Ga naar de inhoud
(naar homepage)
lees voor
Direct naar
  • en (Information in English)
  • de (Deutsche Informationen)
  • fr (Informations en français)
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
  • Actueel
    • Nieuws
    • Zittingsagenda
    • Persagenda
    • Evenementen
    • Piet Hein Donner Scriptieprijs
  • Adviezen
  • Uitspraken
  • Publicaties
    • Brochures
    • Studies en onderzoeken
    • Regelingen
    • Consultaties
    • Jaarverslagen
    • Toespraken vice-president
  • Over ons
    • Raad van State in het kort
    • Organisatie
    • Advisering
    • Bestuursrechtspraak
    • Begrotingstoezicht
    • Toetsing Klimaatwet
    • Geschiedenis
    • Raad van State in beeld
  • Zoeken
  • en
  • de
  • fr
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
Zoeken

  1. Home ›
  2. Uitspraken

Uitspraken

De Afdeling bestuursrechtspraak toetst of de overheid het recht goed heeft toegepast bij het nemen van een besluit. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Bestuursrechtspraak.


aantal resultaten: 120.285
aantal resultaten per pagina

Toon overzicht van de actuele uitspraken:

  • Hoofdzaken
  • Voorlopige voorzieningen
  • Interessant voor de media

202407255/2/V1

Bij besluit van 17 juli 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5042
Datum uitspraak
4 december 2024
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202407255/2/V1

BRS.24.000214

Bij besluit van 22 mei 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4936
Datum uitspraak
4 december 2024
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaakBRS.24.000214

BRS.24.000274

Bij besluit van 19 juni 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4940
Datum uitspraak
4 december 2024
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaakBRS.24.000274

BRS.24.000424

Bij besluit van 23 oktober 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4922
Datum uitspraak
4 december 2024
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaakBRS.24.000424

202101642/1/R2

Bij besluit van 31 juli 2019 heeft het college van gedeputeerde staten van Noord-Holland aan GEM Bloemendalerpolder C.V. op grond van artikel 3.8, eerste lid, artikel 3.10, tweede lid, en artikel 3.34, derde lid, van de Wet natuurbescherming een ontheffing van de verboden in artikel 3.5, eerste, tweede, derde en vierde lid, van de Wnb, artikel 3.6, tweede lid, van de Wnb, artikel 3.10, eerste lid onder b, van de Wnb en artikel 3.34, eerste lid, van de Wnb verleend ten aanzien van werkzaamheden op vier locaties voor de soorten heikikker, rugstreeppad, platte schijfhoren, ringslang, wezel en hermelijn. De rechtbank is, na behandeling van de beroepsgronden van de stichting over de dwingende reden van groot openbaar belang, het ontbreken van alternatieve oplossingen en de gunstige staat van instandhouding, tot het oordeel gekomen dat geen van de betogen slagen en dat het besluit op bezwaar van 3 april 2020 in stand kan blijven. Volgens de rechtbank mocht het college, voor de onderbouwing dat sprake is van een dwingende reden van groot openbaar belang en dat er geen alternatieve oplossingen zijn, verwijzen naar de onderbouwing in de totaalontheffing.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4983
Datum uitspraak
4 december 2024
  • Hoger beroep
  • Natuurbescherming
  • uitspraakin de zaak202101642/1/R2

202200426/1/R3

Bij besluit van 24 november 2021 heeft de raad van de gemeente Hengelo het bestemmingsplan "Vooroorlogse Wijken omgeving Heemafterrein-Bornsestraat" vastgesteld. Het bestemmingsplan ziet op een deel van het voormalige Heemafterrein in Hengelo. Het plan maakt een woontoren mogelijk met maximaal 72 wooneenheden en een maximale bouwhoogte van 40 m ten zuiden en oosten van de Oude Algemene Begraafplaats met poortgebouw gelegen aan de Bornsestraat. Daarnaast maakt het plan 22 grondgebonden woningen mogelijk op de gronden gelegen tussen de Bornsestraat en de vijver met de contour van het voormalige "Huys Hengelo", een gemeentelijk monument. Stichting ’t Neutje, Erfgoedvereniging Heemschut en Stichting Erfgoed Hengelo en andere vrezen dat die ontwikkelingen de cultuurhistorische waarden rondom het plangebied zullen aantasten. Het plangebied wordt namelijk omringd door meerdere historische monumenten. zoals de rijksmonumenten het poortgebouw, de Oude Algemene Begraafplaats en de Locomotief, een voormalig kantoorgebouw van de Heemaffabriek, het gemeentelijke monument "Heim" en de restanten van het gemeentelijk monument "Huys Hengelo".

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5005
Datum uitspraak
4 december 2024
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • RO - Overijssel
  • uitspraakin de zaak202200426/1/R3

202201402/1/R4

Bij besluit van 10 maart 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Soest [appellant A] onder oplegging van een dwangsom gelast twee van de drie zelfstandige woningen op het perceel [locatie] te Soest op te heffen en opgeheven te houden. [appellant] is eigenaar van de woning op het perceel en woont op de begane grond van deze woning. Tijdens een controle van een toezichthouder op 11 februari 2019 is geconstateerd dat in deze woning drie zelfstandige woningen zijn gerealiseerd. Iedere woning beschikt over een zelfstandige toegang, toilet, badkamer en keuken. De twee woningen op de begane grond zijn geheel van elkaar gescheiden. Het college heeft hiertegen handhavend opgetreden omdat deze drie woningen zonder omgevingsvergunning zijn gerealiseerd en in stand worden gehouden. Volgens het college is dit in strijd met artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a en c, en artikel 2.3a, eerste lid, van de Wabo. [appellant] betoogt dat de rechtbank ten onrechte heeft overwogen dat hij in strijd heeft gehandeld met artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c, en artikel 2.3a, eerste lid, van de Wabo.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5007
Datum uitspraak
4 december 2024
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202201402/1/R4

202201463/1/R3

Bij besluit van 25 januari 2022 heeft de raad van de gemeente Zuidplas het bestemmingsplan "Reparatieplan Herziening Zuidplaspolder 1" vastgesteld. Bij uitspraak van 28 oktober 2020, ECLI:NL:RVS:2020:2506, heeft de Afdeling het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan "Herziening Zuidplaspolder 1" deels vernietigd. Naar aanleiding van deze gedeeltelijke vernietiging heeft de raad voor vijf locaties een nieuw bestemmingsplan vastgesteld, "Reparatieplan Herziening Zuidplaspolder 1". Glastuinbouw Nederland, [appellant sub 2], [appellante sub 3] en [appellante sub 4] zijn het niet eens met dit bestemmingsplan en hebben, na het indienen van zienswijzen, beroep ingesteld. Glastuinbouw Nederland is een overkoepelende organisatie die opkomt voor de belangen van glastuinbedrijven en voor het behoud van glastuingebieden in Nederland. [appellant sub 2] is eigenaar van het perceel [locatie 1] in Zevenhuizen en exploiteert daar een tuinbouwbedrijf; het perceel heeft in het plan de bestemming "Agrarisch - Glastuinbouw".

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4979
Datum uitspraak
4 december 2024
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak202201463/1/R3

202201903/1/R1

Bij besluit van 1 juli 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amersfoort aan [appellante sub 1] een omgevingsvergunning verleend voor het vergroten van de eerste verdieping van haar woning aan de [locatie A] in Amersfoort. Het bouwplan voorziet in de vergroting van de tweede bouwlaag van de woning. De bestaande tweede bouwlaag beslaat slechts een deel van de oppervlakte van de eerste bouwlaag van de woning en bevindt zich aan de voorzijde van de woning. De bestaande tweede bouwlaag zal zodanig worden uitgebreid dat nagenoeg de gehele oppervlakte van de eerste bouwlaag wordt bebouwd; één gevel zal ten opzichte van de gevel op de begane grond terugliggend worden gerealiseerd. De rechtbank heeft geoordeeld dat het bouwplan in strijd is met artikel 24.1 van het bestemmingsplan en dat het college zich op het standpunt mocht stellen dat het bouwplan in strijd is met een goede ruimtelijke ordening, vanwege de vermindering van zonlicht, uitzicht en privacy op het naastgelegen perceel.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5013
Datum uitspraak
4 december 2024
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202201903/1/R1

202202427/1/R3

Bij besluit van 15 februari 2022 heeft de raad van de gemeente Westland het bestemmingsplan "Watergat Monster" vastgesteld. Het plan maakt een woongebied met 130 woningen ten noorden van Monster mogelijk, tussen de Rijnweg en de Slaperdijk. Het plangebied grenst aan het Natura 2000-gebied "Solleveld & Kapittelduinen". De Vereniging heeft onder meer als doel het bijdragen aan de natuur- en landschapsbescherming in brede zin in onder meer de gemeente Westland. Zij kan zich onder meer niet met het plan verenigen vanwege de gevolgen daarvan voor het naastgelegen Natura 2000-gebied. Volgens haar had de raad aan de gronden in het plangebied een natuurbestemming moeten toekennen in plaats van een woonbestemming. OWBZ is eigenaar van de gronden en BPD wil het plan gaan ontwikkelen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5003
Datum uitspraak
4 december 2024
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak202202427/1/R3

202203362/1/A2

Bij besluit van 30 oktober 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag aan [appellant sub 1] een vergunning verleend voor het omzetten van de zelfstandige woonruimte aan de [locatie] te Den Haag in onzelfstandige woonruimte voor vier personen. [appellant sub 1] is eigenaar van het pand aan de [locatie] te Den Haag. Hij heeft een vergunning aangevraagd om de woning om te zetten in onzelfstandige woonruimte voor vier personen. Op grond van de Huisvestingsverordening 2019, zoals deze gold van 2 april 2020 tot en met 23 december 2020 en van toepassing was ten tijde van het besluit van 29 oktober 2020, mogen zelfstandige woonruimten in alle wijken van Den Haag niet worden omgezet in onzelfstandige woonruimte voor vier of meer personen zonder vergunning van het college.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5004
Datum uitspraak
4 december 2024
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202203362/1/A2

202203459/1/R3

Bij besluit van 19 april 2022 heeft de raad de gemeente Molenlanden het bestemmingsplan "[locatie], Oud-Alblas" vastgesteld. Het perceel aan de [locatie] te Oud-Alblas is gelegen aan de rivier de Alblas. Op het perceel zijn een bedrijfswoning, een bijgebouw en een bedrijfspand aanwezig. Het bestemmingsplan voorziet in de wijziging van de bedrijfswoning naar een burgerwoning en de sanering van de overige bebouwing op het perceel om een bijgebouw bij deze burgerwoning én nog een woning met een bijgebouw te realiseren. [appellant A] en [appellant B] wonen aan de over- en zuidkant van de Alblas, schuin tegenover het perceel. Zij zijn het niet eens met dit plan. Zij vinden dat het karakter van het gebied in het plan niet wordt gerespecteerd en dat het plan in strijd met beleid is vastgesteld. [appellant A] en [appellant B] betogen dat de raad het vertrouwensbeginsel heeft geschonden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5010
Datum uitspraak
4 december 2024
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak202203459/1/R3

202203617/1/A3

Bij besluit van 9 april 2019 heeft de burgemeester van Den Haag het verzoek van de stichting om handhavend op te treden tegen de Stichting as-Soennah moskee, afgewezen. De stichting heeft de burgemeester verzocht om handhavend op te treden tegen de moskee, bijvoorbeeld door het sluiten van de moskee, het opleggen van een gebiedsverbod aan een nader genoemde gast imam dan wel het stilleggen van de website van de moskee. Volgens de stichting zouden predikers van de moskee geweld tegen en onderdrukking van vrouwen en ongelovigen aanmoedigen. De burgemeester geeft in zijn reactie op het verzoek te kennen dat hij onderschrijft dat dit zorgelijk is, maar dat geen beginselplicht tot handhaving bestaat, omdat de moskee geen concrete wettelijke norm heeft overtreden. Daarom kan de stichting het inzetten van de bevoegdheden die zijn neergelegd in de artikelen 172 en 174 van de Gemeentewet niet afdwingen. Ook kunnen deze wetsartikelen niet worden gebruikt om een gebedshuis te sluiten omdat dat in strijd is met artikel 6 van de Grondwet.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4989
Datum uitspraak
4 december 2024
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202203617/1/A3

202203922/1/A2

Bij besluit van 13 mei 2019 heeft de minister voor Langdurige Zorg en Sport de aanvraag van [appellant] om herregistratie in het BIG-register afgewezen. [appellant] is sinds 1998 ingeschreven in het BIG-register als fysiotherapeut. Hij heeft op 10 februari 2019 verzocht om zijn inschrijving, die afliep op 31 december 2018, te verlengen. Bij brieven van 14 februari 2019, 6 maart 2019 en 26 maart 2019 heeft de minister aan [appellant] gevraagd om met bewijsstukken aan te tonen dat hij voldoet aan de urennorm voor herregistratie. In zijn besluit van 13 mei 2019 heeft de minister geconcludeerd dat [appellant] niet heeft aangetoond dat hij, in de periode van 12 februari 2014 tot en met 31 december 2018, minimaal 2.080 uur werkzaamheden heeft verricht binnen het deskundigheidsgebied van een fysiotherapeut. Uit zijn bewijsstukken blijkt niet welke werkzaamheden hij heeft uitgevoerd en voor hoeveel uren. Dat betekent dat zijn aanvraag niet voldoet aan de wettelijke eisen voor verlenging van de inschrijving. De minister heeft er verder op gewezen dat [appellant] om aanvullende bewijsstukken is gevraagd en hij daar niet op heeft gereageerd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5001
Datum uitspraak
4 december 2024
  • Hoger beroep
  • Gezondheidszorg
  • uitspraakin de zaak202203922/1/A2

202204364/1/A2

Bij besluit van 29 oktober 2021 heeft de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat de aanvraag van [appellant] om subsidie op grond van de Subsidieregeling elektrische personenauto's particulieren afgewezen. Op 4 juni 2020 is de SEPP in de Staatscourant gepubliceerd (Stcrt. 2020, 28162). Met ingang van 1 juli 2020 is deze subsidieregeling in werking getreden. De regeling heeft tot doel om de aanschaf en lease van volledig elektrische personenauto’s in de kleinere en compacte middenklasse door particulieren te stimuleren teneinde de uitstoot van CO2 te verminderen. [appellant] heeft op 9 juli 2021 een tweedehands elektrische auto aangeschaft. Op 30 augustus 2021 heeft zij hiervoor subsidie aangevraagd op grond van de SEPP. Bij besluit van 29 oktober 2021, zoals gehandhaafd bij besluit van 17 november 2021, heeft de staatssecretaris deze aanvraag afgewezen, omdat het subsidiebudget op 28 augustus 2021 was uitgeput. De rechtbank heeft het hiertegen gerichte beroep ongegrond verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4985
Datum uitspraak
4 december 2024
  • Hoger beroep
  • Subsidie
  • uitspraakin de zaak202204364/1/A2

202206211/3/R2

Bij besluit van 5 juli 2022 heeft de raad van de gemeente Deurne het bestemmingsplan "Herstelbestemmingsplan buitengebied Deurne 2021" vastgesteld. [appellant] woont aan de [locatie] in Liessel. Het plan voorziet in de verwerking van het geactualiseerde beleid op het gebied van ruimtelijke ordening en in herstel van een aantal omissies. [appellant] is het op meerdere punten niet eens met het plan. Zij wil bijvoorbeeld dat de ondergrond van de verbeelding wordt aangepast aan de feitelijke en legale situatie. Daarnaast is zij het niet eens met de verruiming van de gebruiksmogelijkheden van agrarische gronden naast haar perceel. [appellant] betoogt dat de gebruiksmogelijkheden van het agrarische perceel [locatie]a ten onrechte worden verruimd doordat nu op de agrarische gronden niet alleen bedrijfsmatig, maar ook hobbymatig dieren mogen worden gehouden. Daarnaast is niet gespecificeerd hoeveel dieren hobbymatig mogen worden gehouden, waardoor de effecten van het gebruik voor haar woon- en leefklimaat niet duidelijk zijn en dus ook niet duidelijk zijn afgewogen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5002
Datum uitspraak
4 december 2024
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202206211/3/R2

202206647/1/R3

Bij besluit van 23 september 2022 heeft het het college van burgemeester en wethouders van Kampen aan het Waterschap Drents Overijsselse Delta een omgevingsvergunning verleend als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a en c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht voor het afwijken van het bestemmingsplan ten behoeve van de bouw en het gebruik van een windturbine aan de Oslokade 2 in Kampen. Bij besluit van 19 september 2022 heeft het college van GS aan het Waterschap Drents Overijsselse Delta een ontheffing verleend voor het overtreden van verbodsbepalingen van de Wet natuurbescherming als gevolg van de realisatie en het gebruik van een windturbine aan de Oslokade 2 in Kampen. [appellant A] en anderen zijn gevestigd aan de [locatie] in Kampen en de natuurlijke personen onder hen wonen op dat perceel in een bedrijfswoning. Het perceel ligt ten oosten van de vergunde windturbine aan de Oslokade 2 in Kampen en op ongeveer 270 m vanaf de mast van die windturbine.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5000
Datum uitspraak
4 december 2024
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Project strijd bestemmingsplan
  • uitspraakin de zaak202206647/1/R3

202206825/1/R3

Bij besluit van 10 maart 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Voorschoten de aanvraag van [appellant] voor een omgevingsvergunning voor het legaliseren van een geplaatst hekwerk afgewezen. De buitenplaats Ter Wadding is een rijksmonument bestaande uit diverse individuele rijksmonumenten, waaronder een landhuis en een historische tuin- en parkaanleg. In 2006 heeft de gemeente Voorschoten het landhuis inclusief één hectare grond verkocht en geleverd aan [appellant]. In 2016 heeft [appellant] een hekwerk geplaatst om zijn grond. Kort na het begin van de bouwwerkzaamheden heeft het college een handhavingstraject gestart, omdat [appellant] niet beschikte over een omgevingsvergunning voor de activiteiten bouwen, het gebruiken van gronden in strijd met het bestemmingsplan en het wijzigen van een rijksmonument. In 2017 heeft het college het handhavingstraject gestaakt, omdat [appellant] alsnog een vergunning voor het hekwerk had aangevraagd. Die vergunning heeft het college bij besluit van 25 maart 2020 geweigerd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4977
Datum uitspraak
4 december 2024
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202206825/1/R3

202206927/1/A3

Bij besluit van 24 december 2021 heeft de burgemeester van Ooststellingwerf [appellante] een last onder dwangsom van € 5.000,00 opgelegd. [appellante] heeft een winkel in Oldeberkoop. Daarin verkoopt zij kleding en decoratiematerialen. In verband met corona mocht zij in december 2021 geen klanten in haar winkel ontvangen. Dat heeft [appellante] toch meerdere keren gedaan. Daarom heeft de burgemeester twee keer gelast dat zij de winkel gesloten moet houden voor publiek en dat zij twee dwangsommen moet betalen omdat zij dat niet heeft gedaan. [appellante] vindt dat de lasten niet opgelegd hadden mogen worden en dat zij dus ook niet de dwangsommen hoeft te betalen. Zij is het er verder niet mee eens dat er geen publiek aanwezig mocht zijn bij de hoorzitting van de bezwaarcommissie. De rechtbank heeft haar geen gelijk gegeven. [appellante] voert aan dat de aangevallen uitspraak niet goed is gemotiveerd. Zij vindt dat de rechtbank ten onrechte niet al haar gronden heeft besproken.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4999
Datum uitspraak
4 december 2024
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202206927/1/A3

202300161/1/A2

Bij besluit van 8 september 2020 heeft de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap de aanvraag van [appellante] om toestemming te verlenen voor het voeren van de titel ‘doctorandus’ afgewezen. [appellante] heeft in 2011 een diploma kunstgeschiedenis, Licenciada en Historia del Arte, aan de Universiteit van Oriente in Cuba behaald. Hiervoor heeft zij van de Nuffic, de Nederlandse organisatie voor internationalisering in onderwijs, op 10 juni 2020 een internationale diplomawaardering ontvangen, waarin is geconcludeerd dat het diploma overeenkomt met de graad van een WO-bachelor in de richting kunstgeschiedenis in Nederland. Zij heeft vervolgens een aanvraag gedaan om de titel ‘doctorandus’ te mogen voeren. In zijn besluit van 8 september 2020 heeft de minister zich op het standpunt gesteld dat [appellante] in Cuba een opleidingsniveau heeft bereikt dat in Nederland vergelijkbaar is met een WO-bachelor in de richting van kunstgeschiedenis. De titel ‘doctorandus’ is voorbehouden aan personen met een afgeronde WO-master.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4982
Datum uitspraak
4 december 2024
  • Hoger beroep
  • Onderwijs
  • uitspraakin de zaak202300161/1/A2

202301813/1/R4

Bij besluit van 24 januari 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Doetinchem, voor zover hier van belang, aan Kindercentrum Doetinchem B.V. een omgevingsvergunning verleend voor het vestigen van een kinderopvangcentrum op het perceel Zephirlaan 7 te Doetinchem. De achtertuinen van [appellant A] en anderen grenzen aan het kinderopvangcentrum. Zij maken zich zorgen over de gevolgen voor hun woon- en leefklimaat als gevolg van het kinderopvangcentrum. Daar komt bij dat in de omgeving volgens [appellant A] en anderen al hinder is van opeenvolgende bedrijfsactiviteiten van voetbalwedstrijden en andere evenementen die plaatsvinden in stadion De Vijverberg. [appellant A] en anderen stellen dat de akoestische gevolgen van het kinderopvangcentrum voor hun woon- en leefklimaat onvoldoende zijn onderzocht. [appellant A] en anderen betogen dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat het college het memo van Buijvoets aan het besluit van 1 december 2020 ten grondslag mocht leggen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4998
Datum uitspraak
4 december 2024
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202301813/1/R4

202302165/1/A3

Bij brief van 19 april 2022 heeft de raad van bestuur van het Erasmus MC Universitair Medisch Centrum Rotterdam gereageerd op het verzoek van de Stichting om op grond van de Wet openbaarheid van bestuur documenten openbaar te maken. De Stichting is een organisatie die zich inzet voor meer transparantie in biomedische data. Zij heeft op 15 maart 2022 een Wob-verzoek ingediend bij het Erasmus MC om een digitaal bestand van geanonimiseerde patiëntdata uit het elektronisch patiëntendossier van het Erasmus MC in de periode van 1 januari 2020 tot en met 14 maart 2022 te ontvangen. Hierop heeft het Erasmus MC per brief van 19 april 2022 gereageerd. In deze reactie stelt het Erasmus MC zich op het standpunt dat uit artikel 8.8 van de Wet open overheid volgt dat de Woo niet van toepassing is op informatie waarop artikel 7:457 van het Burgerlijk Wetboek van toepassing is. Dit laatste artikel regelt de geheimhoudingsplicht van de hulpverlener en bepaalt dat geen inlichtingen over de patiënt dan wel inzage in of afschrift van de gegevens uit het patiëntendossier worden verstrekt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4997
Datum uitspraak
4 december 2024
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202302165/1/A3

202303358/1/R4

Bij besluit van 29 november 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Utrecht geweigerd aan [appellant] een omgevingsvergunning te verlenen voor het bouwkundig splitsen van een gedeelte van het pand aan de [locatie] in Utrecht tot twee appartementen. [appellant] is eigenaar van het pand aan de [locatie] in Utrecht. In het gedeelte van het pand waar de aanvraag op ziet, is een appartement op de bovenverdieping en een appartement op de begane grond gerealiseerd. [appellant] wil graag een apart huisnummer voor het appartement op de benedenverdieping. Voor de bouwkundige splitsing heeft [appellant] een omgevingsvergunning aangevraagd. Hij vraagt daarmee een vergunning aan voor werkzaamheden die hij al heeft uitgevoerd. Het college heeft de aanvraag ook aangemerkt als een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo. [appellant] betoogt dat de rechtbank niet heeft onderkend dat de bouwwerkzaamheden die feitelijk hebben geleid tot het splitsen van de woning, hebben plaatsgevonden op een moment dat daarvoor geen vergunningplicht voor de activiteit bouwen gold.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5015
Datum uitspraak
4 december 2024
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202303358/1/R4

202303570/1/A2

Bij besluit van 8 november 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Aalsmeer het verzoek van [appellante] om wijziging van het zoekgebied van de aan haar verleende urgentieverklaring afgewezen. Bij besluit 10 februari 2021 is door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam aan [appellante] een urgentieverklaring verleend. Deze urgentieverklaring is vervolgens verlengd tot 4 april 2022. [appellante] heeft het college van burgemeester en wethouders van Aalsmeer verzocht om wijziging van het zoekgebied, te weten: de gemeente Aalsmeer. Het college heeft dit verzoek afgewezen. Het college heeft geconcludeerd dat sprake is van ernstige schaarste op de woningmarkt en dat het toelaten van [appellante] als woningzoekende aan het zoekgebied van de gemeente Aalsmeer zal leiden tot een onevenwichtig en onrechtvaardig effect op de schaarste aan sociale huurwoningen in de gemeente Aalsmeer. [appellante] betoogt dat de rechtbank heeft miskend dat het college de afwijzing van haar verzoek onvoldoende heeft gemotiveerd. Er is volgens haar geen sprake van een zodanige schaarste dat haar toelating als woningzoekende in de gemeente Aalsmeer leidt tot onevenwichtige en onrechtvaardige effecten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4975
Datum uitspraak
4 december 2024
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202303570/1/A2

202304339/1/R1

Bij besluit van 30 mei 2023 heeft het college van burgemeester en wethouders van Borsele het bestemmingsplan "Buitengebied Borsele 2018, gedeelte [locatie], 2023" vastgesteld. Het plan voorziet in een in een planologisch-juridische regeling voor het omzetten van de functie Agrarisch grondgebonden bedrijf naar de functie Wonen op het adres [locatie] in Baarland, kadastraal bekend als S 693 (thans: S 700 en S 701). Daartoe wordt een woonbestemming toegekend aan het kadastrale perceel S 693 en wordt het bestaande bouwvlak op de kadastrale percelen S 693 én S 695 verwijderd. In het bestemmingsplan "Omgevingsplan Buitengebied Borsele 2018", dat grotendeels blijft gelden, had het kadastrale perceel S 693 de functie "Agrarisch - grondgebonden agrarisch bedrijf" met een suggestievlak (bouwvlak) voor bebouwing. Dit bouwvlak gold ook voor het kadastrale perceel S 695 dat in eigendom is bij [appellant]. De bestemming voor het kadastrale perceel S 695 is voor het overige ongewijzigd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5008
Datum uitspraak
4 december 2024
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Zeeland
  • uitspraakin de zaak202304339/1/R1

202304460/1/A3

Bij besluit van 1 april 2021 heeft de burgemeester van Almelo besloten om de woning van [appellant] aan [locatie] in Almelo voor een periode van vier maanden te sluiten. [appellant] en haar [echtgenoot] zijn eigenaar van de woning. Op 23 februari 2021 heeft de burgemeester van de politie een bestuurlijke rapportage ontvangen. Daarin staat dat de politie in 2020 een strafrechtelijk onderzoek is gestart naar [echtgenoot] in verband met de verdenking van de handel in verdovende middelen. Op 10 december 2020 is hij na een door de politie waargenomen drugsdeal aangehouden en op dezelfde dag heeft een huiszoeking plaatsgevonden. Bij die doorzoeking is het volgende aangetroffen en in beslag genomen: 55,97 gr cocaïne, meer dan duizend lege gripzakjes, contant briefgeld in verschillende coupures (€ 4.070,00), drie zakken met muntgeld (€ 380,66), voertuigen en (dure) horloges. De burgemeester heeft naar aanleiding hiervan besloten om de woning op grond van artikel 13b van de Opiumwet en overeenkomstig het Damoclesbeleid 2019 voor vier maanden te sluiten. Het daartegen door [appellant] gemaakte bezwaar heeft hij ongegrond verklaard. De rechtbank heeft dat besluit in stand gelaten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4986
Datum uitspraak
4 december 2024
  • Hoger beroep
  • Drugs
  • uitspraakin de zaak202304460/1/A3

202304942/1/R3

Bij besluit van 29 juni 2023 heeft de raad van de gemeente Waadhoeke het bestemmingsplan "Boksum- Blessumerpaed 3" vastgesteld. Een initiatiefnemer heeft het voornemen om op de voormalige locatie van de Otto Clantschool acht woningen te realiseren met bijbehorend openbaar gebied. Het gaat om vier grondgebonden half vrijstaande woningen en vier geschakelde (Tiny4Cap) rijwoningen. De ontwikkeling van de nieuwe woningen is niet passend binnen de huidige bestemming. Om de ontwikkeling mogelijk te maken, is het bestemmingsplan "Boksum - Blessumerpaed 3" vastgesteld. [appellant A] en [appellant B] zijn omwonenden van het plangebied. [appellant A] en [appellant B] betogen dat het plan is vastgesteld in strijd met artikel 3.1.1 van de Verordening Romte Fryslân (hierna: de verordening). Er is voor deze ontwikkeling namelijk geen woonplan opgesteld en ook de schriftelijke instemming van het college van gedeputeerde staten van Fryslân ontbreekt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4978
Datum uitspraak
4 december 2024
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Friesland
  • uitspraakin de zaak202304942/1/R3

202305108/1/R2

Bij besluit van 22 november 2022 heeft de minister voor Natuur en Stikstof het Wijzigingsbesluit Habitatrichtlijngebieden vanwege aanwezige waarden vastgesteld. Het wijzigingsbesluit heeft betrekking op 101 gebieden die zijn aangewezen ter uitvoering van de Habitatrichtlijn. De staatssecretaris beoogt met het wijzigingsbesluit te corrigeren wat niet goed is gegaan bij de oorspronkelijke aanwijzing van de gebieden. De bedoeling van het wijzigingsbesluit is om habitattypen en soorten die op het moment van aanwijzen van het desbetreffende Natura 2000-gebied al in voldoende mate en duurzaam aanwezig bleken te zijn, alsnog te beschermen. Die habitattypen en soorten en de daarvoor gestelde instandhoudingsdoelstellingen zijn met het wijzigingsbesluit aan de betreffende aanwijzingsbesluiten toegevoegd. In een (beperkt) aantal gevallen bleken habitattypen en soorten op het moment van aanwijzen niet in voldoende mate en duurzaam aanwezig te zijn. Deze zijn met het wijzigingsbesluit verwijderd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5009
Datum uitspraak
4 december 2024
  • Hoger beroep
  • Natuurbescherming
  • uitspraakin de zaak202305108/1/R2

202305133/1/R3

Bij besluit van 4 juli 2023 heeft de raad van de gemeente Molenlanden het bestemmingsplan "Noordeloos, Park Rietveld" vastgesteld. Het plan is vastgesteld om het initiatief tot het realiseren van 45 grondgebonden woningen en een gemeenschappelijk park op een voormalige bedrijfslocatie aan de [locatie 1] aan de zuidkant van het dorp Noordeloos mogelijk te maken. In het plangebied worden zowel eengezinswoningen, sociale koopwoningen, levensloopbestendige woningen, twee-onder-een-kapwoningen en vrijstaande woningen in een groene setting voorzien. Daarnaast worden twee bestaande bedrijfswoningen omgezet naar burgerwoningen. De gronden in het plangebied hadden voorheen de bestemming "Bedrijf" en "Agrarisch". [appellant] woont aan de [locatie 2]. Zijn perceel grenst aan de westzijde van het plangebied. Hij kan zich niet met het plan verenigen, voor zover het plan een wandelpad parallel langs het perceel van [appellant] mogelijk maakt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4976
Datum uitspraak
4 december 2024
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak202305133/1/R3

202305311/1/A3

Bij besluit van 23 februari 2022 heeft de burgemeester van Gorinchem een last onder dwangsom aan [appellant] opgelegd wegens overtreding van artikel 2:74 van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Gorinchem. "Onverminderd het bepaalde in de Opiumwet is het verboden zich op een openbare plaats op te houden, dan wel post te vatten of zich daar heen en weer te bewegen en zich op of aan wegen in of op een voertuig te bevinden of daarmee heen en weer of rond te rijden, met het kennelijke doel om middelen als bedoeld in artikel 2 en 3 van de Opiumwet, of daarop gelijkende waar, al dan niet tegen betaling af te leveren, aan te bieden of te verwerven, daarbij behulpzaam te zijn of daarin te bemiddelen." De last onder dwangsom houdt in dat als de burgemeester binnen twee jaar een nieuwe overtreding van dit artikel constateert, [appellant] een geldbedrag van € 5.000,00 dient te betalen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4988
Datum uitspraak
4 december 2024
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202305311/1/A3

202305667/1/R1

Bij besluit van 7 mei 2021 heeft de minister de aan Shell op grond van de Wet beheer rijkswaterstaatswerken verleende vergunning van 16 mei 2007 voor het behouden en exploiteren van een motorbrandstoffenverkooppunt op verzorgingsplaats Ellerbrug aan de rijksweg A2 in de gemeente Leudal gewijzigd. De gewijzigde vergunning maakt het onder meer mogelijk om vier laadpunten voor elektrische motorvoertuigen te realiseren, behouden en onderhouden als aanvullende voorziening bij het motorbrandstoffenverkooppunt. De verzorgingsplaats Ellerbrug ligt aan de westzijde van de A2 ter hoogte van km 207,900 in de gemeente Leudal. Shell exploiteert op grond van een op 16 mei 2007 op grond van artikel 2 van de Wbr verleende vergunning een motorbrandstoffenverkooppunt op deze verzorgingsplaats. Fastned exploiteert op de verzorgingsplaats Ellerbrug een energielaadstation. Shell heeft op 4 november 2019 een wijziging van haar vergunning aangevraagd. Deze aanvraag heeft zij gewijzigd door de indiening van nieuwe situatietekeningen, gedateerd op 16 november 2020.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4990
Datum uitspraak
4 december 2024
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak202305667/1/R1

202307096/1/R3

Bij besluit van 19 september 2023 heeft de raad van de gemeente Krimpenerwaard het bestemmingsplan "De Nieuwe Wetering IV, Bergambacht" vastgesteld. Het plan heeft betrekking op de uitbreiding van het bedrijventerrein De Nieuwe Wetering te Bergambacht. [appellant] meent dat de raad bij de vaststelling van het plan vooringenomen te werk is gegaan en anderen daarbij heeft achtergesteld. Daarnaast is volgens [appellant] geen behoefte aan (de uitbreiding van) het bedrijventerrein. [appellant] betoogt dat hij, wanneer hij staat op het platte dak van zijn dakkapel, zicht heeft op de in het plan voorziene bebouwing en daarom belanghebbende is.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5006
Datum uitspraak
4 december 2024
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak202307096/1/R3

202307158/1/R4

Bij besluit van 1 juni 2023 heeft de staatssecretaris PVC Recycling gelast om zich met onmiddellijke ingang te onthouden van overtreding van artikel 10.60, tweede lid, van de Wet milieubeheer, in samenhang met artikel 2, onder 35, sub f, van de EVOA. PVC Recycling is een bedrijf dat zich bezighoudt met het recyclen van PVC-materialen. De diverse door PVC Recycling vervaardigde (grond)stoffen worden vervolgens, onder meer, verkocht en in containers overgebracht naar het buitenland. In april en mei 2022 wilde PVC Recycling vijf containers overbrengen naar respectievelijk India, Algerije en Guatemala. Omdat op deze landen het OESO-besluit niet van toepassing is, mogen daar op grond van artikel 10.60, tweede lid, van de Wm in samenhang met artikel 2, onder 35, sub f, van de EVOA geen PVC-afvalstoffen als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van Richtlijn 2008/98/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 november 2008 betreffende afvalstoffen en tot intrekking van een aantal richtlijnen (PB 2008 L 312; hierna: de Kaderrichtlijn afvalstoffen) naartoe worden overgebracht.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4838
Datum uitspraak
4 december 2024
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Milieu - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202307158/1/R4

202307782/1/A2

Bij besluit van 1 september 2022 heeft het college van gedeputeerde staten van Zeeland de aanvraag van [appellante] om tegemoetkoming in de schade door grauwe ganzen afgewezen. [appellante] heeft twee percelen met een totale oppervlakte van 23.805 ha aan de [locatie 1] en [locatie 2] in Breskens. De percelen liggen aan de westkant tegen het natuurgebied Waterdunen aan, in een gebied met veel recreatie. Aan de oostkant ligt het dorp Breskens. Verder liggen er ook verschillende (grote) campings om de percelen heen. [appellante] teelt graszaad en Engelse raai op haar percelen. [appellante] heeft op 6 juli 2021 het college verzocht haar op grond van artikel 6.1 van de Wet natuurbescherming tegemoet te komen in de schade die grauwe ganzen hebben toegebracht aan het gras van de percelen. Het college heeft de schade laten taxeren door Wiberg Taxaties BV. In het taxatierapport van 20 juni 2022 is de schade getaxeerd op € 6.286,72 en is vermeld dat de schade voor 100% is veroorzaakt door grauwe ganzen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4996
Datum uitspraak
4 december 2024
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202307782/1/A2

202400472/1/A2

[appellant] heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank van 12 december 2023, waarbij zijn verzet tegen de uitspraak van de rechtbank van 27 juni 2023 ongegrond is verklaard en zijn verzoek om schadevergoeding is afgewezen. De uitspraak van de rechtbank van 27 juni 2023 is een uitspraak als bedoeld in artikel 8:55 van de Awb. Gelet op artikel 8:104, tweede lid, aanhef en onder c, van de Awb, kan daartegen geen hoger beroep worden ingesteld. Voor kennisneming van een hoger beroep in weerwil van deze bepaling kan grond bestaan, in geval van zodanige schending van beginselen van een goede procesorde, dan wel fundamentele rechtsbeginselen, dat geoordeeld moet worden dat er geen eerlijk proces is geweest. [appellant] betoogt dat zo'n situatie in dit geval aan de orde is. Volgens hem bestaat aanleiding om het appelverbod te doorbreken wegens schending van het motiveringsbeginsel, van het decisiebeginsel, van het verdedigingsbeginsel en van het beginsel van onpartijdige rechtspraak.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4995
Datum uitspraak
4 december 2024
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak202400472/1/A2

202400474/1/A2

[appellant] heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank van 12 december 2023, waarbij zijn verzet tegen de uitspraak van de rechtbank van 27 juni 2023 ongegrond is verklaard en zijn verzoek om schadevergoeding is afgewezen. De uitspraak van de rechtbank van 27 juni 2023 is een uitspraak als bedoeld in artikel 8:55 van de Awb. Gelet op artikel 8:104, tweede lid, aanhef en onder c, van de Awb, kan daartegen geen hoger beroep worden ingesteld. Voor kennisneming van een hoger beroep in weerwil van deze bepaling kan grond bestaan, in geval van zodanige schending van beginselen van een goede procesorde, dan wel fundamentele rechtsbeginselen, dat geoordeeld moet worden dat er geen eerlijk proces is geweest. [appellant] betoogt dat zo'n situatie in dit geval aan de orde is. Volgens hem bestaat aanleiding om het appelverbod te doorbreken wegens schending van het motiveringsbeginsel, van het decisiebeginsel, van het verdedigingsbeginsel en van het beginsel van onpartijdige rechtspraak.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4994
Datum uitspraak
4 december 2024
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak202400474/1/A2

202400476/1/A2

[appellant] heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank van 12 december 2023, waarbij zijn verzet tegen de uitspraak van de rechtbank van 27 juni 2023 ongegrond is verklaard en zijn verzoek om schadevergoeding is afgewezen. Bij besluit van 22 augustus 2019 heeft het college een verzoek van [appellant] om handhavend op te treden tegen de ondeugdelijke kelderconstructie in het pand op het adres [locatie] in Utrecht toegewezen. [appellant] heeft daartegen bezwaar gemaakt. Het college heeft niet tijdig beslist op het bezwaar. [appellant] heeft het college in gebreke gesteld en vervolgens beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit. Het college heeft bij besluit van 9 augustus 2022 het bezwaar ongegrond verklaard. Bij uitspraak van 27 juni 2023 heeft de rechtbank het beroep van [appellant] met toepassing van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht niet-ontvankelijk verklaard wegens het ontbreken van procesbelang. [appellant] heeft tegen deze uitspraak verzet gedaan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4993
Datum uitspraak
4 december 2024
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak202400476/1/A2

202400478/1/A2

[appellant] heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank van 12 december 2023, waarbij zijn verzet tegen de uitspraak van de rechtbank van 27 juni 2023 ongegrond is verklaard en zijn verzoek om schadevergoeding is afgewezen. Bij besluit van 23 juli 2019 heeft het college een verzoek van [appellant] afgewezen om handhavend op te treden tegen het illegaal uithakken van de keldermuur in het pand op het adres [locatie] in Utrecht. [appellant] heeft daartegen bezwaar gemaakt. Het college heeft niet tijdig beslist op het bezwaar. [appellant] heeft het college in gebreke gesteld en vervolgens beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit. Het college heeft bij besluit van 9 augustus 2022 het bezwaar ongegrond verklaard. Bij uitspraak van 27 juni 2023 heeft de rechtbank het beroep van [appellant] met toepassing van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht niet-ontvankelijk verklaard wegens het ontbreken van procesbelang. [appellant] heeft tegen deze uitspraak verzet gedaan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4991
Datum uitspraak
4 december 2024
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak202400478/1/A2

202400824/1/R4

Bij besluit van 28 november 2023 heeft de staatssecretaris PVC Recycling gelast om zich met onmiddellijke ingang te onthouden van overtreding van artikel 10.60, tweede lid, van de Wet milieubeheer, in samenhang met artikel 2, onder 35, sub f, van de EVOA. PVC Recycling is een bedrijf dat zich bezighoudt met het recyclen van PVC-materialen. De diverse door PVC Recycling vervaardigde (grond)stoffen worden vervolgens, onder meer, verkocht en in containers overgebracht naar het buitenland. PVC Recycling was voornemens om een container met plastisol naar Maleisië te verschepen. Zij had het plastisol aangemerkt als ‘niet-afval’. Omdat de staatssecretaris wilde onderzoeken of PVC Recycling terecht de lading niet als afvalstof had aangemerkt, vroeg hij het bedrijf om meer informatie. De staatssecretaris kwam uiteindelijk tot de conclusie dat PVC Recycling onvoldoende informatie had aangeleverd om daarover tot een oordeel te kunnen komen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4839
Datum uitspraak
4 december 2024
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Milieu - Bestuursdwang / Dwangsom
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202400824/1/R4

202401565/1/A2 en 202401572/1/A2

Bij uitspraak van 27 september 2023 (ECLI:NL:RVS:2023:3620) heeft de Afdeling de hoger beroepen van [verzoekster] tegen de uitspraken van de rechtbank Den Haag van 4 oktober 2022 in zaak nr. 21/8396 en van 14 juni 2023 in zaak nr. 22/4483 ongegrond verklaard en de verzoeken om schadevergoeding afgewezen. Het bijzondere rechtsmiddel van herziening dient er niet toe om het geschil, waarover bij uitspraak is beslist, opnieuw aan de rechter voor te leggen. [verzoekster] heeft bij haar herzieningsverzoeken een grote hoeveelheid stukken ingediend, waaronder veel schermafbeeldingen van nieuwsberichten, LinkedIn-bijdragen en e-mailcorrespondentie. [verzoekster] heeft met nadruk erop gewezen dat er in de uitspraak te weinig aandacht is besteed aan haar medische situatie en dat haar gezondheid door haar longziekte sinds de uitspraakdatum is verslechterd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5011
Datum uitspraak
4 december 2024
  • Herziening
  • Geld
  • uitspraakin de zaak202401565/1/A2 en 202401572/1/A2

202401705/1/V6

Bij besluit van 23 december 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een verzoek van [appellante] om haar het Nederlanderschap te verlenen, afgewezen. [appellante] stelt afkomstig te zijn uit Sierra Leone en geboren te zijn op [geboortedatum] 1985. Zij verblijft meer dan twintig jaar in Nederland. Op 17 oktober 2012 is zij in het bezit gesteld van een verblijfsvergunning regulier voor verblijf bij haar kinderen. Haar vier kinderen hebben de Nederlandse nationaliteit. Ter onderbouwing van haar identiteit en nationaliteit heeft [appellante] de volgende stukken overgelegd: een verklaring uit 2021 van het ziekenhuis in Sierra Leone waar [appellante] stelt te zijn geboren, een geboorteakte uit Sierra Leone van 2021, beëdigde vertalingen van verklaringen van haar tante en nicht uit 2019 en een stempas van haar tante. Ook heeft zij tijdens haar asielprocedure van 2009 stukken overgelegd: een gelegaliseerde geboorteakte uit Sierra Leone uit 2007, verklaringen van de ambassade van Sierra Leone over het burgerschap van haar en haar dochter uit 2005, 2007 en 2009, een verklaring van het Sierra Leoonse "National Registration Secretariat" uit 2009 dat aan haar geen identiteitskaart kan worden verstrekt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5014
Datum uitspraak
4 december 2024
  • Hoger beroep
  • Nederlanderschap
  • uitspraakin de zaak202401705/1/V6

202401796/1/A2

Bij beslissing van 26 juli 2023 heeft de decaan van de Faculteit Economie en Bedrijfskunde aan [appellant] laten weten dat hij is toegelaten tot het schakelprogramma Actuariële Wetenschappen voor het studiejaar 2023-2024. Op 18 september 2023 heeft hij besloten om te stoppen met het schakelprogramma. Naar aanleiding hiervan heeft hij de studentenadministratie van de UvA gevraagd of hij andere vakken zou mogen volgen, buiten het programma van het schakeltraject. Toen dit niet mogelijk bleek en hij van de Admissions Office bovendien bericht kreeg dat het collegegeld niet gerestitueerd kon worden, heeft hij op 15 november 2023 administratief beroep ingesteld tegen de toelatingsbeslissing. Omdat het voor de UvA niet duidelijk was tegen welke beslissing [appellant] opkwam, heeft de universiteit hem dit in de mail van 16 november 2023 gevraagd. [appellant] heeft per ommegaande te kennen gegeven dat zijn administratief beroep zich richtte tegen de beslissing van de decaan om hem toe te laten tot het schakelprogramma.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4987
Datum uitspraak
4 december 2024
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Studentenzaken
  • uitspraakin de zaak202401796/1/A2

202401958/1/A2

[appellant] heeft bij verzoek van 29 december 2021, door de Dienst Toeslagen ontvangen op 30 december 2021, verzocht om herziening van de definitieve berekening van zijn huurtoeslag 2008 en van de afwijzingen van zijn aanvragen huurtoeslag 2010 en 2011. [appellant] heeft de Dienst Toeslagen verzocht om de huurtoeslag over berekeningsjaren 2008, 2010 en 2011 te herzien. De Dienst Toeslagen heeft zijn verzoek bij besluit van 11 mei 2022, gehandhaafd bij besluit van 7 februari 2023, afgewezen omdat het is gedaan na de daarvoor geldende uiterste termijn van vijf jaar na afloop van de desbetreffende berekeningsjaren. Die termijn verstreek namelijk op 31 december 2013 voor berekeningsjaar 2008, op 31 december 2015 voor berekeningsjaar 2010 en op 31 december 2016 voor berekeningsjaar 2011. [appellant] heeft tegen het besluit van 7 februari 2023 beroep ingesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4992
Datum uitspraak
4 december 2024
  • Hoger beroep
  • Geld
  • uitspraakin de zaak202401958/1/A2

202402140/1/A3

Bij besluit van 25 mei 2023 heeft de staatssecretaris van Financiën beslist op een verzoek van [appellant A] en [appellant B] op grond van de Wet open overheid en geen informatie openbaar gemaakt of aan [appellant A] en [appellant B] verstrekt. In een brief aan de Belastingdienst van 26 februari 2021 hebben [appellanten] verzocht: "Met verwijzing naar de Wob vragen wij om inzage in de volgende stukken: - Alle stukken welke dateren vanaf 1 januari 2010 tot heden die verband hebben met de natuurlijke personen [appellant A] en [appellant B], beide woonachtig aan de [woonplaats]. - Alle stukken welke dateren vanaf 1 januari 2010 tot heden die verband hebben met het bedrijf Cartierhoeve, gevestigd aan de Ganzestraat 33 en 48a te Hapert. - In het bijzonder, maar niet uitsluitend, vragen wij om inzage in alle stukken die verband hebben met de benoeming van voornoemde personen en bedrijf tot RIEC casus/handhavingsknelpunt, alsmede alle stukken die verband hebben met het overleg dat heeft plaatsgevonden over de benoeming tot RIEC casus/handhavingsknelpunt, alsmede alle stukken die verband hebben met het onderzoek dat heeft plaatsgevonden naar voornoemde personen en bedrijf."

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4984
Datum uitspraak
4 december 2024
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202402140/1/A3

202402248/1/R4

Bij besluit van 20 december 2023 heeft het college van burgemeester en wethouders van Utrecht zijn beslissing om op 19 december 2023 spoedeisende bestuursdwang toe te passen wegens het in strijd met de Afvalstoffenverordening Utrecht 2010 aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen, op schrift gesteld. De toepassing van spoedeisende bestuursdwang heeft bestaan uit het verwijderen van een platgemaakte doos die op 19 december 2023 is aangetroffen naast een ondergrondse papiercontainer aan het Ina Boudier Bakkerhof, tegenover de Notebomenlaan 338, in Utrecht. Het college is ervan uitgegaan dat [appellant] de doos verkeerd heeft aangeboden, omdat zijn naam en adres op het adreslabel op de doos staan. [appellant] betwist niet dat de doos van hem afkomstig is, maar stelt dat hij niet degene is geweest die hem naast de papiercontainer heeft achtergelaten. Hij stelt dat hij in de vroege ochtend van 15 december op vakantie naar het buitenland is gegaan voor twee weken en dat hij de doos daarvoor in de papiercontainer heeft gedaan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4980
Datum uitspraak
4 december 2024
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202402248/1/R4

202403116/1/R1

Bij besluit van 25 maart 2024 heeft de raad van de gemeente Noordoostpolder het bestemmingsplan "Emmeloord, Oude Espelerweg" vastgesteld. Het plangebied ligt ten noorden van het centrum van Emmeloord en is in gebruik als agrarische grond. Het plan voorziet in een transformatie naar 215 woningen in een mix van grondgebonden woningen en appartementen. [appellant] woont aan [locatie] te Emmeloord. Dat ligt direct ten westen van het plangebied aan de overzijde van de Espelerlaan. [appellant] richt zich tegen het plan omdat hij vreest voor een aantasting van zijn woon- en leefklimaat. [appellant] betoogt dat de raad ten onrechte ervan uitgaat dat het plangebied binnen bestaand stedelijk gebied ligt, als bedoeld in de ladder duurzame verstedelijking. Uit vaste jurisprudentie volgt echter dat de gronden, waarop voorheen een agrarische bestemming rustte, geen onderdeel vormen van het BSG, aldus [appellant].

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5012
Datum uitspraak
4 december 2024
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Flevoland
  • uitspraakin de zaak202403116/1/R1

202404622/1/A2

Bij e-mail van 2 november 2022 heeft de Dienst Wegverkeer aan [appellante] informatie verstrekt over de wijze waarop een gekentekend voertuig kan worden gewijzigd naar een niet-kentekenplichtig voertuig en aan haar medegedeeld dat een voertuig dat van oorsprong een bromfiets is niet kan worden gewijzigd naar een gehandicaptenvoertuig. [appellante] is rolstoelafhankelijk. Zij had een met handgas- en rembediening aangepast voertuig van het merk Birò, dat in 2019 door de RDW is goedgekeurd als gehandicaptenvoertuig en waarvan de RDW de tenaamstelling vervallen had verklaard. Omdat dit voertuig niet groot genoeg was om haar rolstoel in op te bergen, wilde [appellante] een groter voertuig van het merk Birò kopen en die eveneens laten aanpassen. Zij heeft de RDW op 19 september 2022 in een e-mail laten weten dat zij dit voertuig ook graag wil laten goedkeuren als gehandicaptenvoertuig en hem gevraagd hoe zij dit moet aanpakken.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4981
Datum uitspraak
4 december 2024
  • Hoger beroep
  • Wegenverkeerswet
  • uitspraakin de zaak202404622/1/A2

202306838/1/V2

Bij besluit van 28 februari 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, opnieuw afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4932
Datum uitspraak
3 december 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202306838/1/V2

202402212/1/V1

Bij besluit van 24 oktober 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4951
Datum uitspraak
3 december 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202402212/1/V1

202404048/2/R3

Het beroep van [verzoeker] richt zich tegen het besluit van 12 juli 2024, waarbij de raad van de gemeente Voorne aan Zee zijn weigering om een bestemmingsplan voor het perceel [locatie] in Rockanje vast te stellen heeft gehandhaafd. Ook heeft [verzoeker] verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5046
Datum uitspraak
3 december 2024
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak202404048/2/R3

202404155/1/V3

Bij besluit van 11 januari 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4934
Datum uitspraak
3 december 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202404155/1/V3

202406638/1/V3

Bij besluit van 15 oktober 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4954
Datum uitspraak
3 december 2024
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202406638/1/V3

202406810/1/V2 en 202406810/2/V2

Bij besluit van 16 september 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4953
Datum uitspraak
3 december 2024
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202406810/1/V2 en 202406810/2/V2

202407037/2/V1

Bij besluit van 17 mei 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4963
Datum uitspraak
3 december 2024
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202407037/2/V1

202407063/1/V2 en 202407063/2/V2

Bij besluit van 29 maart 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4952
Datum uitspraak
3 december 2024
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202407063/1/V2 en 202407063/2/V2

202403467/1/R4

Op 10 december 2022 is aan [partij] een omgevingsvergunning van rechtswege verleend voor het plaatsen van een windturbine met een ashoogte van 30 m op het perceel [locatie] in Ede. Voor het perceel geldt het bestemmingsplan "Agrarisch Buitengebied Ede 2012" (hierna: het bestemmingsplan), zoals later herzien door het paraplubestemmingsplan "Parapluplan Buitengebied Ede 2020". Het perceel heeft de bestemming "Agrarisch". De regels van het parapluplan gelden ter aanvulling op of aanpassing van de regels van het bestemmingsplan. De omgevingsvergunning voor de windturbine is verleend met gebruikmaking van de binnenplanse afwijkingsbevoegdheid van artikel 3.2.3 van het parapluplan. Voorwaarde a van dat artikel bepaalt dat de bouwhoogte van een windturbine niet meer mag bedragen dan 30 meter.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4971
Datum uitspraak
3 december 2024
  • Hoger beroep
  • Mondelinge uitspraak
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202403467/1/R4

202404048/1/R3

Het beroep van [appellant] richt zich tegen het besluit van 12 juli 2024, waarbij de raad zijn weigering om een bestemmingsplan voor het perceel [locatie 1] in Rockanje vast te stellen heeft gehandhaafd. [appellant] woont aan de [locatie 2] in Rockanje en heeft een varkenshouderij. Hij is het er niet mee eens dat aan de [locatie 1] in Rockanje, dat betreft het perceel sectie B nummer 1776, een woning is gebouwd, omdat dit op korte afstand van zijn bedrijf is. Hij stelt daardoor in zijn bedrijfsvoering te worden belemmerd. Hij wijst er in dit verband op dat inmiddels ook het perceel sectie B nummer 1886, dat dichter bij zijn bedrijf ligt, door de eigenaar van perceel sectie B nummer 1776 is verworven en ook voor wonen wordt gebruikt. Hij heeft daarom aan de raad gevraagd om de woonbestemming voor het perceel [locatie 1] te wijzigen in een agrarische bestemming.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5018
Datum uitspraak
3 december 2024
  • Mondelinge uitspraak
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak202404048/1/R3

202404251/3/A2, 202404255/2/A2, 202405023/3/A2 en 02402624/4/A2

Tijdens de zitting op 12 november 2024 heeft [verzoeker] verzocht om wraking van staatsraden mr. E.J. Daalder, mr. J.M. Willems en mr. M.C. Stoové als leden van de meervoudige kamer belast met de behandeling van de zaken nrs. 202404251/1/A2, 202404255/1/A2, 202405023/1/A2 en 202402624/1/A2.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4956
Datum uitspraak
3 december 2024
  • Wraking
  • Studentenzaken
  • uitspraakin de zaak202404251/3/A2, 202404255/2/A2, 202405023/3/A2 en 02402624/4/A2

202406918/3/A2

Ten aanzien van zaak nr. 202406918/1/A2, die op 9 december 2024 op zitting zal worden behandeld, heeft staatsraad mr. G.T.J.M. Jurgens, die als lid van de enkelvoudige kamer belast is met de behandeling van deze zaak, op 2 december 2024 het verzoek gedaan zich te mogen verschonen. De staatsraad heeft te kennen gegeven dat zij bij de voorbereiding van de zaak heeft geconstateerd dat het beroep gaat over een beslissing van de Universiteit Utrecht. De staatsraad is als honorair hoogleraar bestuursrecht verbonden aan deze universiteit. Om iedere schijn van vooringenomenheid bij de behandeling van het beroep te voorkomen, heeft zij verzocht om verschoning.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4955
Datum uitspraak
3 december 2024
  • Verschoning
  • Studentenzaken
  • uitspraakin de zaak202406918/3/A2

202304287/1/V3

Bij besluit van 20 april 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4930
Datum uitspraak
2 december 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202304287/1/V3

202403455/1/V1

Bij besluit van 5 oktober 2023 heeft het COa de vreemdeling overgeplaatst naar de Handhavings- en Toezichtlocatie in Hoogeveen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4935
Datum uitspraak
2 december 2024
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202403455/1/V1

202403458/1/V1

Bij besluit van 28 september 2023 heeft het Centraal Orgaan opvang asielzoekers de vreemdeling overgeplaatst naar de Handhavings- en Toezichtlocatie in Hoogeveen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4937
Datum uitspraak
2 december 2024
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202403458/1/V1

202403461/1/V1

Bij besluit van 12 oktober 2023 heeft het Centraal Orgaan opvang asielzoekers de vreemdeling overgeplaatst naar de Handhavings- en Toezichtlocatie in Hoogeveen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4938
Datum uitspraak
2 december 2024
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202403461/1/V1

202404274/3/V3

Bij besluit van 26 april 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4939
Datum uitspraak
2 december 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202404274/3/V3

202404481/1/V3

Bij besluit van 22 december 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4941
Datum uitspraak
2 december 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202404481/1/V3

202404492/1/V3

Bij besluit van 29 september 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4942
Datum uitspraak
2 december 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202404492/1/V3

202405925/1/V2

Bij besluit van 22 februari 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4943
Datum uitspraak
2 december 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202405925/1/V2

202406439/1/V1

Bij besluit van 9 februari 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4945
Datum uitspraak
2 december 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202406439/1/V1

202406642/1/V3 en 202406642/2/V3

Bij besluit van 22 mei 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4946
Datum uitspraak
2 december 2024
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202406642/1/V3 en 202406642/2/V3

202406738/1/V2

Bij besluit van 15 augustus 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4944
Datum uitspraak
2 december 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202406738/1/V2

202407176/3/V3

Bij besluit van 11 december 2023 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4964
Datum uitspraak
2 december 2024
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202407176/3/V3

BRS.24.000307

Bij besluit van 9 juli 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld. Bij uitspraak van 6 augustus 2024 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. D. Schaap, advocaat in Rotterdam, hoger beroep ingesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4891
Datum uitspraak
2 december 2024
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaakBRS.24.000307

202107983/1/V3

Bij besluit van 12 oktober 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid bepaald dat de vreemdeling wordt overgedragen aan Duitsland.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4919
Datum uitspraak
29 november 2024
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202107983/1/V3

202207241/1/V1

Bij besluit van 11 oktober 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4918
Datum uitspraak
29 november 2024
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202207241/1/V1

202302578/1/V2

Bij besluit van 15 maart 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen. Ook heeft hij ambtshalve geweigerd krachtens artikel 64 van de Vw 2000 te bepalen dat uitzetting van de vreemdeling achterwege blijft en geweigerd de vreemdeling ambtshalve een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4902
Datum uitspraak
29 november 2024
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202302578/1/V2

202304274/2/R2

Bij besluit van 1 december 2021 heeft het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant het verzoek van de milieuvereniging om handhavend op te treden tegen [partij] afgewezen. In deze procedure gaat het om een verzoek om handhavend op te treden tegen [partij], omdat hij volgens de milieuvereniging de vergunningplicht in de Wet natuurbescherming overtreedt. De rechtbank heeft geoordeeld dat het college ten onrechte geen overtreding heeft geconstateerd, omdat voor de herstart van de veehouderij een natuurvergunning is vereist, waarover [partij] niet beschikt. De rechtbank heeft daarbij overwogen dat [partij] de aan haar rechtsvoorganger verleende oude Hinderwetvergunning niet kan gebruiken als referentiesituatie. De rechtbank heeft daarom het besluit 19 juli 2022 vernietigd en het college opgedragen om binnen drie maanden een nieuw besluit te nemen met in achtneming van haar uitspraak. Het college is het niet eens met het oordeel van de rechtbank en heeft daarom hoger beroep ingesteld. Het college heeft de voorzieningenrechter gevraagd om de voorlopige voorziening te treffen dat het geen nieuw besluit hoeft te nemen, totdat de Afdeling op het hoger beroep heeft beslist.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4907
Datum uitspraak
29 november 2024
  • Voorlopige voorziening
  • Milieu - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202304274/2/R2

202402282/1/V2

Bij besluit van 30 augustus 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4903
Datum uitspraak
29 november 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202402282/1/V2

202404146/1/V2

Bij besluit van 21 september 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4915
Datum uitspraak
29 november 2024
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202404146/1/V2

202405276/1/V3

Bij besluit van 7 juni 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4914
Datum uitspraak
29 november 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202405276/1/V3

202405821/1/R3 en 202405821/2/R3

Bij besluit van 28 november 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Lansingerland aan [verzoeker sub 1] een omgevingsvergunning verleend voor de bouw van een woning nabij Hoeksekade, sectie B nummer 6254 in Bergschenhoek. [partij] heeft een orchideeën-potplantenbedrijf op het perceel [locatie] in Bergschenhoek, direct naast de bouwlocatie van de woning. Zij stelt dat er geen sprake is van een goede ruimtelijke ordening als er een woning op een afstand van minder dan 10 m van haar bedrijf gebouwd wordt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4920
Datum uitspraak
29 november 2024
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202405821/1/R3 en 202405821/2/R3

202406036/3/A3

Bij besluit van 21 december 2023 heeft de minister besloten het verzoek van [verzoeker] op grond van de Wet open overheid niet in behandeling te nemen. Met het verzoek wil [verzoeker] bereiken dat de door de rechtbank opgelegde dwangsom van € 1,- per dag dat de minister de termijn van zes weken overschrijdt, met een maximum van € 100,-, wordt verhoogd. Naar aanleiding van dit verzoek heeft de voorzieningenrechter [verzoeker] verzocht mede te delen wat het spoedeisend belang, als bedoeld in artikel 8:81, eerste lid, van de Awb bij het verzoek is. [verzoeker] heeft in zijn reactie van 7 oktober 2024 medegedeeld dat het spoedeisend belang is uitgelegd in het verzoek om voorlopige voorziening.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5333
Datum uitspraak
29 november 2024
  • Voorlopige voorziening
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202406036/3/A3

202406037/3/A3

Bij besluit van 19 december 2023 heeft de minister van Buitenlandse Zaken besloten het verzoek van [verzoeker] op grond van de Wet open overheid niet in behandeling te nemen. Met het verzoek wil [verzoeker] bereiken dat de door de rechtbank opgelegde dwangsom van € 1,- per dag dat de minister de termijn van zes weken overschrijdt, met een maximum van € 100,-, wordt verhoogd. Naar aanleiding van dit verzoek heeft de voorzieningenrechter [verzoeker] verzocht mede te delen wat het spoedeisend belang, als bedoeld in artikel 8:81, eerste lid, van de Awb bij het verzoek is. [verzoeker] heeft in zijn reactie van 7 oktober 2024 medegedeeld dat het spoedeisend belang is uitgelegd in het verzoek om voorlopige voorziening.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5334
Datum uitspraak
29 november 2024
  • Voorlopige voorziening
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202406037/3/A3

202406218/1/R3 en 202406218/2/R3

Bij besluit van 6 oktober 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Gorinchem aan Compagnon Investments B.V. een omgevingsvergunning verleend voor het verbouwen van een bestaand pand tot veertien woningen op de percelen Nieuwe Walsteeg 5, 7, 7a, 7b en 7c, Arkelstraat 85, 85a en 85b en Haarstraat 69, 69a, 71, 71 a, 73 en 73a in Gorinchem. Compagnon heeft op 14 april 2022 een omgevingsvergunning aangevraagd voor het verbouwen van een pand met daarin een voormalige woonwinkel tot veertien woningen op het perceel. [verzoekster] woont op het perceel [locatie]. Zij vreest voor meer parkeeroverlast als gevolg van het plan. De rechtbank heeft in haar uitspraak van 26 augustus 2024 overwogen dat het college in zijn besluiten van 6 oktober 2022 en 9 mei 2023 ten onrechte de parkeerbehoefte niet heeft onderzocht. De rechtbank heeft daarom geoordeeld dat het besluit op bezwaar een gebrek bevat. Dit gebrek heeft het college volgens de rechtbank hersteld met het besluit van 21 december 2023. [verzoekster] kan zich niet verenigen met de overwegingen en het oordeel van de rechtbank over de berekening van de parkeerbehoefte als gevolg van het plan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4916
Datum uitspraak
29 november 2024
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202406218/1/R3 en 202406218/2/R3

202406470/2/V2

Bij besluit van 19 januari 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, ingewilligd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4917
Datum uitspraak
29 november 2024
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202406470/2/V2

202406645/1/V2 en 202406645/2/V2

Bij besluit van 9 juli 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4933
Datum uitspraak
29 november 2024
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202406645/1/V2 en 202406645/2/V2

202407095/2/V2

Bij besluit van 14 oktober 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4931
Datum uitspraak
29 november 2024
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202407095/2/V2

202407111/1/V1 en 202407111/2/V1

Bij besluit van 1 mei 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4929
Datum uitspraak
29 november 2024
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202407111/1/V1 en 202407111/2/V1

202407176/2/V3

Bij besluit van 11 december 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4926
Datum uitspraak
29 november 2024
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202407176/2/V3

202407183/1/V3 en 202407183/2/V3

Bij besluit van 20 september 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4925
Datum uitspraak
29 november 2024
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202407183/1/V3 en 202407183/2/V3

BRS.24.000303

Bij besluit van 15 juli 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie de vreemdeling in bewaring gesteld. Bij uitspraak van 2 augustus 2024 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4892
Datum uitspraak
29 november 2024
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaakBRS.24.000303

BRS.24.000404

Bij besluit van 18 oktober 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4893
Datum uitspraak
29 november 2024
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaakBRS.24.000404

202406488/1/A2

De examencommissie heeft namens het bestuur van de faculteit der Rechtsgeleerdheid [appellant] een bindend negatief studieadvies (hierna: BNSA) gegeven. De examencommissie heeft daaraan een afwijzing verbonden als bedoeld in artikel 7.8b, derde lid, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek. Bij beslissing van 2 oktober 2024 heeft het college van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden het door [appellant] daartegen ingestelde administratief beroep ongegrond verklaard. Het beroep richt zich tegen deze beslissing.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5139
Datum uitspraak
29 november 2024
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Studentenzaken
  • uitspraakin de zaak202406488/1/A2

202406563/1/A2

Bij beslissing van 4 juli 2024 heeft de examencommissie van de opleiding Bedrijfskunde [appellante] een bindend negatief studieadvies gegeven. Bij beslissing van 15 oktober 2024 heeft het college van beroep voor de examens van De Haagse Hogeschool het door [appellante] daartegen ingestelde administratief beroep ongegrond verklaard. Het beroep richt zich tegen deze beslissing. [appellante] is in het studiejaar 2020-2021 gestart met de studie Bedrijfskunde aan De Haagse Hogeschool. Voor de propedeutische fase geldt een BSA-norm van 50 punten. [appellante] heeft na het eerste studiejaar 16 punten behaald, na het tweede studiejaar 35 punten en na het derde studiejaar 43 punten. Aan het einde van het studiejaar 2021-2022 hebben alle studenten uitstel van het BSA gekregen wegens de coronapandemie. De examencommissie heeft [appellante] aan het eind van de studiejaren 2021-2022 en 2022-2023 uitstel van het BSA verleend wegens persoonlijke omstandigheden. Aan het laatste uitstel is de voorwaarde verbonden dat [appellante] de propedeuse in het studiejaar 2023-2024 moet behalen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5152
Datum uitspraak
29 november 2024
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Mondelinge uitspraak
  • Studentenzaken
  • uitspraakin de zaak202406563/1/A2

202205076/1/V3

Bij besluit van 21 juni 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4837
Datum uitspraak
28 november 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202205076/1/V3

202205079/1/V3

Bij besluit van 21 juni 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4897
Datum uitspraak
28 november 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202205079/1/V3

202404812/2/R4

Bij besluit van 27 juni 2024 heeft de raad van de gemeente Doetinchem het bestemmingsplan "Plus supermarkt Wehl - 2023" vastgesteld. Bij besluit van 9 juli 2024 heeft het college de omgevingsvergunning voor de bouw van een nieuwe supermarkt in het plangebied verleend. Het plan en omgevingsvergunning maken de bouw van een supermarkt mogelijk in Wehl, op de hoek van de Koningin Wilhelminastraat en de Julianastraat. Het betreft hier de verplaatsing van een bestaande supermarkt, die nu nog in de Stationsstraat in Wehl is gevestigd. Daarbij zullen onder andere een aantal woningen in het plangebied worden gesloopt. [verzoeker] en anderen wonen in de nabije omgeving van het plangebied.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4848
Datum uitspraak
28 november 2024
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202404812/2/R4

202406398/2/A3

Bij besluit van 16 mei 2024 heeft de burgemeester van Berg en Dal de aanvraag van MFE B.V. voor een vergunning op grond van de Alcoholwet geweigerd. MFE B.V. exploiteert het horecabedrijf ‘Bistro Le Steak’ aan de Zevenheuvelenweg 81 in Berg en Dal. MFE B.V. heeft een aanvraag voor een vergunning op grond van de Alcoholwet ingediend. In het besluit van 16 mei 2024 heeft de burgemeester de aangevraagde vergunning geweigerd, omdat de [leidinggevende] in enig opzicht van slecht levensgedrag is zoals bedoeld in artikel 27, eerste lid, onder a, van de Alcoholwet in samenhang met artikel 8, eerste lid, onder b, van de Alcoholwet. Daarbij is MFE B.V. gelast het horecabedrijf uiterlijk 29 mei 2024 om 24:00 uur te sluiten en gesloten te houden. MFE B.V. heeft de voorzieningenrechter in haar verzoek verzocht de sluiting van het horecabedrijf te schorsen totdat op het hoger beroep is beslist. Ter motivering van haar verzoek heeft zij betoogd dat zij door de sluiting het horecabedrijf niet kan exploiteren waardoor problemen zijn ontstaan voor personeel, leveranciers, verhuurder en voor de privé situatie van enig bestuurder van MFE B.V., [leidinggevende].

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4906
Datum uitspraak
28 november 2024
  • Voorlopige voorziening
  • Wet Bibob
  • uitspraakin de zaak202406398/2/A3

202406629/2/V1

Bij besluit van 16 september 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4898
Datum uitspraak
28 november 2024
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202406629/2/V1

202406667/1/V2

Bij besluit van 13 september 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een verzoek van de vreemdeling om opheffing van het tegen hem uitgevaardigde inreisverbod, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4899
Datum uitspraak
28 november 2024
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202406667/1/V2

202406895/1/V3

Bij besluit van 15 oktober 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4901
Datum uitspraak
28 november 2024
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202406895/1/V3
vorige pagina1...404142...1.203volgende pagina

Facetten
Gepubliceerd
  • Uitspraken uit
Type uitspraak
Proceduresoort
Rechtsgebied
Bevat

Raad van State

De Raad van State is onafhankelijk adviseur van regering en parlement over wetgeving en bestuur en hoogste algemene bestuursrechter van het land.

  • Meer over ons
  • Vacatures

Contact

De Raad van State bevindt zich in het centrum van Den Haag. Wilt u in contact komen met ons of wilt u ons bezoeken voor een zitting?

  • Telefoon
  • Locatie en route
  • Post en e-mail
  • Digitaal procederen
  • Wet open overheid
  • Nieuwe zaak starten

Altijd op de hoogte

Ontvang ons nieuws via de abonnementenservice in uw mailbox. Op de hoogte gehouden worden over uitspraken die gedaan worden in bepaalde zaken? Meld u dan aan voor de e-mailservice. Of bekijk de voortgang van een bepaalde procedure bij de Afdeling bestuursrechtspraak.

  • E-mailservice uitspraken
  • Voortgang procedure
  • Aanvragen oude uitspraken

Toegankelijkheid | Privacy | Cookiebeleid

Volg ons

  • Bluesky
  • LinkedIn
  • Instagram
  • Mastodon