Ga naar de inhoud
(naar homepage)
lees voor
Direct naar
  • en (Information in English)
  • de (Deutsche Informationen)
  • fr (Informations en français)
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
  • Actueel
    • Nieuws
    • Zittingsagenda
    • Persagenda
    • Evenementen
    • Piet Hein Donner Scriptieprijs
  • Adviezen
  • Uitspraken
  • Publicaties
    • Brochures
    • Studies en onderzoeken
    • Regelingen
    • Consultaties
    • Jaarverslagen
    • Toespraken vice-president
  • Over ons
    • Raad van State in het kort
    • Organisatie
    • Advisering
    • Bestuursrechtspraak
    • Begrotingstoezicht
    • Toetsing Klimaatwet
    • Geschiedenis
    • Raad van State in beeld
  • Zoeken
  • en
  • de
  • fr
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
Zoeken

  1. Home ›
  2. Uitspraken

Uitspraken

De Afdeling bestuursrechtspraak toetst of de overheid het recht goed heeft toegepast bij het nemen van een besluit. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Bestuursrechtspraak.


aantal resultaten: 121.425
aantal resultaten per pagina

Toon overzicht van de actuele uitspraken:

  • Hoofdzaken
  • Voorlopige voorzieningen
  • Interessant voor de media

202200668/1/A3

Bij besluit van 29 augustus 2017 heeft de burgemeester van Sluis de exploitatievergunning van [appellant sub 1] gewijzigd, deze voor onbepaalde tijd verleend, en daaraan voorschriften verbonden. Bij datzelfde besluit heeft de burgemeester ook een exploitatievergunning voor onbepaalde tijd verleend aan [appellant sub 2]. De zaak heeft een lange voorgeschiedenis. [appellant sub 2] exploiteert sinds 2012 onder de naam Vlieger & Zee een winkel, waarin onder meer strand-, cadeau- en woondecoratieartikelen worden verkocht, met een terras dat direct aansluit op de voorgevel van haar winkel, een zogenoemd voorgevelterras. [appellant sub 1] exploiteert sinds 2013 haaks op de winkel van [appellant sub 2], onder de naam Elsje Fiederelsje, een pannenkoekenrestaurant met twee terrassen. Het eerste terras van is ook een voorgevelterras en sluit dus direct aan op de gevel van het pannenkoekenrestaurant. Het tweede terras ligt aan de overzijde van de zogenoemde looplijn, een looplijnterras. Zowel [appellant sub 2] als [appellant sub 1] wil de ruimte voor de winkel en het pannenkoekenrestaurant als terras gebruiken. Daarover is door [appellant sub 2] en [appellant sub 1] al meerdere keren tot aan de Afdeling geprocedeerd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:676
Datum uitspraak
26 februari 2025
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202200668/1/A3

202201419/1/R3

Bij besluit van 17 januari 2022 heeft de raad van de gemeente Zwolle het bestemmingsplan "Voorsterpoort, Russenweg - Grote Voort (Retail)" vastgesteld en besloten geen exploitatieplan vast te stellen. Het bestemmingsplan maakt in het plangebied een detailhandelsontwikkeling mogelijk binnen het hoofdthema "in en om het huis" in de woonbranche alsmede in bruin- en witgoedzaken. Het plangebied is gelegen op de hoek van de Russenweg en de Grote Voort en grenst aan de gronden van de Woonboulevard Zwolle. Voorheen stond er in het plangebied een schoolgebouw van het Deltion college. Dit gebouw is in 2010 gesloopt. De grond in het plangebied ligt braak en is eigendom van de gemeente. Euro V is eigenaar van de Woonboulevard Zwolle. Zij heeft beroep ingesteld tegen het bestreden besluit tot vaststelling van het bestemmingplan, omdat zij vindt dat de raad onvoldoende rekening heeft gehouden met haar belangen en het bestemmingsplan niet zorgvuldig heeft voorbereid. Zij vreest leegstand in de winkelpanden van de Woonboulevard en verkeersproblemen als gevolg van het bestemmingsplan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:775
Datum uitspraak
26 februari 2025
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • RO - Overijssel
  • uitspraakin de zaak202201419/1/R3

202202272/1/A3

Bij besluit van 28 september 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van 's-Hertogenbosch een handhavingsverzoek van [appellant] afgewezen. Op 10 juni 2020 heeft [appellant] het college verzocht om handhavend op te treden tegen het innemen van ligplaatsen en het plaatsen van aanlegconstructies aan de oever van de hoofdvaart ter hoogte en aan de zijde van de Indigoweg, huisnummers 69 en 83, in Rosmalen. Met het besluit op bezwaar van 10 maart 2021 heeft het college besloten om toch handhavend op te treden tegen het innemen van een ligplaats op de voornoemde locatie, omdat het college dat gedeelte van het water niet als een plek heeft aangewezen waar het is toegestaan een ligplaats in te nemen. Dat is in strijd met artikel 5:17, eerste lid, aanhef en onder a, van de Algemene plaatselijke verordening ’s-Hertogenbosch 2016, dus is er sprake van een overtreding. Tegen het plaatsen van aanlegconstructies kan niet handhavend worden opgetreden, omdat geen sprake is van een overtreding, aldus het college. Daarmee is [appellant] het niet eens.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:767
Datum uitspraak
26 februari 2025
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202202272/1/A3

202202603/1/R3

Bij besluit van 7 maart 2022 heeft de raad van de gemeente Zwolle het bestemmingsplan "Buitengebied, Wijthmenerplas, herziening 1" gewijzigd vastgesteld. De gronden in het plangebied zijn onderdeel van een dagrecreatiegebied. Op deze gronden ligt een terrein dat gebruikt wordt voor evenementen. In het bestemmingsplan "Buitengebied, Wijthmenerplas" uit 2015 is voorzien in een planologische regeling voor dit gebied. Het op de verbeelding van dit bestemmingsplan als zodanig aangeduide evenemententerrein blijkt in de praktijk onvoldoende ruimte te bieden voor een aantal evenementen. Daarom wordt met het voorliggende plan de omvang van dit aangeduide evenemententerrein op de verbeelding vergroot, onder de voorwaarde dat de totale omvang van het evenemententerrein dat gebruikt wordt voor een evenement, maximaal 12,8 hectare is. Daarnaast worden twee verleende omgevingsvergunningen waarin afwijkingen van het bestemmingsplan "Buitengebied, Wijthmenerplas" vergund zijn, in het plan verwerkt. [appellant 2] en [appellant 3] en [appellant 1] en anderen zijn omwonenden, die wonen op de [locatie 1] en [locatie 2] in Zwolle. Zij kunnen zich niet met het plan verenigen omdat zij vrezen voor een aantasting van hun woon- en leefklimaat.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:788
Datum uitspraak
26 februari 2025
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Overijssel
  • uitspraakin de zaak202202603/1/R3

202202612/1/R1

Bij besluit van 13 januari 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Stichtse Vecht [appellant 1] gelast om verschillende bouwwerken op het perceel [locatie] te verwijderen en verwijderd te houden en het strijdige gebruik op het perceel te staken en gestaakt te houden. Als [appellant 1] niet tijdig voldoet aan de last, verbeurt zij een dwangsom. [appellant 1] en [appellant 2] zijn eigenaar van een recreatiewoning op het perceel. Zij wonen permanent in de recreatiewoning. Ter plaatse geldt het bestemmingsplan "300 meterstrook Scheendijk". De bestemming is "Groen" met de nadere aanduiding "recreatiewoning". Tijdens controles op 27 september 2016 en 5 september 2018 en een hercontrole op 9 januari 2020 heeft de toezichthouder van het college geconstateerd dat op het perceel zonder omgevingsvergunning onder andere een corridor tussen de recreatiewoning en het botenhuis waren gebouwd, dat het botenhuis in afwijking van de daarvoor verleende omgevingsvergunning was uitgevoerd en dat het botenhuis als recreatiewoning/keuken wordt gebruikt in strijd met het bestemmingsplan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:774
Datum uitspraak
26 februari 2025
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202202612/1/R1

202203679/2/A2

Bij verzoek van 10 januari 2025 heeft [appellant] de Afdeling gevraagd om schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn in zaaknummer 202203679/1/A2 toe te kennen. [appellant] heeft de Afdeling verzocht een schadevergoeding uit te spreken omdat de redelijke termijn is overschreden. De redelijke termijn is voor zaken die uit een bezwaarschriftprocedure en een procedure in twee rechterlijke instanties bestaan in beginsel niet overschreden als die procedure in haar geheel niet langer dan vier jaar heeft geduurd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:758
Datum uitspraak
26 februari 2025
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202203679/2/A2

202204399/1/R1 en 202204418/1/R1

Bij besluit van 23 juli 2020 heeft het college aan [vergunninghoudster] een omgevingsvergunning verleend voor het bouwen van een dakterras op de aanbouw op het perceel aan de [locatie 1]. [vergunninghoudster] heeft een aanbouw aan de achterzijde van zijn woning gebouwd. Het college heeft het verzoek van [appellant] om hiertegen handhavend op te treden afgewezen. Volgens het college is er geen overtreding, omdat de aanbouw vergunningvrij kon worden gebouwd op grond van artikel 2, aanhef en onderdeel 3, van bijlage II van het Besluit omgevingsrecht. [appellant] en [vergunninghoudster] zijn buren. [appellant] woont aan de [locatie 2] en [vergunninghoudster] woont aan de [locatie 1]. Voor het bouwen van een dakterras op de aanbouw heeft [vergunninghoudster] een omgevingsvergunning voor de activiteiten "bouwen van een bouwwerk" en "gebruiken van gronden en bouwwerken in strijd met een bestemmingsplan" als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a en c, van de Wabo aangevraagd. [appellant] en [vergunninghoudster] zijn buren.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:743
Datum uitspraak
26 februari 2025
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202204399/1/R1 en 202204418/1/R1

202204881/1/R3

Bij besluit van 21 mei 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Assen [partij] onder oplegging van een dwangsom gelast om de zonder de vereiste omgevingsvergunning gebouwde aanbouw op het perceel [locatie] in Assen te verwijderen of aan te passen aan de voorwaarden van artikel 2 of 3 van bijlage II van het Besluit omgevingsrecht. [partij] is eigenaar van het bedrijfspand op het perceel aan de [locatie] te Assen. Naar aanleiding van een handhavingsverzoek van het naastgelegen bedrijf [appellant sub 2] heeft het college controles uitgevoerd op het perceel van [partij] en vastgesteld dat op het perceel zonder de daarvoor benodigde omgevingsvergunning een garage is gerealiseerd. Het college heeft bij besluit van 21 mei 2021 aan [partij] een last onder dwangsom opgelegd, inhoudende dat [partij] de aanbouw aan de rechterzijde van het pand geheel moet verwijderen of aan moet passen aan de voorwaarden van artikel 2 of 3 van Bijlage II van het Bor. [partij] heeft tegen dit besluit bezwaar gemaakt en heeft, nadat zijn bezwaar door het college ongegrond was verklaard bij besluit van 1 december 2021, beroep ingesteld bij de rechtbank.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:742
Datum uitspraak
26 februari 2025
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202204881/1/R3

202205085/1/A2

Bij besluit van 5 november 2020 heeft het Instituut Mijnbouwschade Groningen het verzoek van [appellant] om schadevergoeding afgewezen. [appellant] is sinds 1986 eigenaar van een oude kop-hals-romp boerderij uit de zestiende/zeventiende eeuw aan de [locatie] in Munnekezijl. Op 24 mei 2013 heeft [appellant] schade als gevolg van mijnbouwactiviteiten gemeld bij de Nederlandse Aardolie Maatschappij B.V. (NAM). Op 5 december 2013 heeft de deskundige van KLEIN Architecten B.V. in opdracht van de NAM een beoordelingsrapport uitgebracht. In het rapport is vermeld dat de schade aan de woonboerderij niet het gevolg van mijnbouwactiviteiten is. Op 11 november 2014 heeft [appellant] de Technische commissie bodembeweging om advies gevraagd over de schade aan de woning. [appellant] heeft een second opinion van 27 februari 2014 van het bedrijf Libau, opgesteld door A. de Groot, ingebracht.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:738
Datum uitspraak
26 februari 2025
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202205085/1/A2

202206377/1/R1

Bij besluit van 4 november 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Utrecht aan de gemeente Utrecht een omgevingsvergunning verleend voor het bouwen en gebruiken van een jongerenontmoetingsplek op de hoek van de Crouweldijk en ’t Zand in Utrecht voor de duur van tien jaar. De gemeente Utrecht wil in het gebied Vleuten-de Meern en Leidsche Rijn extra speel-, beweeg- en ontmoetingsplekken realiseren waar jongeren terecht kunnen. In dat verband wil de gemeente op het perceel, dat ligt nabij de hoek van de wegen Crouweldijk en ’t Zand, een jongerenontmoetingsplek realiseren en de daar reeds aanwezige sportplek opknappen en herinrichten. De aanvraag ziet op het bouwen en gebruiken van de jongerenontmoetingsplek. Er wordt een overkapping geplaatst zonder wanden met een verblijfsoppervlakte van 22 m2. Onder de overkapping komen op een talud drie betonranden boven elkaar, tribune genoemd. [appellant] woont aan de [locatie] op ongeveer 80 meter afstand van de beoogde jongerenontmoetingsplek. Hij heeft bezwaar gemaakt tegen het besluit van 4 november 2020. Het college heeft het besluit met het besluit op bezwaar van 28 april 2021 gehandhaafd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:766
Datum uitspraak
26 februari 2025
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202206377/1/R1

202206796/2/R3

Bij tussenuitspraak van 29 mei 2024, ECLI:NL:RVS:2024:2235 (hierna: de tussenuitspraak) heeft de Afdeling de raad van de gemeente Hellendoorn opgedragen om binnen 20 weken na verzending van de tussenuitspraak, met inachtneming van wat onder 9 is overwogen, het besluit van 11 oktober 2022 te herstellen. De Afdeling heeft in de tussenuitspraak onder 6.2 overwogen dat de raad bij de vaststelling van het bestemmingsplan niet het belang van [appellant] bij een aanvaardbaar woon- en leefklimaat in zijn belangenafweging heeft betrokken. De Afdeling zal aan de hand van de door [appellant] naar voren gebrachte zienswijze beoordelen of de raad met het herstelbesluit heeft voldaan aan de opdracht in de tussenuitspraak.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:770
Datum uitspraak
26 februari 2025
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • RO - Overijssel
  • uitspraakin de zaak202206796/2/R3

202207485/1/R3

Bij besluit van 2 november 2022 heeft de raad van de gemeente Almelo het bestemmingsplan "Recreatiewoningen t Maatveld" vastgesteld. Maatveld Holding B.V. wil vijf recreatiewoningen bouwen op een bosperceel aan de weg Tusveld in het buitengebied van Bornerbroek, gemeente Almelo. Ter compensatie van het bestaande bos wordt nabij dit bosperceel een bosstrook aangeplant. De recreatiewoningen en de bosstrook zijn op grond van de regels van het bestemmingsplan "Buitengebied Almelo" niet toegestaan. Om de ontwikkeling mogelijk te maken is het plan "Recreatiewoningen t Maatveld" vastgesteld. De bewonersgroep Tusveld bestaat uit omwonenden van het plangebied. De bewonersgroep Tusveld betoogt dat er ten onrechte geen inspraak heeft plaatsgevonden. De raad had toepassing moeten geven aan de Verordening inzake de wijze waarop ingezetenen en belanghebbenden bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid worden betrokken van 16 juni 2004, omdat de omgevingsdialoog vanuit initiatiefnemer was mislukt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:773
Datum uitspraak
26 februari 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Overijssel
  • uitspraakin de zaak202207485/1/R3

202300274/1/A3

Bij besluit van 19 augustus 2021 heeft de burgemeester van Heerenveen een stadionomgevingsverbod aan [appellant] opgelegd voor de periode van 21 augustus 2021 tot 21 augustus 2027. Voorafgaand aan de voetbalwedstrijd tussen de betaalde voetbalclubs sc Heerenveen en Go Ahead Eagles op 13 augustus 2021 heeft een vechtpartij plaatsgevonden tussen aanhangers van beide voetbalclubs. [appellant] was bij dit incident aanwezig en is door de politie aangehouden. De politie heeft de burgemeester hiervan op de hoogte gebracht. De burgemeester acht het op basis van het proces-verbaal van bevindingen van 15 augustus 2021 van de politie aannemelijk dat [appellant] betrokken was bij de vechtpartij en dat hij hierbij een leidinggevende rol had. De burgemeester heeft daarom op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening Heerenveen een stadionomgevingsverbod aan [appellant] opgelegd voor de periode van 21 augustus 2021 tot 21 augustus 2027. Het stadionomgevingsverbod houdt het verbod in om zich vanaf vier uur voor tot vier uur na de voetbalwedstrijd te bevinden in het centrum van Heerenveen en in De Knipe.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:772
Datum uitspraak
26 februari 2025
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202300274/1/A3

202300429/1/R2

[appellant] heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig bekendmaken van een volgens hem van rechtswege verleende omgevingsvergunning voor het verbouwen van een pand tot zes appartementen aan de [locatie] in Eindhoven. [appellant] heeft een omgevingsvergunning aangevraagd voor een verbouwing op het perceel aan de [locatie] in Eindhoven. Het pand op dit perceel bestaat op de begane grond uit een winkelruimte. Op de verdieping bevindt zich een bovenwoning. Het bouwplan voorziet in de realisatie van zes appartementen in het gehele pand. Om de appartementen mogelijk te maken wordt het pand uitgebreid. Voor de [locatie] geldt het bestemmingsplan "Tongelre binnen de Ring 2020" en op grond hiervan geldt de bestemming "Gemengd". In de bestaande woning mag worden gewoond. Het hoofdgebouw wordt binnen de bestemming "Gemengd" uitgebreid. [appellant] en het college zijn het erover eens dat het bouwplan in strijd is met het bestemmingsplan, omdat de oppervlakte en het volume toenemen en omdat meer woningen worden gerealiseerd dan planologisch zijn toegestaan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:761
Datum uitspraak
26 februari 2025
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202300429/1/R2

202300653/1/A2

Bij besluit van 14 december 2020 heeft de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat aan het college van gedeputeerde staten van Limburg een specifieke uitkering van € 34.469.000,00 toegekend. Bij besluit van 9 juni 2021 heeft de staatssecretaris, voor zover van belang, het door Arriva daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. De staatssecretaris heeft voor de vergoeding van de kosten van de invoering van ERTMS voor de regionale spoorvervoerders de Tijdelijke regeling specifieke uitkering ERTMS regionaal personenvervoer per trein 2020-2021 (Stct. 2020, nr. 51163; hierna: de Tijdelijke regeling) vastgesteld. Concessieverleners voor regionaal personenvervoer per trein kunnen op grond van artikel 22, eerste lid, van de Wet personenvervoer 2000 aan de vervoerders in hun concessiegebied een subsidie verlenen voor de kosten van de invoering van ERTMS. Op grond van artikel 4, eerste lid, van de Tijdelijke regeling kunnen zij hiervoor een specifieke uitkering aanvragen bij de staatssecretaris. Het college is de concessieverlener voor het regionaal personenvervoer per trein in Limburg.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:778
Datum uitspraak
26 februari 2025
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202300653/1/A2

202300981/1/R3

Bij besluit van 13 december 2022 heeft de raad van de gemeente Krimpenerwaard het bestemmingsplan "Bolderkade, Ouderkerk aan den IJssel" vastgesteld. Het bestemmingsplan maakt drie appartementsgebouwen mogelijk met maximaal 42 appartementen op een buitendijks perceel aan de oever van de IJssel aan de IJsseldijk-Noord, bekend als het voormalig Avia-terrein. De appartementsgebouwen zullen op dijkniveau worden gebouwd. Lambrane Ontwikkeling B.V. is de initiatiefnemer van het project. De appartementsgebouwen zullen bestaan uit 3, 4 en 5 bouwlagen, waarbij de maximale bouwhoogte van de gebouwen, gezien van noord naar zuid, 11,5 m, 18 m en 14 m is. [appellant A] woont ten noorden naast de gronden van het plangebied. Hij vreest voor aantasting van zijn woon- en leefomgeving en voor verkeer- en parkeeroverlast. [appellant B en C] woont ten zuidoosten tegenover de gronden van het plangebied. Hij vreest onder meer voor aantasting van zijn woon- en leefklimaat en voor verkeer- en parkeeroverlast.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:787
Datum uitspraak
26 februari 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak202300981/1/R3

202301238/1/A2

Bij besluit van 15 oktober 2021 heeft het Instituut Mijnbouwschade Groningen aan [appellante] een vergoeding van € 8.136,70, te vermeerderen met wettelijke rente, voor de waardedaling van haar woning toegekend. [appellante] is sinds 1 oktober 1992 eigenares van de constructiewerkplaats met kantoor, magazijn, bergplaats, woonhuis en ondergrond aan de [locatie 1], [locatie 2]. [locatie 3] en [locatie 4], te Slochteren. In deze procedure is in geschil of het Instituut terecht een schadevergoeding van € 8.136,70 heeft toegekend voor de waardedaling van de woning aan de [locatie 1]. Voor de waardedaling van bedrijfsobjecten bestaat een aparte regeling. De gestelde waardedaling van de bedrijfsobjecten vormt geen onderwerp van deze procedure. Dat geldt ook voor de gestelde fysiek schade aan de objecten, waarvoor ook een aparte regeling bestaat.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:756
Datum uitspraak
26 februari 2025
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202301238/1/A2

202301674/1/A3

Bij besluit van 1 december 2021 heeft de burgemeester van Rotterdam aan The Blossom een last onder dwangsom opgelegd. The Blossom is een religieuze organisatie die is gevestigd aan de Oost-Sidelinge 15 in Rotterdam. Op 5 augustus 2021 is aan The Blossom een bestuurlijke waarschuwing gegeven, omdat zij op 22 mei 2021 in het pand een openbare inrichting zonder vergunning heeft geëxploiteerd. Hierbij was ook sterke drank aanwezig. Dit is in strijd met de Algemene plaatselijke verordening Rotterdam 2012. Op 5 november 2021 heeft de burgemeester het voornemen geuit om een last onder dwangsom aan The Blossom op te leggen. Uit de bestuurlijke rapportage van 6 oktober 2021 volgt dat in de nacht van 11 op 12 september 2021 en in de nacht van 25 op 26 september 2021 in het pand feesten hebben plaatsgevonden. Daarnaast is geconstateerd dat in het pand in de nacht van 11 op 12 september 2021 alcohol aanwezig was en werd geschonken. Onder verwijzing naar de bestuurlijke rapportage van 6 oktober 2021 heeft de burgemeester vervolgens het besluit van 1 december 2021 genomen waarbij aan The Blossom een last onder dwangsom is opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:784
Datum uitspraak
26 februari 2025
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202301674/1/A3

202301966/1/A3

Bij afzonderlijke besluiten van 11 maart 2021 heeft de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid [appellant] een schriftelijke waarschuwing gegeven en een bestuurlijke boete opgelegd van € 7.800,00 wegens overtreding van de Arbeidsomstandighedenwet respectievelijk het Arbeidsomstandighedenbesluit. [bedrijf 1] verhuurt een bedrijfspand aan de [locatie] aan [bedrijf 2] [appellant] is middels een holding enig aandeelhouder en bestuurder van [bedrijf 1]. [appellant] heeft op 17 januari 2020 een vloerzeil van 3,5 x 5 m2 uit het bedrijfspand verwijderd en in het bedrijfspand opgeslagen. De Nederlandse Arbeidsinspectie heeft op 21 januari 2020 tijdens een inspectie geconstateerd dat er open vuilniszakken met daarin een vloerzeil in het bedrijfspand stonden. Er is een asbestinventarisatie uitgevoerd waaruit bleek dat het vloerzeil 30-60% asbeststof bevatte en dat het oppervlak van het kantoor en de gang voor het kantoor met asbeststof was verontreinigd. Deze bevindingen heeft de Nederlandse Arbeidsinspectie vastgelegd in het boeterapport van 16 september 2020.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:785
Datum uitspraak
26 februari 2025
  • Hoger beroep
  • Boete
  • uitspraakin de zaak202301966/1/A3

202302126/1/A3

Bij besluit van 16 mei 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Hattem een last onder dwangsom aan [appellant] opgelegd. [appellant] is eigenaar van het pand aan de [locatie] in de binnenstad van Hattem. Op 12 januari 2022 is door het college een melding ontvangen over bloem- en plantenbakken en een terrasscherm die door [appellant] voor het pand en op de openbare weg waren geplaatst. Het college heeft op 25 januari 2022 voor het eerst aan [appellant] gemeld dat hij de bloem- en plantenbakken en het terrasscherm moest verwijderen. De bloem- en plantenbakken stonden ongeveer 4 m van de gevel af. Hiermee is een deel van de openbare ruimte afgezet als ware het een voortuin en heeft [appellant] volgens het college artikel 2:10 van de Algemene plaatselijke verordening Hattem 2021 overtreden. Het college staat toe dat bewoners in de binnenstad een geveltuin hebben, met bijvoorbeeld bloem- en plantenbakken, tot maximaal 60 á 80 cm uit de gevel. Hieraan voldeed de situatie van [appellant] volgens het college niet.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:782
Datum uitspraak
26 februari 2025
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202302126/1/A3

202302659/1/A2

Bij besluit van 8 november 2021 heeft het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen het verzoek van [appellant] om herziening van het besluit van 30 november 2020, waarbij het CBR hem een Educatieve Maatregel Alcohol en verkeer heeft opgelegd, afgewezen. Het CBR heeft [appellant] een EMA opgelegd omdat hij onder invloed zou hebben gereden op een scooter. [appellant] heeft daartegen bezwaar gemaakt, omdat niet hij, maar zijn huisgenoot de scooter bestuurde. Het CBR heeft het bezwaar ongegrond verklaard. [appellant] is daartegen niet in beroep gegaan. Hij heeft de onderzoekskosten betaald, maar niet de uitvoeringskosten, waardoor zijn rijbewijs ongeldig is verklaard. [appellant] heeft aan zijn verzoek om herziening van het besluit van 30 november 2020 ten grondslag gelegd dat de politierechter hem heeft vrijgesproken van rijden onder invloed. Dit vonnis is op 9 oktober 2021 onherroepelijk is geworden. [appellant] is in beroep opgekomen tegen de handhaving door het CBR van de afwijzing van zijn herzieningsverzoek.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:760
Datum uitspraak
26 februari 2025
  • Hoger beroep
  • Wegenverkeerswet
  • uitspraakin de zaak202302659/1/A2

202302900/1/R1

Bij besluit van 12 oktober 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Veere aan AGRAforce een omgevingsvergunning verleend voor het tijdelijk gebruiken van het kampeerterrein aan de Kraaienestweg 1 in Veere buiten het kampeerseizoen en het tijdelijk gebruiken van gronden als standplaatsen voor campers. AGRAforce exploiteert een minicamping onder de naam "Haflingerhof De Heksenketel". Op 5 september 2020 heeft AGRAforce een omgevingsvergunning aangevraagd voor het tijdelijk gebruiken van het kampeerterrein buiten het kampeerseizoen. De aanvraag ziet op de activiteit het gebruiken van gronden en bouwwerken in strijd met een bestemmingsplan, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c, van de toenmalige Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. AGRAforce heeft beroep ingesteld tegen het besluit tot vergunningverlening, omdat zij zich niet kan verenigen met een aantal onderdelen van dat besluit. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en het college veroordeeld tot betaling van een schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn en een vergoeding van de gemaakte kosten voor het daartoe ingediende verzoek.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:771
Datum uitspraak
26 februari 2025
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202302900/1/R1

202303089/1/R2

Bij besluit van 26 januari 2023 heeft de raad van de gemeente Meierijstad het bestemmingsplan "Snelfietsroute Uden-Veghel, deel Mariaheide" vastgesteld. Het plan maakt een deel van een snelfietsroute mogelijk tussen Uden en Veghel. Het tracé van de snelfietsroute is georiënteerd op de historische spoorverbinding het ‘Duits Lijntje’ en maakt overwegend gebruik van bestaande wegen en (fiets)paden. De wegen met gemengd gebruik door auto’s en fietsverkeer worden ingericht als fietsstraat. [appellant 1] en anderen wonen in de buurt van de snelfietsroute. Het plan gaat over het deel van de snelfietsroute dat loopt vanaf de Nieuwe Veldenweg in Mariaheide richting de bebouwde kom van Veghel. [appellant 1] en anderen vrezen onder meer dat het plan leidt tot verkeersonveiligheid en aantasting van de natuur. Eerder heeft de Afdeling het beroep van deels dezelfde appellanten over een ander deel van de snelfietsroute (deel woongebied Veghel) al behandeld en ongegrond verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:757
Datum uitspraak
26 februari 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202303089/1/R2

202303454/1/A3

Bij besluiten van 14 mei 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Enschede bij [appellante A] en bij [appellante B] een dwangsom van € 6.000,00 ingevorderd. [appellante A] en appellante B] zijn de vennoten van [evenementenbedrijf], een bedrijf dat evenementen in heel Nederland organiseert. In twee afzonderlijke besluiten van 8 januari 2020 heeft het college aan [appellante A] en [appellante B] een last onder dwangsom opgelegd wegens overtreding van artikel 2:42, tweede lid, van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Enschede 2009. In deze besluiten worden [appellante A] en [appellante B] gelast om in de openbare ruimte binnen het grondgebied van de gemeente Enschede geen reclameobjecten meer te (laten) plaatsen zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de rechthebbende op een openbare plaats die in eigendom is van de gemeente dan wel op een gedeelte van een onroerende zaak die vanaf de weg zichtbaar is. [appellante A] en [appellante B] hebben geen bezwaar gemaakt tegen deze besluiten, zodat de besluiten onherroepelijk zijn geworden. [

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:762
Datum uitspraak
26 februari 2025
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202303454/1/A3

202303485/1/A3

Op 20 maart 2022 heeft [wederpartij] bezwaar gemaakt tegen de werkzaamheden aan de Guntersteinweg te Den Haag in de periode van 7 februari 2022 tot en met 9 februari 2022. Nadat de dienst stadsbeheer op 7 februari 2022 was begonnen met (de voorbereiding van) het aanleggen van een groenstrook aan de Guntersteinweg heeft de stadsdeeldirecteur Escamp bij brief van 8 februari 2022 aan de bewoners van de woningen aan die weg medegedeeld dat: "De bermen aan de groenzijde van de Guntersteinweg worden vergroend. (…) Op dit moment is de berm versteend. Door de hele stad worden stenige plekken omgetoverd tot groene bermen, mooie plantsoenen of zelfs groene oases". In de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank geoordeeld dat [wederpartij] met het bezwaar tegen de brief van 8 februari 2022 heeft beoogd bezwaar te maken tegen de kennelijk van rechtswege verleende maar niet gepubliceerde instemming voor klein werk. Uit het e-mailbericht van de Dienst Stadsbeheer aan [wederpartij] van 17 maart 2022 blijkt dat zo’n melding voor de strook is gedaan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:765
Datum uitspraak
26 februari 2025
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202303485/1/A3

202303829/2/A2

Deze conclusie gaat over het onderscheid tussen een algemeen verbindend voorschrift (AVV) en een concretiserend besluit van algemene strekking (CBAS). Het onderscheid tussen deze twee besluiten is sinds de inwerkingtreding van de Algemene wet bestuursrecht van belang voor de toegang tot de bestuursrechter. Tegen besluiten van algemene strekking die geen AVV zijn, staat beroep bij de bestuursrechter open op grond van de Awb. Het beroep tegen algemeen verbindende voorschriften is echter in art. 8:3 lid 1, aanhef en onder a, Awb uitgesloten. Tegen een algemeen verbindend voorschrift moet worden opgekomen door een vordering in te stellen bij de burgerlijke rechter. De zaak waarin deze conclusie wordt genomen, gaat over de vraag of het besluit tot wijziging van een van de bijlagen van de Regeling zorgverzekering moet worden aangemerkt als een algemeen verbindend voorschrift of als een concretiserend besluit van algemene strekking.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:764
Datum uitspraak
26 februari 2025
  • Conclusie
  • Gezondheidszorg
  • uitspraakin de zaak202303829/2/A2
  • persberichtbij de uitspraak in de zaak202303829/2/A2

202304634/1/R2

Bij besluit van 23 mei 2023 heeft de raad van de gemeente Boxtel het bestemmingsplan "[locatie]" vastgesteld. Het bestemmingsplan wijzigt de bestemming van de locatie van "Agrarisch" grotendeels naar de bestemming "Wonen" en verandert een voormalige bedrijfswoning in een burgerwoning. Ook worden er twee Ruimte-voor-Ruimtewoningen mogelijk gemaakt. [appellant sub 2] en [appellant sub 1] zijn het niet eens met de twee Ruimte-voor-Ruimtewoningen. In deze uitspraak gaat de Afdeling in op de vraag of het vereiste dat degene die zich beroept op een bepaalde norm zelf ook belang moet hebben bij de bescherming van die norm - het zogenoemde relativiteitsvereiste - in de weg staat aan vernietiging van het bestemmingsplan. [appellant sub 2] en [appellant sub 1] betogen dat de raad het plan in strijd met een goede ruimtelijke ordening en het gelijkheidsbeginsel heeft vastgesteld. Het bestemmingsplan is volgens hen namelijk niet in overeenstemming met beleidsuitgangspunten en vergelijkbare initiatieven van [appellant sub 2] en [appellant sub 1] heeft de raad niet toegestaan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:755
Datum uitspraak
26 februari 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202304634/1/R2

202304960/3/R4

Bij tussenuitspraak van 3 juli 2024, ECLI:NL:RVS:2024:2714, heeft de Afdeling de raad opgedragen om binnen 20 weken na verzending van deze tussenuitspraak het daar omschreven gebrek in het besluit van 30 mei 2023 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Maarsseveense Plassen e.o. 2e herziening" te herstellen. De Afdeling heeft onder 4.3 in de tussenuitspraak overwogen dat de raad niet heeft onderkend dat het bestemmingsplan tot een beperking van de bouwmogelijkheden voor [appellante] leidt en dat de raad geen deugdelijke motivering heeft gegeven voor het niet toekennen van de aanduiding "bouwvlak" aan haar perceel, kadastraal bekend gemeente Maarssen, sectie H, nummer 824. De Afdeling heeft de raad in de gelegenheid gesteld dit gebrek te herstellen. Op verzoek van de raad heeft de Afdeling de gegeven termijn verlengd. De tussenuitspraak verplicht, gelet op artikel 8:51d, in samenhang gelezen met artikel 8:51a, tweede lid, van de Awb, de raad om het geconstateerde gebrek te herstellen binnen de daartoe gestelde termijn.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:753
Datum uitspraak
26 februari 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Utrecht
  • uitspraakin de zaak202304960/3/R4

202305089/1/A3

Bij besluit van 16 december 2021 heeft de burgemeester van Sluis een aanvraag van [appellant sub 1] voor een exploitatievergunning afgewezen. Op 1 september 2021 heeft [appellant sub 1] bij de burgemeester een aanvraag gedaan voor een exploitatievergunning voor een zogenoemd looplijnterras in aanvulling op een al aan haar vergund zogenoemd voorgevelterras. Met het besluit van 16 december 2021 heeft de burgemeester de aanvraag van [appellant sub 1] afgewezen, omdat de aanvraag ziet op een terrasgedeelte dat al is vergund aan [appellant sub 2] en over die exploitatievergunning nog een procedure liep bij de rechtbank. [appellant sub 1] is echter van mening dat de exploitatievergunning voor het looplijnterras van [appellant sub 2] van rechtswege is vervallen, omdat deze met het besluit van 21 juni 2019 slechts voor bepaalde tijd is verleend. [appellant sub 2] betoogt dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat geen sprake is van misbruik van recht. Zij voert daartoe aan dat [appellant sub 1] haar recht en bevoegdheid om een aanvraag te doen en over de afwijzingen daarvan te procederen, zonder redelijk doel heeft aangewend en dat dit blijk geeft van kwade trouw.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:677
Datum uitspraak
26 februari 2025
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202305089/1/A3

202305179/1/R2

Bij besluit van 20 juni 2023 heeft de raad het bestemmingsplan "’t Hout - De Hoefkens" vastgesteld. Het bestemmingsplan maakt de bouw van 31 rijwoningen en levensloopbestendige patiowoningen aan de Hoefkens 5 mogelijk. De Hoefkens Ontwikkel B.V. is initiatiefnemer van het bestemmingsplan. Op de locatie waar de woningen mogelijk worden gemaakt is nu een leegstaand bedrijfspand gesitueerd. Daarnaast beperkt het bestemmingsplan de maximaal toegestane milieucategorie voor de bedrijfspercelen ten noorden en ten zuiden van de gronden waarop de woningen zijn geprojecteerd. De Hoefkens Invest B.V. is eigenaar van de meest noordelijke percelen in het plangebied. Deze gronden maken deel uit van een bedrijfsverzamelgebouw dat is gevestigd aan de straat de Hoefkens. Op de percelen bevinden zich drie bedrijfsunits en een voorterrein. Zij betoogt dat het plan in strijd is met een goede ruimtelijke ordening en vreest dat zij door de verlaging van de maximaal toegestane milieucategorie wordt belemmerd in haar bedrijfsvoering.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:786
Datum uitspraak
26 februari 2025
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202305179/1/R2

202305463/1/A2

Bij besluiten van 12 april 2021 en 15 april 2021 heeft het Instituut Mijnbouwschade Groningen aan [appellant] schadevergoedingen toegekend voor waardedaling van zijn woningen. Sinds 21 oktober 1970 is [appellant] eigenaar van de woning aan de [locatie 1]. Sinds 24 oktober 1978 is [appellant] ook eigenaar van de woning aan de [locatie 2]. Op 7 maart 2021 heeft [appellant] voor beide woningen een aanvraag voor vergoeding voor waardedaling van de woningen ingediend. Het Instituut heeft bij besluit van 12 april 2021, gehandhaafd bij besluit van 5 januari 2022, aan [appellant] een vergoeding voor waardedaling van € 4955,75, te vermeerderen met de wettelijke rente, voor de woning aan de [locatie 1] toekend. Daarbij is het Instituut uitgegaan van de WOZ-waarde van deze woning van € 131.000,- op de peildatum 1 januari 2019. Verder heeft het Instituut bij besluit van 15 april 2021, gehandhaafd bij besluit van 5 januari 2022, aan [appellant] een vergoeding van waardedaling van € 2405,81, te vermeerderen met wettelijke rente, toegekend voor de woning aan de [locatie 2].

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:740
Datum uitspraak
26 februari 2025
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202305463/1/A2

202305943/1/A2

Bij besluit van 24 december 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam de aanvraag van [appellant] voor een vergunning voor het omzetten van één zelfstandige woonruimte in drie zelfstandige woonruimten, afgewezen. [appellant] is eigenaar van de zelfstandige woonruimte [locatie] te Amsterdam. Hij heeft een vergunning aangevraagd om die woonruimte om te zetten naar drie zelfstandige woonruimten. Het college heeft de aanvraag afgewezen, omdat de woning een grondgebonden woonruimte is. Voor een grondgebonden woonruimte geldt op grond van de Huisvestingsverordening Amsterdam 2020 dat hier alleen zelfstandige woningen uit mogen worden gevormd als de oppervlakte groter is dan 200 m2. De oppervlakte van de woning van [appellant] is 189 m2 en voldoet volgens het college daarom niet aan de eisen die de Hv Amsterdam 2020 stelt aan woningvorming. [appellant] voert in hoger beroep aan dat de rechtbank heeft miskend dat zijn woning geen grondgebonden woonruimte is.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:751
Datum uitspraak
26 februari 2025
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202305943/1/A2

202305975/1/R3 en 202305977/1/R3

Bij besluit van 13 juni 2023 heeft het college van burgemeester en wethouders van Westerkwartier hogere waarden vastgesteld voor de woningen binnen het plangebied van het bestemmingsplan "Borghlindt". Het plan voorziet in een mogelijkheid voor maximaal negen woningen op de gronden van een voormalig agrarisch bedrijf. In het voorheen geldende plan "Buitengebied Zuidhorn" van 12 april 2010 waren op deze locatie ook al negen woningen mogelijk. In de plantoelichting staat hierover dat in het bouwplan de woningen niet volledig binnen die woonbestemming vielen, en daarom een nieuw bestemmingsplan moest worden vastgesteld. Het college heeft vanwege verkeerslawaai van de Friesestraatweg (N355) hogere waarden vastgesteld voor de woningen die met het plan mogelijk worden gemaakt. Een tweetal omwonenden is het niet eens met het plan en de vastgestelde hogere waarden en heeft daartegen beroep ingesteld. [appellant A] woont aan de [locatie 1] in Aduard en vreest voor de aantasting van haar woon- en leefklimaat, in het bijzonder door de weg naar de Borghlindt ten noorden van haar woning. 3.2. [appellant B] woont aan de [locatie 2] in Aduard en vreest naast aantasting van zijn woon- en leefklimaat ook voor de exploitatie van de horecaonderneming die hij op dit adres uitoefent.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:769
Datum uitspraak
26 februari 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Groningen
  • uitspraakin de zaak202305975/1/R3 en 202305977/1/R3

202307102/1/A2

Bij besluit van 14 februari 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam de aanvraag van [appellant] om een urgentieverklaring afgewezen. [appellant] woonde ten tijde van de aanvraag met zijn twee dochters van 15 en 16 jaar oud in een eenkamerwoning van 41 m2. Hij heeft een urgentieverklaring aangevraagd, omdat de woning te klein is. Dit huisvestingsprobleem veroorzaakt stress bij [appellant] en de dochters hebben geen eigen plek waar zij zich kunnen terugtrekken. De woning heeft geen slaapkamers en daardoor moet [appellant] in dezelfde kamer als zijn dochters slapen. Hierdoor slaapt hij regelmatig in de berging of in zijn auto. [appellant] heeft om deze reden in 2020 ook al een urgentieverklaring aangevraagd. Deze aanvraag heeft het college afgewezen. De Afdeling heeft bij uitspraak van 8 maart 2023 (ECLI:NL:RVS:2023:921) deze afwijzing in stand gelaten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:754
Datum uitspraak
26 februari 2025
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202307102/1/A2

202307811/1/R1

Bij besluit van 28 september 2023 heeft de raad van de gemeente Haarlem het bestemmingsplan "Spaarndamseweg 13" vastgesteld. Het plangebied omvat het terrein van het voormalige 50 kV-station aan de Spaarndamseweg 13 te Haarlem. Het terrein ligt tussen de Schoterbrug en de Spaarndamseweg. Het plan voorziet in de bouw van maximaal 150 huurappartementen, die volgens de plantoelichting bedoeld zijn voor jongeren van 18 tot 28 jaar (met een uitloop tot 35 jaar). De maximaal toegestane hoogte van het gebouw is 24 m. Het maximale aantal bouwlagen is 7, voor zover gelegen boven het maaiveld. Het plan voorziet verder in parkeervoorzieningen met een in-/uitrit. Op grond van de planregels moet minimaal 80% van de woningen in de sociale huursector vallen en minimaal 10% in de middeldure huursector. Op de begane grond is ruimte voor horeca van categorie 1 gereserveerd, met een omvang van maximaal 205 m2. Deze horecagelegenheid is voorzien aan de kant van de Spaarndamseweg. 1828-V B.V. zal het plan ontwikkelen. Zij heeft daartoe met de gemeente Haarlem een anterieure overeenkomst gesloten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:752
Datum uitspraak
26 februari 2025
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak202307811/1/R1

202307919/1/R3

Bij besluit van 11 oktober 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Groningen de aanvraag van Bulten Vastgoedmanagement B.V. om een omgevingsvergunning voor het toevoegen van twee kamers aan het pand op de Nieuwe Ebbingestraat 71a te Groningen geweigerd. Bulten Vastgoedmanagement B.V. is eigenaresse van het pand op het perceel Nieuwe Ebbingestraat 71a in Groningen. Dit pand wordt gebruikt voor kamerverhuur. Op 25 augustus 2021 heeft Bulten Vastgoedmanagement B.V. een aanvraag gedaan voor een omgevingsvergunning voor het toevoegen van twee kamers aan het pand. Het college heeft de aanvraag van de omgevingsvergunning geweigerd. Daaraan heeft het college ten grondslag gelegd dat de gevraagde omgevingsvergunning leidt tot een toename van het aantal kamers, wat in strijd is met het bestemmingsplan. Het college wil niet van het bestemmingsplan afwijken, omdat in de wijk al een hoog aantal jongere eenpersoonshuishoudens aanwezig is, wat leidt tot ongunstige scores in het wijkkompas op onder meer sociale samenhang en betrokkenheid.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:783
Datum uitspraak
26 februari 2025
  • Hoger beroep
  • Project strijd bestemmingsplan
  • uitspraakin de zaak202307919/1/R3

202400768/1/A2

Bij besluit van 20 december 2022 heeft het Instituut Mijnbouwschade Groningen aan [appellant] een schadevergoeding van € 2154,04, te vermeerderen met de wettelijke rente, voor de waardedaling van zijn woning toegekend. [appellant] is sinds 29 maart 1978 eigenaar van de woning aan [locatie] te Leens. Op 15 november 2022 heeft [appellant] een aanvraag voor vergoeding van de waardedaling van zijn woning ingediend. Het Instituut heeft bij besluit van 20 december 2022, gehandhaafd bij besluit van 25 april 2023, aan [appellant] een vergoeding van € 2.154,04, te vermeerderen met de wettelijke rente, toegekend voor de waardedaling van zijn woning door ligging in het aardbevingsgebied.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:739
Datum uitspraak
26 februari 2025
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202400768/1/A2

202400789/3/R3

Bij tussenuitspraak van 23 oktober 2024, ECLI:NL:RVS:2024:4277, heeft de Afdeling de raad van de gemeente Kaag en Braassem opgedragen om binnen 12 weken na verzending van de tussenuitspraak het geconstateerde gebrek in het besluit van 18 december 2023 te herstellen. Bij besluit van 16 december 2024 heeft de raad het bestemmingsplan "Kerkstraat 1-2, Oude Wetering" gewijzigd vastgesteld. [appellant A] en anderen hebben geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om daarover een zienswijze naar voren te brengen. NU Projectontwikkeling B.V. heeft dat wel gedaan. Het plangebied ligt aan de Kerkstraat in Oude Wetering. NU Projectontwikkeling wil op de locatie elf koopwoningen bouwen. Dit is in strijd met het bestemmingsplan "Oude Wetering". Om de voorgenomen ontwikkeling mogelijk te maken, heeft de raad het bestemmingsplan "Kerkstraat 1-2, Oude Wetering" vastgesteld. [appellant A] en [appellant B] wonen op het perceel [locatie 1]. Daar is ook het bedrijf van [appellant A] en de praktijk van [appellant B] gevestigd. [appellant C] en [appellant D] wonen op het perceel [locatie 2]. Zij vrezen voor een aantasting van hun woon-, leef- en ondernemersklimaat.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:781
Datum uitspraak
26 februari 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak202400789/3/R3

202401125/1/A2

Bij besluiten van 21 oktober 2021 heeft de Commissie Schadefonds Geweldsmisdrijven uitkeringen van € 10.000,- en € 5.000,- uit het Schadefonds Geweldsmisdrijven toegekend. Op 19 mei 2021 heeft de CSG twee aanvragen van [appellant] om een uitkering uit het schadefonds ontvangen. Aan de eerste aanvraag heeft hij ten grondslag gelegd dat hij vanaf 1988 tot en met 1991 op jonge leeftijd is misbruikt door een man die deel uitmaakte van een pedofielennetwerk. De tweede aanvraag betreft misbruik door een stiefoom van [appellant] in 1991 en/of 1992. Als gevolg van het seksueel misbruik heeft hij psychisch en lichamelijk letsel opgelopen. [appellant] is van mening dat hij op basis van letselcategorie 6 een uitkering van € 35.000,- moet ontvangen. Aan het besluit van 12 juni 2023 dat ziet op seksueel misbruik in de periode 1988 tot en met 1991 heeft de CSG ten grondslag gelegd dat [appellant] op zeer jonge leeftijd over een periode van vier jaar zeer frequent seksueel misbruik onder verzwarende omstandigheden heeft ondervonden. Van het misbruik is beeldmateriaal gemaakt dat op grote schaal is verspreid.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:749
Datum uitspraak
26 februari 2025
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202401125/1/A2

202401637/1/A2

Bij besluit van 14 december 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Wageningen de aanvraag van [partij] en de stichting om tegemoetkoming in planschade afgewezen. De stichting is eigenaar van het rijksmonument met bijbehorend perceel aan de Grebbedijk 6-6a in Wageningen (hierna: het perceel). Het perceel had onder het bestemmingsplan Plan Nude de bestemming "Berm, groenstrook of plantsoen". Bij besluit van 23 maart 2015 is het bestemmingsplan Bedrijventerreinen vastgesteld. Onder het nieuwe bestemmingsplan heeft het perceel de bestemming "Groen". Het college heeft een advies van de SAOZ van 1 november 2021 ten grondslag gelegd aan zijn besluiten. Het college heeft op basis van dat advies onder meer geconcludeerd dat het nieuwe bestemmingsplan voor de stichting niet heeft geleid tot planologisch nadeel. De oude en de nieuwe bestemming verschillen slechts op ondergeschikte punten van elkaar.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:763
Datum uitspraak
26 februari 2025
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202401637/1/A2

202401725/1/A2

Bij besluit van 23 september 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag een aanvraag van [appellant] om een urgentieverklaring afgewezen. [appellant] woont met haar twee kinderen in Den Haag. Zij heeft een urgentieverklaring aangevraagd omdat zij in haar huidige woning is bedreigd door drie vrouwen die bij haar hebben aangebeld. Door deze traumatische gebeurtenis voelt zij zich niet meer veilig in haar woning. [appellant] is gediagnostiseerd met PTSS. Het verblijf in de woning veroorzaakt ernstige ontwrichting in haar leven en staat haar behandeling in de weg. [appellant] verwijst naar de brieven van haar behandelend psycholoog van 28 juli 2022 en 13 maart 2023, waarin staat dat de psycholoog meent dat het verhuizen naar een andere woning [appellant] helpt om haar depressieve klachten te verminderen. Het college heeft de aanvraag afgewezen omdat het huisvestingsprobleem onvoldoende wordt opgelost met een verhuizing. Bovendien heeft [appellant] niet eerst voorafgaand aan de aanvraag drie maanden zelf aantoonbaar gereageerd op het beschikbare woningaanbod.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:748
Datum uitspraak
26 februari 2025
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202401725/1/A2

202401914/1/A2

Bij besluit van 24 maart 2023 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag de aanvraag van [appellant] om een urgentieverklaring afgewezen. [appellant] woont sinds maart 2022 in een tweekamerwoning op de eerste verdieping aan de [locatie] in Den Haag. Hij heeft een urgentieverklaring aangevraagd op medische gronden omdat hij in deze woning, en met name zijn slaapkamer, veel geluidsoverlast ervaart. Vanwege zijn psychische problematiek is [appellant] extra gevoelig voor geluid en hij ervaart hiervan veel problemen. Het college heeft de aanvraag van [appellant] afgewezen omdat hij niet voldoet aan de voorwaarden van artikel 4:5, aanhef en onder b, g en m van de Huisvestingsverordening Den Haag 2019. Volgens het college is er geen urgent huisvestingsprobleem, wordt het onderliggende probleem niet opgelost met een verhuizing naar een andere woning en heeft [appellant] de drie maanden voorafgaand aan de aanvraag niet aantoonbaar gereageerd op het beschikbare woningaanbod.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:750
Datum uitspraak
26 februari 2025
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202401914/1/A2

202402083/1/A2

Bij besluit van 3 januari 2023 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam de aanvraag van [appellant] om een urgentieverklaring afgewezen. [appellant] staat ingeschreven op het adres van zijn moeder, waar hij gedurende de week of af en toe verblijft. Vanwege de slechte relatie met zijn moeder, slaapt [appellant] de rest van de tijd bij kennissen of vrienden. Hij heeft een urgentieverklaring aangevraagd omdat hij een eigen woning nodig heeft om te kunnen werken aan zijn psychische problemen. Uit een advies van de GGD blijkt dat [appellant] een beperkte belastbaarheid heeft en dat het inwonen bij familie tot de nodige spanningen kan leiden, maar dat er geen medische noodzaak is dat [appellant] op korte termijn zou moet verhuizen. Het college heeft de aanvraag daarom afgewezen op grond van artikel 2.6.5, eerste lid, aanhef en onder b, van de Huisvestingsverordening Amsterdam 2020. Volgens het college is er geen urgent huisvestingsprobleem als iemand op diverse plekken inwonend is.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:746
Datum uitspraak
26 februari 2025
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202402083/1/A2

202403083/1/R3

Bij besluit van 19 maart 2024 heeft het college van burgemeester en wethouders van Voorne aan Zee het wijzigingsplan "Scharloo 19, Brielle" vastgesteld. Op het perceel Scharloo 19 in Brielle was een timmerbedrijf gevestigd. Enkele jaren geleden is met de bedrijfsvoering gestopt en het pand staat al een tijd leeg. 2P Investments wil op het perceel vijf woningen bouwen, bestaande uit een woongebouw met vier appartementen aan de straatzijde en een vrijstaande woning daarachter. Deze ontwikkeling is in strijd met de bestemming "Bedrijf", die het perceel heeft in het bestemmingsplan "Vesting". Het college heeft het wijzigingsplan vastgesteld met toepassing van artikel 3.5 van de regels van het bestemmingsplan, waarin een wijzigingsbevoegdheid is opgenomen. [appellant A] en anderen betogen dat het college niet bevoegd was het wijzigingsplan vast te stellen. Zij voeren aan dat de wijzigingsbevoegdheid het mogelijk maakt om de bestemming "Bedrijf" te wijzigen naar "Wonen" en "Tuin", maar niet (ook) om het bouwvlak te wijzigen. En dat is hier wel gebeurd. In de bestaande situatie was er één (groot) bouwvlak en in de nieuwe situatie wordt dat bouwvlak verkleind en komt er een nieuw bouwvlak bij.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:780
Datum uitspraak
26 februari 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202403083/1/R3

202404435/1/R4

Bij besluit van 28 april 2024 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag zijn beslissing om op 8 april 2024 spoedeisende bestuursdwang toe te passen wegens het in strijd met de Afvalstoffenverordening 2010 van de gemeente Den Haag aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen op schrift gesteld. De toepassing van spoedeisende bestuursdwang heeft bestaan uit het verwijderen van een kartonnen doos die op 8 april 2024 is aangetroffen naast een ondergrondse restafvalcontainer ter hoogte van het Hofwijckplein 10 in Den Haag. Het college is ervan uitgegaan dat [appellant] de doos verkeerd heeft aangeboden omdat daarop een adreslabel zat met haar naam- en adresgegevens. [appellant] betwist niet dat de doos van haar afkomstig is, maar stelt dat zij niet degene is geweest die de doos naast de ORAC heeft neergezet. Ze stelt dat ze de lege doos op 7 april op haar balkon heeft neergezet met daarop een zware vuilniszak, met de bedoeling deze op een later moment weg te gooien. [appellant] stelt daarbij dat ze vanwege de onveiligheid van haar woonbuurt in het donker niet naar buiten durft te gaan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:768
Datum uitspraak
26 februari 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202404435/1/R4

202405421/1/A2

Bij beslissing van 12 juni 2024 is aan [appellant] het cijfer voor het centraal examen Wiskunde B VWO bekend gemaakt. [appellant] heeft in het schooljaar 2023-2024 als VAVO-student het VWO gevolgd aan het ROC Mondriaan. In het eerste tijdvak heeft hij op 23 mei 2024 centraal examen wiskunde B afgelegd. Op 12 juni 2024 is de normering voor de centrale eindexamens bekend gemaakt. Hierdoor zijn de eindresultaten van [appellant] bekend geworden. Hij heeft diezelfde dag een herkansing aangevraagd voor het vak scheikunde. Op 14 juni 2024 heeft [appellant] het centraal examen voor het vak scheikunde ingezien. De herkansing van dit vak vond op 24 juni 2024 plaats. Op 1 juli 2024 heeft hij zijn centraal examen van wiskunde B ingezien. Tijdens die inzage vernam [appellant] dat de eerste en tweede corrector van mening verschilden over de beantwoording van een aantal vragen, maar dat zij in onderling overleg tot overeenstemming waren gekomen over de score. [appellant] heeft op 2 juli 2024 bezwaar bij de examencommissie gemaakt tegen deze beoordeling.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:779
Datum uitspraak
26 februari 2025
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Studentenzaken
  • uitspraakin de zaak202405421/1/A2

202405624/1/A2

Op 11 maart 2024 heeft de decaan van de faculteit Business, Finance & Marketing het verzoek van [appellant] om restitutie van het volledige bedrag aan collegegeld voor het studiejaar 2022-2023 afgewezen. [appellant] volgt sinds 2017 de bacheloropleiding International Business aan De Haagse Hogeschool. In studiejaar 2021-2022 verbleef hij in China en volgde hij het onderwijs online als gevolg van de coronamaatregelen. In het daarop volgende studiejaar 2022-2023 heeft hij geprobeerd zich opnieuw in te schrijven. Vanwege het ontbreken van een Nederlands telefoonnummer kon hij de tweefactorauthenticatie die nodig was om de inschrijving te voltooien, niet doorlopen. Uiteindelijk is de herinschrijving van [appellant] geannuleerd. Hiertegen heeft hij bezwaar gemaakt en is hij eind oktober 2022 bij wijze van schikking alsnog met terugwerkende kracht per 1 september 2022 ingeschreven. [appellant] heeft daarop het instellingscollegegeldtarief voldaan. [appellant] heeft vervolgens contact gehad met een jaarcoördinator vanwege de inmiddels opgelopen studievertraging in het lopende studiejaar en heeft toen vernomen dat er enkel fysiek onderwijs werd gegeven.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:777
Datum uitspraak
26 februari 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Studentenzaken
  • uitspraakin de zaak202405624/1/A2

202406872/1/A2

Bij beslissing van 2 mei 2024 heeft de Examencommissie Geneeskunde van de Universiteit Utrecht (hierna: de examencommissie) een verzoek van [appellant] om verlenging van de geldigheidsduur van de studieresultaten voor Blok Blauw en Keuzemaster 1 gedeeltelijk ingewilligd en gedeeltelijk afgewezen. [appellant] volgt sinds 2018 in deeltijd de masteropleiding Geneeskunde CRU+ aan de Universiteit Utrecht. Op 5 april 2024 heeft hij de examencommissie verzocht om de geldigheidsdatum van de studieresultaten voor Blok Blauw en Keuzemaster 1 te verlengen tot 2 april 2029. Hij bevond zich toen in het tweede jaar van zijn masteropleiding. [appellant] heeft ter onderbouwing van zijn verzoek gewezen op door hem opgelopen studievertraging die het gevolg is van persoonlijke omstandigheden, organisatorische problemen bij de opleiding en capaciteitsproblemen bij het volgen van coschappen als gevolg van de coronapandemie. Bij de beslissing van 2 mei 2024 heeft de examencommissie de geldigheidsduur van de studieresultaten van Blok Blauw en Keuzemaster 1 vanwege de persoonlijke omstandigheden van [appellant] verlengd tot 31 augustus 2025.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:747
Datum uitspraak
26 februari 2025
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Studentenzaken
  • uitspraakin de zaak202406872/1/A2

202407173/1/A2

Bij beslissing van 12 juli 2024 heeft de examencommissie van de faculteit Instituut voor Recht aan [appellante] een bindend negatief studieadvies gegeven. [appellante] is in het studiejaar 2022/23 begonnen met de bacheloropleiding rechten aan de Hogeschool Utrecht. Zij heeft in haar eerste studiejaar 45 studiepunten behaald. Hiermee heeft [appellante] niet voldaan aan de studievoortgangsnorm van 50 studiepunten. De examencommissie heeft in de persoonlijke omstandigheden van [appellante] aanleiding gezien om het bindend studieadvies met een jaar op te schorten. Aan deze opschorting heeft de examencommissie de voorwaarde verbonden dat [appellante] aan het eind van het studiejaar 2023/24 alle 60 studiepunten van de propedeutische fase moet hebben behaald om alsnog een positief studieadvies te krijgen. In het studiejaar 2023/24 heeft [appellante] in totaal vijftien studiepunten behaald, waarvan vijf studiepunten uit de propedeutische fase. De examencommissie heeft het verzoek van [appellante] om haar studieadvies nogmaals op te schorten afgewezen en haar een BNSA gegeven.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:745
Datum uitspraak
26 februari 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Studentenzaken
  • uitspraakin de zaak202407173/1/A2

202500661/1/V3

Bij besluit van 1 januari 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie de vreemdeling een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd. De vreemdeling is op 1 januari 2025 vanuit Taipei op Schiphol aangekomen. Hij heeft daar asiel aangevraagd. De minister heeft hem vervolgens in grensdetentie geplaatst op grond van artikel 6, derde lid, van de Vw 2000. De minister legt deze grensdetentie ten uitvoer in het Justitieel Complex Schiphol. Deze uitspraak gaat over de vraag of het JCS een gespecialiseerde bewaringsaccommodatie is in de zin van artikel 10, eerste lid, van de Opvangrichtlijn. De rechtbank heeft op 24 januari 2025 met toepassing van artikel 8:50 van de Awb in het JCS een onderzoek ter plaatse ingesteld. De rechtbank heeft de bevindingen van dit onderzoek weergegeven in haar door de minister aangevallen uitspraak van 31 januari 2024, ECLI:NL:RBDHA:2025:1161. Zij heeft op basis van die bevindingen geconcludeerd dat het JCS geen gespecialiseerde bewaringsaccommodatie is en dat de grensdetentie van de vreemdeling daarom onrechtmatig is. De minister komt op tegen het oordeel van de rechtbank dat het JCS te veel het karakter van een gevangenis heeft om te gelden als gespecialiseerde bewaringsaccommodatie.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:789
Datum uitspraak
26 februari 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202500661/1/V3
  • persberichtbij de uitspraak in de zaak202500661/1/V3

202304376/1/V3

Bij besluit van 20 juni 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om de vreemdelingen een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:716
Datum uitspraak
25 februari 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202304376/1/V3

202406427/2/R2

Bij besluit van 27 juni 2024 heeft de raad van de gemeente Drimmelen het bestemmingsplan "Munnikenhof, Terheijden" vastgesteld. Het plan voorziet in de herontwikkeling van agrarische gronden naar woningbouw. Er worden maximaal 81 woningen mogelijk gemaakt tussen de straten Kalkvliet en Munnikenhof. Het plan voorziet in de herontwikkeling van agrarische gronden naar woningbouw. Er worden maximaal 81 woningen mogelijk gemaakt tussen de straten Kalkvliet en Munnikenhof. Verzoekers kunnen zich niet verenigen met het plan, omdat zij onder andere vrezen voor verkeersoverlast en wateroverlast. Zij hebben verzocht om een voorlopige voorziening tot uitspraak is gedaan in de bodemprocedure om onomkeerbare gevolgen te voorkomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:713
Datum uitspraak
25 februari 2025
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202406427/2/R2

202406981/2/R2

Bij besluit van 17 september 2024 heeft de raad van de gemeente Eersel het bestemmingsplan "Beekherstel de Run Stevert - Landgoed de Vloete" vastgesteld. Het plan voorziet in natuurontwikkeling en de realisatie van landgoed De Vloete. Ten behoeve van de natuurontwikkeling worden agrarische gronden als natuur bestemd. Op het landgoed wordt voorzien in drie woningen en de herontwikkeling van een veehouderij naar een (kleinschalig) paardenpension. Ook wordt voorzien in een uitkijktoren. [verzoeker] kan zich niet vinden in het plan, omdat hij onder andere vreest voor schending van zijn privacy door de uitkijktoren en zich niet kan vinden in de drie woningen die worden gerealiseerd. [verzoeker] verzoekt om schorsing van het bestemmingsplan totdat uitspraak is gedaan in de bodemprocedure gericht tegen de vaststelling van het bestemmingsplan. [verzoeker] vreest voor onomkeerbare gevolgen, met name wanneer wordt begonnen met de werkzaamheden in het kader van het projectplan Waterwet.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:712
Datum uitspraak
25 februari 2025
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202406981/2/R2

202407656/1/V3

Bij besluit van 30 april 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:717
Datum uitspraak
25 februari 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202407656/1/V3

202500858/1/V3 en 202500858/2/V3

Bij besluit van 25 oktober 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:715
Datum uitspraak
25 februari 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202500858/1/V3 en 202500858/2/V3

202500902/1/V3 en 202500902/2/V3

Bij besluit van 20 augustus 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:714
Datum uitspraak
25 februari 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202500902/1/V3 en 202500902/2/V3

BRS.24.000493

Bij besluit van 29 november 2024 heeft de minister de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:685
Datum uitspraak
25 februari 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaakBRS.24.000493

202302712/1/A2

[appellant] heeft op 30 september 2021 zorgtoeslag aangevraagd voor het jaar 2020. Deze aanvraag is bij besluit van 2 november 2021 afgewezen omdat de aanvraag te laat, namelijk na 1 september 2021 is ingediend. Bij besluit van 11 januari 2022 is het verzoek van [appellant] om herziening van dit besluit afgewezen. Het bezwaar hiertegen is bij besluit van 24 maart 2022 ongegrond verklaard. Bij uitspraak van 21 februari 2023 heeft de rechtbank het daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. Tegen deze uitspraak heeft [appellant] hoger beroep ingesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:909
Datum uitspraak
25 februari 2025
  • Mondelinge uitspraak
  • Geld
  • uitspraakin de zaak202302712/1/A2

202401633/1/A2

[appellante] heeft subsidie voor praktijkleren ontvangen ten bedrage van € 3.679,08, voor de begeleiding van een leerling van het MBO. Voor het verkrijgen van de subsidie moet aan een aantal voorwaarden worden voldaan. Bij besluit van 19 april 2022 heeft de minister de subsidievaststelling van 16 december 2021 ingetrokken en het subsidiebedrag opnieuw vastgesteld op € 256,68, omdat niet werd voldaan aan de gestelde voorwaarden. Dit betekent dat [appellante] een terugbetalingsverplichting van € 3.422,40 heeft. De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft het hiertegen gemaakte bezwaar bij besluit van 21 december 2022 ongegrond verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:816
Datum uitspraak
25 februari 2025
  • Hoger beroep
  • Mondelinge uitspraak
  • Onderwijs
  • Subsidie
  • uitspraakin de zaak202401633/1/A2

202307362/1/V3

Bij besluit van 7 juni 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:709
Datum uitspraak
24 februari 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202307362/1/V3

202307472/1/V3

Bij besluit van 22 september 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:708
Datum uitspraak
24 februari 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202307472/1/V3

202400169/1/V3

Bij besluit van 9 april 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om afgifte van een document als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Vw 2000, waaruit rechtmatig verblijf als gemeenschapsonderdaan blijkt, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:683
Datum uitspraak
24 februari 2025
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202400169/1/V3

202402393/1/V2 en 202402393/3/V2

Bij besluit van 30 mei 2023 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:726
Datum uitspraak
24 februari 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202402393/1/V2 en 202402393/3/V2

202403685/1/V1

De vreemdeling heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op een aanvraag om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:707
Datum uitspraak
24 februari 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202403685/1/V1

202405771/1/V3

Bij besluit van 7 november 2023 heeft de minister van Buitenlandse Zaken een aanvraag om de vreemdeling een visum voor kort verblijf te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:706
Datum uitspraak
24 februari 2025
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202405771/1/V3

202407629/1/V3

Bij besluit van 8 oktober 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:705
Datum uitspraak
24 februari 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202407629/1/V3

202407740/1/V2

Bij besluit van 30 september 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:704
Datum uitspraak
24 februari 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202407740/1/V2

202500191/1/V1

Bij besluit van 21 augustus 2024 heeft het het Centraal Orgaan opvang asielzoekers de verstrekkingen aan de vreemdeling krachtens de Regeling verstrekkingen asielzoekers en andere categorieën vreemdelingen 2005 beëindigd met ingang van 23 juli 2024.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:703
Datum uitspraak
24 februari 2025
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202500191/1/V1

202500522/1/V3 en 202500522/2/V3

Bij besluit van 14 oktober 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:701
Datum uitspraak
24 februari 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202500522/1/V3 en 202500522/2/V3

202500678/2/V2

Bij besluit van 26 november 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen, een terugkeerbesluit genomen en een inreisverbod tegen hem uitgevaardigd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:702
Datum uitspraak
24 februari 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202500678/2/V2

202500755/2/V3

Bij besluit van 3 januari 2025 heeft de minister een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:700
Datum uitspraak
24 februari 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202500755/2/V3

202305845/2/A3

[appellant] heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Midden­Nederland van 4 augustus 2023 in zaak nr. 23/105. De burgemeester van Almere heeft de vertrouwelijke versies van een aantal gedingstukken overgelegd en met verwijzing naar artikel 8:29 van de Awb medegedeeld dat uitsluitend de Afdeling kennis zal mogen nemen van deze stukken. De hoofdzaak gaat over de oplegging en verlenging van een huisverbod. De burgemeester heeft de Afdeling wegens het bestaan van gewichtige redenen verzocht te bepalen dat alleen de Afdeling van de vertrouwelijk overgelegde stukken kennis zal nemen. De burgemeester heeft aan zijn verzoek ten grondslag gelegd dat hij dit noodzakelijk acht omdat de stukken gevoelige informatie bevatten die bij openbaarmaking daarvan ernstige gevolgen voor betrokkenen kunnen hebben. De burgemeester betoogt dat het delen van de informatie hun privacy schendt en hun fysieke en/of sociale veiligheid in gevaar kan brengen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:689
Datum uitspraak
24 februari 2025
  • Geheimhoudingsbeslissing
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202305845/2/A3

202400965/3/R3 en 202400965/4

Bij besluit van 14 december 2023 heeft de raad van de gemeente Alphen aan den Rijn het bestemmingsplan "Rijnpark-Hoogewaard West, Koudekerk aan den Rijn" vastgesteld. Tegen dit besluit hebben onder meer [verzoeker A] en anderen beroep ingesteld. [verzoeker A] en anderen hebben de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen. Het bestemmingsplan voorziet in de realisatie van een bedrijventerrein aan de oostzijde van de kern van Koudekerk aan den Rijn. De totale oppervlakte van het bedrijventerrein bedraagt ongeveer 87.626 m2, waarvan ongeveer 64.530 m2 uitgeefbaar, zo staat in de plantoelichting. Het bedrijventerrein biedt ruimte aan bedrijven tot en met milieucategorie 3.2. [verzoeker A] en anderen exploiteren een caravanstalling aan de [locatie] te Koudekerk aan den Rijn, grenzend aan het plangebied, en wonen ook in de directe omgeving van het plangebied. Zij kunnen zich niet met het plan verenigen. In het bijzonder vrezen zij voor wateroverlast, aangezien hun gronden lager liggen dan het plangebied.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:691
Datum uitspraak
21 februari 2025
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak202400965/3/R3 en 202400965/4

202403927/1/V3

Bij besluit van 24 mei 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen en hem opgedragen Nederland binnen vier weken te verlaten (hierna: het terugkeerbesluit).

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:675
Datum uitspraak
21 februari 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202403927/1/V3

202405519/2/R2

Bij besluit van 2 juli 2024 heeft het college van burgemeester en wethouders van Altena het wijzigingsplan "Genderen: Doeverensestraat" vastgesteld. Aan de zuidwestzijde van Genderen ligt een langgerekt kavel aan de Doeverensestraat die in gebruik is voor agrarische doeleinden. Het plangebied ligt in het verlengde en aan de overkant van bestaande woningen aan die straat. Het plangebied heeft een oppervlakte van circa 1,3 hectare. De initiatiefnemer wenst het plangebied te ontwikkelen voor 11 vrijstaande woningen inclusief een landschappelijke inpassing daarvan. [verzoeker] en anderen zijn het niet eens met dit plan. Zij vrezen om verschillende redenen dat hun woon- en leefklimaat door dit plan wordt aangetast. Ook stellen zij dat niet duidelijk is dat vanuit de provincie ook daadwerkelijk zogenoemde ruimte voor ruimte titels zijn toegekend. De certificaten die betrekking zouden hebben op deze ruimte voor ruimte titels zijn onduidelijk, en niet goedgekeurd door een officiële instantie of een notaris, aldus [verzoeker] en anderen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:686
Datum uitspraak
21 februari 2025
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202405519/2/R2

202406904/2/R4

Het verzoek richt zich tegen het besluit van de raad van de gemeente Apeldoorn van 19 september 2024, waarbij het bestemmingsplan "Kayersmolen-Noord" is vastgesteld. De Stichting heeft de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen en het bestemmingsplan geheel of gedeeltelijk te schorsen. De voorzieningenrechter wijst het verzoek af.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:687
Datum uitspraak
21 februari 2025
  • Mondelinge uitspraak
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202406904/2/R4

202407478/4/V3

Bij besluit van 23 november 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie de vreemdeling een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:697
Datum uitspraak
21 februari 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202407478/4/V3

202407491/4/V3

Bij besluit van 22 november 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie de vreemdeling een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:699
Datum uitspraak
21 februari 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202407491/4/V3

202407504/3/V3

Bij besluit van 13 november 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie de vreemdeling een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:698
Datum uitspraak
21 februari 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202407504/3/V3

202500595/2/V2

Bij besluit van 2 oktober 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:674
Datum uitspraak
21 februari 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202500595/2/V2

202500654/2/V2

Bij besluit van 7 oktober 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:673
Datum uitspraak
21 februari 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202500654/2/V2

202500685/2/R4

Bij besluit van 3 april 2024 heeft het college van gedeputeerde staten van Gelderland aan MRB twee lasten onder dwangsom opgelegd. MRB is gevestigd aan de Ettenseweg 3 in Ulft (hierna: het perceel). Zij verhuurt containers voor het afvoeren naar haar bedrijf van afval, dat daar wordt ingenomen, opgeslagen en bewerkt. Daarnaast biedt zij de mogelijkheid om anders dan in door haar verhuurde containers afval naar haar bedrijf te brengen. Ook dit afval wordt door haar ingenomen, opgeslagen en bewerkt. Volgens het college is die laatste activiteit niet toegestaan op grond van het ter plaatse geldende bestemmingsplan "Buitengebied Oude IJsselstreek 2017". De aan MRB opgelegde last, zoals gewijzigd bij het besluit op bezwaar van 27 augustus 2024, houdt in dat MRB het gebruik van het perceel "ten behoeve van de inname van los stort (hiermee bedoelen wij afval wat dan wel door u dan wel door particulieren, bedrijven en andere derden buiten de door u verhuurde containers om naar uw inrichting wordt gebracht) en het bewerken van dit afval" moet staken en gestaakt houden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:672
Datum uitspraak
21 februari 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202500685/2/R4

202300285/2/A3

Bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 6 februari 2025, heeft [verzoeker] verzocht om wraking van staatsraad mr. C.H. Bangma (hierna: de staatsraad) als lid van de enkelvoudige kamer van de Afdeling belast met de behandeling van de zaak nr. 202300285/1/A3. [verzoeker] heeft het verzoek gedaan omdat de staatsraad voorafgaand aan de zitting zijn beroep op betalingsonmacht ten onrechte heeft afgewezen en de staatsraad op de zitting heeft geweigerd om het beroep van [verzoeker] op betalingsonmacht te bespreken, dan wel te motiveren waarom hij dit heeft afgewezen. Deze gang van zaken heeft bij [verzoeker] de indruk gewekt dat de staatsraad vooringenomen is.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:693
Datum uitspraak
21 februari 2025
  • Wraking
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak202300285/2/A3

202300458/1/V1

Bij besluiten van 9 februari 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen om de vreemdelingen een machtiging tot voorlopig verblijf, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:661
Datum uitspraak
20 februari 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202300458/1/V1

202301259/1/V1

Bij besluit van 30 september 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een inreisverbod tegen de vreemdeling uitgevaardigd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:666
Datum uitspraak
20 februari 2025
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202301259/1/V1

202403391/3/R3

Bij besluit van 4 april 2024 heeft de raad van de gemeente Raalte het bestemmingsplan "Buitengebied Raalte, P+R Heino" vastgesteld. Met het verzoek willen Kinderoord Schaarshoek B.V. en Summercamp Heino B.V. voorkomen dat de bomen en de beplanting op de gronden binnen de bestemming "Verkeer - Railverkeer" aanwezig zijn worden gekapt respectievelijk worden verwijderd. De voorzieningenrechter stelt vast dat in het bestemmingsplan geen vergunningvereiste voor het verwijderen, kappen of rooien van bomen of andere opgaande beplanting voor de gronden met de bestemming "Verkeer - Railverkeer" is opgenomen. In het voorheen geldende plan "Buitengebied Raalte geconsolideerd 2020" was daarvoor wel een omgevingsvergunning vereist. Uit de door Kinderoord Schaarshoek B.V. en Summercamp Heino B.V. overgelegde stukken blijkt dat inmiddels een melding voor het kappen is ingediend bij de provincie Overijssel. Verder is gebleken dat gepland is om op 19 februari 2025 te starten met deze werkzaamheden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:690
Datum uitspraak
20 februari 2025
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Overijssel
  • uitspraakin de zaak202403391/3/R3

202404571/1/V3

Bij besluit van 28 juni 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:670
Datum uitspraak
20 februari 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202404571/1/V3

202406683/1/V1

Bij besluit van 6 september 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:671
Datum uitspraak
20 februari 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202406683/1/V1

202406785/2/R4

Bij besluit van 10 maart 2022 heeft het college aan [verzoekster] toestemming verleend voor het treffen van een andere maatregel van gelijkwaardig niveau als bedoeld in artikel 1.8 van het Activiteitenbesluit milieubeheer. Aan de Binnenweg 80 in Heemstede is onlangs een supermarkt met ondergrondse parkeergarage met 102 parkeerplaatsen gerealiseerd. [verzoekster] is de moedermaatschappij van de eigenaar van het gebouw. In artikel 3.26e van het Activiteitenbesluit, in samenhang gelezen met artikel 3.27l van de Activiteitenregeling milieubeheer (hierna: de Activiteitenregeling) staan regels waaraan parkeergarages met meer dan 20 parkeerplaatsen moeten voldoen. Voor zover hier van belang moet de lucht van de mechanische ventilatie verticaal worden uitgeblazen op ten minste 1 m boven de hoogste daklijn van een gebouw binnen 25 m van die uitblaasopening. [partij] woont tegenover de inrit van de parkeergarage, op ongeveer 50 m afstand van de uitblaasopening. Hij vreest dat de luchtkwaliteit bij zijn woning verslechtert doordat de uitblaasopening niet voldoet aan de voorgeschreven hoogte.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:608
Datum uitspraak
20 februari 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Milieu - Overige
  • uitspraakin de zaak202406785/2/R4

202407958/1/V3 en 202407958/2/V3

Bij besluit van 11 oktober 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om de vreemdeling een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:669
Datum uitspraak
20 februari 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202407958/1/V3 en 202407958/2/V3

202500383/2/V1

De vreemdeling heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op een aanvraag om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:668
Datum uitspraak
20 februari 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202500383/2/V1

202500483/1/A2

Het verzoek richt zich tegen het besluit van de staatssecretaris Funderend Onderwijs en Emancipatie van 6 januari 2025, waarbij de staatssecretaris heeft bepaald dat de bekostiging van het Cornelius Haga Lyceum met ingang van de maand januari 2025 voor drie maanden met telkens 15% van 1/12e deel van de jaarlijkse bekostiging wordt opgeschort, of totdat SIO de tekortkomingen, zoals beschreven in het rapport van het (tweede) herstelonderzoek kwaliteit school van 8 juli 2024, heeft hersteld. De opschorting van de bekostiging is op dit moment te ingrijpend. Gelet hierop ziet de voorzieningenrechter aanleiding het besluit van 6 januari 2025 te schorsen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:815
Datum uitspraak
20 februari 2025
  • Mondelinge uitspraak
  • Voorlopige voorziening
  • Onderwijs
  • uitspraakin de zaak202500483/1/A2

202500516/1/V2 en 202500516/2/V2

Bij besluit van 30 augustus 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:667
Datum uitspraak
20 februari 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202500516/1/V2 en 202500516/2/V2

202500666/2/V2

Bij besluit van 30 augustus 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:695
Datum uitspraak
20 februari 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202500666/2/V2

202501048/2/V3

Bij besluit van 3 februari 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie de vreemdeling een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:696
Datum uitspraak
20 februari 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202501048/2/V3

202501060/2/V3

Bij besluit van 3 februari 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie de vreemdeling een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:694
Datum uitspraak
20 februari 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202501060/2/V3

BRS.25.000105

Bij besluit van 16 december 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:606
Datum uitspraak
20 februari 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000105

202203711/6/R4

Bij besluit van 8 maart 2022 heeft de raad van de gemeente Lopik het bestemmingsplan "Landelijk gebied" vastgesteld. Op de percelen aan de [locatie 1] en [locatie 2] rust een woonbestemming. Op de naastgelegen gronden, die geen huishummer hebben, rust de bestemming "Detailhandel" met de functieaanduiding 'tuincentrum'. Dat bestemmingsvlak beslaat de kadastrale percelen 2350, 2351, 2352, 2353 en 1526. [verzoeker] is eigenaar van de kadastrale percelen 2350 en 2352 en exploiteert daarop een tuincentrum. Deze twee percelen beslaan het grootste deel van het bestemmingsvlak. [verzoeker] heeft de voorzieningenrechter ten eerste verzocht om een voorlopige voorziening te treffen waardoor het bestemmingsplan "Tweede herziening bestemmingsplan Landelijk gebied" enkel in werking treedt op zijn kadastrale percelen 2350 en 2352 en niet op de andere drie kadastrale percelen binnen het bestemmingsvlak met de bestemming "Detailhandel".

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:617
Datum uitspraak
19 februari 2025
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Utrecht
  • uitspraakin de zaak202203711/6/R4

202206348/2/R3

[verzoeker sub 2A] en [verzoeker sub 2B] en [verzoeker sub 1A] en [verzoeker sub 1B] hebben beroep ingesteld tegen het besluit van 13 juli 2022, waarbij de raad van de gemeente Noordenveld het bestemmingsplan "Peize-Zuid" heeft vastgesteld. Het bestemmingsplan voorziet in de realisatie van 150 woningen tussen de Oostingslaan en de Achteromweg in Peize. De raad heeft op 3 februari 2025 in het gemeenteblad bekendgemaakt dat hij van plan is om verschillende beplanting tussen de Oostingslaan en de Achteromweg te laten kappen en/of rooien. Het gaat om 59 eiken, 8 berken, 4 wilgen, 1 lijsterbes, 14 elzen, 2 beuken, 2 linden, 1 kers, 1 kastanje, 1 esdoorn, 4 fruitbomen en 5590 m2 struiken (bosplantsoen) bestaande uit o.a. populier, wilg, els, kers. [verzoeker sub 2A] en [verzoeker sub 2B] en [verzoeker sub 1A] en [verzoeker sub 1B] hebben de voorzieningenrechter verzocht om hangende hun beroep een voorlopige voorziening te treffen, waardoor het kappen en rooien van de beplanting in het plangebied niet plaats kan vinden, totdat uitspraak is gedaan over hun beroepen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:607
Datum uitspraak
19 februari 2025
  • Mondelinge uitspraak
  • Voorlopige voorziening
  • Kapvergunningen
  • RO - Drenthe
  • uitspraakin de zaak202206348/2/R3

202302693/1/V2

Bij besluit van 1 februari 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om [de vreemdeling] een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:609
Datum uitspraak
19 februari 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202302693/1/V2
vorige pagina1...404142...1.215volgende pagina

Facetten
Gepubliceerd
  • Uitspraken uit
Type uitspraak
Proceduresoort
Rechtsgebied
Bevat

Raad van State

De Raad van State is onafhankelijk adviseur van regering en parlement over wetgeving en bestuur en hoogste algemene bestuursrechter van het land.

  • Meer over ons
  • Vacatures

Contact

De Raad van State bevindt zich in het centrum van Den Haag. Wilt u in contact komen met ons of wilt u ons bezoeken voor een zitting?

  • Telefoon
  • Locatie en route
  • Post en e-mail
  • Digitaal procederen
  • Wet open overheid
  • Nieuwe zaak starten

Altijd op de hoogte

Ontvang ons nieuws via de abonnementenservice in uw mailbox. Op de hoogte gehouden worden over uitspraken die gedaan worden in bepaalde zaken? Meld u dan aan voor de e-mailservice. Of bekijk de voortgang van een bepaalde procedure bij de Afdeling bestuursrechtspraak.

  • Abonnementenservice
  • E-mailservice uitspraken
  • Voortgang procedure
  • Aanvragen oude uitspraken

Toegankelijkheid | Privacy | Cookiebeleid

Volg ons

  • Bluesky
  • LinkedIn
  • Instagram
  • Mastodon