Ga naar de inhoud
(naar homepage)
lees voor
Direct naar
  • en (Information in English)
  • de (Deutsche Informationen)
  • fr (Informations en français)
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
  • Actueel
    • Nieuws
    • Zittingsagenda
    • Persagenda
    • Evenementen
    • Piet Hein Donner Scriptieprijs
  • Adviezen
  • Uitspraken
  • Publicaties
    • Brochures
    • Studies en onderzoeken
    • Regelingen
    • Consultaties
    • Jaarverslagen
    • Toespraken vice-president
  • Over ons
    • Raad van State in het kort
    • Organisatie
    • Advisering
    • Bestuursrechtspraak
    • Begrotingstoezicht
    • Toetsing Klimaatwet
    • Geschiedenis
    • Raad van State in beeld
  • Zoeken
  • en
  • de
  • fr
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
Zoeken

  1. Home ›
  2. Uitspraken

Uitspraken

De Afdeling bestuursrechtspraak toetst of de overheid het recht goed heeft toegepast bij het nemen van een besluit. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Bestuursrechtspraak.


aantal resultaten: 99.751
aantal resultaten per pagina

Toon overzicht van de actuele uitspraken:

  • Hoofdzaken
  • Voorlopige voorzieningen
  • Interessant voor de media

202306621/1/A2

Bij besluit van 20 juli 2021 heeft het college van gedeputeerde staten van Zuid-Holland [appellant sub 1] een tegemoetkoming in planschade toegekend van € 27.800,-, exclusief wettelijke rente ter hoogte van € 360,89. Bij brief van 26 november 2020 heeft [appellant sub 1] het college verzocht om een tegemoetkoming in planschade die hij stelt te hebben geleden als gevolg van het provinciaal inpassingsplan "Windpark Spui", dat op 7 november 2016 in werking is getreden en op 17 januari 2018 onherroepelijk is geworden. Met dit plan is de oprichting van windpark Spui, bestaande uit vijf in een lijnopstelling staande windturbines, mogelijk gemaakt langs het Spui, ten oosten van Nieuw-Beijerland en ten noorden van Piershil. De maximale bouwhoogte van de windturbines is 140 meter en de rotordiameter is maximaal 136 meter (de tiphoogte is dus maximaal 208 meter). De dichtstbijzijnde windturbine is gelegen op circa 390 meter van de woning. Volgens [appellant sub 1] leidt het windpark tot geluidhinder in zijn woning, waardoor zijn slaap wordt verstoord.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2136
Datum uitspraak
21 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202306621/1/A2

202307137/1/A3

Bij besluit van 31 maart 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Delft de nummeraanduiding [locatie 1] te Delft ingetrokken. De panden aan de [locatie 2] in Delft waren ten tijde in geding in eigendom van [appellante]. In 1996 is een vergunning verleend voor het samenvoegen van deze panden door middel van muurdoorbraken. Volgens het college van burgemeester en wethouders van Delft is er door deze samenvoeging één verblijfsobject ontstaan en is hij op grond van artikel 6 van de Wet Basisregistratie Adressen en Gebouwen (hierna: Wet Bag) en artikel 3, tweede en vierde lid, van de Verordening naamgeving en nummering (adressen) Delft 2022 (hierna: Verordening) verplicht om de nummeraanduiding in te trekken. Daarom heeft het college de nummeraanduiding [locatie 1] in Delft ingetrokken. [appellante] is het daar niet mee eens. Zij meent dat het pand de oude nummeraanduiding moet behouden en dat het college ten onrechte tot intrekking is overgegaan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2279
Datum uitspraak
21 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak202307137/1/A3

202307198/1/A2

Bij besluit van 1 juni 2022 heeft de minister een aanvraag van [appellante] om het overnemen van een private schuld afgewezen. Bij besluit van 8 december 2022 heeft de minister het door [appellante] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. [appellante] is gedupeerde van de toeslagenaffaire. Zij heeft de minister verzocht een schuld over te nemen op grond van artikel 4.1 van de Wet hersteloperatie toeslagen. Het gaat om een lening van Defam B.V. van € 23.550,00, waarbij de openstaande schuld ten tijde van de aanvraag € 19.329,83 plus € 849,37, in totaal € 20.179,20, bedroeg. De minister heeft bij het besluit van 1 juni 2022, gehandhaafd bij het besluit van 8 december 2022, de aanvraag van [appellante] afgewezen. Volgens de minister staat de schuld niet op naam van [appellante], maar op die van haar partner, [partij]. Het is daarom aan [partij] om de minister te verzoeken om de schuld over te nemen en niet aan [appellante]. Bovendien is de schuld niet opeisbaar geworden vanwege een betalingsachterstand.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2325
Datum uitspraak
21 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Geld
  • uitspraakin de zaak202307198/1/A2

202307215/1/A2

Bij besluit van 16 juni 2022 heeft de Belastingdienst/Toeslagen (nu: de minister van Financiën, hierna: de minister) een aanvraag van [appellant] om het overnemen van een private schuld afgewezen. Bij besluit van 30 november 2022 heeft de minister het door [appellant] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. [appellant] is gedupeerde van de toeslagenaffaire. Hij heeft de minister verzocht een schuld over te nemen op grond van artikel 4.1 van de Wet hersteloperatie toeslagen. Het gaat om een lening van Defam B.V. van € 23.550,00, waarbij de openstaande schuld ten tijde van de aanvraag € 19.329,83 plus € 849,37, in totaal € 20.179,20, bedroeg. De minister heeft bij het besluit van 16 juni 2022, gehandhaafd bij het besluit van 30 november 2022, de aanvraag van [appellant] afgewezen. Hij heeft erop gewezen dat de schuld niet opeisbaar is geworden vanwege een betalingsachterstand.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2315
Datum uitspraak
21 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Geld
  • uitspraakin de zaak202307215/1/A2

202400033/1/R4

Bij besluit van 9 november 2023 heeft de raad van de gemeente Oldebroek het bestemmingsplan "Hattemerbroek, Zuiderzeestraatweg - Oude Weg" vastgesteld. Het bestemmingsplan legt de juridisch-planologische basis voor het realiseren van 36 woningen op een locatie tussen de Zuiderzeestraatweg en de Oude Weg ten noorden van de kern Hattemerbroek. [appellant] heeft een agrarisch bedrijf aan de [locatie], nabij de woningbouwlocatie. Hij vreest voor beperkingen in zijn bedrijfsvoering door de nieuwe woningen. IJsseldelta is de initiatiefnemer van het woningbouwplan. [appellant] betoogt dat een goed woon- en leefklimaat bij de nieuwe woningen niet is gewaarborgd omdat deze te dicht bij zijn mestopslag mogelijk zijn gemaakt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2227
Datum uitspraak
21 mei 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202400033/1/R4

202400192/1/A2

Bij besluit van 6 juli 2022 heeft het CBR [appellant] een medisch onderzoek naar zijn rijgeschiktheid opgelegd. In deze zaak staat centraal of het CBR aan [appellant] naar aanleiding van een zogenoemd vermoeden van ongeschiktheid een onderzoek naar zijn rijgeschiktheid mocht opleggen. Op 12 mei 2022 heeft de korpschef van de politie aan het CBR een mededeling gedaan als bedoeld in artikel 130, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994. Volgens die mededeling bestaat het vermoeden dat [appellant] niet langer beschikt over de rijvaardigheid dan wel over de lichamelijke of geestelijke geschiktheid, vereist voor het besturen van motorrijtuigen. De korpschef heeft verwezen naar een mutatierapport van 12 mei 2022. Daarin staat dat [appellant] zeer vreemd gedrag heeft vertoond, de confrontatie opzocht en mogelijk in een waan verkeerde. Naar aanleiding van de mededeling heeft het CBR op grond van artikel 23, derde lid, en bijlage I, onder B, onderdeel I en II, van de Regeling maatregelen rijvaardigheid en geschiktheid 2011 het besluit van 6 juli 2022 genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2306
Datum uitspraak
21 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Wegenverkeerswet
  • uitspraakin de zaak202400192/1/A2

202400242/1/A2

Bij besluit van 22 december 2022 heeft het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen een Lichte Educatieve Maatregel Alcohol en verkeer opgelegd aan [appellant]. De politie, eenheid Zeeland West-Brabant, heeft aan het CBR mededeling gedaan van het vermoeden dat [appellant] niet langer beschikt over de rijvaardigheid dan wel over de lichamelijke of geestelijke geschiktheid, vereist voor het besturen van de motorrijtuigen waarvoor aan hem een rijbewijs is afgegeven, zoals opgenomen in artikel 130 van de Wegenverkeerswet 1994. Aan deze mededeling ligt ten grondslag dat [appellant] op 10 december 2022 is aangehouden als bestuurder van een oranje bestelbus die betrokken was bij een eenzijdig ongeval. Door middel van een ademanalyse is bij [appellant] een ademalcoholgehalte van 230 µg/l geconstateerd. [appellant]was op 10 december 2022 nog beginnend bestuurder, voor wie op grond van artikel 8, derde lid, onder a, van de Wvw 1994 een maximum gehalte van 88 µg/l gold. Het CBR heeft vanwege deze overschrijding van dat maximum aan [appellant] een LEMA opgelegd en die maatregel in bezwaar gehandhaafd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2305
Datum uitspraak
21 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Wegenverkeerswet
  • uitspraakin de zaak202400242/1/A2

202400250/1/A3

Bij besluit van 9 november 2022 heeft de minister van Financiën het verzoek om rectificatie van onjuiste persoonsgegevens van [appellant] afgewezen. Naar aanleiding van een inzageverzoek van [appellant] op grond van de Algemene Verordening Gegevensbescherming is de minister gebleken dat zijn feitelijke woonadres in de periode van 1 juli tot en met 26 december 2008 onjuist stond weergegeven in het informatiesysteem Beheer van Relaties van de Belastingdienst. De minister heeft het bezwaar van [appellant] tegen de beslissing op het inzageverzoek daarom mede opgevat als een verzoek om rectificatie. Met het besluit van 19 januari 2023 heeft de minister het bezwaar van [appellant] tegen de afwijzing van het rectificatieverzoek ongegrond verklaard, omdat [appellant] zijn juiste adresgegevens niet heeft bevestigd dan wel verstrekt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2289
Datum uitspraak
21 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • Persoonsgegevens
  • uitspraakin de zaak202400250/1/A3

202400287/1/A3

Bij besluit van 29 juli 2022 heeft de minister van Financiën het verzoek van [appellant] om inzage in persoonsgegevens op grond van artikel 15 van de Algemene verordening gegevensbescherming afgewezen. Deze zaak gaat over een verzoek van [appellant] om inzage in zijn persoonsgegevens in de Fraudesignaleringsvoorziening. Bij het besluit van 29 juli 2022 heeft de minister de inzage geweigerd onder verwijzing naar de uitzonderingsgrond uit artikel 23 van de AVG en artikel 41, eerste lid, aanhef en onder d, e en h, van de Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming. Volgens de minister stonden de persoonsgegevens van [appellant] in de FSV omdat en nadat een overheidsorganisatie (hierna: opvragende instantie) die gegevens had opgevraagd in het kader van een wettelijke taak. De minister heeft geweigerd te vermelden wie de opvragende instantie was. Daartegen heeft [appellant] bezwaar gemaakt. De minister heeft dat bezwaar bij besluit van 9 november 2022 gegrond verklaard, en een overzicht gegeven van een aantal persoonsgegevens van [appellant] in de FSV.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2316
Datum uitspraak
21 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Persoonsgegevens
  • uitspraakin de zaak202400287/1/A3

202400315/1/A3

Bij brief van 27 februari 2023 heeft het college van burgemeester en wethouders van Utrecht de gemeenteraad in kennis gesteld van het Integrale Plan van Eisen en Functioneel Ontwerp. De gemeente Utrecht is voornemens om de Weerdsingel Oostzijde opnieuw in te richten. In dat kader heeft het college het IPvE opgesteld. Het college heeft het bezwaar van [appellant A] en anderen tegen het IPvE niet-ontvankelijk verklaard zonder [appellant A] en anderen daarover eerst te horen. Volgens het college is het IPvE geen besluit waartegen bezwaar kan worden gemaakt. De rechtbank heeft geoordeeld dat het IPvE geen besluit is in de zin van artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht, omdat het IPvE niet is gericht op rechtsgevolg. Hiertoe overweegt de rechtbank dat voor de uitvoering van de daadwerkelijke herinrichting nog besluiten nodig zijn.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2300
Datum uitspraak
21 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak202400315/1/A3
vorige pagina1...218219220...9.976volgende pagina

Facetten
Gepubliceerd
  • Uitspraken uit
Type uitspraak
Proceduresoort
Rechtsgebied
Bevat

Raad van State

De Raad van State is onafhankelijk adviseur van regering en parlement over wetgeving en bestuur en hoogste algemene bestuursrechter van het land.

  • Meer over ons
  • Vacatures

Contact

De Raad van State bevindt zich in het centrum van Den Haag. Wilt u in contact komen met ons of wilt u ons bezoeken voor een zitting?

  • Telefoon
  • Locatie en route
  • Post en e-mail
  • Digitaal procederen
  • Wet open overheid
  • Nieuwe zaak starten

Altijd op de hoogte

Ontvang ons nieuws via de abonnementenservice in uw mailbox. Op de hoogte gehouden worden over uitspraken die gedaan worden in bepaalde zaken? Meld u dan aan voor de e-mailservice. Of bekijk de voortgang van een bepaalde procedure bij de Afdeling bestuursrechtspraak.

  • Abonnementenservice
  • E-mailservice uitspraken
  • Voortgang procedure
  • Aanvragen oude uitspraken

Toegankelijkheid | Privacy | Cookiebeleid

Volg ons

  • Bluesky
  • LinkedIn
  • Instagram
  • Mastodon