Ga naar de inhoud
(naar homepage)
lees voor
Direct naar
  • en (Information in English)
  • de (Deutsche Informationen)
  • fr (Informations en français)
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
  • Actueel
    • Nieuws
    • Zittingsagenda
    • Persagenda
    • Evenementen
    • Piet Hein Donner Scriptieprijs
  • Adviezen
  • Uitspraken
  • Publicaties
    • Brochures
    • Studies en onderzoeken
    • Regelingen
    • Consultaties
    • Jaarverslagen
    • Toespraken vice-president
  • Over ons
    • Raad van State in het kort
    • Organisatie
    • Advisering
    • Bestuursrechtspraak
    • Begrotingstoezicht
    • Toetsing Klimaatwet
    • Geschiedenis
    • Raad van State in beeld
  • Zoeken
  • en
  • de
  • fr
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
Zoeken

  1. Home ›
  2. Uitspraken

Uitspraken

De Afdeling bestuursrechtspraak toetst of de overheid het recht goed heeft toegepast bij het nemen van een besluit. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Bestuursrechtspraak.


aantal resultaten: 99.828
aantal resultaten per pagina

Toon overzicht van de actuele uitspraken:

  • Hoofdzaken
  • Voorlopige voorzieningen
  • Interessant voor de media

202202668/1/A3

Bij besluit van 11 februari 2021 heeft de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport besloten dat de publicatieversie van een toezichtrapport over Stamcelbank openbaar wordt gemaakt. De minister heeft aan Stamcelbank, voor het laatst op 7 november 2019, een erkenning als orgaanbank op grond van de Wet veiligheid en kwaliteit lichaamsmateriaal (Wvkl) verleend. Stamcelbank staat als orgaanbank onder toezicht van de minister, welk toezicht feitelijk wordt uitgevoerd door de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (hierna: de Inspectie). Op 22 september 2020 heeft de Inspectie een bezoek gebracht aan Stamcelbank. Op 30 november 2020 heeft de Inspectie een brief naar Stamcelbank gestuurd met als bijlage een conceptrapport over de geconstateerde bevindingen tijdens dat bezoek. In deze brief heeft de Inspectie aan Stamcelbank verzocht om te reageren op eventuele feitelijke onjuistheden in het conceptrapport. Bij brief van 15 januari 2021 heeft Stamcelbank dat gedaan. Daarbij heeft Stamcelbank ook een reactie gegeven op het inhoudelijk oordeel van de Inspectie in dat conceptrapport. Bij besluit van 11 februari 2021 heeft de minister besloten om de publicatieversie van het toezichtrapport (hierna: het toezichtrapport) op de website van de Inspectie openbaar te maken.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1970
Datum uitspraak
30 april 2025
  • Hoger beroep
  • Gezondheidszorg
  • uitspraakin de zaak202202668/1/A3

202203269/1/A3

Bij brief van 24 juli 2019 heeft de burgemeester van Doetinchem een reactie gegeven op een door [appellant] ingediend ‘Meldingsformulier selectie/gunning coffeeshop’. Bij besluit van 14 januari 2020 heeft de burgemeester het door [appellant] daartegen gemaakte bezwaar niet-ontvankelijk verklaard. Bij uitspraak van 5 april 2022 heeft de rechtbank het door [appellant] daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. [appellant] wil een exploitatievergunning en een gedoogverklaring voor de exploitatie van een coffeeshop. Volgens de ‘Uitvoeringsnota drugsbeleid gemeente Doetinchem 2016’ voert de burgemeester het beleid dat maximaal aan twee coffeeshops een exploitatievergunning en gedoogverklaring wordt afgegeven. Aanmelden daarvoor moet door middel van het indienen van een meldingsformulier. Alleen meldingsformulieren die tijdig zijn ontvangen en op de in de Uitvoeringsnota voorgeschreven wijze zijn ingediend, worden getoetst aan de voorwaarden voor deelname aan de loting. Als er meer dan één gegadigde aan deze voorwaarden voldoet zal er een loting plaatsvinden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1959
Datum uitspraak
30 april 2025
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202203269/1/A3

202204163/1/R4

Bij besluit van 13 mei 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Zevenaar aan [vergunninghouder] een omgevingsvergunning verleend voor de bouw van een appartementencomplex met horecafunctie op het perceel [locatie] in Zevenaar. Het bouwplan maakt de oprichting mogelijk van een appartementencomplex met zeven appartementen en een horecafunctie op de begane grond op het perceel aan het [locatie] in Zevenaar. Het bouwplan is in strijd met het ter plaatse geldende bestemmingsplan "Centrum Zevenaar", op grond waarvan op het perceel de bestemming "Maatschappelijk" rust. Om het bouwplan toch mogelijk te maken, heeft het college een omgevingsvergunning verleend met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, aanhef en onder a, onder 3˚, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. [appellant] en anderen wonen naast en in de buurt van het perceel. Zij verzetten zich tegen de verleende omgevingsvergunning, omdat zij vrezen voor een onevenredige aantasting van hun woon- en leefklimaat.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1929
Datum uitspraak
30 april 2025
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202204163/1/R4

202205147/1/R3

Bij besluit van 18 december 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Molenlanden het verzoek van [appellant] om handhavend op te treden tegen de houtopstand op het perceel van [belanghebbende A] (nu: [belanghebbende B]) aan het [locatie] in Oud-Alblas afgewezen. [appellant] is eigenaar van korenmolen De Hoop aan het Oosteinde 7 in Oud-Alblas. Ten noorden van de molen ligt het perceel met de houtopstand. [appellant] heeft verzocht om handhaving tegen de houtopstand omdat deze in strijd met de regels over de molenbiotoop te hoog is en de werking van de molen daardoor wordt beperkt. In geschil is of het college zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat er geen sprake is van een overtreding omdat de houtopstand onder de bescherende werking van het gebruiksovergangsrecht valt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1967
Datum uitspraak
30 april 2025
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202205147/1/R3

202205432/1/R3

Bij besluit van 23 mei 2019 heeft het college aan [vergunninghouder] een omgevingsvergunning verleend voor het bouwen van een bedrijfsruimte met koelcellen op het perceel [locatie 1] in Hillegom. [vergunninghouder] exploiteert op het perceel aan de [locatie 1] in Hillegom (hierna: het perceel) een bollenkwekerij. Op grond van het bestemmingsplan "Landelijk gebied 1997, eerste herziening" had het perceel de bestemming "Agrarische doeleinden" met de subbestemming "Ab" met een bouwvlak. Op 23 mei 2019 heeft het college aan [vergunninghouder] een omgevingsvergunning verleend op grond van artikel 2.1, eerste lid, onder a en c, van de Wabo voor het bouwen van een bedrijfsruimte met koelcellen op het perceel. Het college heeft daarbij gebruik gemaakt van de afwijkingsbevoegdheid uit artikel 7, eerste lid, aanhef en onder a, van de voorschriften van het bestemmingsplan "Landelijk gebied 1997, eerste herziening". Het bouwplan is in strijd met artikel 12, derde lid, aanhef en onder f, van de planvoorschriften, omdat het bouwplan leidt tot een overschrijding van de maximale toegestane oppervlakte aan bedrijfsgebouwen, geen kassen zijnde en overkappingen van 1160 m2 met 173 m2.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1946
Datum uitspraak
30 april 2025
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202205432/1/R3

202205458/2/A3

Bij tussenuitspraak van 2 oktober 2024, ECLI:NL:RVS:2024:3986 heeft de Afdeling de minister opgedragen binnen 12 weken na de verzending van de tussenuitspraak het daarin omschreven gebrek in het besluit van 3 december 2020 te herstellen. Het gaat in deze uitspraak over de intrekking van een aan [appellant] verleende jachtakte. In deze procedure stond de vraag centraal of een beslissing van het Ambtsgericht Limburg a.d. Lahn op basis waarvan [appellant] een bedrag van € 1.000,- heeft betaald aan de Dierenbescherming Limburg-Weilburg, gelijk kon worden gesteld aan een onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1955
Datum uitspraak
30 april 2025
  • Hoger beroep
  • Wapens en munitie
  • uitspraakin de zaak202205458/2/A3

202206781/1/R2

Bij besluit van 24 november 2022 hebben de minister voor Klimaat en Energie, nu de minister van Klimaat en Groene Groei, en de minister voor (nu: van) Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening het verzoek van de stichting om het op 22 september 2016 vastgestelde rijksinpassingsplan "Windpark De Drentse Monden - Oostermoer" en de vier op 22 september 2016 verleende omgevingsvergunningen in te trekken, afgewezen. Het windpark De Drentse Monden en Oostermoer is een windpark dat bestaat uit 45 windturbines. Raedthuys en anderen zijn exploitanten van het windpark. Het windpark ligt grotendeels op het grondgebied van de gemeenten Aa en Hunze en Borger-Odoorn. De windturbines hebben volgens het inpassingsplan "Windpark De Drentse Monden - Oostermoer" een ashoogte van minimaal 119 m en maximaal 145 m, een rotordiameter van minimaal 112 m en maximaal 131 m en per lijnopstelling een zelfde maatvoering en uiterlijke verschijningsvorm. De windturbines zijn geplaatst in zes lijnopstellingen en hebben samen een vermogen van ongeveer 150 MW.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1862
Datum uitspraak
30 april 2025
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Inpassingsplan
  • uitspraakin de zaak202206781/1/R2

202207329/1/R1

Bij besluit van 1 november 2022 heeft de raad van de gemeente Stichtse Vecht het "Parapluplan ‘Witte vlekken en reparaties’" vastgesteld. Het plangebied heeft betrekking op diverse locaties verspreid over het grondgebied van de gemeente Stichtse Vecht. In delen van het plangebied zijn zogenoemde witte vlekken ontstaan omdat bepaalde gronden (al dan niet bewust) niet zijn meegenomen in de actualisatie van eerdere bestemmingsplannen. Daarnaast heeft dit parapluplan betrekking op diverse reparaties van geldende bestemmingsplannen, waarbij voor diverse locaties een beoogde regeling niet is opgenomen of per abuis is overschreven. Ook gaat het om locaties die niet conform de feitelijke (legale) situatie zijn bestemd. Met het plan is dan ook beoogd om voor deze gebieden tot een actueel juridisch-planologische regeling te komen. [appellant] is voor één vijfde deel eigenaar van het perceel kadastraal bekend als Maarssen, sectie K, nummer 1117. [gemachtigde A] en [gemachtigde B] zijn mede-eigenaren van dit perceel. Op dit perceel is een recreatiewoning aanwezig.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1923
Datum uitspraak
30 april 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Utrecht
  • uitspraakin de zaak202207329/1/R1

202300111/1/R3

Bij besluit van 31 maart 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Gorinchem de bouwvergunning van 7 januari 1994 voor een nieuwbouwwoning aan de [locatie A] in Gorinchem ingetrokken. [appellant sub 2] woont in een tijdelijke woning aan de [locatie A] in Gorinchem. Aan hem is in 1994 een bouwvergunning verleend voor een permanente woning. Ook heeft hij toen het stuk grond waarop de tijdelijke woning staat en de permanente woning mocht worden gebouwd, in gebruik gekregen. [appellant sub 2] was van plan het stuk grond van de gemeente te kopen bij de bouw van de permanente woning. De permanente woning is alleen nog niet gebouwd en het college wil op die plek geen woningen meer hebben. Daarom heeft het besloten om de in 1994 verleende bouwvergunning in te trekken. [appellant sub 2] is het daar niet mee eens, omdat hij daar wil blijven wonen en de permanente woning alsnog wil bouwen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1956
Datum uitspraak
30 april 2025
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202300111/1/R3

202300293/1/R1

Bij besluit van 7 april 2022 heeft het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant ingestemd met het saneringsverslag voor de locatie Sint Bavostraat (voormalig Brabant Chemie) te Rijsbergen. Ter plaatse van het voormalige bedrijfsterrein van Brabant Chemie aan de Sint Bavostraat te Rijsbergen was in het verleden een bestrijdingsmiddelenfabriek gevestigd. Bodemonderzoek in de jaren '80 en de jaren '90 van de vorige eeuw wees uit dat de bodem en het grondwater ernstig verontreinigd waren. Het ging daarbij om arseen, chloorfenolen, fenolen en zwavelverbindingen. Ter plaatse heeft een grond- en grondwatersanering plaatsgevonden. Na afronding van die sanering is in de grond en het grondwater een restverontreiniging met arseen achtergebleven. In een besluit van het college van 7 februari 2019 is vastgesteld dat er sprake is van een geval van ernstige bodemverontreiniging in grond en grondwater, maar dat (verdere) sanering van die verontreiniging niet spoedeisend is. Verder is daarbij ingestemd met een saneringsplan, dat eruit bestond dat grondwatermonitoring zou plaatsvinden om vast te stellen dat er sprake is van een stabiele eindsituatie.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1922
Datum uitspraak
30 april 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Bodembescherming
  • uitspraakin de zaak202300293/1/R1
vorige pagina1...255256257...9.983volgende pagina

Facetten
Gepubliceerd
  • Uitspraken uit
Type uitspraak
Proceduresoort
Rechtsgebied
Bevat

Raad van State

De Raad van State is onafhankelijk adviseur van regering en parlement over wetgeving en bestuur en hoogste algemene bestuursrechter van het land.

  • Meer over ons
  • Vacatures

Contact

De Raad van State bevindt zich in het centrum van Den Haag. Wilt u in contact komen met ons of wilt u ons bezoeken voor een zitting?

  • Telefoon
  • Locatie en route
  • Post en e-mail
  • Digitaal procederen
  • Wet open overheid
  • Nieuwe zaak starten

Altijd op de hoogte

Ontvang ons nieuws via de abonnementenservice in uw mailbox. Op de hoogte gehouden worden over uitspraken die gedaan worden in bepaalde zaken? Meld u dan aan voor de e-mailservice. Of bekijk de voortgang van een bepaalde procedure bij de Afdeling bestuursrechtspraak.

  • Abonnementenservice
  • E-mailservice uitspraken
  • Voortgang procedure
  • Aanvragen oude uitspraken

Toegankelijkheid | Privacy | Cookiebeleid

Volg ons

  • Bluesky
  • LinkedIn
  • Instagram
  • Mastodon