Ga naar de inhoud
(naar homepage)
lees voor
Direct naar
  • en (Information in English)
  • de (Deutsche Informationen)
  • fr (Informations en français)
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
  • Actueel
    • Nieuws
    • Zittingsagenda
    • Persagenda
    • Evenementen
    • Piet Hein Donner Scriptieprijs
  • Adviezen
  • Uitspraken
  • Publicaties
    • Brochures
    • Studies en onderzoeken
    • Regelingen
    • Consultaties
    • Jaarverslagen
    • Toespraken vice-president
  • Over ons
    • Raad van State in het kort
    • Organisatie
    • Advisering
    • Bestuursrechtspraak
    • Begrotingstoezicht
    • Toetsing Klimaatwet
    • Geschiedenis
    • Raad van State in beeld
  • Zoeken
  • en
  • de
  • fr
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
Zoeken

  1. Home ›
  2. Uitspraken

Uitspraken

De Afdeling bestuursrechtspraak toetst of de overheid het recht goed heeft toegepast bij het nemen van een besluit. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Bestuursrechtspraak.


aantal resultaten: 99.727
aantal resultaten per pagina

Toon overzicht van de actuele uitspraken:

  • Hoofdzaken
  • Voorlopige voorzieningen
  • Interessant voor de media

202402488/1/A2

Bij besluit van 3 augustus 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag de Karperdaal en de Steurendaal in Den Haag aangewezen als (woon-)erf (hierna: het verkeersbesluit), met daarbij een parkeerregeling voor de duur van twee jaar waarbij parkeren voor de eigen garage of berging onder voorwaarden is toegestaan (hierna: de pilot). Het college heeft het uit oogpunt van de verkeersveiligheid wenselijk geacht de Karperdaal en de Steurendaal aan te wijzen als (woon-)erf. Op grond van artikel 46 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (hierna: RVV 1990) mag op een erf alleen worden geparkeerd op de daarvoor aangegeven plaatsen. Het college heeft die plaatsen aangeduid met een P-tegel in het wegdek. Daarnaast heeft het college het door middel van de pilot voor de bewoners van de Karperdaal en de Steurendaal mogelijk gemaakt om te parkeren voor de ingang van de eigen garage/berging. Die plaatsen zijn aangeduid met een wit steentje.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2433
Datum uitspraak
28 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Wegenverkeerswet
  • uitspraakin de zaak202402488/1/A2

202402550/1/A2

Bij besluit van 15 november 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam een aanvraag van [appellante] om een urgentieverklaring afgewezen. [appellante] heeft een urgentieverklaring aangevraagd, omdat zij met haar vier kinderen in de tweekamerwoning van haar zus verblijft en haar zus heeft laten weten dat zij daar niet langer kunnen verblijven. Het college heeft de aanvraag afgewezen wegens het van toepassing zijn van twee algemene weigeringsgronden. Inwoning en een voor het huishouden te kleine woning worden namelijk op grond van artikel 2.6.5, eerste lid en onder b, van de Huisvestingsverordening en paragraaf 3, onder ad b) punt 2 en 5, van de Nadere Regels Huisvestingsverordening Amsterdam 2020 niet als een urgent huisvestingsprobleem aangemerkt. Verder voldoet [appellante] niet aan de in artikel 2.6.5, eerste lid en onder i, van de Huisvestingsverordening gestelde voorwaarde, omdat zij voorafgaand aan de aanvraag nog geen twee jaar in Amsterdam woonde. Ook heeft het college geen aanleiding gezien om een urgentieverklaring te verlenen op grond van de hardheidsclausule.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2427
Datum uitspraak
28 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202402550/1/A2

202404020/1/V6

Bij besluit van 3 september 2021 heeft de staatssecretaris een verzoek van [appellant] om hem het Nederlanderschap te verlenen afgewezen. [appellant] heeft de staatssecretaris op 1 december 2020 verzocht om hem het Nederlanderschap te verlenen. De staatssecretaris heeft het verzoek afgewezen op grond van artikel 9, eerste lid, aanhef en onder a, van de Rijkswet op het Nederlanderschap (hierna: de RWN), omdat ernstige vermoedens bestaan dat [appellant] een gevaar vormt voor de openbare orde. De reden hiervoor is dat de politierechter hem op 6 april 2020 heeft veroordeeld tot het betalen van een geldboete van € 850,00 voor handelen in strijd met artikel 8, vijfde lid, van de Wegenverkeerswet 1994 (hierna: de WVW). De zogenoemde rehabilitatietermijn van vijf jaar, als bedoeld in de Handleiding RWN, paragraaf 5 van het beleid voor artikel 9, eerste lid, aanhef en onder a, van de RWN was ten tijde van het verzoek nog niet verstreken. Volgens de staatssecretaris doen zich geen bijzondere omstandigheden voor die maken dat hij in afwijking van het beleid in de Handleiding RWN het Nederlanderschap aan [appellant] zou moeten verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2452
Datum uitspraak
28 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Nederlanderschap
  • uitspraakin de zaak202404020/1/V6

202405302/1/V6

Bij besluit van 24 april 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een verzoek van [appellante] om haar het Nederlanderschap te verlenen afgewezen. [appellante] stelt afkomstig te zijn uit de Democratische Republiek Congo en geboren te zijn op [geboortedatum] 1967. Zij is sinds maart 2000 in Nederland. [appellante] heeft een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd in het kader van de Regeling afwikkeling nalatenschap oude Vreemdelingenwet. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft op 10 februari 2023 een voornemen tot afwijzing van het verzoek uitgebracht. Hij heeft toegelicht dat in een eerdere door [appellante] gevoerde asielprocedure onderzoek is verricht naar de door haar verstrekte gegevens. In deze procedure is uit een individueel ambtsbericht van de minister van Buitenlandse Zaken van 4 januari 2001 (hierna: het individueel ambtsbericht) gebleken dat [appellante] niet bekend is op het door haar opgegeven Congolese adres. Ook het door [appellante] doorgegeven Congolese adres van haar werk bleek niet te kloppen. Daar komt bij dat haar familie in Kinshasa haar heeft geïdentificeerd als ‘[naam]’. Dit heeft geleid tot twijfels bij de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over de identiteit en nationaliteit van [appellante].

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2453
Datum uitspraak
28 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Nederlanderschap
  • uitspraakin de zaak202405302/1/V6

202405637/1/A2

Bij besluit van 13 juli 2023 heeft het bestuur van de raad voor rechtsbijstand een aan [appellant] toegekende vergoeding voor het verlenen van rechtsbijstand ingetrokken. Op 6 juli 2022 heeft [appellant] het bestuur van de raad voor rechtsbijstand verzocht om afgifte van een toevoeging voor rechtsbijstand aan een rechtzoekende voor het maken van bezwaar tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Katwijk van 17 juni 2022, waarbij het college aan de rechtzoekende een persoonsgebonden budget voor 7 uur begeleiding per week heeft toegekend voor de periode van 1 juli 2022 tot en met 31 juli 2022. Bij besluit van 27 juli 2022 heeft het bestuur van de raad voor rechtsbijstand de toevoeging verleend onder kenmerk 3LQ2104. Bij besluit van 10 december 2022 heeft de raad aan [appellant] een vergoeding voor de in de procedure 3LQ2104 verrichte werkzaamheden toegekend ter hoogte van € 1.170,17.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2428
Datum uitspraak
28 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Rechtsbijstand
  • uitspraakin de zaak202405637/1/A2

202406828/1/A2

Bij besluit van 18 augustus 2023 heeft het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen het rijbewijs van [appellant] met ingang van 25 augustus 2023 ongeldig verklaard. Voor de voorgeschiedenis van deze zaak verwijst de Afdeling naar de uitspraak van vandaag in zaak nr. 202306872/1/A2. In die uitspraak is geoordeeld dat het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen aan [appellant] een onderzoek naar zijn drugsgebruik mocht opleggen en dat het sepot in de strafzaak niet tot een ander oordeel leidt. Het CBR heeft het rijbewijs van [appellant] ongeldig verklaard omdat in twee psychiatrische onderzoeken naar zijn drugsgebruik, uitgevoerd op 13 januari 2023 en 21 juli 2023, de diagnose drugsmisbruik is gesteld. Volgens paragraaf 8.8 van de bijlage bij de Regeling eisen geschiktheid 2000 moet het CBR het rijbewijs in dat geval ongeldig verklaren.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2441
Datum uitspraak
28 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Wegenverkeerswet
  • uitspraakin de zaak202406828/1/A2

202407114/1/A2

Bij uitspraak van 5 juni 2024,ECLI:NL:RVS:2024:2328, heeft de Afdeling bestuursrechtspraak het beroep van Digeketen tegen het besluit van het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant van 24 januari 2023 ongegrond verklaard. Digeketen heeft bij het college een subsidieaanvraag ingediend. Het college heeft die aanvraag afgewezen en die afwijzing in bezwaar gehandhaafd. Het beroep daartegen heeft de rechtbank ongegrond verklaard. De Afdeling bestuursrechtspraak heeft bij uitspraak van 3 november 2021, ECLI:NL:RVS:2021:2439, het besluit op bezwaar van het college vernietigd, omdat het advies van de adviescommissie onzorgvuldig tot stand was gekomen. Het college heeft daarna op 24 januari 2023 een nieuw besluit op bezwaar genomen. Tegen dat besluit heeft Digeketen beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak ingesteld. Bij uitspraak van 5 juni 2024, waarvan Digeketen nu om herziening verzoekt, heeft de Afdeling bestuursrechtspraak dat beroep ongegrond verklaard. Digeketen heeft verzocht om herziening van de uitspraak van 5 juni 2024, omdat de Afdeling niet alle stukken heeft betrokken bij de beoordeling en dat zij nagelaten heeft zelf nader onderzoek te doen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2455
Datum uitspraak
28 mei 2025
  • Herziening
  • Subsidie
  • uitspraakin de zaak202407114/1/A2

202407351/1/A2

Bij beslissing van 8 februari 2024 hebben de examinatoren het afstudeerproject van [appellant] met een ‘NVD’ beoordeeld. Bij beslissing van 4 november 2024 heeft het college van beroep voor de examens van Zuyd Hogeschool het door [appellant] daartegen ingestelde administratief beroep ongegrond verklaard. [appellant] is op 1 maart 2023 begonnen aan zijn afstudeerproject voor de bacheloropleiding HBO-ICT. Dit afstudeerproject is een 20 weken durend onderdeel van het vierde jaar van de studie, waarvoor 30 ECTS kunnen worden verkregen. Het blok waarbinnen het afstuderen ingeroosterd was, begon formeel enkele weken later. Aanleiding voor [appellant]’ vroege start was een deadline bij het stagebedrijf, die op 20 april 2023 stond ingepland. De startdatum voor de afstudeerprojecten was formeel 24 april 2023, dus na die deadline. [appellant] is zonder officiële toestemming van de opleiding aan zijn afstudeerproject begonnen. Wel heeft hij contact gezocht met de docentbegeleider en op 30 mei 2023 alsnog een officiële ‘GO’ voor zijn afstudeerproject gekregen. Bij het eerste inlevermoment in november 2023 was zijn afstudeerproject dusdanig onvoldoende dat het niet beoordeeld werd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2474
Datum uitspraak
28 mei 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Studentenzaken
  • uitspraakin de zaak202407351/1/A2

202408092/1/A2

Bij beslissing van 30 juli 2024 heeft de examencommissie de verzoeken van [appellant] om een extra herkansing van het tentamen voor het vak Applied Econometrics for Business (hierna: AEB) en het vak Investment and Portfolio Theory 2 afgewezen. [appellant] zit in het laatste jaar van de bachelor Business Administration van de faculteit Economie & Bedrijfskunde van de Universiteit van Amsterdam. Op 9 juli 2024 heeft zij deelgenomen aan het hertentamen van het vak IPT 2. De examinator van het vak heeft dit hertentamen beoordeeld met een 4,5. Op 12 juli 2024 heeft zij deelgenomen aan het hertentamen van het vak AEB. De examinator heeft dit hertentamen beoordeeld met een 2,5. Dat cijfer is later aangepast naar een 3,0. Om de vakken af te ronden, moet zij minimaal een 5,0 halen. [appellant] heeft voor beide vakken om een extra herkansing gevraagd. [appellant] betoogt dat zij geen eerlijke kans heeft gekregen om het vak AEB af te ronden. Zij vindt dat zij om deze reden een extra herkansing voor het vak AEB had moeten krijgen en dat het - nu nog openstaande - vak AEB voor de toekenning van het verzochte extra hertentamen voor het vak ITP 2 daarom niet zou mogen meetellen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2459
Datum uitspraak
28 mei 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Studentenzaken
  • uitspraakin de zaak202408092/1/A2

202500010/1/A2

Bij beslissing van 13 juni 2024 hebben de examinatoren van de bacheloropleiding Werktuigbouwkunde Duaal het afstudeerproject van [appellant] met een ‘NVD’ beoordeeld. Bij beslissing van 19 november 2024 heeft het college van beroep voor de examens van De Haagse Hogeschool het hiertegen door [appellant] ingestelde administratief beroep ongegrond verklaard. [appellant] is in augustus 2023 begonnen aan zijn afstudeerproject voor de bacheloropleiding Werktuigbouwkunde Duaal. Het afstuderen bestaat uit drie onderdelen: de afstudeerscriptie, de scriptieverdediging en het praktisch werk. De scriptie bestaat weer uit vijf subonderdelen die om te kunnen afstuderen gemiddeld met een 5,5 moeten worden beoordeeld. De eerste versie van de scriptie hebben de examinatoren met een onvoldoende beoordeeld. [appellant] heeft feedback gekregen en een gesprek met de begeleider over die feedback gehad. [appellant] heeft de feedback verwerkt, extra aandacht aan schrijfvaardigheid besteed en een aantal gesprekken met een andere docent gevoerd. Hij heeft zijn herkansing op 17 mei 2024 ingeleverd. De examinatoren hebben de herkansing met een onvoldoende beoordeeld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2475
Datum uitspraak
28 mei 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Studentenzaken
  • uitspraakin de zaak202500010/1/A2
vorige pagina1...204205206...9.973volgende pagina

Facetten
Gepubliceerd
  • Uitspraken uit
Type uitspraak
Proceduresoort
Rechtsgebied
Bevat

Raad van State

De Raad van State is onafhankelijk adviseur van regering en parlement over wetgeving en bestuur en hoogste algemene bestuursrechter van het land.

  • Meer over ons
  • Vacatures

Contact

De Raad van State bevindt zich in het centrum van Den Haag. Wilt u in contact komen met ons of wilt u ons bezoeken voor een zitting?

  • Telefoon
  • Locatie en route
  • Post en e-mail
  • Digitaal procederen
  • Wet open overheid
  • Nieuwe zaak starten

Altijd op de hoogte

Ontvang ons nieuws via de abonnementenservice in uw mailbox. Op de hoogte gehouden worden over uitspraken die gedaan worden in bepaalde zaken? Meld u dan aan voor de e-mailservice. Of bekijk de voortgang van een bepaalde procedure bij de Afdeling bestuursrechtspraak.

  • Abonnementenservice
  • E-mailservice uitspraken
  • Voortgang procedure
  • Aanvragen oude uitspraken

Toegankelijkheid | Privacy | Cookiebeleid

Volg ons

  • Bluesky
  • LinkedIn
  • Instagram
  • Mastodon