Ga naar de inhoud
(naar homepage)
lees voor
Direct naar
  • en (Information in English)
  • de (Deutsche Informationen)
  • fr (Informations en français)
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
  • Actueel
    • Nieuws
    • Zittingsagenda
    • Persagenda
    • Evenementen
    • Piet Hein Donner Scriptieprijs
  • Adviezen
  • Uitspraken
  • Publicaties
    • Brochures
    • Studies en onderzoeken
    • Regelingen
    • Consultaties
    • Jaarverslagen
    • Toespraken vice-president
  • Over ons
    • Raad van State in het kort
    • Organisatie
    • Advisering
    • Bestuursrechtspraak
    • Begrotingstoezicht
    • Toetsing Klimaatwet
    • Geschiedenis
    • Raad van State in beeld
  • Zoeken
  • en
  • de
  • fr
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
Zoeken

  1. Home ›
  2. Uitspraken

Uitspraken

De Afdeling bestuursrechtspraak toetst of de overheid het recht goed heeft toegepast bij het nemen van een besluit. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Bestuursrechtspraak.


aantal resultaten: 99.695
aantal resultaten per pagina

Toon overzicht van de actuele uitspraken:

  • Hoofdzaken
  • Voorlopige voorzieningen
  • Interessant voor de media

202201490/2/R2

Bij tussenuitspraak van 13 maart 2024, ECLI:NL:RVS:2024:1046, heeft de Afdeling het college van burgemeester en wethouders van Veldhoven opgedragen om binnen 12 weken na verzending van deze uitspraak met inachtneming van hetgeen daarin is overwogen het gebrek in het besluit van 9 maart 2021 te herstellen, zo nodig het besluit te wijzigen dan wel in plaats daarvan een ander besluit te nemen. De Afdeling heeft in de tussenuitspraak onder 9.2 geoordeeld dat de rechtbank niet heeft onderkend dat het besluit van 9 maart 2021 niet op een deugdelijke motivering berust, omdat daarin onvoldoende is gemotiveerd dat er geen aanleiding was om te veronderstellen dat beschermde diersoorten op het perceel aanwezig waren en van een mogelijke verstoring daarvan geen sprake was. De Afdeling heeft geconcludeerd dat het besluit van 9 maart 2021 in strijd met artikel 7:12 van de Algemene wet bestuursrecht is genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2467
Datum uitspraak
28 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202201490/2/R2

202202021/1/R4

Bij besluit van 15 februari 2022 heeft de raad van de gemeente Renswoude het bestemmingsplan "Groot Overeem II" vastgesteld. Groot Overeem is een bedrijventerrein aan de westkant van Renswoude. Met het plan maakt de raad een uitbreiding van het bedrijventerrein mogelijk ten westen van het bestaande bedrijventerrein. Deze gronden hebben in de huidige situatie een agrarische bestemming. De uitbreiding van het bedrijventerrein is gelegen naast de Lunterse Beek, die ook onderdeel is van het plangebied. Lambalgen exploiteert het landgoed Berkhorst, waar onder meer het landgoed Groot Wolfswinkel onderdeel van is. Groot Wolfswinkel ligt ten noordwesten van het plangebied. [appellant sub 2], [appellant sub 3] en [appellant sub 5] en anderen wonen in de omgeving van het plangebied. [appellant sub 4] en anderen exploiteren tegenover het plangebied een veehouderij en wonen daar ook. Zij zijn het allen niet eens met het plan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2466
Datum uitspraak
28 mei 2025
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Utrecht
  • uitspraakin de zaak202202021/1/R4

202202635/1/R4

Bij besluit van 11 februari 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Epe geweigerd handhavend op te treden tegen door [appellant] gestelde overtredingen op het perceel [locatie 1] te Epe (hierna: het perceel). [partij] woont op het perceel en [appellant] woont op het daaraan grenzende perceel [locatie 2] te Epe. [appellant] heeft het college van burgemeester en wethouders van Epe verzocht handhavend op te treden tegen diverse overtredingen op het perceel. In hoger beroep is uitsluitend nog een door [partij] gebouwde carport onderdeel van het geschil tussen partijen. Volgens [appellant] is deze carport zonder omgevingsvergunning gerealiseerd op zijn perceel. [appellant] betoogt dat de rechtbank ten onrechte heeft overwogen dat het college niet bevoegd was handhavend op te treden tegen de carport omdat bij besluit van 13 maart 2008 een bouwvergunning zou zijn verleend voor de carport. [appellant] voert daartoe aan dat uit het besluit van 13 maart 2008 volgt dat een aanvraag is ingediend voor het gedeeltelijk vergroten van een carport.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2454
Datum uitspraak
28 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202202635/1/R4

202203354/1/R2

Bij besluit van 14 oktober 2020 heeft het college van gedeputeerde staten van Noord-Holland een vergunning verleend op grond van artikel 2.7, tweede lid, van de Wet natuurbescherming aan BPD voor de realisatie en het gebruik van 163 woningen in Egmond aan den Hoef. BPD heeft op 9 april 2020 een aanvraag gedaan voor een natuurvergunning voor het project Delversduin. De natuurvergunning is verleend, omdat na extern salderen met stikstofdepositieruimte uit het stikstofregistratiesysteem, volgens het college, de natuurlijke kenmerken van de betreffende Natura 2000-gebieden met zekerheid niet werden aangetast. De rechtbank heeft het besluit vernietigd en het college opgedragen om een nieuw besluit op de aanvraag te nemen. Dit heeft het college gedaan op 22 mei 2024. De natuurvergunning is geweigerd, omdat het project leidt tot een gelijkblijvende of lagere stikstofdepositie ten opzichte van de referentiesituatie (intern salderen), zodat een natuurvergunning niet was vereist. De referentiesituatie is ontleend aan algemene regels over bemesten. [wederpartij] en anderen betogen dat niet is uitgesloten dat het project Overduin leidt tot stikstofdepositie op het Natura 2000-gebied Noordhollands Duinreservaat en dat daarom wel een natuurvergunning nodig is.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2404
Datum uitspraak
28 mei 2025
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Natuurbescherming
  • uitspraakin de zaak202203354/1/R2
  • persberichtbij de uitspraak in de zaak202203354/1/R2

202205484/1/A3

Bij besluit van 22 mei 2020 heeft de minister van Buitenlandse Zaken de aanvraag van appellante om haar een Nederlands paspoort te verstrekken niet in behandeling genomen. Appellante heeft op 22 januari 2020 bij de Nederlandse ambassade in Nairobi een aanvraag voor een Nederlands paspoort ingediend. Daaraan heeft zij een geboorteakte ten grondslag gelegd waarin staat dat [appellante] in Hardenberg is geboren op [geboortedatum] 1996, dochter van [vader] en [moeder]. De persoon met de identiteit op deze geboorteakte, verkreeg het Nederlanderschap door naturalisatie op 20 november 2000 door als minderjarige te delen in de naturalisatie van haar moeder. Ter onderbouwing dat appellante daadwerkelijk de persoon is die zij stelt te zijn en die wordt genoemd op de geboorteakte heeft zij een verwantschapsonderzoek met [vader] overgelegd. Met het besluit van 25 maart 2021 heeft de minister besloten om de aanvraag niet in behandeling te nemen, omdat de identiteit en daarmee samenhangend de Nederlandse nationaliteit van haar niet kan worden vastgesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2446
Datum uitspraak
28 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Paspoort
  • uitspraakin de zaak202205484/1/A3

202205697/1/R2

Bij besluit van 26 november 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Maastricht [appellant A] en anderen een last onder dwangsom opgelegd voor het strijdig gebruik van het pand aan de [locatie] in Maastricht. Niet in geschil is dat door [appellant A] en anderen op het perceel sushi op bestelling werd bereid, die vervolgens kon worden afgehaald of bezorgd. Naar aanleiding van een melding van overlast heeft het college van burgemeester en wethouders van Maastricht een controle uitgevoerd op het perceel en geconstateerd dat het pand werd gebruikt in strijd met de bestemming "Gemengd" van het bestemmingsplan "Maastricht Zuidwest" en het uitwerkingsplan "Winkelcentrum Carré". Het college van burgemeester en wethouders van Maastricht heeft [appellant A] en anderen gelast om het gebruik van het pand als horecafunctie (afhaalcentrum) te staken en gestaakt te houden. Het college van burgemeester en wethouders van Maastricht heeft zich op het standpunt gesteld dat het ter plaatse bereiden van maaltijden die vervolgens worden bezorgd of afgehaald niet onder het begrip ‘detailhandel’ als bedoeld in het bestemmingsplan valt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2458
Datum uitspraak
28 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202205697/1/R2

202206488/1/A3

Bij besluit van 3 juli 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam het verzoek van [appellant] om correctie van zijn adresgegevens in de Basisregistratie personen afgewezen. Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam heeft op 27 september 1996 [appellant] ambtshalve uitgeschreven uit de brp en zijn adresgegevens gewijzigd van "[locatie]" in "onbekend". Op 8 januari 1998 is [appellant] weer ingeschreven op het adres [locatie]. [appellant] heeft op 19 april 2019 het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam verzocht om zijn adresgegevens in de periode van 27 september 1996 tot en met 8 januari 1998 te wijzigen van "onbekend" naar "[locatie]". Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam heeft dit verzoek afgewezen omdat niet is gebleken dat [appellant] in die periode op dat adres heeft gewoond.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2444
Datum uitspraak
28 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Basisregistratie
  • uitspraakin de zaak202206488/1/A3

202206513/1/A3

Bij besluit van 25 mei 2021 heeft de burgemeester van Deventer bij [appellante] twee dwangsommen van in totaal € 6.000,00 ingevorderd. [appellante] exploiteert een horecagelegenheid genaamd [bedrijf]. Op 29 november 2016 heeft de burgemeester van Deventer aan [appellante] een last onder dwangsom opgelegd om overtreding van artikel 2:29, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening Deventer te voorkomen. Op grond van deze bepaling is het verboden om de inrichting na sluitingstijd geopend te hebben. Bij niet naleving van de last verbeurde [appellante] een dwangsom van € 3.000,00 per constatering, met een maximum van € 15.000,00. Op 14 november 2020 en 13 maart 2021 hebben verbalisanten van de gemeente geconstateerd dat [appellante] de sluitingstijd van [bedrijf] heeft overschreden. In een besluit van 25 mei 2021 heeft de burgemeester van Deventer daarom tweemaal de dwangsom ingevorderd. De rechtbank heeft geoordeeld dat [appellante] de last onder dwangsom tweemaal heeft overtreden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2470
Datum uitspraak
28 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202206513/1/A3

202206727/1/R2

Bij besluit van 24 februari 2020 heeft de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit het verzoek van Milieudefensie om handhavend op te treden tegen de verhoging van de maximumsnelheid op een aantal snelwegtrajecten in Nederland afgewezen. Deze zaak gaat over het traject van de rijksweg A2 tussen knooppunt Leenderheide (km 169,9) en aansluiting Budel (km 185,2) (hierna: traject Leenderheide-Budel). Bij verkeersbesluit van 15 december 2016 (hierna: Verkeersbesluit 1) heeft de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van Infrastructuur & Waterstaat de maximumsnelheid voor de hele dag op het traject verhoogd van 120 km/uur naar het wettelijk maximum van 130 km/uur. In Verkeersbesluit 1 is voor de motivering van mogelijke effecten van de snelheidsverhoging voor natuurgebieden verwezen naar het Programma aanpak stikstof 2015-2021 (hierna: het PAS).

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2465
Datum uitspraak
28 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Wegenwet
  • uitspraakin de zaak202206727/1/R2

202206956/1/R2

Bij besluit van 3 maart 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Leudal het verzoek van [partij] om handhavend op te treden tegen het huisvesten van arbeidsmigranten in strijd met het bestemmingsplan "Landgoed Leudal 2018" op het Landgoed Leudal aan de Roggelseweg 54a in Haelen, afgewezen. [appellant sub 2] is eigenaar van het Landgoed Leudal. Dit landgoed was voorheen een camping en wordt gefaseerd omgevormd naar een landgoed met verblijfsaccommodaties voor onder meer groepsverblijf en zakelijke trainingen. Om dit mogelijk te maken, is op 17 april 2018 door de raad van de gemeente Leudal het bestemmingsplan vastgesteld. Dit bestemmingsplan is verdeeld in drie fases. Alleen in fase I mogen volgens de toelichting van dat plan ter overbrugging tot 2026 maximaal 300 arbeidsmigranten tijdelijk (namelijk voor een verblijfsduur van maximaal 9 maanden) worden gehuisvest als ondergeschikte functie aan de functies van verblijfsrecreatie en training.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2450
Datum uitspraak
28 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202206956/1/R2
vorige pagina1...197198199...9.970volgende pagina

Facetten
Gepubliceerd
  • Uitspraken uit
Type uitspraak
Proceduresoort
Rechtsgebied
Bevat

Raad van State

De Raad van State is onafhankelijk adviseur van regering en parlement over wetgeving en bestuur en hoogste algemene bestuursrechter van het land.

  • Meer over ons
  • Vacatures

Contact

De Raad van State bevindt zich in het centrum van Den Haag. Wilt u in contact komen met ons of wilt u ons bezoeken voor een zitting?

  • Telefoon
  • Locatie en route
  • Post en e-mail
  • Digitaal procederen
  • Wet open overheid
  • Nieuwe zaak starten

Altijd op de hoogte

Ontvang ons nieuws via de abonnementenservice in uw mailbox. Op de hoogte gehouden worden over uitspraken die gedaan worden in bepaalde zaken? Meld u dan aan voor de e-mailservice. Of bekijk de voortgang van een bepaalde procedure bij de Afdeling bestuursrechtspraak.

  • Abonnementenservice
  • E-mailservice uitspraken
  • Voortgang procedure
  • Aanvragen oude uitspraken

Toegankelijkheid | Privacy | Cookiebeleid

Volg ons

  • Bluesky
  • LinkedIn
  • Instagram
  • Mastodon