechtbank, waarin het beroep van [appellant] tegen het besluit van 24 november 2022 ongegrond is verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4905
Datum uitspraak
25 november 2024
  • Hoger beroep
  • Mondelinge uitspraak
  • Wegenverkeerswet
  • uitspraakin de zaak202400727/1/A2

202401683/1/A2

Bij besluit van 21 maart 2023 heeft het CBR het rijbewijs van [appellant] ongeldig verklaard vanaf 28 maart 2023. Het hiertegen gemaakte bezwaar heeft het CBR bij besluit van 2 juni 2023 ongegrond verklaard. Het hoger beroep richt zich tegen de uitspraak van de rechtbank, waarin het beroep van [appellant] tegen het besluit van 2 juni 2023 ongegrond is verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4900
Datum uitspraak
25 november 2024
  • Hoger beroep
  • Mondelinge uitspraak
  • Wegenverkeerswet
  • uitspraakin de zaak202401683/1/A2

202401739/1/A2

Bij besluit van 19 juni 2023 heeft het CBR bepaald dat [appellant] zijn medewerking moet verlenen aan een rijvaardigheidsonderzoek. Het hiertegen gemaakt bezwaar heeft het CBR bij besluit van 31 juli 2023 ongegrond verklaard. Het hoger beroep richt zich tegen de uitspraak van de rechtbank, waarin het beroep van [appellant] tegen het besluit van 31 juli 2023 ongegrond is verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4896
Datum uitspraak
25 november 2024
  • Hoger beroep
  • Mondelinge uitspraak
  • Wegenverkeerswet
  • uitspraakin de zaak202401739/1/A2

202402007/1/A2

Bij besluit van 17 juni 2022 heeft het CBR aan [appellant] een onderzoek naar drugsgebruik opgelegd. Omdat [appellant] de kosten voor dat onderzoek niet heeft betaald, heeft het CBR bij besluit van 2 augustus 2022 het rijbewijs van [appellant] ongeldig verklaard. Het hiertegen gemaakte bezwaar heeft het CBR bij besluit van 17 oktober 2022 ongegrond verklaard. Het hoger beroep richt zich tegen de uitspraak van de rechtbank, waarin het beroep van [appellant] tegen het besluit van 17 oktober 2022 ongegrond is verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4895
Datum uitspraak
25 november 2024
  • Mondelinge uitspraak
  • Wegenverkeerswet
  • uitspraakin de zaak202402007/1/A2

202400147/1/V1

Bij besluit van 15 september 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, ingewilligd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4799
Datum uitspraak
22 november 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202400147/1/V1

202400404/1/V2

Bij besluit van 14 augustus 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4826
Datum uitspraak
22 november 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202400404/1/V2

202404058/1/V2

Bij besluit van 31 mei 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning regulier voor onbepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4800
Datum uitspraak
22 november 2024
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202404058/1/V2

202404245/1/V2

Bij besluit van 28 mei 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4822
Datum uitspraak
22 november 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202404245/1/V2

202406368/2/V1

Bij besluit van 26 juli 2024 heeft het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COa) een verzoek van de vreemdeling om hem over te plaatsen naar een opvangvoorziening voor minderjarigen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4801
Datum uitspraak
22 november 2024
  • Voorlopige voorziening
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202406368/2/V1

202406654/2/V2

Bij besluit van 9 juli 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4802
Datum uitspraak
22 november 2024
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202406654/2/V2

202406733/2/V3

Bij besluit van 4 oktober 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4803
Datum uitspraak
22 november 2024
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202406733/2/V3

202406750/1/V2

Bij besluit van 26 juni 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4805
Datum uitspraak
22 november 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202406750/1/V2

202406759/1/V2

Bij besluit van 20 september 2024 heeft de minister een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4818
Datum uitspraak
22 november 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202406759/1/V2

202406994/1/V2 en 202406994/2/V2

Bij besluit van 23 augustus 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4817
Datum uitspraak
22 november 2024
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202406994/1/V2 en 202406994/2/V2

202407042/2/V2

Bij besluit van 16 mei 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4816
Datum uitspraak
22 november 2024
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202407042/2/V2

BRS.24.000198

Bij besluit van 11 mei 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4783
Datum uitspraak
22 november 2024
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaakBRS.24.000198

202302220/1/V2

Bij besluit van 17 september 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning regulier voor onbepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4786
Datum uitspraak
21 november 2024
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202302220/1/V2

202404713/1/V3

Bij besluit van 27 juni 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4787
Datum uitspraak
21 november 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202404713/1/V3

202404979/2/R4

[verzoekster] heeft beroep ingesteld tegen het besluit van de raad van de gemeente Tiel van 3 juli 2024, waarbij het bestemmingsplan "Binnenstad 2023" is vastgesteld. Ook heeft [verzoekster] de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen. Met het verzoek beoogt [verzoekster] schorsing van het bestemmingsplan "Binnenstad 2023", voor zover daarin aan het perceel Oliemolenwal 83 in Tiel de functieaanduiding "horeca tot en met categorie 3" is toegekend. [verzoekster] kan zich niet verenigen met de ter plaatse toegestane exploitatie van een café.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4790
Datum uitspraak
21 november 2024
  • Vereenvoudigde behandeling
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202404979/2/R4

202405001/1/V1

Bij besluit van 9 januari 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om verlenging van de geldigheidsduur van zijn verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4788
Datum uitspraak
21 november 2024
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202405001/1/V1

202406004/1/V1

Bij besluit van 29 augustus 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4789
Datum uitspraak
21 november 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202406004/1/V1

202406453/1/V3

Bij besluit van 24 september 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4791
Datum uitspraak
21 november 2024
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202406453/1/V3

202406695/1/V1 en 202406695/2/V1

Bij besluit van 1 augustus 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de aan de vreemdeling verleende verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd ingetrokken.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4792
Datum uitspraak
21 november 2024
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202406695/1/V1 en 202406695/2/V1
vorige pagina1...414243...1.203volgende pagina

Facetten
Gepubliceerd
  • Uitspraken uit
Type uitspraak
Proceduresoort
Rechtsgebied
Bevat

Raad van State

De Raad van State is onafhankelijk adviseur van regering en parlement over wetgeving en bestuur en hoogste algemene bestuursrechter van het land.

  • Meer over ons
  • Vacatures

Contact

De Raad van State bevindt zich in het centrum van Den Haag. Wilt u in contact komen met ons of wilt u ons bezoeken voor een zitting?

  • Telefoon
  • Locatie en route
  • Post en e-mail
  • Digitaal procederen
  • Wet open overheid
  • Nieuwe zaak starten

Altijd op de hoogte

Ontvang ons nieuws via de abonnementenservice in uw mailbox. Op de hoogte gehouden worden over uitspraken die gedaan worden in bepaalde zaken? Meld u dan aan voor de e-mailservice. Of bekijk de voortgang van een bepaalde procedure bij de Afdeling bestuursrechtspraak.

  • E-mailservice uitspraken
  • Voortgang procedure
  • Aanvragen oude uitspraken

Toegankelijkheid | Privacy | Cookiebeleid

Volg ons

  • Bluesky
  • LinkedIn
  • Instagram
  • Mastodon