Ga naar de inhoud
(naar homepage)
lees voor
Direct naar
  • en (Information in English)
  • de (Deutsche Informationen)
  • fr (Informations en français)
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
  • Actueel
    • Nieuws
    • Zittingsagenda
    • Persagenda
    • Evenementen
    • Piet Hein Donner Scriptieprijs
  • Adviezen
  • Uitspraken
  • Publicaties
    • Brochures
    • Studies en onderzoeken
    • Regelingen
    • Consultaties
    • Jaarverslagen
    • Toespraken vice-president
  • Over ons
    • Raad van State in het kort
    • Organisatie
    • Advisering
    • Bestuursrechtspraak
    • Begrotingstoezicht
    • Toetsing Klimaatwet
    • Geschiedenis
    • Raad van State in beeld
  • Zoeken
  • en
  • de
  • fr
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
Zoeken

  1. Home ›
  2. Uitspraken

Uitspraken

De Afdeling bestuursrechtspraak toetst of de overheid het recht goed heeft toegepast bij het nemen van een besluit. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Bestuursrechtspraak.


aantal resultaten: 99.751
aantal resultaten per pagina

Toon overzicht van de actuele uitspraken:

  • Hoofdzaken
  • Voorlopige voorzieningen
  • Interessant voor de media

202200368/1/A3

Bij besluit van 19 mei 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Maastricht een aanvraag van Meysti om op het indelingsplan voor het pleinterras Onze Lieve Vrouweplein te worden geplaatst, buiten behandeling gesteld. Meysti exploiteert horecalokaliteit Bistro De Comedie, gelegen aan het Onze Lieve Vrouwenplein 30b in Maastricht. Meysti heeft een aanvraag ingediend om te worden geplaatst op het indelingsplan van het pleinterras aan het Onze Lieve Vrouweplein. Het college heeft deze aanvraag buiten behandeling gesteld omdat Meysti niet voldoet aan het daartoe gestelde loodlijncriterium. Dat wil zeggen dat de loodlijn van de gevel van de horecalokaliteit van Meysti niet uitkomt op het pleinterras. Meysti betoogt dat het loodlijncriterium ten onrechte is opgenomen in artikel 11, vijfde lid, aanhef en onder c, van de Terrasverordening gemeente Maastricht. Het loodlijncriterium is bepalend voor de vraag of een exploitant in aanmerking kan komen voor plaatsing op het indelingsplan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2343
Datum uitspraak
21 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202200368/1/A3

202200600/1/A3

Bij besluit van 1 maart 2016 heeft het college van burgemeester en wethouders van Breda een aanvraag voor een omgevingsvergunning van [appellant] afgewezen op grond van artikel 3 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur. [appellant] heeft een omgevingsvergunning gevraagd voor het slopen van schuren en bergingen op het landgoed [naam landgoed] en voor de nieuwbouw, op dezelfde locatie, van een zwembad met badhuisje, een schuur en een garage. Het college heeft de vergunning geweigerd omdat er ernstig gevaar is dat de vergunning mede zal worden gebruikt om uit gepleegde strafbare feiten verkregen, op geld waardeerbare, voordelen te benutten of mede zal worden gebruikt om strafbare feiten te plegen. Het college heeft aan de weigering een advies van het Landelijk Bureau Bibob van 4 juni 2015 ten grondslag gelegd. Dit advies is op verzoek van het college uitgebracht naar aanleiding van een vergunningaanvraag van de Stichting Volkshuisvesting Utrecht voor de verbouwing van panden aan de [locatie 1]-[locatie 2] te Breda.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2294
Datum uitspraak
21 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • Wet Bibob
  • uitspraakin de zaak202200600/1/A3

202201900/1/R2 en 202201916/1/R2

Bij besluit van 16 november 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Breda voor het bestemmingsplan "Ulvenhout, [locatie A]" hogere grenswaarden als bedoeld in artikel 110a van de Wet geluidhinder vastgesteld voor nieuwe woningen aan de [locatie A]. Bij besluit van 20 januari 2022 heeft de raad van de gemeente Breda het bestemmingsplan "Ulvenhout, [locatie A]" vastgesteld. Het bestemmingsplan wijzigt de bestemming deels naar "Wonen" om drie woningen met parkeervoorzieningen en tuinen te kunnen realiseren op het perceel. Het perceel aan de [locatie A] is eigendom van [belanghebbende]. Daar is een oude schuur aanwezig en de gronden worden gebruikt voor kleinschalige teeltactiviteiten. [appellant sub 2], [appellanten sub 1] en [appellant sub 3A] en [appellant sub 3B] wonen (schuin) tegenover de [locatie A] en zijn het niet eens met de gewijzigde bestemming. De milieuvereniging zet zich in voor de bescherming van het milieu in Breda en aangrenzende gemeenten en is het ook niet eens met de gewijzigde bestemming.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2341
Datum uitspraak
21 mei 2025
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • RO - Geluid
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202201900/1/R2 en 202201916/1/R2

202201926/1/R4

Bij besluit van 22 februari 2022 heeft de minister van Infrastructuur en Waterstaat het saneringsplan "West-Nederland Noord 3" vastgesteld en geluidproductieplafonds verlaagd. Het saneringsplan heeft betrekking op diverse wegvlakken van de A1, A7, A10 en N200 in de provincie Noord-Holland. Het saneringsplan bevat bronmaatregelen en afschermende maatregelen die ertoe leiden dat de geluidproductieplafonds op meerdere referentiepunten langs een aantal van de genoemde rijkswegen moeten worden verlaagd. Een geluidproductieplafond is de toegestane geluidproductie op een referentiepunt. [appellant] woont aan de [locatie] in Benningbroek nabij de rijksweg A7. Zijn woning is als saneringsobject aangemerkt. In het saneringsplan wordt voorzien in de aanleg van stiller asfalt, zogenoemd tweelaags zeer open asfaltbeton, ter hoogte van de woning van [appellant].

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2329
Datum uitspraak
21 mei 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Geluid
  • uitspraakin de zaak202201926/1/R4

202202126/2/R3

Bij besluit van 1 februari 2022 heeft de raad van de gemeente Pekela het bestemmingsplan "[locatie] te Nieuwe Pekela" vastgesteld. De Afdeling heeft in de tussenuitspraak onder 12.3 en 12.4, kort samengevat en voor zover hier relevant, geoordeeld dat de raad, anders dan hij heeft beoogd, in artikel 3.5 van de planregels niet heeft geregeld wat hij daarmee beoogde. Met deze planregeling is in dit concrete geval een inrichting als erf namelijk niet verboden. Weliswaar geldt dat bepaalde gronden op grond van artikel 3.5 van de planregels niet als achtererfgebied zijn aan te merken, maar dat doet er niet aan af dat de inrichting van deze gronden als erf nog steeds mogelijk is. Dit betekent dat op de gronden met de aanduiding "wonen uitgesloten" toch nog omgevingsvergunningvrije bouwwerken met geluidsgevoelige ruimten kunnen worden opgericht. Daarmee is niet uitgesloten dat de bedrijfsvoering van [appellant A] en [appellante B] op het naastgelegen perceel wordt belemmerd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2281
Datum uitspraak
21 mei 2025
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Groningen
  • uitspraakin de zaak202202126/2/R3

202203181/1/A2

Bij besluit van 18 juli 2019 heeft het college van burgemeesters en wethouders van Utrecht [appellante] een schriftelijke aanwijzing gegeven wegens overtreding van de Wet kinderopvang. Bij besluit van 20 augustus 2019 heeft het college [appellante] een bestuurlijke boete ter hoogte van € 73.000,00 opgelegd. [appellante] is houder van verschillende kinderopvangverblijven. Eén van de kinderdagverblijven is [naam], gehuisvest in de [locatie] in Utrecht. Op 4 april en 18 april 2019 hebben toezichthouders van de gemeente Utrecht een onaangekondigd incidenteel onderzoek uitgevoerd bij het kinderdagverblijf. De bevindingen hiervan zijn neergelegd in het inspectierapport van 24 mei 2019 respectievelijk 21 mei 2019. In de inspectierapporten staat dat [appellante] niet voldoet aan alle eisen van de Wko. Het college heeft [appellante] daarom een schriftelijke aanwijzing gegeven en een bestuurlijke boete van € 73.000,00 opgelegd. Bij de beslissing op bezwaar heeft het college de bestuurlijke boete gematigd tot een bedrag van € 65.500,00. [appellante] is het niet eens met de opgelegde boetes en heeft beroep ingesteld bij de rechtbank.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2310
Datum uitspraak
21 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Boete
  • uitspraakin de zaak202203181/1/A2

202203573/1/A3

Bij besluit van 2 april 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Veere het door [appellant A] ingediende verzoek om handhaving afgewezen. [appellant A] heeft het college verzocht om handhavend op te treden tegen de exploitatie van tien kleinschalige kampeerterreinen door anderen dan degene die daarvoor een kampeervergunning hebben. Het college heeft naar aanleiding hiervan geconstateerd dat bij twee van de tien gevallen de eigendom van de grond niet overeen komt met de tenaamstelling op de kampeervergunning, wat in strijd is met de Kampeerverordening 2015. Het verzoek om handhaving is desondanks afgewezen, omdat het kleinschalig kamperen zou gaan vallen onder een nieuwe kampeerregeling in het bestemmingsplan "3e herziening buitengebied Veere" en de kampeerverordening zou worden ingetrokken. Dat dat nog niet was gebeurd hing samen met het feit dat het bestemmingsplan als gevolg van daartegen ingestelde rechtsmiddelen nog niet onherroepelijk was. Omdat het kamperen onder het bestemmingsplan wel aan de regels voldoet, is handhaven op grond van de in te trekken kampeerverordening door het college onevenredig geacht.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2283
Datum uitspraak
21 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202203573/1/A3

202203584/1/A3

Bij besluit van 25 februari 2021 heeft de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties geweigerd om een verklaring van geen bezwaar aan [appellante] te verlenen. [appellante] heeft gesolliciteerd naar de vertrouwensfunctie van taal- en cultuurspecialist Russisch c.q. audiobewerker bij de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst. Voor de vervulling van deze functie heeft zij een VGB op veiligheidsmachtigingsniveau A nodig. De AIVD heeft hiertoe een veiligheidsonderzoek verricht. Op basis van dit onderzoek heeft de minister besloten om de VGB te weigeren. [appellante] is het hier niet mee eens.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2149
Datum uitspraak
21 mei 2025
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak202203584/1/A3

202205791/1/A3

Bij brief van 3 maart 2020 heeft de minister van Volksgezondheid Welzijn en Sport NVIG medegedeeld dat hij het door NVIG ingediende handhavingsverzoek niet in behandeling neemt. Bij besluit van 26 juni 2020 heeft de minister het door NVIG daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. NVIG is een onderneming die via haar website lachgas aanbiedt in de vorm van slagroompatronen van 8 gram. De doelgroep van NVIG zijn, blijkens haar eigen bewoordingen, horecagelegenheden en de ‘thuiskok’. NVIG heeft per brief van 17 oktober 2019 de minister verzocht om handhavend op te treden tegen de activiteiten van Bumblebee B.V.. Ten tijde van het handhavingsverzoek importeerde Bumblebee medisch lachgas om het vervolgens te verkopen aan horecazaken in Nederland. Bumblebee verkocht dit lachgas via haar website. De minister heeft op 3 maart 2020 NVIG per brief meegedeeld dat hij het handhavingsverzoek niet in behandeling neemt omdat NVIG geen belanghebbende is en het handhavingsverzoek daarom geen aanvraag is in de zin van artikel 1:3, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2339
Datum uitspraak
21 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202205791/1/A3

202207029/1/R3 en 202207068/1/R3

Bij besluit van 19 oktober 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam ten behoeve van het bestemmingsplan "Schiekadeblok" hogere waarden als bedoeld in artikel 110a van de Wet geluidhinder vastgesteld. Het plan maakt de herontwikkeling van het gebied tussen de Schiekade, de Delftsestraat, het Delftseplein en het spooremplacement in Rotterdam mogelijk. Het plan gaat uit van een totale nieuwbouwontwikkeling tussen de 110.000 en 140.000 m² bvo met twee nieuwe woontorens. In de Perrontoren zijn maximaal 200 woningen toegestaan, deze toren mag maximaal 70 m hoog worden. In de Schieblocktoren zijn maximaal 450 woningen toegestaan, deze toren mag maximaal 200 m hoog worden. Daarnaast voorziet het plan in nieuwe detailhandel (ongeveer 2.200 m² bvo), horeca met inbegrip van een poppodium met 24-uurs-horeca, maximaal 45.500 m² aan kantoorruimte, een hotel en de mogelijkheid om een parkeergarage voor 230 voertuigen te realiseren. Ook wordt met het plan in de renovatie en transformatie van een aantal binnen het plangebied aanwezige gebouwen voorzien.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2292
Datum uitspraak
21 mei 2025
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak202207029/1/R3 en 202207068/1/R3
vorige pagina1...214215216...9.976volgende pagina

Facetten
Gepubliceerd
  • Uitspraken uit
Type uitspraak
Proceduresoort
Rechtsgebied
Bevat

Raad van State

De Raad van State is onafhankelijk adviseur van regering en parlement over wetgeving en bestuur en hoogste algemene bestuursrechter van het land.

  • Meer over ons
  • Vacatures

Contact

De Raad van State bevindt zich in het centrum van Den Haag. Wilt u in contact komen met ons of wilt u ons bezoeken voor een zitting?

  • Telefoon
  • Locatie en route
  • Post en e-mail
  • Digitaal procederen
  • Wet open overheid
  • Nieuwe zaak starten

Altijd op de hoogte

Ontvang ons nieuws via de abonnementenservice in uw mailbox. Op de hoogte gehouden worden over uitspraken die gedaan worden in bepaalde zaken? Meld u dan aan voor de e-mailservice. Of bekijk de voortgang van een bepaalde procedure bij de Afdeling bestuursrechtspraak.

  • Abonnementenservice
  • E-mailservice uitspraken
  • Voortgang procedure
  • Aanvragen oude uitspraken

Toegankelijkheid | Privacy | Cookiebeleid

Volg ons

  • Bluesky
  • LinkedIn
  • Instagram
  • Mastodon