Ga naar de inhoud
(naar homepage)
lees voor
Direct naar
  • en (Information in English)
  • de (Deutsche Informationen)
  • fr (Informations en français)
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
  • Actueel
    • Nieuws
    • Zittingsagenda
    • Persagenda
    • Evenementen
    • Piet Hein Donner Scriptieprijs
  • Adviezen
  • Uitspraken
  • Publicaties
    • Brochures
    • Studies en onderzoeken
    • Regelingen
    • Consultaties
    • Jaarverslagen
    • Toespraken vice-president
  • Over ons
    • Raad van State in het kort
    • Organisatie
    • Advisering
    • Bestuursrechtspraak
    • Begrotingstoezicht
    • Toetsing Klimaatwet
    • Geschiedenis
    • Raad van State in beeld
  • Zoeken
  • en
  • de
  • fr
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
Zoeken

  1. Home ›
  2. Uitspraken

Uitspraken

De Afdeling bestuursrechtspraak toetst of de overheid het recht goed heeft toegepast bij het nemen van een besluit. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Bestuursrechtspraak.


aantal resultaten: 120.294
aantal resultaten per pagina

Toon overzicht van de actuele uitspraken:

  • Hoofdzaken
  • Voorlopige voorzieningen
  • Interessant voor de media

202400273/1/A2

Bij uitspraak van 30 november 2023 heeft de rechtbank het verzoek van [appellant] om het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam te veroordelen tot vergoeding van schade afgewezen. In geschil is of [appellant] recht heeft op een schadevergoeding, omdat de GGD Rotterdam-Rijnmond zijn persoonsgegevens uit de systemen heeft gewist en de GGD een belhistorie bijhoudt waarin zijn persoonsgegevens zijn verwerkt. Naar aanleiding van een bij hem af te nemen coronatest heeft [appellant] op 21 maart 2021 via het contactformulier de GGD te kennen gegeven dat hij na ontvangst van de uitslag daarvan wenst dat zijn persoonsgegevens worden verwijderd. Hiermee wilde hij voorkomen dat zijn persoonsgegevens verhandeld zouden worden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1812
Datum uitspraak
23 april 2025
  • Hoger beroep
  • Persoonsgegevens
  • uitspraakin de zaak202400273/1/A2

202400674/1/R1

Bij besluit van 21 september 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Utrecht geweigerd aan [appellant] een omgevingsvergunning te verlenen voor het vergroten van de bovenste verdieping van de woning aan de [locatie] in Utrecht. [appellant] is eigenaar van de woning aan de [locatie] in Utrecht. De woning bestaat uit vier bouwlagen. De vierde bouwlaag is aan de achterzijde van de woning terugliggend ten opzichte van de twee daaronder gelegen bouwlagen. [appellant] wil de vierde bouwlaag vergroten tot het oppervlak van de daaronder gelegen bouwlagen zodat niet langer sprake zal zijn van een terugliggende bouwlaag. Aldus kan er een extra kamer aan de achterzijde van de woning komen. Om dit plan te kunnen realiseren heeft hij een aanvraag om een omgevingsvergunning ingediend voor het vergroten van het hoofdgebouw.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1838
Datum uitspraak
23 april 2025
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202400674/1/R1

202400879/1/A3

Bij twee onderscheiden besluiten van 26 mei 2021 en twee onderscheiden besluiten van 5 juli 2021 heeft de burgemeester van Brunssum [appellant] en anderen te kennen gegeven bestuursdwang te zullen toepassen als zij overgaan tot de door hen aangekondigde acties. [appellant] en anderen hebben de burgemeester te kennen gegeven op een aantal verschillende, gespecificeerde momenten te zullen betogen op het grasveld tegenover Kennedylaan 48 in Brunssum en in het Trichterbos, tussen de Maastrichterstraat en de Pinksterblom. Met deze betogingen wilden [appellant] en anderen aandacht vragen voor het gebrekkige woonwagenbeleid van de provincie Limburg in het algemeen en de gemeente Brunssum in het bijzonder. De burgemeester heeft bij twee onderscheiden besluiten van 26 mei 2021 en twee onderscheiden besluiten van 5 juli 2021 te kennen gegeven dat hij de acties van [appellant] en anderen niet ziet als betogingen, maar als een dwangmiddel om woonwagenstandplaatsen toegewezen te krijgen. Als [appellant] en anderen overgaan tot de door hen aangekondigde acties, zal bestuursdwang worden toegepast, aldus de burgemeester.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1837
Datum uitspraak
23 april 2025
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202400879/1/A3

202401403/1/R3

Bij besluit van 28 september 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag besloten tot invordering van de door [appellant] verbeurde dwangsom van € 2.500,00. Bij besluit van 26 januari 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag het door [appellant] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. Het college van burgemeester en wethouders van Den Haag heeft bij [appellant] een dwangsom van € 2.500,00 ingevorderd, omdat op 19 juli 2021 is geconstateerd dat het achtererf van zijn pand aan de Kaapstraat 129 in Den Haag nog steeds, in strijd met het bestemmingsplan, werd gebruikt als opslag voor goederen voor de supermarkt in het naastgelegen pand. Niet in geschil is dat de dwangsom van rechtswege is verbeurd. De last onder dwangsom is niet aangevochten en is dus onherroepelijk. [appellant] betoogt in hoger beroep dat hij ten onrechte is aangemerkt als overtreder, omdat niet hij maar zijn huurder de overtreding feitelijk en fysiek heeft gepleegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1823
Datum uitspraak
23 april 2025
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202401403/1/R3

202401901/2/V3

Bij besluit van 23 augustus 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid bepaald dat op 4 september 2023 het recht op bescherming eindigt dat betrokkene geniet op grond van Richtlijn 2001/55/EG en het daarop gebaseerde Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/382 van 4 maart 2022. In deze uitspraak staan twee rechtsvragen centraal. Dit besluit heeft de staatssecretaris op 5 februari 2024 ingetrokken, omdat de Afdeling bij uitspraak van 17 januari 2024, ECLI:NL:RVS:2024:32, had bepaald dat het recht op bescherming dat betrokkene geniet op grond van de Richtlijn Tijdelijke Bescherming, van rechtswege eindigde op 4 maart 2024. De eerste rechtsvraag gaat over de duur van de tijdelijke bescherming waarvoor de minister gebruik heeft gemaakt van de in artikel 7, eerste lid, van de Richtlijn Tijdelijke Bescherming geboden mogelijkheid om onverplicht andere categorieën ontheemden tijdelijke bescherming te bieden (hierna: facultatieve tijdelijke bescherming) en over het moment waarop de minister deze facultatieve tijdelijke bescherming mocht beëindigen. De tweede rechtsvraag gaat over het moment waarop de minister van Asiel en Migratie een terugkeerbesluit mocht uitvaardigen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1829
Datum uitspraak
23 april 2025
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202401901/2/V3
  • persberichtbij de uitspraak in de zaak202401901/2/V3

202402020/3/V3

Bij besluit van 16 augustus 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid bepaald dat op 4 september 2023 het recht op bescherming eindigt dat appellant geniet op grond van Richtlijn 2001/55/EG en het daarop gebaseerde Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/382 van 4 maart 2022. In deze uitspraak staan twee rechtsvragen centraal. Dit besluit heeft de staatssecretaris op 29 januari 2024 ingetrokken, omdat de Afdeling bij uitspraak van 17 januari 2024, ECLI:NL:RVS:2024:32, had bepaald dat het recht op bescherming dat appellant geniet op grond van de Richtlijn Tijdelijke Bescherming, van rechtswege eindigde op 4 maart 2024. De eerste rechtsvraag gaat over de duur van de tijdelijke bescherming waarvoor de minister van Asiel en Migratie gebruik heeft gemaakt van de in artikel 7, eerste lid, van de Richtlijn Tijdelijke Bescherming geboden mogelijkheid om onverplicht andere categorieën ontheemden tijdelijke bescherming te bieden en over het moment waarop de minister van Asiel en Migratie deze facultatieve tijdelijke bescherming mocht beëindigen. De tweede rechtsvraag gaat over het moment waarop de minister van Asiel en Migratie een terugkeerbesluit mocht uitvaardigen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1827
Datum uitspraak
23 april 2025
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202402020/3/V3
  • persberichtbij de uitspraak in de zaak202402020/3/V3

202402066/2/V3

In deze uitspraak staan twee rechtsvragen centraal. De eerste rechtsvraag gaat over de duur van de tijdelijke bescherming waarvoor de minister van Asiel en Migratie gebruik heeft gemaakt van de in artikel 7, eerste lid, van de Richtlijn Tijdelijke Bescherming geboden mogelijkheid om onverplicht andere categorieën ontheemden tijdelijke bescherming te bieden en over het moment waarop de minister deze facultatieve tijdelijke bescherming mocht beëindigen. De tweede rechtsvraag gaat over het moment waarop de minister een terugkeerbesluit mocht uitvaardigen. De minister heeft betrokkene opgedragen om de EU te verlaten, omdat hij met ingang van 5 maart 2024 niet langer rechtmatig in Nederland zou verblijven doordat de bescherming die hij op grond van de Richtlijn Tijdelijke Bescherming genoot, na 4 maart 2024 eindigde. Volgens de rechtbank is de aan betrokkene verleende bescherming niet per 4 maart 2024 van rechtswege geëindigd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1836
Datum uitspraak
23 april 2025
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202402066/2/V3
  • persberichtbij de uitspraak in de zaak202402066/2/V3

202402350/1/R4

Bij besluit van 30 januari 2024 heeft het college van burgemeester en wethouders van Soest het wijzigingsplan "Stationsweg 7-11 Soest" vastgesteld. Het wijzigingsplan maakt het mogelijk voor ontwikkelaar RV&O B.V. om op een perceel tegenover het historische voormalige stationsgebouw van Soest een twee-onder-een-kapwoning en een vrijstaande woning te realiseren. Daarvoor zal de aanwezige begroeiing worden verwijderd. Het wijzigingsplan maakt het mogelijk voor ontwikkelaar RV&O B.V. om op een perceel tegenover het historische voormalige stationsgebouw van Soest een twee-onder-een-kapwoning en een vrijstaande woning te realiseren. Daarvoor zal de aanwezige begroeiing worden verwijderd. Het college heeft het wijzigingsplan vastgesteld met toepassing van de wijzigingsbevoegdheid in artikel 34.8 van het bestemmingsplan ‘Soest Midden en Zuid’. Dat aan de voorwaarden wordt voldaan om aan deze wijzigingsbevoegdheid toepassing te geven, is niet in geschil.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1813
Datum uitspraak
23 april 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Utrecht
  • uitspraakin de zaak202402350/1/R4

202402705/1/R4

Bij besluit van 31 maart 2022 heeft het college [appellant] onder oplegging van een dwangsom gelast om diverse overtredingen op het perceel [locatie] in Amersfoort te beëindigen. Op 25 juli 2019 heeft het college een omgevingsvergunning verleend aan [appellant] voor het uitbreiden van de woning op het perceel. Naar aanleiding van de uitgevoerde werkzaamheden op het perceel is door meerdere omwonenden verzocht om handhavend op te treden tegen, voor zover hier nog van belang, een overtreding van artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wabo en artikel 17.2.2, aanhef en onder f, van de regels van het ter plaatse geldende bestemmingsplan "Schothorst-Zielhorst". Het college heeft [appellant] vervolgens onder oplegging van een dwangsom gelast de totale oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken op het perceel en de overkapping terug te brengen tot maximaal 57,4 m2 om zo de overtreding te beëindigen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1816
Datum uitspraak
23 april 2025
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202402705/1/R4

202403847/1/R1

Bij besluit van 25 april 2024 heeft de raad van de gemeente Bergen het bestemmingsplan "Laanweg 55-57 Schoorl" vastgesteld. Bij besluit van 9 mei 2024 heeft het college van burgemeester en wethouders van Bergen (NH) een omgevingsvergunning verleend voor het bouwen van een woongebouw met 12 appartementen en bergingen op het adres Laanweg 55a tot en met 55n in Schoor. Het bestemmingsplan en de omgevingsvergunning maken de bouw van twaalf gestapelde woningen mogelijk op het perceel Laanweg 55-57 in Schoorl. Op dit moment is hier een horecapand aanwezig, dat zal worden gesloopt om plaats te maken voor een appartementencomplex. [appellant] en anderen wonen op percelen in de directe nabijheid van het plangebied. Zij vrezen dat het bestemmingsplan en de omgevingsvergunning leiden tot een ernstige verslechtering van hun woon- en leefklimaat. [partij]. is de ontwikkelaar van het project en de aanvrager van de omgevingsvergunning. [appellant] en anderen betogen dat de gemeente heeft nagelaten om het vastgestelde plan en de omgevingsvergunning te publiceren op de website van de gemeente.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1818
Datum uitspraak
23 april 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Bouwen
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak202403847/1/R1

202403863/1/R1

Bij besluit van 8 mei 2023 heeft het college van burgemeester en wethouders van Bergen hogere waarden als bedoeld in artikel 110a van de Wet geluidhinder vastgesteld ten behoeve van het bestemmingsplan "Laanweg 55-57 Schoorl". Het college heeft hogere waarden vastgesteld om de realisatie van het bestemmingsplan mogelijk te maken. Het plan maakt de bouw van nieuwe appartementen mogelijk op een perceel in de directe nabijheid van waar [appellant] en anderen wonen. [partij] is de ontwikkelaar van het plan. De geluidbelasting van het wegverkeer op de appartementen komt hoger te liggen dan de voorkeursgrenswaarde die op grond van de Wgh geldt. Daarom heeft het college hogere waarden vastgesteld voor de maximaal toelaatbare geluidbelasting.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1815
Datum uitspraak
23 april 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Geluid
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak202403863/1/R1

202404430/1/V6

Bij besluit van 15 september 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een verzoek van [appellant] om hem het Nederlanderschap te verlenen (hierna: het verzoek) afgewezen. [appellant] heeft de Angolese nationaliteit. De staatssecretaris heeft het verzoek, dat is ingediend op 20 oktober 2021, afgewezen op grond van artikel 8, eerste lid, aanhef en onder c, en het derde lid van de Rijkswet op het Nederlanderschap. [appellant] heeft namelijk geen vijf jaar toelating en hoofdverblijf onmiddellijk voorafgaand aan het verzoek. Ook heeft [appellant] geen tien jaar toelating en hoofdverblijf binnen het Koninkrijk, waarvan de laatste twee jaren direct voorafgaand aan het verzoek. Voor [appellant] is sprake van een tweetal verblijfsgaten in de periode van 4 juni 2020 tot 11 augustus 2020 vanwege inschrijving in het Register Niet Ingezetene (hierna: RNI) en in de periode van 17 februari 2021 tot 8 april 2021 door het ontbreken van een verblijfsrecht.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1802
Datum uitspraak
23 april 2025
  • Hoger beroep
  • Nederlanderschap
  • uitspraakin de zaak202404430/1/V6

202404885/1/R1

Bij besluit van 27 juni 2024 heeft de raad van de gemeente Haarlem het bestemmingsplan "Sonnebornterrein - Bloom" gewijzigd vastgesteld. Het plangebied heeft betrekking op het Sonnebornterrein langs de Spaarndamseweg in Haarlem. VORM Ontwikkeling is voornemens dit gebied, een voormalige industrielocatie, te herontwikkelen tot een woongebied. Het plan voorziet in maximaal 163 woningen, waarvan maximaal 25 zorgwoningen voor een vrouwenopvang, commerciële voorzieningen, een groen park en een bovengrondse parkeergarage die deels ook beschikbaar zal zijn voor de buurtbewoners. [appellant sub 1] woont ten noordoosten van het plangebied aan de [locatie]. De stichting is eigenaar van de woningen aan de Spaarndamseweg 486 A en B. [appellant sub 3] en anderen wonen ook in de directe omgeving van het plangebied en kunnen zich niet met het plan verenigen voor zover dit voorziet in een bovengrondse parkeergarage. Blijf Groep is de toekomstige huurder van de vrouwenopvang waar het plan in voorziet. Pré Wonen is onder andere afnemer van 70 in het plan voorziene sociale huurwoningen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1833
Datum uitspraak
23 april 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak202404885/1/R1

202404966/1/R3

Het college van burgemeester en wethouders van Schiedam heeft bij besluit van 23 april 2024 een besluit hogere waarden als bedoeld in artikel 110a Wet geluidhinder genomen. Bij besluit van 4 juni 2024 heeft de raad van de gemeente Schiedam het bestemmingsplan “Nieuw-Mathenesse Glasbuurt-West” vastgesteld. Het plangebied bestaat uit diverse percelen op het huidige bedrijventerrein Nieuw-Mathenesse in Schiedam. Het gaat om het terrein van de voormalige Glasfabriek, gelegen tussen de Buitenhavenweg en de Nieuw-Mathenesserstraat, het voormalige VROM-terrein aan de Buitenhavenweg, enkele kleinere percelen aan de Couwenhovenstraat, Buitenhavenweg en Nieuwsticht, en een deel van de Buitenhaven. Het plan maakt de bouw van 738 nieuwe woningen op het huidige bedrijventerrein Nieuw-Mathenesse mogelijk, aangevuld met circa 23.000 m2 ruimte voor diverse vormen van gemengde bedrijvigheid, een hotel en diverse voorzieningen voor de nieuwe buurt. Op het bedrijventerrein was onder andere een glasfabriek gevestigd. De silo’s op het terrein van de fabriek zijn aangewezen als gemeentelijk monument.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1845
Datum uitspraak
23 april 2025
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Geluid
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak202404966/1/R3

202405265/1/A2

Bij besluit van 21 november 2019, aangevuld bij besluit van 13 maart 2020, heeft de de Belastingdienst/Toeslagen de voorschotten zorg- en huurtoeslag en kindgebonden budget voor [appellante] over het jaar 2019 opnieuw berekend en vastgesteld op respectievelijk € 787,00, € 2.696,00 en € 3.721,00. Deze uitspraak gaat over de vraag of de de Belastingdienst/Toeslagen op juiste wijze uitvoering heeft gegeven aan de opdracht in de uitspraak van 15 november 2023 om te onderzoeken of [persoon], als toeslagpartner van [appellante], aan artikel 20 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie een verblijfsrecht kan ontlenen en zodoende terecht de beslissing heeft gehandhaafd om de zorg- en huurtoeslag van [appellante] over de maanden november en december van 2019 en over de maanden januari tot en met september van het jaar 2020 op nihil te stellen, omdat [persoon] vanaf november 2019 niet langer rechtmatig in Nederland verbleef.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1832
Datum uitspraak
23 april 2025
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Geld
  • uitspraakin de zaak202405265/1/A2

202405358/1/R4

Bij besluit van 5 mei 2024 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag zijn beslissing om op 11 april 2024 spoedeisende bestuursdwang toe te passen wegens het in strijd met de Afvalstoffenverordening 2010 van de gemeente Den Haag aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen, op schrift gesteld. De toepassing van spoedeisende bestuursdwang heeft bestaan uit het verwijderen van een platgemaakte doos die op 11 april 2024 is aangetroffen naast een ondergrondse restafvalcontainer ter hoogte van de Gortmolen 57 in Den Haag. [appellant] betwist niet dat de doos van hem afkomstig is, maar stelt dat hij niet degene is geweest die de doos naast de ORAC heeft gezet. De dag voordat de doos is aangetroffen was het Suikerfeest. Op de zitting heeft [appellant] toegelicht dat hij dit heeft gevierd bij familie in de Schilderswijk, waar de doos is aangetroffen, zo’n 1,5 km van zijn woning. Hij heeft zijn neefjes en nichtjes cadeautjes gegeven. In de doos die is aangetroffen zat een kinderfiets voor zijn nichtje.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1806
Datum uitspraak
23 april 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202405358/1/R4

202405650/1/R4

Bij besluit van 27 mei 2024 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag zijn beslissing om op 6 mei 2024 spoedeisende bestuursdwang toe te passen wegens het in strijd met de Afvalstoffenverordening 2010 van de gemeente Den Haag aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen, op schrift gesteld. De toepassing van spoedeisende bestuursdwang heeft bestaan uit het verwijderen van een doos die op 6 mei 2024 is aangetroffen naast de ondergrondse restafvalcontainer ter hoogte van de Vermeerstraat 168 in Den Haag. Het college is ervan uitgegaan dat [appellante] de doos verkeerd heeft aangeboden, omdat haar naam en adres op het adreslabel op de doos staan. [appellante] betwist niet dat de doos van haar afkomstig is, maar stelt dat zij niet degene is die de doos naast de ORAC heeft gezet. Zij voert aan dat ze in 2023 is verhuisd. Toen heeft zij afspraken gemaakt om het grofvuil op te halen. Zij heeft de doos met een werkend koffiezetapparaat erin bij dat grofvuil gezet. Omdat vaak al de helft van het grofvuil door anderen was meegenomen voordat het opgehaald werd door de gemeente, vermoedt zij dat iemand anders de doos heeft meegenomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1801
Datum uitspraak
23 april 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202405650/1/R4

202405744/1/A2

Bij besluit van 2 mei 2023 heeft de minister van Financiën de aanvraag van [appellante] om geldschulden over te nemen op grond van de Wet hersteloperatie toeslagen afgewezen. [appellante] betoogt dat de rechtbank niet heeft onderkend dat haar geldschuld moet worden overgenomen door de minister. [appellante] doet daarbij een beroep op het gelijkheidsbeginsel. Zij stelt dat kennissen in een soortgelijke situatie als die van haar wel een vergoeding van de geldschuld hebben gekregen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1824
Datum uitspraak
23 april 2025
  • Hoger beroep
  • Geld
  • uitspraakin de zaak202405744/1/A2

202406189/1/A2

Bij beslissing van 17 juli 2024 heeft de examencommissie van Fontys Paramedisch de door [appellant] gemaakte examens SVL 1 en SVL 2 wegens fraude ongeldig verklaard, bepaald dat [appellant] beide examens volledig opnieuw moet maken, hem van 17 juli 2024 tot en met 31 augustus 2025 uitgesloten voor het maken van de examens en bepaald dat de fraude wordt opgenomen in het studentenadministratiesysteem. Hij heeft positieve feedback op zijn portfolio vervalst met gebruik van valse internetsites. Bij beslissing van 19 juli 2024 heeft de examencommissie de duur van de uitsluiting herzien naar één jaar, te weten tot en met 17 juli 2025. Bij [appellant] is niet eerder fraude vastgesteld. Deze zaak gaat over de vraag of de sancties die kunnen volgen op fraude zijn gebaseerd op een criminal charge als bedoeld in artikel 6 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden en bestraffende sancties zijn als bedoeld in artikel 5:2 eerste lid, aanhef en onder c, van de Algemene wet bestuursrecht.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1831
Datum uitspraak
23 april 2025
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Studentenzaken
  • uitspraakin de zaak202406189/1/A2

202406254/1/A2

Bij besluit van 1 mei 2023 heeft de minister van Financiën een verzoek van [appellante] om een private schuld over te nemen afgewezen. Deze uitspraak gaat over verschoonbaarheid van termijnoverschrijding als bedoeld in artikel 6:11 van de Algemene wet bestuursrecht. Dat artikel luidt: "Ten aanzien van een na afloop van de termijn ingediend bezwaar- of beroepschrift blijft niet-ontvankelijkverklaring op grond daarvan achterwege indien redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat de indiener in verzuim is geweest."[appellante] is gedupeerde van de toeslagenaffaire. Zij heeft de minister verzocht schulden over te nemen op grond van de Wet hersteloperatie toeslagen. De minister heeft bij het besluit van 1 mei 2023 geweigerd een schuld aan GGN Mastering Credit B.V. van € 1.210,49 over te nemen. Daarnaast heeft de minister bij besluit van 30 mei 2023 een schuld aan De Proost & Co van € 1.039,41 overgenomen en geweigerd een schuld aan Beobank van € 24.537,49 over te nemen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1830
Datum uitspraak
23 april 2025
  • Hoger beroep
  • Geld
  • uitspraakin de zaak202406254/1/A2

202406363/1/R3

Bij uitspraak van 16 april 2024, in zaak nr. 202401004/2/R3 heeft de Afdeling zich kennelijk onbevoegd verklaard om van het door [verzoeker] ingestelde beroep kennis te nemen. Bij uitspraak van 20 augustus 2024, in zaak nr. 202401004/3/R3 heeft de Afdeling het verzet van [verzoeker] tegen de uitspraak van de Afdeling van 16 april 2024 ongegrond verklaard. [verzoeker] heeft verzocht om herziening van de uitspraken van 16 april 2024 en 20 augustus 2024. [verzoeker] voert aan dat de Afdeling in deze uitspraken ten onrechte heeft aangenomen dat hij beroep aantekent tegen de Centrumvisie Dedemsvaart 2023. Hij stelt dat hij beroep heeft ingesteld tegen het weghalen van parkeerplaatsen aan de Julianastraat Noord in Dedemsvaart zonder dat daar een besluit op grond van de Wegenwet voor is genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1807
Datum uitspraak
23 april 2025
  • Herziening
  • RO - Overijssel
  • uitspraakin de zaak202406363/1/R3

202406717/1/R4

Bij besluit van 11 september 2024 heeft het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam zijn beslissing om op 2 september 2024 spoedeisende bestuursdwang toe te passen wegens het in strijd met de Afvalstoffenverordening Rotterdam 2009 aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen, op schrift gesteld. De toepassing van spoedeisende bestuursdwang heeft bestaan uit het verwijderen van een doos voor een brievenbuspakketje die op 2 september 2024 is aangetroffen bij een ondergrondse restafvalcontainer ter hoogte van de Herlaerstraat 15 in Rotterdam. Het college is ervan uitgegaan dat [appellante] de doos verkeerd heeft aangeboden, omdat haar naam en adres op het adreslabel op de doos staan. [appellante] betwist niet dat de doos van haar afkomstig is, maar stelt dat zij de doos op de juiste manier heeft aangeboden. Zij voert aan dat andere containers in de buurt vol zaten of geblokkeerd waren.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1800
Datum uitspraak
23 april 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202406717/1/R4

202406751/1/A2

Bij beslissing van 28 juni 2024 heeft examencommissie van de Erasmus School of Economics vastgesteld dat [appellante] plagiaat heeft gepleegd bij de toetsonderdelen Literature Review en Business Case van het Seminar Strategy Economics. De examencommissie heeft [appellante] een reprimande gegeven en het toetsresultaat voor de Business Case ongeldig verklaard. [appellante] volgt sinds september 2021 de bacheloropleidingen Rechtsgeleerdheid en Economie en Bedrijfseconomie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. In haar derde studiejaar heeft zij een seminar gevolgd. Dit seminar bestond uit meerdere (groeps)opdrachten, waaronder een Literature Review en een Business Case. De examinator van het seminar heeft bij de examencommissie melding gemaakt van een vermoeden van fraude bij twee opdrachten die door [appellante] en haar groepsgenoten zijn ingeleverd. Deze opdrachten zijn gecontroleerd op het gebruik van generatieve AI en plagiaat. De AI-scan heeft uitgewezen dat de opdracht Literature Review, afgezien van het hoofdstuk ‘Research Questions’, een hoog percentage AI-gegenereerde inhoud bevat.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1828
Datum uitspraak
23 april 2025
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Studentenzaken
  • uitspraakin de zaak202406751/1/A2

202406891/1/R4

Bij besluit van 15 augustus 2024 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag zijn beslissing om op 5 augustus 2024 spoedeisende bestuursdwang toe te passen wegens het in strijd met de Afvalstoffenverordening 2010 van de gemeente Den Haag aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen, op schrift gesteld. De toepassing van spoedeisende bestuursdwang heeft bestaan uit het verwijderen van een doos die op 5 augustus 2024 is aangetroffen naast een ondergrondse restafvalcontainer ter hoogte van de Wolweversgaarde 743 in Den Haag. Het college is ervan uitgegaan dat [appellant] de doos verkeerd heeft aangeboden, omdat zijn naam en adres op het adreslabel op de doos staan. [appellant] betwist niet dat de doos van hem afkomstig is, maar stelt dat hij de doos niet naast de ORAC heeft gezet. Ten tijde van de constatering was hij op vakantie. Voorafgaand aan zijn vakantie had hij de doos voor de deur van zijn kelder gezet. Deze kelder bevindt zich in een kelderruimte die alleen toegankelijk is voor bewoners van het complex. Dat zijn naam en adres op het adreslabel stonden, is volgens [appellant] onvoldoende bewijs dat hij de doos zelf naast de ORAC heeft gezet.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1803
Datum uitspraak
23 april 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202406891/1/R4

202407564/1/A2

Bij beslissing van 15 juli 2024 heeft de examencommissie van de Tilburg School of Economics and Management een verzoek van [appellant] om een vrij onderwijsprogramma te mogen volgen niet ingewilligd. [appellant] volgt sinds het studiejaar 2020/2021 de masteropleiding Information Management aan de School of Economics and Management van de Tilburg University. Hij heeft binnen deze opleiding alleen het vak Business Intelligence & Business Analytics en de masterthesis nog niet behaald. Op 8 december 2023 heeft hij de examencommissie verzocht om een vrij programma te mogen volgen. Het vrije programma dat [appellant] ter beoordeling aan de examencommissie heeft voorgelegd heeft als enige afwijking ten opzichte van het vastgestelde onderwijsprogramma dat het verplichte en door [appellant] nog niet behaalde vak Business Intelligence & Business Analytics is vervangen door het door [appellant] al wel behaalde keuzevak Interactive Data Transformation.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1814
Datum uitspraak
23 april 2025
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Studentenzaken
  • uitspraakin de zaak202407564/1/A2

202500394/1/R1

Bij het besluit van 12 november 2024 is de locatie Bercylaan 5 (met locatiecode 1031KP-5) aangewezen voor de plaatsing van een ondergrondse papiercontainer, een ondergrondse glascontainer en vier ondergrondse restafvalcontainers. De afvalcontainers zijn bedoeld voor de inzameling van huishoudelijk afval van de bewoners van het appartementencomplex "B’Mine" met huisnummers 7 t/m 299. [appellant] woont in het appartementencomplex "B‘Mine" in het appartement met huisnummer […], in de directe nabijheid van de aangewezen locatie. De aangewezen locatie bevindt zich naast het appartementencomplex. Hij is het niet eens met de aanwijzing van deze locatie, omdat hij vreest dat de afvalcontainers overlast zullen geven. Volgens hem is er een geschiktere alternatieve locatie.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1811
Datum uitspraak
23 april 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202500394/1/R1

202202225/3/V3

Bij besluit van 9 augustus 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van verzoeker om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1780
Datum uitspraak
22 april 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202202225/3/V3

202303423/1/V1

Bij besluit van 27 april 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van betrokkene om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard, haar opgedragen om Nederland onmiddellijk te verlaten en een inreisverbod tegen haar uitgevaardigd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1781
Datum uitspraak
22 april 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202303423/1/V1

202401363/1/V3

Bij besluit van 25 augustus 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van appellant om hem een EU-verblijfsvergunning voor langdurig ingezetenen te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1784
Datum uitspraak
22 april 2025
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202401363/1/V3

202404316/1/V1

Bij besluit van 3 juli 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om appellant een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1785
Datum uitspraak
22 april 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202404316/1/V1

202500257/2/R4

Bij besluit van 24 oktober 2024 heeft de raad van de gemeente Oude IJsselstreek het bestemmingsplan "Hoofdstraat 3 Varsselder-Veldhunten en Westelijke Oude Aaltenseweg 5 Varsseveld" vastgesteld. Het plangebied betreft 2 afzonderlijke locaties, die in Varsseveld en de buurtschap Veldhunten nabij Varsselder liggen. Op beide locaties zullen woningen worden gebouwd. Het beroep en verzoek om een voorlopige voorziening van [verzoeker] zijn uitsluitend gericht tegen het plandeel met de bestemming "Wonen" dat aan de Hoofdstraat in de buurtschap Veldhunten ligt. Dit plandeel voorziet in de bouw van 4 rijtjeswoningen op een perceel dat voorheen in gebruik was als parkeerterrein voor het aangrenzende, voormalige café en feestzaal "De Zon". [verzoeker] woont tegenover dit deel van het plangebied aan de overzijde van de Hoofdstraat en verzoekt dit plandeel te schorsen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1775
Datum uitspraak
22 april 2025
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202500257/2/R4

202501505/1/V3

Bij besluit van 2 maart 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie appellant in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1786
Datum uitspraak
22 april 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202501505/1/V3

202502287/2/V3

Bij besluit van 20 januari 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van verzoeker om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1797
Datum uitspraak
22 april 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202502287/2/V3

202202791/1/A2

Het hoger beroep richt zich tegen de uitspraak van 6 april 2022 van de rechtbank. Daarin heeft de rechtbank het beroep van [appellant] tegen het besluit van 21 september 2020 gegrond verklaard, het besluit van 21 september 2020 vernietigd voor zover daarin aan [appellant] een subsidiebedrag van € 681,00 en een dwangsom van € 1.260,00 is toegekend, bepaald dat [appellant] recht heeft op een subsidiebedrag van € 1.362,00 en een dwangsom van € 1.442,00 en bepaald dat de uitspraak in de plaats treedt van de vernietigde gedeelten van het besluit van 21 september 2020. Ook is de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap veroordeeld tot betalen van een schadevergoeding aan [appellant] tot een bedrag van € 1.500,00 vanwege overschrijding van de redelijke termijn.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1870
Datum uitspraak
22 april 2025
  • Mondelinge uitspraak
  • Subsidie
  • uitspraakin de zaak202202791/1/A2

202304717/2/R4

Bij besluit van 13 september 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Utrecht zijn beslissing om spoedeisende bestuursdwang toe te passen wegens het verkeerd aanbieden van huisvuil in strijd met de Afvalstoffenverordening 2010 van Utrecht, op schrift gesteld. In het besluit van 16 maart 2023 heeft het college het bezwaar van [appellant] tegen het besluit van 13 september 2022 niet-ontvankelijk verklaard, omdat het bezwaarschrift te laat was ingediend. [appellant] heeft in beroep aangegeven dat hij ten tijde van de verzending van het besluit in het buitenland verbleef en daarom niet op de hoogte was van het genomen besluit. Hij ging op reis voor een jaar. [appellant] heeft er geen rekening mee gehouden dat hij bericht zou krijgen dat hij moet betalen voor iets dat hij niet gedaan kan hebben, omdat hij al vijf maanden in Zuid-Amerika verbleef. Pas nadat zijn huisgenoten brieven van deurwaarders ontvingen, is [appellant] op de hoogte gesteld, waardoor hij kennis heeft genomen van het besluit van 16 maart 2023. [appellant] stelt daarna zo snel mogelijk alsnog in bezwaar te zijn gegaan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3078
Datum uitspraak
22 april 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Vereenvoudigde behandeling
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202304717/2/R4

202304467/1/V1

Referent heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op aanvragen om betrokkenen een machtiging tot voorlopig verblijf (hierna: een mvv) te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1771
Datum uitspraak
18 april 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202304467/1/V1

202407810/1/V1

Bij besluit van 16 februari 2024 heeft het het Centraal Orgaan opvang asielzoekers de verstrekkingen aan appellant krachtens de Regeling verstrekkingen asielzoekers en andere categorieën vreemdelingen 2005 voor de duur van twee weken ingehouden en appellant overgeplaatst naar de time-out locatie in Zutphen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1774
Datum uitspraak
18 april 2025
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202407810/1/V1

202500130/1/V3

Bij besluit van 28 oktober 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van betrokkene om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1776
Datum uitspraak
18 april 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202500130/1/V3

202501089/1/R4 en 202501089/2/R4

Bij besluit van 1 november 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Ede geweigerd om aan [verzoeker] een legaliserende omgevingsvergunning te verlenen voor een tuinhuis aan de [locatie] in Wekerom. Bij besluit van 14 november 2022 heeft het college aan [verzoeker] een last onder dwangsom opgelegd om het tuinhuis te verwijderen en verwijderd te houden. [verzoeker] is eigenaar van het perceel aan de [locatie] in Wekerom. Daarop staan een vrijstaande woning met serre (met een oppervlakte van 74,3 m2) en een vrijstaand tuinhuis (met een oppervlakte van 43 m2). [verzoeker] heeft een omgevingsvergunning aangevraagd om het tuinhuis te legaliseren. Het college heeft de gevraagde vergunning geweigerd, kort gezegd omdat het tuinhuis afbreuk doet aan de ruimtelijke en landschappelijke kwaliteit van de groene, bosrijke omgeving.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1742
Datum uitspraak
18 april 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202501089/1/R4 en 202501089/2/R4

202501668/2/R3

Bij besluit van 6 mei 2024 heeft het college van burgemeester en wethouders van Waadhoeke [verzoekers] onder oplegging van een dwangsom gelast om de niet-toegestane bedrijvigheid op het perceel [locatie] in Franeker (hierna: het perceel) te beëindigen en beëindigd te houden en de paardrijbak met drie lichtmasten te verwijderen en verwijderd te houden. Bij een controle op 6 maart 2024 hebben gemeentelijke toezichthouders geconstateerd dat op het perceel een paardenpension aanwezig is. Daarnaast is geconstateerd dat op het perceel diverse bedrijven met niet-agrarische bedrijvigheid aanwezig zijn. Tot slot is geconstateerd dat er een paardrijbak met drie lichtmasten op het perceel is gerealiseerd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1748
Datum uitspraak
18 april 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202501668/2/R3

202501905/1/V3 en 202501905/2/V3

Bij besluit van 6 februari 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van appellant om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, opnieuw niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1787
Datum uitspraak
18 april 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202501905/1/V3 en 202501905/2/V3

202501997/1/V3

Bij besluit van 13 maart 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie appellant in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1773
Datum uitspraak
18 april 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202501997/1/V3

BRS.25.000041

Bij besluit van 17 december 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie betrokkene de toegang tot Nederland geweigerd en hem een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1737
Datum uitspraak
18 april 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000041

BRS.25.000044

Bij besluit van 18 december 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie betrokkene de toegang tot Nederland geweigerd en hem een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1738
Datum uitspraak
18 april 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000044

BRS.25.000295

Bij besluit van 17 juni 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1741
Datum uitspraak
18 april 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000295

202205040/2/A3

Rentinvest heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Zeeland­-West-­Brabant van 1 juli 2022 in zaak nr. 20/8864. Het geding betreft het besluit van de burgemeester om de autoverhuurbranche per 1 juni 2020 aan te wijzen als vergunningplichtige bedrijfsmatige activiteit in de zin van de Algemene plaatselijke verordening 2018. De burgemeester heeft de Afdeling wegens het bestaan van gewichtige redenen verzocht te bepalen dat alleen de Afdeling kennis zal nemen van het onderzoeksrapport ‘Ondermijningsbeeld De Baronie’ van juni 2014. De burgemeester heeft aangevoerd dat de politie heeft verzocht om geheimhouding van de concrete gegevens die in het onderzoeksrapport genoemd zijn. Verder biedt het onderzoeksrapport inzicht in de opzet en de aanpak van ondermijning in de regio. Het belang bij geheimhouding betreft de opsporing en vervolging van strafbare feiten, zoals bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c van de Wet open overheid.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1778
Datum uitspraak
18 april 2025
  • Geheimhoudingsbeslissing
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202205040/2/A3

202300825/3/R2

Bij brief, ingekomen op 8 april 2025, heeft [verzoekster] verzocht om wraking van staatsraad mr. D.A. Verburg als lid van de Afdeling belast met de behandeling van de zaak nr. 202300825/1/R2. Het verzoek van [verzoekster] is haar tweede verzoek om wraking van de staatsraad. Bij beslissing van 2 april 2025, ECLI:NL:RVS:2025:1360, heeft de Afdeling haar eerste verzoek om wraking van de staatsraad afgewezen. Aan het tweede verzoek heeft [verzoekster] ten grondslag gelegd dat de staatsraad door zijn bejegening op de zitting de schijn heeft gewekt vooringenomen te zijn. Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt. Dit proces-verbaal bevat volgens [verzoekster] geen juiste weergave van wat zij op de zitting heeft gezegd. Zij concretiseert dit aan de hand van twee passages. Ook wijst zij erop dat uit het proces-verbaal volgt dat de staatsraad aan haar een verkeerde uitleg van een eerdere uitspraak heeft opgedrongen. In het algemeen was volgens haar het optreden van de staatsraad op de zitting niet onpartijdig, onbevooroordeeld en neutraal te noemen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1777
Datum uitspraak
18 april 2025
  • Wraking
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202300825/3/R2

202404077/2/R4

Bij besluit van 16 mei 2024 heeft de raad van de gemeente Apeldoorn het bestemmingsplan "Molenstraat-Centrum 258-272 en Veldhuisstraat 35" vastgesteld. Het plan voorziet onder meer in een woongebouw met vier woonlagen en een woongebouw met elf woonlagen aan de Molenstraat, in het centrum van Apeldoorn. Op die locatie staan nu drie vrijstaande woningen met erf. [verzoeker A] en [verzoeker B] wonen aan de [locatie]. Hun achtertuin grenst aan het plangebied. Zij hebben beroep ingesteld tegen het besluit tot vaststelling van het plan omdat zij nadelige gevolgen verwachten voor hun woon- en leefklimaat. Omdat inmiddels omgevingsvergunningen zijn aangevraagd voor het realiseren van de woongebouwen, hebben zij de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1743
Datum uitspraak
17 april 2025
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202404077/2/R4

202406917/1/V2

Bij besluit van 3 augustus 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van betrokkene om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1750
Datum uitspraak
17 april 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202406917/1/V2

202407357/1/V1

Bij besluit van 14 juni 2024 heeft het Centraal Orgaan opvang asielzoekers een aanvraag van appellant om toestemming voor het maken van kosten voor het laten verrichten van een contra-expertise documentenonderzoek afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1751
Datum uitspraak
17 april 2025
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202407357/1/V1

202407915/1/V3

Bij besluit van 24 november 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie betrokkene een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1752
Datum uitspraak
17 april 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202407915/1/V3

202407915/2/V3

Bij besluit van 24 november 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie verzoeker een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1753
Datum uitspraak
17 april 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202407915/2/V3

202500008/1/V3

Bij besluit van 14 oktober 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1754
Datum uitspraak
17 april 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202500008/1/V3

202500662/1/V3

Bij besluit van 1 januari 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie betrokkene een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1755
Datum uitspraak
17 april 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202500662/1/V3

202501139/1/V3

Bij besluit van 9 januari 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie betrokkene een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1756
Datum uitspraak
17 april 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202501139/1/V3

202501556/2/V3

Bij besluit van 9 december 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van betrokkene om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1757
Datum uitspraak
17 april 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202501556/2/V3

202501620/2/V3

Bij besluit van 13 december 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van betrokkene om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1758
Datum uitspraak
17 april 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202501620/2/V3

202501623/2/V3

Bij besluit van 13 december 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van betrokkene om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1759
Datum uitspraak
17 april 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202501623/2/V3

202501626/2/V3

Bij besluit van 10 december 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van betrokkene om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1760
Datum uitspraak
17 april 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202501626/2/V3

202501629/2/V3

Bij besluit van 12 december 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van betrokkene om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1761
Datum uitspraak
17 april 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202501629/2/V3

202501772/2/A3

Bij besluit van 7 december 2022 heeft de minister van Buitenlandse Zaken een aanvraag van [wederpartij] om afgifte van een Nederlands paspoort buiten behandeling gesteld. wederpartij] is op [geboortedatum] 2007 in Nederland geboren en heeft tegelijkertijd met zijn ouders in 2012 de Nederlandse nationaliteit verkregen. Op 29 maart 2013 is [wederpartij] met zijn ouders naar het Verenigd Koninkrijk verhuisd, waar hij nu woont. Op 23 juni 2022 heeft [wederpartij] de Britse nationaliteit verkregen. Omdat zijn oude paspoort is verlopen, heeft [wederpartij] een nieuw Nederlands paspoort aangevraagd. De minister heeft de aanvraag buiten behandeling gesteld, omdat volgens hem [wederpartij] niet de Nederlandse nationaliteit heeft. Het daartegen gemaakte bezwaar heeft de minister ongegrond verklaard. De rechtbank heeft geoordeeld dat de minister [wederpartij] een Nederlands paspoort moet verstrekken.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1772
Datum uitspraak
17 april 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Nederlanderschap
  • uitspraakin de zaak202501772/2/A3

202501869/2/V1

Betrokkene heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op een aanvraag om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1762
Datum uitspraak
17 april 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202501869/2/V1

202501961/1/V3 en 202501961/2/V3

Bij besluit van 9 januari 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1763
Datum uitspraak
17 april 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202501961/1/V3 en 202501961/2/V3

202502096/2/V1

Bij besluit van 17 februari 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van verzoeker om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1764
Datum uitspraak
17 april 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202502096/2/V1

202202448/1/V3

Bij besluit van 21 augustus 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van betrokkene om wijziging van de beperking van een aan haar verleende verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1641
Datum uitspraak
16 april 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202202448/1/V3

202303902/6/A3, 202400582/7/A3 en 202407350/6/A3

Bij uitspraken van 9 mei 2023, 22 januari 2024 en 21 november 2024 heeft de rechtbank de door [verzoeker] ingestelde beroepen ongegrond dan wel niet-ontvankelijk verklaard. [verzoeker] heeft zijn studie rechten afgemaakt en wil graag advocaat worden. Daarvoor heeft hij een Verklaring Omtrent het Gedrag (hierna: VOG) nodig. Die heeft hij meerdere malen aangevraagd bij de staatssecretaris. De staatssecretaris heeft de aanvragen afgewezen omdat [verzoeker] binnen de terugkijktermijn is veroordeeld door de strafrechter. De rechtbank heeft bij de uitspraken van 9 mei 2023 en 22 januari 2024 geoordeeld dat de staatssecretaris dat mocht doen. Bij uitspraak van 21 november 2024 heeft de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk verklaard wegens misbruik van recht. [verzoeker] is het niet eens met die uitspraken en heeft tegen die uitspraken hoger beroepen ingesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1666
Datum uitspraak
16 april 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Verklaring omtrent gedrag
  • uitspraakin de zaak202303902/6/A3, 202400582/7/A3 en 202407350/6/A3

202404646/2/V3

Bij besluit van 7 juni 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van verzoeker om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1747
Datum uitspraak
16 april 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202404646/2/V3

202404720/3/R4

Bij besluit van 20 juni 2024 heeft de raad van de gemeente Wijchen het bestemmingsplan "Balgoij-West" vastgesteld. Het plan voorziet in maximaal 37 woningen aan de westzijde van Balgoij op gronden die voorheen een agrarische bestemming hadden. [verzoeker sub 1] en anderen wonen op korte afstand ten noorden van het plangebied. [verzoeker sub 2A] en [verzoeker sub 2B] wonen op korte afstand ten oosten van het plangebied. [verzoeker sub 2A] en [verzoeker sub 2B] betogen dat de raad onvoldoende onderzoek heeft gedaan naar de gevolgen van het plan voor de waterhuishouding bij hun woningen en tuinen. Zij vrezen dat de nieuwbouw problemen zal veroorzaken bij onder meer de opslag van hemelwater en de verwerking van afvalwater in de riolering. [verzoeker sub 2A] en [verzoeker sub 2B] wijzen in dat verband op de in hun opdracht opgestelde "Contra-expertise toekomstige waterhuishoudkundige situatie nieuwbouwplan Balgoij-West (gemeente Wijchen" (hierna: de contra-expertise) van milieu-adviesbureau Landslide van 2 oktober 2024.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1669
Datum uitspraak
16 april 2025
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202404720/3/R4

202406229/4/A3

Bij besluit van 5 januari 2023 heeft de korpschef gereageerd op een verzoek van [verzoeker] op grond van de Wet open overheid en een document openbaargemaakt. Bij besluit van 20 maart 2023 heeft de korpschef het door [verzoeker] daartegen gemaakte bezwaar niet-ontvankelijk verklaard. [verzoeker] heeft de korpschef op grond van de Woo verzocht om informatie over de kaders voor de inzet van de teams die hem in zijn woning hebben aangehouden en om documentatie over de verschillende typen teams die kunnen worden ingezet openbaar te maken.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1667
Datum uitspraak
16 april 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202406229/4/A3

202408034/1/V2

Bij besluit van 14 maart 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1675
Datum uitspraak
16 april 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202408034/1/V2

202500278/1/V3

Bij besluit van 7 december 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie betrokkene een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1662
Datum uitspraak
16 april 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202500278/1/V3

202500278/3/V3

Bij besluit van 7 december 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie betrokkene een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1663
Datum uitspraak
16 april 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202500278/3/V3

202501527/3/V2

Bij besluit van 7 februari 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie aan de Duitse autoriteiten medegedeeld dat zij de termijn voor overdracht met achttien maanden heeft verlengd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1664
Datum uitspraak
16 april 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202501527/3/V2

202501760/1/V2

Bij besluit van 28 augustus 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1673
Datum uitspraak
16 april 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202501760/1/V2

202501959/1/V2 en 202501959/2/V2

Bij besluit van 3 maart 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van appellant om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1770
Datum uitspraak
16 april 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202501959/1/V2 en 202501959/2/V2

202501965/1/V2

Bij besluit van 8 januari 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van appellant om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, buiten behandeling gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1674
Datum uitspraak
16 april 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202501965/1/V2

202502036/1/V2 en 202502036/2/V2

Bij besluit van 14 februari 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1672
Datum uitspraak
16 april 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202502036/1/V2 en 202502036/2/V2

202502108/1/V3 en 202502108/2/V3

Bij besluit van 6 maart 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van appellant om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1749
Datum uitspraak
16 april 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202502108/1/V3 en 202502108/2/V3

BRS.25.000016

Bij besluit van 23 december 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie betrokkene een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1630
Datum uitspraak
16 april 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000016

BRS.25.000353 en BRS.25.000389

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1657
Datum uitspraak
16 april 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000353 en BRS.25.000389

202104371/1/A3

Bij besluit van 3 augustus 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam aan Rederij Lovers voor het passagiersvaartuig "Athene" een ligplaatsvergunning verleend voor de locatie aan de Prinsengracht 106 in Amsterdam voor de duur van drie jaar. Dat aan Rederij Lovers een exploitatievergunning voor onbepaalde tijd is verleend, betekent volgens het college niet dat ook de ligplaatsvergunning voor onbepaalde tijd zou moeten worden verleend. De ligplaatsvergunning is voor drie jaar verleend omdat het college in 2020 uitvoering wil geven aan nieuw beleid. Het doel daarvan is het vrijmaken, herverdelen en marktconform beprijzen van a-locaties. Rederij Lovers is in januari 2016 van dit voornemen in kennis gesteld. Als ligplaatsvergunningen worden verleend voor een langere periode dan drie jaar, is er niet voldoende ruimte om het nieuwe beleid uit te kunnen voeren.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1709
Datum uitspraak
16 april 2025
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202104371/1/A3

202202310/3/R3

Bij tussenuitspraak van 19 juni 2024, ECLI:NL:RVS:2024:2506, heeft de Afdeling de raad van de gemeente Assen opgedragen om binnen 24 weken na verzending van de tussenuitspraak de daarin geconstateerde gebreken in het besluit van 21 maart 2024 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Binnenstad Noordoost", te herstellen. Het plan heeft betrekking op het noordoostelijke deel van de binnenstad van Assen. Het plan is grotendeels conserverend, maar binnen drie ontwikkellocaties kunnen in afwijking van bepaalde planregels met een omgevingsvergunning maximaal 200 woningen worden gebouwd. Het plan is een zogenoemd "bestemmingsplan met verbrede reikwijdte". Dit betekent dat de raad gebruik heeft gemaakt van extra mogelijkheden voor de inrichting van het bestemmingsplan op basis van artikel 2.4 van de Crisis- en Herstelwet in verbinding met artikel 7c van het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet. Hierbij heeft de raad met name gebruik gemaakt van het vijfde, zesde en veertiende lid van artikel 7c van het Bu Chw.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1681
Datum uitspraak
16 april 2025
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Drenthe
  • uitspraakin de zaak202202310/3/R3

202202692/3/R4

Bij tussenuitspraak van 4 september 2024, ECLI:NL:RVS:2024:3597, heeft de Afdeling de raad van de gemeente Stichtse Vecht opgedragen om binnen 16 weken na verzending van deze tussenuitspraak de daar omschreven gebreken in het besluit van 1 februari 2022 te herstellen. De Afdeling heeft bij tussenuitspraak geoordeeld dat het besluit van 1 februari 2022, waarbij het bestemmingsplan "Garsten Noord" is vastgesteld, niet met de vereiste zorgvuldigheid is voorbereid, niet deugdelijk is gemotiveerd en in strijd met de rechtszekerheid is genomen. Reden hiervoor is dat de raad, anders dan hij heeft beoogd, de maximale bouwhoogte van het appartementengebouw van 12,6 m niet heeft beperkt tot een deel van het bouwvlak. Daarnaast zijn de artikelen 15.4.2, 16.4.2 en 24.3.1 van de planregels over het parkeren onvoldoende duidelijk en daarmee rechtsonzeker. Verder heeft de Afdeling overwogen dat de verwijzing naar artikel 1.84 in artikel 17.1, aanhef en onder a, van de planregels onjuist is. In het artikel had verwezen moeten worden naar artikel 1.85 van de planregels.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1680
Datum uitspraak
16 april 2025
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Utrecht
  • uitspraakin de zaak202202692/3/R4

202204695/1/R3

Bij besluit van 24 november 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Hengelo [appellant] een last onder dwangsom opgelegd om een bijbehorend bouwwerk op het perceel [locatie] in Hengelo te verwijderen en verwijderd te houden. Na een melding van [partij], die naast [appellant] woonde, heeft een toezichthouder van de gemeente vastgesteld dat [appellant] op zijn perceel aan de [locatie] in Hengelo een bouwwerk heeft opgericht, dat bestaat uit een open ruimte van 4,15 m breed en 2,87 m diep, en dat met balken is afgedekt. De hoogte is onderwerp van het geschil. Het bouwwerk staat op palen, waardoor de vloer ongeveer 80 cm boven het aansluitende terrein ligt. Er is een trap met vier treden tegenaan geplaatst. Er zijn doeken aangebracht die het bouwwerk kunnen afdekken en afschermen. Volgens het college gaat het om een bijbehorend bouwwerk dat niet had mogen worden gebouwd zonder omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen. [appellant] beschikt niet over die omgevingsvergunning. Het college wil niet alsnog een omgevingsvergunning verlenen, omdat de goothoogte van het bouwwerk in strijd is met het bestemmingsplan "Bedrijventerrein Westermaat" en het college niet wil meewerken aan een afwijking van het bestemmingsplan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1691
Datum uitspraak
16 april 2025
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202204695/1/R3

202204893/1/A3

Bij besluit van 27 november 2020 heeft de bewaarder van het kadaster en de openbare registers het herstelverzoek van [appellante] afgewezen. [appellante] is eigenaar van een perceel aan de [locatie] te Harlingen. De grenzen van dit perceel zijn in 1996 vastgesteld en zijn beschreven op een relaas van bevindingen (met nummer 1348). Op grond hiervan is de basisregistratie kadaster bijgewerkt. Na een geschil met de buren, destijds [personen], over de erfgrens heeft [appellante] een herstelverzoek ingediend bij de bewaarder. In het herstelverzoek stelt [appellante] dat de kadastrale grens tussen haar perceel en dat van de buren onjuist is. Het kadastrale oppervlak van het perceel verschilt van die volgens een eerdere akte van levering. Volgens [appellante] is het oppervlak van haar perceel verkleind. De bewaarder heeft het herstelverzoek afgewezen omdat er geen discrepantie is tussen het brondocument, hier het relaas van bevindingen, en de basisregistratie kadaster. Verder staat het brondocument niet meer ter discussie, omdat ten tijde van het opstellen van het brondocument de toenmalige belanghebbenden niet in bezwaar zijn gegaan, aldus de bewaarder.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1668
Datum uitspraak
16 april 2025
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak202204893/1/A3

202205293/1/A3

Bij besluit van 12 februari 2021 heeft het college van gedeputeerde staten van Zuid-Holland.een aanvraag van [appellant] voor een vergunning voor het innemen van een ligplaats afgewezen. [appellant] woont aan de [locatie] in Alphen aan den Rijn. Hij heeft bij het college een aanvraag ingediend voor een vergunning voor het gebruiken van de al bestaande boothelling en trailer aan de achterzijde van zijn woning, grenzend aan de Oude Rijn, een provinciale vaarweg. Bij het gebruik van de boothelling wordt kortdurend ligplaats ingenomen aan de oever achter zijn woning. Het college heeft de aanvraag afgewezen, omdat het beoogde gebruik van de vaarweg in strijd is met artikel 3.23 van de Omgevingsverordening Zuid-Holland en het geldende ligplaatsenbeleid. Het college hanteert namelijk als beleid om geen vergunning te verlenen voor het innemen van een ligplaats als sprake is van een veiligheidszone, terwijl de boothelling van [appellant] uitmondt in zo’n veiligheidszone. Ook heeft het college geen reden gezien om af te wijken van het beleid. Het doel van dit beleid is het beschermen van het belang van de vlotte en veilige doorvaart van de provinciale vaarwegen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1688
Datum uitspraak
16 april 2025
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202205293/1/A3

202205336/1/R2

Bij besluit van 21 juli 2022 heeft de raad van de gemeente Geertruidenberg het bestemmingsplan "Paraplubestemmingsplan wonen Geertruidenberg" vastgesteld. Bij besluit van 5 oktober 2023 heeft de raad een herstelbesluit genomen. Dit besluit vervangt het oorspronkelijke besluit. Gelet op artikel 6:19, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, wordt dit besluit van rechtswege geacht onderwerp te zijn van dit geding. [appellant] is eigenaar van twee woningen in Geertruidenberg, op de locaties [locatie 1] en [locatie 2], en verhuurt al gedurende enige tijd deze twee woningen aan personen die geen huishouden vormen. Het bestemmingsplan "Paraplubestemmingsplan wonen Geertruidenberg" (hierna: het bestemmingsplan) beoogt onder meer om binnen de gemeente de verhuur van woningen aan personen die geen huishouden vormen te reguleren. Daartoe is in artikel 3.1.2 van het bestemmingsplan bepaald dat het gebruik van een woning door meer dan één huishouden niet is toegestaan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1693
Datum uitspraak
16 april 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202205336/1/R2

202205776/1/R3

Bij besluit van 21 maart 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag geweigerd een omgevingsvergunning te verlenen aan [appellant] voor het plaatsen van een dakkapel aan de achterzijde van de woning op het perceel [locatie] in Den Haag. Op 21 maart 2019 heeft het college geweigerd een omgevingsvergunning voor het plaatsen van een dakkapel aan de achterzijde van de woning te verlenen. Het college heeft het door [appellant] gemaakte bezwaar bij besluit van 18 september 2019 ongegrond verklaard. De rechtbank heeft bij uitspraak van 29 oktober 2020 het daartegen ingestelde beroep van [appellant] gegrond verklaard en het besluit van 18 september 2019 vernietigd. Tegen deze uitspraak heeft het college hoger beroep ingesteld. Bij besluit van 31 maart 2021 heeft het college, tijdens de hoger beroepsprocedure, opnieuw beslist op het bezwaar van [appellant] tegen het besluit van 21 maart 2019 en dat bezwaar ongegrond verklaard. Het besluit van 31 maart 2021 was, gelet op artikel 6:19 van de Awb, gelezen in samenhang met artikel 6:24 van die wet, mede onderwerp van het geding. [appellant] heeft tegen dit besluit een zienswijze ingediend.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1717
Datum uitspraak
16 april 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202205776/1/R3

202206088/1/A3

Bij besluit van 30 december 2020 heeft de minister aan [appellante] een bestuurlijke boete opgelegd van € 4.800 wegens overtreding van het Arbeidsomstandighedenbesluit. [appellante] is een non-profitorganisatie die als doel heeft om vermiste personen terug te vinden. Zij maakt daarbij gebruik van getrainde zoekhonden en vrijwilligers en is financieel gezien volledig afhankelijk van donaties en sponsoren. Op 2 februari 2019 heeft [appellante] met behulp van duikers in de nabijheid van de Zeelandbrug te Zierikzee gezocht naar een vermiste vrouw. Over deze activiteiten heeft de politie een proces-verbaal opgesteld, naar aanleiding waarvan de Nederlandse Arbeidsinspectie een onderzoek heeft ingesteld. De bevindingen van het onderzoek zijn neergelegd in een op ambtsbelofte opgemaakt boeterapport van 30 juli 2019. Op 15 maart 2021 is een aanvullend boeterapport opgemaakt. Volgens de minister heeft [appellante] bij de duik artikel 6.16, eerste, zesde en zevende lid van het Arbobesluit overtreden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1721
Datum uitspraak
16 april 2025
  • Hoger beroep
  • Boete
  • uitspraakin de zaak202206088/1/A3

202206244/1/R2

Bij besluit van 29 september 2022 heeft de raad van de gemeente Drimmelen het bestemmingsplan "Moerbeistraat te Made" (hierna: het plan) vastgesteld. Het plan voorziet in de mogelijkheid om twee vrijstaande woningen te realiseren op de gronden aan de [locatie 1] en [locatie 2] in Made waar voorheen twee nutsgebouwen stonden. De woningen zijn gebouwd door initiatiefnemer [partij C] en worden inmiddels bewoond door [partij A] en [partij D]. [appellant sub 1] heeft een garagebedrijf en vreest voor beperkingen in zijn bedrijfsvoering en voor de verkeersveiligheid. [appellant sub 2] vreest voor zijn woongenot en voor de aantasting van natuurwaarden. Zowel [appellant sub 1] als [appellant sub 2] grenzen met hun gronden aan het plangebied. [appellant sub 1] betoogt dat het plan is vastgesteld in strijd met de goede ruimtelijke ordening.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1700
Datum uitspraak
16 april 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202206244/1/R2

202206348/1/R3 en 202206438/1/R3

Bij besluit van 14 juni 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Noordenveld op grond van artikel 110a van de Wet geluidhinder hogere geluidswaarden vastgesteld ten behoeve van het bestemmingsplan "Peize-Zuid". Met het bestemmingsplan worden 150 woningen mogelijk gemaakt in het gebied aan de zuidkant van Peize. De gronden in het plangebied hadden in het hiervoor geldende bestemmingsplan "Buitengebied Noordenveld", voornamelijk de bestemming "Agrarisch". Omdat uit akoestisch onderzoek blijkt dat de voorkeursgrenswaarde voor 14 van de toekomstige woningen overschreden wordt vanwege wegverkeerslawaai, heeft het college voor deze woningen hogere geluidswaarden vastgesteld. Appellanten wonen rondom het plangebied. Hun percelen grenzen aan of liggen op een afstand van ongeveer 50 m van het plangebied. Zij zijn het niet eens met het bestemmingsplan, omdat dit volgens hen onder meer tot een aantasting van hun woon- en leefklimaat zal leiden. Een belangrijk punt van zorg van de appellanten is wat de gevolgen van het plan voor de waterhuishouding zijn.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1708
Datum uitspraak
16 april 2025
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • RO - Drenthe
  • RO - Geluid
  • uitspraakin de zaak202206348/1/R3 en 202206438/1/R3

202207136/1/R2

Bij besluit van 6 oktober 2022 heeft de raad van de gemeente Bernheze het bestemmingsplan "Heeswijkse Akkers" vastgesteld. Het plan maakt de ontwikkeling van een nieuwe woonwijk met 72 woningen aan de westrand van Heeswijk-Dinther mogelijk. Het plangebied ligt tussen de Hoofdstraat en de Veldstraat in Heeswijk-Dinther. [appellant] woont aan de [locatie], ten zuiden van het plangebied. Tegenover zijn woning is één van de twee ontsluitingen van het plangebied voorzien. Ten noorden van het plangebied ligt de woningbouwlocatie "Kamersche Hoef". Het ontwerpplan voor deze locatie is ter inzage gelegd op 23 augustus 2023. De raad heeft dit plan vastgesteld bij besluit van 26 september 2024 en dit besluit is inmiddels onherroepelijk.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1687
Datum uitspraak
16 april 2025
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202207136/1/R2

202207144/1/R3

Bij besluit van 28 september 2022 heeft de raad van de gemeente Groningen het bestemmingsplan “Brandenburgerstraat 7-11” vastgesteld. Op het binnenterrein achter de Brandenburgerstraat 7, 9 en 11 bevindt zich een overdekte autostalling. Aan het binnenterrein zijn in het bestemmingsplan “Herziening bestemmingsregels wonen” onbedoeld geen beperkende voorwaarden verbonden voor het bouwen van zelfstandige wooneenheden. Met het plan “Brandenburgerstraat 7-11” wordt deze omissie verholpen en wordt het huidige gebruik van het binnenterrein geborgd. [appellant] is eigenaar van enkele percelen aan de Brandenburgerstraat 7 tot en met 11 en van het binnenterrein. Hij wil appartementen realiseren op het binnenterrein. [partij] en anderen zijn omwonenden van het binnenterrein.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1735
Datum uitspraak
16 april 2025
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • RO - Groningen
  • uitspraakin de zaak202207144/1/R3

202300659/1/R3

Bij besluit van 13 december 2022 heeft de raad van de gemeente Hof van Twente het bestemmingsplan "Delden-Noord, herziening Molenstraat 24" vastgesteld. Het bestemmingsplan maakt de herontwikkeling van het perceel Molenstraat 24 in Delden mogelijk. De initiatiefnemers van deze herontwikkeling zijn voornemens om het voormalige winkelpand op het perceel te slopen, zodat er op deze plek een appartementencomplex met acht appartementen kan worden gerealiseerd. [appellant] en anderen wonen in de omgeving van het perceel. Hoewel zij geen problemen hebben met het plan om woningen te realiseren op het perceel is de maximale bouwhoogte in het bestemmingsplan te hoog. Mede daardoor vrezen zij dat het plan tot aantasting van het straatbeeld, schaduwwerking, verkeers- en parkeerproblemen zal leiden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1727
Datum uitspraak
16 april 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Overijssel
  • uitspraakin de zaak202300659/1/R3

202300949/1/R3

Bij besluit van 20 december 2022 heeft de raad van de gemeente Tubbergen het bestemmingsplan "Buitengebied, [locatie 1] Haarle en [locatie 2] Geesteren" vastgesteld. Het bestemmingsplan maakt onder meer de realisatie van een woning op het perceel [locatie 1] in Haarle mogelijk. Om deze woning mogelijk te maken, wordt 630 m2 aan landschapontsierende bebouwing op het perceel [locatie 1] en 654 m2 aan landschapontsierende bebouwing op het perceel [locatie 2] gesloopt. Daarvoor maakt de raad gebruik van de beleidsregel "Rood voor Rood met gesloten beurs gemeente Tubbergen 2014", die het mogelijk maakt om een compensatiewoning te realiseren in ruil voor investeringen in ruimtelijke kwaliteit, zoals de sloop van schuren of stallen. [appellant] betoogt dat de raad het Rood voor Rood-beleid niet juist heeft toegepast. Hiertoe voert [appellant] aan dat aan bepaalde voorwaarden uit het beleid niet is voldaan. Zo wordt volgens [appellant] niet voldaan aan de voorwaarde dat de oppervlakte van de te slopen bouwwerken minimaal 1000 m2 moet zijn, omdat er op het perceel [locatie 1] slechts 630 m2 aan bebouwing wordt gesloopt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1714
Datum uitspraak
16 april 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Overijssel
  • uitspraakin de zaak202300949/1/R3

202301202/1/R3

Bij besluit van 15 december 2022 heeft de raad van de gemeente Alphen aan den Rijn het bestemmingsplan "Kop West Alphen aan den Rijn" vastgesteld. In paragraaf 1.1 van de plantoelichting staat dat gemeente Alphen aan den Rijn in verband met de grote woningbehoefte op zoek is naar verdichtingslocaties waar woningen kunnen worden gebouwd. Het initiatief van Kop West Alphen B.V. om de locatie, gelegen aan de Hoorn 75-79 en Ondernemingsweg 1A in Alphen aan den Rijn, te herontwikkelen, sluit hierbij aan. Het beoogde programma bestaat uit woningbouw, gecombineerd met niet-woonfuncties. Het bestemmingsplan maakt maximaal 330 woningen en 15.000 m² bvo aan niet-woonfuncties mogelijk. [appellant A] en [appellant B] zijn eigenaar van het perceel [locatie] in Alphen aan den Rijn. Dit perceel ligt naast het plangebied. Op grond van het voor dit perceel geldende bestemmingsplan "Rijnhaven 2015" geldt voor dit perceel de bestemming "Bedrijf". [appellant A] en [appellant B] vrezen dat de gebruiksmogelijkheden van hun perceel worden ingeperkt door het plan. Op dit moment wordt het perceel verhuurd aan het metaalbewerkings- en poedercoatingbedrijf Multinal.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1686
Datum uitspraak
16 april 2025
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak202301202/1/R3

202301452/1/R4

Bij besluit van 31 maart 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Putten een omgevingsvergunning aan Camping Hilary verleend voor de bouw van 37 woningen aan de Schraanbos 1 t/m 35 en Husselsesteeg 22 en 22A in Putten. Landgoed Stormbroek en Landgoed Zonnewende hebben gronden in de omgeving van het plangebied. Zij vinden dat het college ten onrechte toepassing heeft gegeven aan een aantal binnenplanse afwijkingsmogelijkheden. Daarnaast stellen zij zich op het standpunt dat het bouwplan niet voldoet aan de redelijke eisen van welstand. Volgens hen resulteert het bouwplan in onsamenhangende niet op agrarische schuren gelijkende bebouwing. Dit strookt niet met het Stedenbouwkundig Plan en Beeldkwaliteitsplan dat voor Husselsesteeg 22 en 24 is opgesteld. De rechtbank heeft geoordeeld dat het college bevoegd was om toepassing te geven aan de afwijkingsbevoegdheid. Daarnaast heeft de rechtbank geoordeeld dat het college zich op basis van het welstandsadvies op het standpunt mocht stellen dat het bouwplan voldoet aan de redelijke eisen van welstand.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1713
Datum uitspraak
16 april 2025
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202301452/1/R4

202301461/1/A2

Bij besluit van 8 december 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Leiden aan Stichting Administratiekantoor Helios een vergunning verleend om de zelfstandige woonruimte (een bovenwoning) aan de Vismarkt 3 te Leiden om te zetten in onzelfstandige woonruimte voor kamerverhuur met zeven wooneenheden. Helios is eigenaar van een bovenwoning aan de [locatie] in Leiden (hierna: het pand). [appellant] huurt sinds 1997 de derde en vierde verdieping van het pand, conform zijn huurovereenkomst. Helios heeft een vergunning aangevraagd voor de omzetting van één zelfstandige huurwoning naar zeven onzelfstandige woonruimten, waaronder voor de verdiepingen die [appellant] huurt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1734
Datum uitspraak
16 april 2025
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202301461/1/A2

202301745/1/R3

Bij besluit van 28 juli 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Hillegom het verzoek om handhavend op te treden tegen het tuinhuis op het perceel [locatie 1] in Hillegom afgewezen. Het college heeft op 22 juli 2019 aan [partij A] en [partij B] een omgevingsvergunning voor het vervangen van het bestaande tuinhuis door een tuinhuis met een berging en een overkapping op het perceel [locatie 1] verleend. Het college heeft de omgevingsvergunning verleend met toepassing van artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a en c, van de Wabo, omdat in afwijking van het bestemmingsplan het tuinhuis buiten het bouwvlak wordt gerealiseerd. [appellant] woont op het perceel [locatie 2] en heeft het college verzocht om handhavend op te treden tegen het tuinhuis, omdat het tuinhuis niet volgens de omgevingsvergunning is gebouwd. Er is daarom sprake van een aantasting van zijn privacy.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1719
Datum uitspraak
16 april 2025
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202301745/1/R3

202302099/1/A3

Bij besluit van 23 april 2021 heeft de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan [appellante] een bestuurlijke boete opgelegd van € 20.250,00 wegens overtreding van het Arbeidsomstandighedenbesluit (hierna: het Arbobesluit). [appellante] exploiteert een zwembad van de gemeente Lochem. Dit zwembad wordt verwarmd door een pelletkachel. De pelletkorrels voor deze kachel worden opgeslagen in een luchtdichte bunker en worden automatisch door middel van vijzels naar de pelletkachel getransporteerd. De bunker is toegankelijk via een trap bij het inspectieluik. Op 9 januari 2018 heeft zich in de bunker een bedrijfsongeval voorgedaan, waarbij één werknemer is overleden en twee andere werknemers zijn opgenomen in het ziekenhuis. Die dag was er een tekort aan pelletkorrels, waardoor de vijzels bloot kwamen te liggen en leeg draaiden. De pelletkorrels in de kachel bleven hierbij doorbranden. Het overleden slachtoffer heeft toen, zoals ongeveer maandelijks gebeurde om ophopingen van pelletkorrels naast de vijzels op te lossen, de bunker betreden en heeft de pelletkorrels die buiten het bereik van de vijzels lagen naar de vijzels geschept. Hij is hierbij onwel geworden en is door koolmonoxidevergiftiging overleden. De andere twee slachtoffers, die te hulp schoten, zijn wegens koolmonoxidevergiftiging opgenomen in het ziekenhuis.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1722
Datum uitspraak
16 april 2025
  • Hoger beroep
  • Boete
  • uitspraakin de zaak202302099/1/A3
vorige pagina1...192021...1.203volgende pagina

Facetten
Gepubliceerd
  • Uitspraken uit
Type uitspraak
Proceduresoort
Rechtsgebied
Bevat

Raad van State

De Raad van State is onafhankelijk adviseur van regering en parlement over wetgeving en bestuur en hoogste algemene bestuursrechter van het land.

  • Meer over ons
  • Vacatures

Contact

De Raad van State bevindt zich in het centrum van Den Haag. Wilt u in contact komen met ons of wilt u ons bezoeken voor een zitting?

  • Telefoon
  • Locatie en route
  • Post en e-mail
  • Digitaal procederen
  • Wet open overheid
  • Nieuwe zaak starten

Altijd op de hoogte

Ontvang ons nieuws via de abonnementenservice in uw mailbox. Op de hoogte gehouden worden over uitspraken die gedaan worden in bepaalde zaken? Meld u dan aan voor de e-mailservice. Of bekijk de voortgang van een bepaalde procedure bij de Afdeling bestuursrechtspraak.

  • E-mailservice uitspraken
  • Voortgang procedure
  • Aanvragen oude uitspraken

Toegankelijkheid | Privacy | Cookiebeleid

Volg ons

  • Bluesky
  • LinkedIn
  • Instagram
  • Mastodon