Ga naar de inhoud
(naar homepage)
lees voor
Direct naar
  • en (Information in English)
  • de (Deutsche Informationen)
  • fr (Informations en français)
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
  • Actueel
    • Nieuws
    • Zittingsagenda
    • Persagenda
    • Evenementen
    • Piet Hein Donner Scriptieprijs
  • Adviezen
  • Uitspraken
  • Publicaties
    • Brochures
    • Studies en onderzoeken
    • Regelingen
    • Consultaties
    • Jaarverslagen
    • Toespraken vice-president
  • Over ons
    • Raad van State in het kort
    • Organisatie
    • Advisering
    • Bestuursrechtspraak
    • Begrotingstoezicht
    • Toetsing Klimaatwet
    • Geschiedenis
    • Raad van State in beeld
  • Zoeken
  • en
  • de
  • fr
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
Zoeken

  1. Home ›
  2. Uitspraken

Uitspraken

De Afdeling bestuursrechtspraak toetst of de overheid het recht goed heeft toegepast bij het nemen van een besluit. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Bestuursrechtspraak.


aantal resultaten: 99.633
aantal resultaten per pagina

Toon overzicht van de actuele uitspraken:

  • Hoofdzaken
  • Voorlopige voorzieningen
  • Interessant voor de media

202306685/1/R1

Bij besluit van 18 maart 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Beemster aan [partij] een omgevingsvergunning verleend voor de bouw van een woning op het perceel [locatie 1] in Westbeemster. Aan de Westdijk in Westbeemster staat een twee-onder-een-kapwoning die de vorm heeft van een stolpboerderij. [partij] woont op het perceel aan de [locatie 2] in de ene helft van de twee-onder-een-kapwoning. [appellant] woont in de andere helft op het perceel aan de [locatie 3]. De percelen zijn elk ongeveer 2.500 m2. Voor de bouw van de twee-onder-een-kapwoning heeft het college in 2008 een bouwvergunning met een vrijstelling van het toen geldende bestemmingsplan verleend. De woning is in 2009 gebouwd. Daarvoor stond elders op het perceel, dat thans van [partij] is, een woning. Die is voorafgaand aan de bouw van de twee-onder-een-kapwoning gesloopt. [appellant] is het niet eens met de verleende omgevingsvergunning voor de bouw van de woning op het perceel van [partij]. Hij kan zich daarom niet verenigen met de uitspraak van de rechtbank, waarin zijn beroep ongegrond is verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3090
Datum uitspraak
9 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202306685/1/R1

202306686/1/R3

Bij besluit van 29 juni 2021 heeft het college aan maatschap een omgevingsvergunning verleend voor het in strijd met de beheersverordening Overige Dorpen 2014 plaatsen van een stelling met daarin twee silo's voor het perceel [locatie 1] te Oldeberkoop. [appellant A] en anderen zijn het niet eens met de verleende omgevingsvergunning voor de silo’s op het agrarische perceel gelegen aan de [locatie 1]. [appellant C] en [appellant D] wonen naast het perceel waarop de silo’s geplaatst zijn aan de [locatie 2]. [appellant A] en [appellant [appellant B] wonen er tegenover aan de [locatie 3]. [appellant A] en anderen vrezen voor aantasting van hun woon- en leefklimaat.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3091
Datum uitspraak
9 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202306686/1/R3

202307182/1/R3

Bij besluit van 16 april 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Aa en Hunze een omgevingsvergunning verleend voor het bouwen van een dakopbouw op de woning op het adres [locatie] te Annen. Het college heeft bij besluit van 16 april 2020 een omgevingsvergunning verleend voor het legaliseren van een dakopbouw op en aan de woning op het adres [locatie] in Annen. Deze is bij besluit van 17 augustus 2022, na een vernietiging door de rechtbank, met verbetering van de motivering, in stand gelaten. De woning waarop de dakopbouw is gerealiseerd is een twee-onder-een-kapwoning met de woning van [appellant]. [appellant] kan zich niet met de omgevingsvergunning verenigen, omdat de dakopbouw volgens hem in strijd is met redelijke eisen van welstand en er sprake is van overbouw. [appellant] betoogt dat de rechtbank niet heeft onderkend dat de dakopbouw in strijd is met redelijke eisen van welstand.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3095
Datum uitspraak
9 juli 2025
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202307182/1/R3

202307319/1/A2

Bij besluit van 8 oktober 2021 heeft de Dienst Toeslagen geweigerd aan [appellante] compensatie toe te kennen in het kader van de hersteloperatie toeslagen. Deze uitspraak gaat over compensatie in het kader van de hersteloperatie toeslagen. De compensatieregeling in de Wet hersteloperatie toeslagen is bedoeld voor gedupeerden van zowel institutionele vooringenomenheid als hardheid van het stelsel. [appellante] heeft op 31 januari 2020 verzocht om herbeoordeling van haar recht op kinderopvangtoeslag over de jaren 2013 en 2014. Bij besluit van 8 oktober 2021 heeft de Dienst Toeslagen geweigerd om aan [appellante] compensatie toe te kennen. De rechtbank heeft geoordeeld dat de Dienst Toeslagen terecht heeft geweigerd om [appellante] compensatie toe te kennen. Over het toeslagjaar 2014 heeft de Dienst Toeslagen kinderopvangtoeslag teruggevorderd omdat [appellante] de kinderopvangtoeslag had stopgezet en minder opvanguren heeft afgenomen dan waarop het voorschot kinderopvangtoeslag was berekend.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3141
Datum uitspraak
9 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Geld
  • uitspraakin de zaak202307319/1/A2

202307945/1/A2

Bij besluit van 17 mei 2021 heeft de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking de subsidie van [appellante] vastgesteld op € 299.650,- en € 299.850,- aan verleende voorschotten van haar teruggevorderd. Op grond van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006 en het Besluit tot vaststelling van beleidsregels en een subsidieplafond voor het Private Sector Investeringsprogramma kon de minister subsidie verlenen voor projecten in het kader van het Private Sector Investeringsprogramma. Doel van het PSI is het stimuleren van duurzame economische ontwikkeling door middel van het bevorderen van significant vernieuwende investeringen in de private sector in ontwikkelingslanden. [appellante] betoogt dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat de minister de subsidie lager mocht vaststellen. Volgens [appellante] is voor veel posten, zoals transport- en verzekeringskosten, machines en apparatuur, wel degelijk voldoende informatie aangeleverd om tot afgifte van een marktconformiteitscertificaat over te (kunnen) gaan of in ieder geval aan te nemen dat de kosten zijn gemaakt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3140
Datum uitspraak
9 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Subsidie
  • uitspraakin de zaak202307945/1/A2

202400662/1/A2

Bij uitspraak van 18 januari 2023 (ECLI:NL:RVS:2023:202) heeft de Afdeling de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport opgedragen om een nieuw besluit te nemen over de aanvraag van Silver tot aanwijzing als opleidingsinstelling voor gezondheidszorgpsychologen met inachtneming van wat in deze uitspraak is overwogen en bepaald dat tegen het te nemen nieuwe besluit slechts bij de Afdeling beroep kan worden ingesteld. Silver is een zorginstelling die psychologische zorg verleent. Silver heeft de wens om, naast het aanbieden van psychologische zorg, binnen haar praktijk ook basispsychologen op te leiden tot gezondheidszorgpsycholoog. Zij wil een opleidingsinstelling en een praktijkopleidingsinstelling zijn. Gezondheidszorgpsycholoog is een beschermde titel op grond van artikel 3 van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG). Degene die als gezondheidszorgpsycholoog werkzaam wil zijn en als zodanig in het BIG-register wil worden ingeschreven, moet voldoen aan de voorwaarden die bij of krachtens de Wet BIG worden gesteld. Voor gezondheidszorgpsychologen zijn deze voorwaarden opgenomen in het Besluit gezondheidszorgpsycholoog.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3107
Datum uitspraak
9 juli 2025
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Gezondheidszorg
  • uitspraakin de zaak202400662/1/A2

202400846/1/A3

Bij besluit van 26 april 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nieuwegein op de voet van artikel 6, eerste lid, van de Wet voorkeursrecht gemeenten percelen in het gebied Dukatenburg 90-90A te Nieuwegein (hierna: de percelen) voorlopig aangewezen als gronden waarop de artikelen 10 tot en met 15, 24 en 26 van de Wvg van toepassing zijn. Op 23 juni 2022 heeft de raad, met toepassing van artikel 4, eerste lid, en onder a, van de Wvg, op basis van een structuurvisie de percelen definitief aangewezen als gronden waarop het voorkeursrecht van toepassing is. Lips Beheer is eigenaar van een kantoorpand op het perceel Dukatenburg 90. Het voorkeursrecht houdt in dat als Lips Beheer het voornemen heeft om het perceel te vervreemden, zij de gemeente, op de in de Wvg geregelde wijze, als eerste in de gelegenheid moet stellen om het perceel te verwerven. Lips Beheer voert in hoger beroep in de kern aan dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat de raad een voorkeursrecht op haar gronden mocht vestigen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3116
Datum uitspraak
9 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Wet voorkeursrecht gemeenten
  • uitspraakin de zaak202400846/1/A3

202401200/5/A3

Conclusie van staatsraad advocaat-generaal Wattel over de betekenis van artikel 5.2, derde lid, van de Wet open overheid. Die betekenis is belangrijk voor de reikwijdte van de verplichting van bestuursorganen om persoonlijke beleidsopvattingen te verstrekken bij documenten die zijn opgesteld ten behoeve van formele bestuurlijke besluitvorming. Dit is voor de uitvoeringspraktijk van de Wet open overheid van groot belang. De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak heeft de staatsraad advocaat-generaal gevraagd in zijn conclusie uitleg te geven over het begrip ‘formele bestuurlijke besluitvorming’ en te beantwoorden in welk soort situaties het belang van het kunnen voeren van intern beraad onevenredig wordt geschaad door het verstrekken van persoonlijke beleidsopvattingen in documenten opgesteld ten behoeve van formele bestuurlijke besluitvorming in een vorm die niet tot personen herleidbaar is. Tot slot vroeg de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak hem om toepassing van die uitleg op deze concrete rechtszaak.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3096
Datum uitspraak
9 juli 2025
  • Conclusie
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202401200/5/A3
  • persberichtbij de uitspraak in de zaak202401200/5/A3

202401318/1/R3

Bij besluit van 20 december 2023 heeft de raad van de gemeente De Fryske Marren het bestemmingsplan "Balk - Jachthavendyk" vastgesteld. Aan de Jachthavendyk in Balk wordt door middel van het bestemmingsplan "Balk - Jachthavendyk" voorzien in het mogelijk maken van een havenkwartier, dat zal bestaan uit een passantenhaven en een commerciële functie. De commerciële functie bestaat uit het realiseren van een hotel bestaande uit onder meer hotelappartementen, een restaurant, een grandcafé, een terras en bootverhuur. [appellante] woont in de directe omgeving van het plangebied en kan zich niet met het voorgenomen plan verenigen. Zijn bezwaren zien met name op de wijze waarop het bestemmingsplan tot stand gekomen is. Daarnaast heeft de raad volgens hem niet met alle gevolgen van het bestemmingsplan voldoende rekening gehouden, waardoor hij vreest voor parkeer- en verkeersoverlast.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3092
Datum uitspraak
9 juli 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Friesland
  • uitspraakin de zaak202401318/1/R3

202401673/1/A3

Op 14 januari 2023 is [appellant] door de bewaarder van het kadaster en de openbare registers via een kennisgeving geïnformeerd over een bijhouding van de basisregistratie kadaster. Op 7 december 2022 is in het Register Hypotheken 4 een akte van vaststelling en levering van dezelfde dag ingeschreven. In de akte wordt de eigendom van het registergoed, kadastraal bekend gemeente Utrecht, sectie C, nummer 6954, geleverd aan [appellant]. Naar aanleiding van de inschrijving van de akte is de bewaarder overgegaan tot bijhouding van de BRK zodat [appellant] als eigenaar van het registergoed is geregistreerd. Op 14 januari 2023 is [appellant] via een kennisgeving over deze bijhouding geïnformeerd. [appellant] is het niet eens met de bijhouding. [appellant] betoogt dat de rechtbank niet heeft onderkend dat de akte van 7 december 2022 onjuist is en dat de bewaarder de BRK op basis van de akte daarom niet had mogen bijhouden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3127
Datum uitspraak
9 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Basisregistratie
  • uitspraakin de zaak202401673/1/A3
vorige pagina1...133134135...9.964volgende pagina

Facetten
Gepubliceerd
  • Uitspraken uit
Type uitspraak
Proceduresoort
Rechtsgebied
Bevat

Raad van State

De Raad van State is onafhankelijk adviseur van regering en parlement over wetgeving en bestuur en hoogste algemene bestuursrechter van het land.

  • Meer over ons
  • Vacatures

Contact

De Raad van State bevindt zich in het centrum van Den Haag. Wilt u in contact komen met ons of wilt u ons bezoeken voor een zitting?

  • Telefoon
  • Locatie en route
  • Post en e-mail
  • Digitaal procederen
  • Wet open overheid
  • Nieuwe zaak starten

Altijd op de hoogte

Ontvang ons nieuws via de abonnementenservice in uw mailbox. Op de hoogte gehouden worden over uitspraken die gedaan worden in bepaalde zaken? Meld u dan aan voor de e-mailservice. Of bekijk de voortgang van een bepaalde procedure bij de Afdeling bestuursrechtspraak.

  • Abonnementenservice
  • E-mailservice uitspraken
  • Voortgang procedure
  • Aanvragen oude uitspraken

Toegankelijkheid | Privacy | Cookiebeleid

Volg ons

  • Bluesky
  • LinkedIn
  • Instagram
  • Mastodon