Uitspraken
De Afdeling bestuursrechtspraak is de hoogste algemene bestuursrechter van het land. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de rechterlijke taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Bestuursrechtspraak.
Toon overzicht van de actuele uitspraken:
Bij besluit van 6 november 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:2380
- Datum uitspraak
- 11 juni 2024
- Voorlopige voorziening
- Asiel
Bij besluit van 8 januari 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen. Bij uitspraak van 28 mei 2024 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard. Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. A. Szirmai, advocaat te Heerenveen, hoger beroep ingesteld. Ook heeft zij de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:2428
- Datum uitspraak
- 11 juni 2024
- Voorlopige voorziening / hoofdzaak
- Asiel
Bij besluit van 23 april 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen. Bij uitspraak van 30 mei 2024 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard. Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling hoger beroep ingesteld. Ook heeft zij de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:2427
- Datum uitspraak
- 11 juni 2024
- Voorlopige voorziening
- Asiel
[appellante] heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Holland van 29 maart 2023 in zaak nr. 21/6566. Daarin heeft de rechtbank uitspraak gedaan over het verzoek van [appellante] om openbaarmaking van informatie over de totstandkoming van het rapport "Staat van Schiphol 2019". De minister van Infrastructuur en Waterstaat heeft de vertrouwelijke versies van twee gedingstukken overgelegd en met verwijzing naar artikel 8:29 van de Awb medegedeeld dat uitsluitend de Afdeling kennis zal mogen nemen van deze stukken. De minister heeft de Afdeling wegens het bestaan van gewichtige redenen verzocht te bepalen dat alleen de Afdeling van de stukken kennis zal nemen. In de twee zienswijzen reageren de derde-belanghebbenden op het voornemen van de minister om informatie openbaar te maken.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:2360
- Datum uitspraak
- 11 juni 2024
- Geheimhoudingsbeslissing
- Openbaarheid
Bij besluit van 30 oktober 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de aan de vreemdeling verleende verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd ingetrokken.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:2370
- Datum uitspraak
- 10 juni 2024
- Hoger beroep
- Regulier
Bij besluit van 13 augustus 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om de vreemdeling een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen. Bij besluit van 8 september 2022 heeft de staatssecretaris het daartegen door de vreemdeling gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. Bij uitspraak van 30 maart 2023 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard. Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. P. Scholtes, advocaat te Delft, hoger beroep ingesteld.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:2364
- Datum uitspraak
- 10 juni 2024
- Hoger beroep
- Vreemdelingenkamer - Overige
Bij besluit van 31 januari 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen om de vreemdelingen een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen. Bij besluit van 24 april 2023 heeft de staatssecretaris het daartegen door de vreemdelingen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. Bij uitspraak van 18 september 2023 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdelingen ingestelde beroep ongegrond verklaard. Tegen deze uitspraak hebben de vreemdelingen, vertegenwoordigd door mr. P.C.M. van Schijndel, advocaat te Den Haag, hoger beroep ingesteld.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:2365
- Datum uitspraak
- 10 juni 2024
- Hoger beroep
- Vreemdelingenkamer - Overige
Bij besluit van 18 december 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen. Bij uitspraak van 15 februari 2024 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:2358
- Datum uitspraak
- 10 juni 2024
- Hoger beroep
- Asiel
Bij besluit van 2 maart 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen. Bij uitspraak van 4 maart 2024 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard. Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. J.A. Pieters, advocaat te Utrecht, hoger beroep ingesteld. De staatssecretaris heeft desgevraagd een schriftelijke uiteenzetting gegeven. De vreemdeling heeft daarop gereageerd.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:2366
- Datum uitspraak
- 10 juni 2024
- Hoger beroep
- Asiel
De vreemdeling heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op zijn verzoek van 17 juni 2022. Bij uitspraak van 18 maart 2024 heeft de rechtbank dat beroep niet-on vtvankelijk verklaard. Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling hoger beroep ingesteld. De vreemdeling heeft nadere stukken ingediend.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:2367
- Datum uitspraak
- 10 juni 2024
- Hoger beroep
- Vreemdelingenkamer - Overige
Bij besluit van 15 april 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen. Bij uitspraak van 8 mei 2024 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard. Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. T. Bruinsma, advocaat te Lemmer, hoger beroep ingesteld. Ook heeft hij de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:2368
- Datum uitspraak
- 10 juni 2024
- Voorlopige voorziening / hoofdzaak
- Asiel
Bij besluit van 29 augustus 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:2381
- Datum uitspraak
- 10 juni 2024
- Voorlopige voorziening
- Asiel
Bij besluit van 4 april 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen. Bij uitspraak van 10 mei 2024 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard. Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. E.H. Bokhorst, advocaat te Veenendaal, hoger beroep ingesteld. Ook heeft hij de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:2363
- Datum uitspraak
- 10 juni 2024
- Voorlopige voorziening / hoofdzaak
- Asiel
Bij besluit van 17 januari 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen. Bij uitspraak van 15 mei 2024 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard. Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling hoger beroep ingesteld. Ook heeft zij de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:2357
- Datum uitspraak
- 10 juni 2024
- Voorlopige voorziening
- Asiel
Bij besluit van 17 april 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen. Bij uitspraak van 30 mei 2024 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard. Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. R.E. Temmen, advocaat te Bergen op Zoom, hoger beroep ingesteld. Ook heeft hij de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:2362
- Datum uitspraak
- 10 juni 2024
- Voorlopige voorziening / hoofdzaak
- Asiel
Bij besluit van 11 april 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen. Bij uitspraak van 29 mei 2024 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard. Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. S.A.S. Jansen, advocaat te Apeldoorn, hoger beroep ingesteld.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:2373
- Datum uitspraak
- 10 juni 2024
- Hoger beroep
- Asiel
Bij besluit van 23 oktober 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen. Bij besluit van 21 oktober 2020 heeft de staatssecretaris het daartegen door de vreemdelingen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:2356
- Datum uitspraak
- 7 juni 2024
- Hoger beroep
- Regulier
De vreemdeling heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 26 september 2023 in zaak nr. 23/2186. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de vertrouwelijke versie van een aantal gedingstukken overgelegd en met verwijzing naar artikel 8:29 van de Awb medegedeeld dat uitsluitend de Afdeling kennis zal mogen nemen van deze stukken.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:2345
- Datum uitspraak
- 7 juni 2024
- Geheimhoudingsbeslissing
- Hoger beroep
- Openbaarheid
Bij besluit van 18 april 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen. Bij uitspraak van 27 mei 2024 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:2361
- Datum uitspraak
- 7 juni 2024
- Voorlopige voorziening / hoofdzaak
- Asiel
Bij besluit van 2 januari 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld. Bij uitspraak van 19 januari 2024 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep gegrond verklaard, de opheffing van de maatregel van bewaring met ingang van 19 januari 2024 bevolen en schadevergoeding toegekend. Tegen deze uitspraak heeft de staatssecretaris hoger beroep ingesteld.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:2339
- Datum uitspraak
- 7 juni 2024
- Hoger beroep
- Bewaring
Verzoekster heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op een bezwaar tegen een afwijzing van een aanvraag om haar een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen. Bij brief van 29 maart 2023 heeft verzoekster het beroep ingetrokken en de Afdeling verzocht om de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid te veroordelen in de bij haar opgekomen proceskosten.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:2341
- Datum uitspraak
- 6 juni 2024
- Hoger beroep
- Vreemdelingenkamer - Overige
Bij besluit van 11 januari 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen. Bij uitspraak van 16 februari 2023 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:2342
- Datum uitspraak
- 6 juni 2024
- Hoger beroep
- Asiel
Bij besluit van 28 april 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de aan de vreemdeling verleende verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd ingetrokken. Bij besluit van 4 november 2021 heeft de staatssecretaris het daartegen door de vreemdeling gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. Bij uitspraak van 20 februari 2023 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:2343
- Datum uitspraak
- 6 juni 2024
- Hoger beroep
- Regulier
Bij besluit van 8 maart 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld. Bij uitspraak van 23 maart 2023 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd (lees: de opheffing van de maatregel van bewaring met ingang van die dag bevolen) en schadevergoeding toegekend.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:2344
- Datum uitspraak
- 6 juni 2024
- Hoger beroep
- Bewaring
Bij besluit van 15 september 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de aan de vreemdeling verleende verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd ingetrokken. Bij besluit van 27 mei 2023 heeft de staatssecretaris het daartegen door de vreemdeling gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:2285
- Datum uitspraak
- 6 juni 2024
- Hoger beroep
- Regulier
Bij besluit van 5 oktober 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen. Bij uitspraak van 31 januari 2024 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard. Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. R.W.J.L. Loonen, advocaat te Beek, hoger beroep ingesteld.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:2346
- Datum uitspraak
- 6 juni 2024
- Hoger beroep
- Asiel
De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. M. Spapens, advocaat te Amsterdam, heeft verzet gedaan tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Haarlem, van 4 september 2023 in zaak nr. NL23.8750. De rechtbank heeft het verzetschrift aan de Afdeling doorgezonden ter behandeling als hogerberoepschrift. De staatssecretaris van justitie en veiligheid heeft een nader stuk ingediend. De vreemdeling heeft het hoger beroep ingetrokken en de Afdeling verzocht de staatssecretaris te veroordelen in de bij haar opgekomen proceskosten.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:2347
- Datum uitspraak
- 6 juni 2024
- Hoger beroep
- Vreemdelingenkamer - Overige
Bij besluit van 24 januari 2024 heeft de raad van de gemeente Deventer het bestemmingsplan "Bathmenseweg 46 en Harmelinksdijk 2 Lettele" vastgesteld. Het plan voorziet in de herontwikkeling van een agrarisch bedrijfsperceel aan de Bathmenseweg 46 en de Harmelinksdijk 2 te Lettele (hierna: het perceel) naar twee woonerven met in totaal vijf woningen. Zo worden er drie woningen door middel van het Rood voor Rood-beleid "Kansen uit buiten" van de gemeente Deventer (hierna: het Rood voor Rood-beleid) mogelijk gemaakt en twee bestaande bedrijfswoningen krijgen een reguliere woonbestemming. Een woonerf met drie woningen wordt mogelijk gemaakt in het westen van het plangebied en een woonerf met de twee woningen in het oosten ervan. [verzoeker] exploiteert een agrarisch melkveebedrijf aan de [locatie] te Lettele. Dit perceel grenst aan de noordwestkant ervan aan het plangebied.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:2340
- Datum uitspraak
- 6 juni 2024
- Voorlopige voorziening / hoofdzaak
- RO - Overijssel
Bij afzonderlijke besluiten van 11 januari 2022 en 13 april 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Maasdriel [appellant A] en anderen onder oplegging van een dwangsom gelast om de overtreding van artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht ongedaan te maken door de woonboot op het perceel [locatie] in Alem te (laten) verwijderen en verwijderd te (laten) houden en de bewoning van de woonboot te (laten) staken en gestaakt te (laten) houden. [appellanten A-D] zijn de eigenaren van het perceel. Op het perceel is een ligplaats aanwezig. Sinds 2021 huurt [appellant E] de ligplaats. [appellant E] heeft zijn woonboot bij de ligplaats aangemeerd. Hij woont op de woonboot. Op 17 augustus 2021 heeft een gemeentelijke toezichthouder geconstateerd dat in strijd met het bestemmingsplan "Buitengebied herziening 2016" een woonboot bij de ligplaats op het perceel lag aangemeerd. Met een brief van 24 augustus 2021 heeft het college [appellant A] op de hoogte gesteld van deze overtreding. Op 23 september 2021 en 22 december 2021 zijn opnieuw controles uitgevoerd.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:2292
- Datum uitspraak
- 6 juni 2024
- Voorlopige voorziening / hoofdzaak
- Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
Bij besluit van 1 juni 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen. Bij uitspraak van 26 maart 2024 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep gegrond verklaard, dat besluit vernietigd en bepaald dat de rechtsgevolgen daarvan geheel in stand blijven. Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling hoger beroep ingesteld.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:2355
- Datum uitspraak
- 6 juni 2024
- Voorlopige voorziening
- Asiel
Bij besluit van 13 maart 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen. Bij uitspraak van 24 april 2024 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard. Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. A. Jhingoer, advocaat te Rotterdam, hoger beroep ingesteld.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:2348
- Datum uitspraak
- 6 juni 2024
- Hoger beroep
- Asiel
Bij besluit van 28 maart 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen. Bij uitspraak van 22 mei 2024 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard. Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. M. Pater, advocaat te Assen, hoger beroep ingesteld. Ook heeft hij de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:2349
- Datum uitspraak
- 6 juni 2024
- Voorlopige voorziening / hoofdzaak
- Asiel
Bij besluit van 26 februari 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:2288
- Datum uitspraak
- 6 juni 2024
- Hoger beroep
- Bewaring
Bij besluit van 26 maart 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld. Bij uitspraak van 11 april 2024 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. A. Habib-Portier, advocaat in Oss, hoger beroep ingesteld.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:2291
- Datum uitspraak
- 6 juni 2024
- Hoger beroep
- Bewaring
Bij uitspraak van 13 december 2023, ECLI:NL:RVS:2023:4620, heeft De Afdeling Bestuursrechtspraak het onderzoek in de zaak heropend ter voorbereiding van een nadere uitspraak over de gevorderde schadevergoeding vanwege overschrijding van de redelijke termijn.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:2276
- Datum uitspraak
- 5 juni 2024
- Hoger beroep
- Schadevergoeding
Bij besluit van 4 juli 2023 heeft de raad van de gemeente Bergeijk het bestemmingsplan "Voorderstraat-Heiereind Ong." gewijzigd vastgesteld. Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure. Met het plan wordt medewerking verleend aan de bouw van een ruimte-voor-ruimtewoning aan de Heiereind in Riethoven en een vrijstaande woning aan de Voorderstraat in Riethoven. De raad heeft bij de vaststelling van het plan toepassing gegeven aan de ruimte-voor-ruimteregeling uit de Interim omgevingsverordening Noord-Brabant. [verzoeker] woont aan de [locatie] in Riethoven, naast de voorziene woning aan de Heiereind. Hij vreest dat met het plan zijn uitzicht wordt belemmerd en de open omgeving wordt verstoord.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:2306
- Datum uitspraak
- 5 juni 2024
- Voorlopige voorziening
- RO - Noord-Brabant
De vreemdeling heeft het hoger beroep ingetrokken en De Afdeling Bestuursrechtspraak verzocht om de staatssecretaris te veroordelen in de bij hem opgekomen proceskosten.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:2296
- Datum uitspraak
- 5 juni 2024
- Hoger beroep
- Vreemdelingenkamer - Overige
Bij besluit van 20 september 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om afgifte van een document als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Vw 2000, waaruit rechtmatig verblijf als gemeenschapsonderdaan blijkt, afgewezen. Bij besluit van 24 maart 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid het daartegen door de vreemdeling gemaakte bezwaar opnieuw ongegrond verklaard.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:2299
- Datum uitspraak
- 5 juni 2024
- Hoger beroep
- Vreemdelingenkamer - Overige
Bij besluit van 24 oktober 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:2301
- Datum uitspraak
- 5 juni 2024
- Hoger beroep
- Asiel
Bij besluit van 16 mei 2022, aangevuld bij brief van 24 februari 2023, heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de aan de vreemdeling verleende verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd ingetrokken, hem opgedragen de Europese Unie onmiddellijk te verlaten en tegen hem een inreisverbod uitgevaardigd. Bij uitspraak van 15 maart 2024 heeft de rechtbank de daartegen door de vreemdeling ingestelde beroepen gegrond verklaard, dat besluit vernietigd en bepaald dat de rechtsgevolgen daarvan in stand blijven.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:2300
- Datum uitspraak
- 5 juni 2024
- Hoger beroep
- Asiel
Bij besluit van 2 april 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld. Bij uitspraak van 26 april 2024 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:2297
- Datum uitspraak
- 5 juni 2024
- Hoger beroep
- Bewaring
Bij besluit van 1 juni 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen. Bij uitspraak van 16 april 2024 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:2295
- Datum uitspraak
- 5 juni 2024
- Voorlopige voorziening / hoofdzaak
- Asiel
Bij besluiten van 21 november 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen. Ook heeft hij geweigerd de vreemdelingen ambtshalve een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen. Bij uitspraak van 8 mei 2024 heeft de rechtbank de daartegen door de vreemdelingen ingestelde beroepen ongegrond verklaard. Tegen deze uitspraak hebben de vreemdelingen hoger beroep ingesteld. Ook hebben zij de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:2354
- Datum uitspraak
- 5 juni 2024
- Voorlopige voorziening
- Afval
Bij tussenuitspraak van 30 augustus 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3327, heeft de Afdeling de raad van de gemeente Echt-Susteren opgedragen om binnen 16 weken na verzending van deze uitspraak met inachtneming van hetgeen daarin is overwogen het besluit van 8 oktober 2020 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Centrum Echt" te herstellen. In de tussenuitspraak heeft de Afdeling de raad opgedragen om de hiervoor genoemde gebreken in het besluit van 16 oktober 2020 te herstellen met inachtneming van wat in de tussenuitspraak is overwogen. De raad dient hiertoe: de definitiebepaling voor een "foodmarkt" in artikel 1.43 van de planregels zodanig te wijzigen dat zoveel mogelijk aan de hand van in dat artikel op te nemen objectief waarneembare eigenschappen en kenmerken kan worden vastgesteld waarin een foodmarkt zich onderscheidt van een reguliere supermarkt en daarmee ook op een toereikende wijze kan worden bepaald in hoeverre de voorgenomen vestiging van de Jumbo op gronden met de bestemming "Detailhandel - Foodmarkt" aan de voor een foodmarkt geldende vereisten voldoet;
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:2334
- Datum uitspraak
- 5 juni 2024
- Eerste aanleg - meervoudig
- RO - Limburg
Bij besluit van 15 oktober 2020 heeft de raad van de gemeente Hilvarenbeek het bestemmingsplan "Hilvarenbeek/Diessen/Biest-Houtakker, Realisatie 7 woningen/sanering 4 agrarische bouwvlakken" vastgesteld. Het bestemmingsplan heeft betrekking op zes deellocaties in de gemeente Hilvarenbeek. Het plan voorziet in de realisatie van zes woningen en de sanering van drie varkenshouderijlocaties en een onbebouwd agrarisch bouwperceel. Vier van deze woningen worden mogelijk gemaakt door toepassing van de provinciale ruimte-voor-ruimte-regeling. De andere twee woningen, gelegen aan de Akkerstraat, worden gerealiseerd op basis van het reguliere woningbouwprogramma van de gemeente Hilvarenbeek. [appellant] woont aan de [locatie] in Biest-Houtakker. Hij is het niet eens met de realisatie van de twee woningen aan de Akkerstraat. Volgens hem tasten deze woningen de waardevolle zichtlocatie op het buitengebied en de karakteristieke lintbebouwing van Biest-Houtakker aan. Daarnaast vindt [appellant] dat het bestemmingsplan niet zorgvuldig is voorbereid.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:2321
- Datum uitspraak
- 5 juni 2024
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- RO - Noord-Brabant
Bij besluit van 10 maart 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Maasdriel aan [appellante] een last onder dwangsom opgelegd wegens het in strijd met het bestemmingsplan gebruiken van de gronden aan [locatie] te Velddriel. [appellante] exploiteert een aannemingsbedrijf aan [locatie]. Op 18 november 2019 heeft [partij] het college verzocht om handhavend op te treden tegen het aannemingsbedrijf, omdat een deel van de bedrijfsactiviteiten volgens hem in strijd zijn met het bestemmingsplan "Buitengebied, herziening 2016". Bij het besluit van 10 maart 2020 heeft het college [appellante] onder oplegging van een dwangsom van € 30.000,00 ineens, gelast om de overtreding van artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wabo ongedaan te maken door binnen vier maanden na de verzenddatum van dat besluit het exploiteren van een aannemingsbedrijf te staken en gestaakt te houden en de opslag van goederen, materialen en stoffen welke in strijd zijn met de bestemming (onder meer puin, organisch materiaal, caravans, stenen, betonelementen, ijzer, zand en compost) te verwijderen en verwijderd te houden.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:2313
- Datum uitspraak
- 5 juni 2024
- Hoger beroep
- Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
Bij besluiten van 24 juli 2019 en 30 oktober 2019 hebben respectievelijk de burgemeester en het college een handhavingsverzoek van [appellant] afgewezen. Bij besluiten van 10 februari 2020 en 28 augustus 2020 hebben respectievelijk de burgemeester en het college de door [appellant] daartegen gemaakte bezwaren ongegrond verklaard. [appellant] en [partij] zijn buren. [appellant] heeft de burgemeester en het college verzocht om handhavend op te treden tegen de door hem ervaren overlast van de honden van [partij]. [partij] had ten tijde van het handhavingsverzoek drie honden: twee Zwitserse herders en een boerenfoxhond. Volgens [appellant] lopen de honden regelmatig los rond en veroorzaken zij geluidsoverlast door te blaffen. Ook zouden de honden gevaarlijk zijn en zou onder meer de postbode zijn aangevallen door één van de honden. De burgemeester heeft bij besluit van 10 februari 2020 het bezwaar van [appellant] ongegrond verklaard en besloten geen nader onderzoek te doen naar de mogelijkheden om te handhaven op grond van artikel 80, eerste lid, van de Algemene Plaatselijke Verordening Tilburg.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:2312
- Datum uitspraak
- 5 juni 2024
- Hoger beroep
- Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
Bij besluit van 22 juni 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen. De vreemdeling heeft de Colombiaanse nationaliteit en is een trans vrouw. Zij is geboren op [geboortedatum] 1974 en komt uit de stad [plaats]. De staatssecretaris heeft het geloofwaardig geacht dat zij op zestienjarige leeftijd is verkracht tijdens een carnavalsfeest toen er drugs in haar drankje waren gedaan. Daarnaast heeft de staatssecretaris het geloofwaardig geacht dat zij, toen zij 21 jaar was, ruzie heeft gekregen met een jongen, die haar later wilde neersteken, waarna zij zich twee maanden heeft schuilgehouden. Op 24 juli 2019 heeft de vreemdeling een asielaanvraag in Nederland ingediend. De vreemdeling is in Nederland gestart met een hormoonbehandeling, waardoor haar uiterlijk verandert. De staatssecretaris heeft zich op het standpunt gesteld dat het relaas van de vreemdeling, beoordeeld tegen de achtergrond van de algemene veiligheidssituatie voor trans vrouwen in Colombia, niet leidt tot een grond voor asielverlening.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:2331
- Datum uitspraak
- 5 juni 2024
- Hoger beroep
- Asiel
Bij besluit van 17 november 2020 heeft het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen aan [appellante] een onderzoek naar de rijgeschiktheid opgelegd wegens haar alcoholgebruik en de geldigheid van haar rijbewijs geschorst. Op 25 oktober 2020 hebben medewerkers van de Koninklijke Marechaussee, district Schiphol, brigade Politie & Beveiliging [appellante] aangehouden op verdenking van rijden onder invloed van alcohol. Na het afnemen van een ademanalysetest werd bij haar een ademalcoholgehalte van 870 µg/l (2,001 ‰) geconstateerd. Een inspecteur van de politie-eenheid Noord-Holland heeft hiervan proces-verbaal opgemaakt. Het CBR heeft vervolgens van de politie-eenheid Noord-Holland een mededeling ontvangen, dat het vermoeden bestaat dat [appellante] niet langer beschikt over de rijvaardigheid, dan wel over de lichamelijke of geestelijke geschiktheid, vereist voor het besturen van een motorrijtuig.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:2325
- Datum uitspraak
- 5 juni 2024
- Hoger beroep
- Wegenverkeerswet
Bij besluit van 31 augustus 2020 heeft het Instituut Mijnbouwschade Groningen het verzoek van [appellante] om schadevergoeding afgewezen. [appellante] is sinds 2002 eigenaar van de woning aan de [locatie] te [woonplaats]. De vrijstaande woning is gebouwd in 1935. [appellante] heeft op 30 juli 2019 een vergoeding van € 11.000,- op grond van de Stuwmeerregeling ontvangen. Op 20 november 2019 heeft [appellante] een aanvraag om vergoeding van mijnbouwschade ingediend bij de Tijdelijke Commissie Mijnbouwschade Groningen. Het Instituut heeft de aanvraag van [appellante] om vergoeding van schade als gevolg van mijnbouwactiviteiten aan de vloer van de woning en een tuinmuur afgewezen. De afwijzing is gehandhaafd in bezwaar. In hoger beroep is in geschil of het Instituut de aanvragen mocht afwijzen, omdat op de schades het bewijsvermoeden uit art. 6:177a BW niet van toepassing is. Partijen verschillen verder van mening over de oorzaken van de schades. Op 20 november 2019 heeft [appellante] verzocht om een schadevergoeding en de schade omschreven als een compleet doorgescheurde ondervloer in de serre.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:2309
- Datum uitspraak
- 5 juni 2024
- Hoger beroep
- Schadevergoeding
Bij besluit van 28 maart 2022 heeft het college de revisievergunningen (milieu) voor de varkensbedrijven aan de [locatie A] in Lieshout en de [locatie B] in Mariahout (beide gemeente Laarbeek) ingetrokken voor de duur van één jaar. [appellant] exploiteert twee varkenshouderijen, één aan de [locatie A] in Lieshout en één aan de [locatie B] in Mariahout. Voor beide bedrijven is een revisievergunning voor de activiteit milieu, als bedoeld in artikel 2.6 in samenhang met artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (oud), verleend. Naar aanleiding van een tip van de officier van justitie op 11 december 2019 heeft het college besloten een onderzoek in het kader van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur naar [appellant] te doen. In het kader van het Bibob-onderzoek heeft het college [appellant] meerdere malen verzocht een formulier als bedoeld in artikel 7a, vijfde lid, van de Wet Bibob in te vullen.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:2333
- Datum uitspraak
- 5 juni 2024
- Eerste aanleg - meervoudig
- Vee e.a. dieren
- Wet Bibob
Bij besluit van 7 maart 2022 heeft de raad van de gemeente Zwolle het bestemmingsplan "Stadshagen I, uitbreiding winkelcentrum" vastgesteld. Het plan voorziet in uitbreiding van winkelcentrum Stadshagen. Het biedt het juridisch-planologisch kader voor een multifunctioneel programma van woningen, commerciële functies en maatschappelijke functies. Op dit plan is de Crisis- en herstelwet van toepassing. [appellant] en anderen wonen in een appartementencomplex aan de Belvédèrelaan dat aan de oostzijde grenst aan het plangebied. Dit appartementencomplex wordt ook wel het Ambergebouw genoemd. Zij richten zich tegen het plandeel met de bestemming "Centrum - 3" en de aanduiding "maximum bouwhoogte 10 m" waarmee het zogenoemde Zuidpaviljoen mogelijk wordt gemaakt op een afstand van ongeveer 12 m van het Ambergebouw. Zij zijn van mening dat het voorziene Zuidpaviljoen zal leiden tot een aantasting van hun woon- en leefklimaat. Verder voeren zij een beroepsgrond aan over de bereikbaarheid van het woon- en winkelgebied aan de Belvédèrelaan voor hulpdiensten.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:2307
- Datum uitspraak
- 5 juni 2024
- Eerste aanleg - meervoudig
- RO - Overijssel
Bij besluit van 21 juli 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam aan [vergunninghouder] een omgevingsvergunning verleend voor het omzetten op het perceel [locatie A] in Amsterdam van een zelfstandige woonruimte in zes onzelfstandige woonruimten. [vergunninghouder] is de eigenaar van de woning aan de [locatie A] in Amsterdam. De woning heeft zes onzelfstandige woonruimten en een gemeenschappelijke ruimte. [vergunninghouder] verhuurt de zes onzelfstandige woonruimten kamergewijs aan studenten. De aanvraag van 28 februari 2020 ziet op legalisatie van de situatie zoals die sinds 2014 bestaat. In juni 2020 heeft [vergunninghouder] een uitbouw gemaakt op de benedenverdieping. [appellanten] wonen in het pand ernaast, op het adres [locatie B]. Zij stellen overlast door kamerbewoning te ervaren. De enkelsteens muren van de woningen bieden onvoldoende isolatie tegen geluidhinder en door het gebruik van de woning wordt die overlast nu verzesvoudigd. Ook noemen zij parkeerhinder van fietsen en huisvuil.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:2315
- Datum uitspraak
- 5 juni 2024
- Hoger beroep
- Verordeningen
Bij besluit van 25 augustus 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag aan [appellante] een bestuurlijke boete opgelegd wegens het in gebruik geven van woonruimte aan een persoon zonder dat deze beschikt over de benodigde huisvestingsvergunning. Inspecteurs van de Haagse Pandbrigade hebben de woning aan de [locatie] onderzocht. Daarvan is een ambtsedig rapport opgemaakt (hierna: het rapport). Daarin staat dat de inspecteurs de woning op 24 juni 2020 hebben bezocht. De bewoner van de woning (hierna: de huurder) was toen aanwezig en heeft een huurovereenkomst voor de woning laten zien, waarvan een van de inspecteurs foto’s heeft maakt. Er was op dat moment geen huisvestingsvergunning voor het adres van de woning aangevraagd of afgegeven. Op basis van de resultaten van het onderzoek heeft het college geconcludeerd dat de woning in strijd met artikel 8, tweede lid, van de Huisvestingwet 2014 zonder de benodigde huisvestingsvergunning bedrijfsmatig is verhuurd.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:2314
- Datum uitspraak
- 5 juni 2024
- Hoger beroep
- Boete
- Verordeningen
Bij besluit van 7 juni 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam ten behoeve van het bestemmingsplan "Draka Terrein Hamerkwartier" hogere waarden als bedoeld in artikel 110a van de Wet geluidhinder vastgesteld. Bij besluit van 13 juli 2022 heeft de raad van de gemeente Amsterdam het bestemmingsplan "Draka Terrein Hamerkwartier" vastgesteld. Het Hamerkwartier ligt in stadsdeel Noord van Amsterdam, aan de noordoostelijke IJ-oever. Aan de oostzijde van het Hamerkwartier ligt het industriële complex van Albemarle. Een van de deelgebieden binnen het Hamerkwartier is het Draka-terrein. Dit is het voormalige terrein van de in 2015 gesloten draad- en kabelfabriek Draka. De raad wenst dit terrein te transformeren tot een hoog stedelijk woon-werkgebied. De herontwikkeling van het Draka-terrein is gericht op het realiseren van een gemengd gebied met ongeveer 1.630 woningen, maakindustrie, kantoren, horeca en maatschappelijke voorzieningen in de vorm van onderwijs. Albemarle exploiteert een chemiebedrijf dat katalysatoren ontwikkelt en produceert. Het bedrijf is op korte afstand ten oosten van het Hamerkwartier gevestigd.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:2324
- Datum uitspraak
- 5 juni 2024
- Eerste aanleg - meervoudig
- RO - Geluid
- RO - Noord-Holland
Bij uitspraak van 16 augustus 2022 heeft de rechtbank, voor zover van belang, het verzoek van [appellante] om het college van burgemeester en wethouders van Heemskerk te veroordelen in de vergoeding van schade afgewezen. In geschil is of [appellante] recht heeft op een vergoeding van immateriële schade als gevolg van een datalek. Het college heeft in het kader van een andere door [appellante] gevoerde procedure per reguliere post procesdossiers aan leden van de bezwaarschriftencommissie verzonden. De procesdossiers bevatten onder andere besluiten met daarin naam- en adresgegevens, het burgerservicenummer en medische informatie van [appellante]. Eén van de leden van de bezwaarschriftencommissie heeft het opgestuurde procesdossier niet ontvangen. Het procesdossier is bij het postbedrijf vermist geraakt. [appellante] stelt daardoor immateriële schade te hebben geleden, omdat zij de controle over haar persoonsgegevens is verloren. Zij heeft het college op grond van artikel 82 van de Algemene Verordening Gegevensbescherming verzocht om een schadevergoeding van € 2.000,00.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:2311
- Datum uitspraak
- 5 juni 2024
- Hoger beroep
- Schadevergoeding
Bij besluit van 16 juni 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag aan [appellante] een bestuurlijke boete opgelegd van € 20.000,00 wegens onttrekking van woonruimte aan de bestemming tot bewoning. [appellante] is eigenaar van de woning aan de [locatie A] in Den Haag. Op 10 februari 2020 hebben inspecteurs van de Haagsche Pandbrigade de woning onderzocht. In hun inspectierapport is vermeld dat op dat moment niemand stond ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres van de woning. De inspecteurs hebben twee personen in de woning aangetroffen. Een van hen heeft een verklaring afgegeven waaruit volgt dat hij en zijn collega op 5 januari 2020 in Nederland zijn aangekomen, dat ze voor vijf weken in Nederland zijn voor werk en dat ze zolang in de woning verblijven. Hij heeft verder te kennen gegeven dat de woning is gehuurd via hun werkgever. Het college heeft op basis van het onderzoek geconcludeerd dat de woning is gebruikt voor het bedrijfsmatig verschaffen van logies en dat de woning daarmee zonder de benodigde vergunning is onttrokken aan de bestemming tot bewoning.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:2317
- Datum uitspraak
- 5 juni 2024
- Hoger beroep
- Boete
- Verordeningen
Bij besluiten van 30 november 2020 en 14 december 2020 heeft de raad voor rechtsbijstand twee aanvragen van [appellant] om een vergoeding voor verleende rechtsbijstand afgewezen. De raad heeft bij besluit van 15 november 2013 een toevoeging verleend met kenmerk 3HY3816 voor door [appellant] te verlenen rechtsbijstand. De rechtsbijstand waarvoor de toevoeging is verleend is geëindigd met de einduitspraak van het hof Arnhem-Leeuwarden van 12 augustus 2014. De raad heeft bij besluit van 18 juni 2014 een toevoeging verleend met kenmerk 3IF2382 voor door [appellant] te verlenen rechtsbijstand. De rechtsbijstand waarvoor deze toevoeging is verleend is geëindigd met de einduitspraak van de rechtbank Rotterdam van 20 juni 2014. [appellant] heeft op 7 november 2020 en op 23 november 2020 twee aanvragen ingediend om een vergoeding van de rechtsbijstand die hij op grond van de toevoegingen met kenmerken 3HY3816 en 3IF2382 heeft verleend.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:2326
- Datum uitspraak
- 5 juni 2024
- Hoger beroep
- Rechtsbijstand
Merwehave B.V. heeft beroep ingesteld tegen het uitblijven van de bekendmaking van een volgens haar van rechtswege ontstane omgevingsvergunning voor het realiseren van een winkelgebouw met een supermarkt op het perceel aan de Hortsedijk 104, 106 en 108 in Helmond. Merwehave B.V. is eigenaresse van de projectlocatie met daarop een bedrijfspand. De rechtbank heeft geoordeeld dat op grond van artikel 3.9, derde lid, van de Wabo, gelezen in samenhang met de artikelen 4:20a, eerste lid, en 4:20b, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, van rechtswege een omgevingsvergunning is ontstaan.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:2336
- Datum uitspraak
- 5 juni 2024
- Hoger beroep
- Bouwen
Bij besluit van 17 augustus 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Waddinxveen ten behoeve van het bestemmingsplan "De Rank, Esdoornlaan 26" hogere geluidgrenswaarden als bedoeld in artikel 110a, eerste lid, van de Wet geluidhinder vastgesteld. Bij besluit van 21 september 2022 heeft de raad van de gemeente Waddinxveen het bestemmingsplan "De Rank, Esdoornlaan 26, Waddinxveen" gewijzigd vastgesteld. Het bestemmingsplan maakt de bouw van 62 woningen mogelijk op een voormalig schoolterrein dat grenst aan de Jan Dorrekenskade-West, de Esdoornlaan en de Ieplaan in Waddinxveen. Het schoolgebouw dat er stond is in 2007 gesloopt en het terrein ligt braak. Legenda Vastgoedontwikkeling V.O.F. is de initiatiefnemer. [appellant sub 1] en [appellant sub 2] wonen aan de [locatie A] onderscheidenlijk [locatie B] in Waddinxveen. Dit is in de directe omgeving van het plangebied. Zij hebben beroep ingesteld tegen het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan, omdat zij onder meer nadelige gevolgen voor hun woon- en leefklimaat vrezen, waaronder verkeer- en parkeerproblemen en geluidhinder. [appellant sub 2] vreest ook aantasting van haar privacy.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:2322
- Datum uitspraak
- 5 juni 2024
- Eerste aanleg - meervoudig
- RO - Geluid
- RO - Zuid-Holland
Op 23 september 2020 hebben onder anderen [appellant sub 1A] en anderen en [appellant sub 2A], [appellant sub 2B] en [appellant sub 2C] het college van burgemeester en wethouders van Heemskerk verzocht handhavend op te treden op het perceel Hondsbosseweg 7 te Heemskerk. Het perceel Hondsbosseweg 7, kadastraal bekend als sectie E, perceelnummer 544 is eigendom van Duin & Tuin. Op het perceel staat een gebouw, dat het algemene gebouw wordt genoemd. Daarvoor is een omgevingsvergunning verleend. Verder zijn er 22 kleinere bouwwerken in aanbouw. Van 14 bouwwerken is alleen nog de fundering gerealiseerd. Duin & Tuin heeft de bouwwerkzaamheden ten behoeve van deze 22 bouwwerken vooralsnog gestaakt. [appellant sub 1A] en anderen en [appellant sub 2B] en [appellant sub 2C] wonen in de omgeving van het perceel. [appellant sub 2A] woonde ook in de omgeving van het perceel, maar heeft zijn woning begin 2021 verkocht en is toen verhuisd.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:2323
- Datum uitspraak
- 5 juni 2024
- Hoger beroep
- Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
Bij besluit van 30 augustus 2021 heeft het college een aanvraag van [appellant] om toelating tot de voorrangsregeling voor huurwoningen voor zorg- en onderwijspersoneel afgewezen. In de Huisvestingsverordening Amsterdam 2020 is bepaald dat Amsterdamse zorgverleners gebruik kunnen maken van een voorrangsregeling. [appellant] werkt sinds 1 december 2006 als persoonlijk begeleider bij stichting [naam stichting] in Amsterdam. Hij heeft op 11 juli 2021 bij het college een aanvraag ingediend om toegang tot de voorrangsregeling, omdat hij door een echtscheiding zijn woning had verlaten en voor zichzelf en voor zijn minderjarige dochter een sociale huurwoning in Amsterdam zocht. [appellant] heeft zich in bezwaar op het standpunt gesteld dat hij op grond van artikel 2.3.7, vijfde lid, aanhef en onder c, van de nieuwe verordening wel degelijk voor voorrang in aanmerking komt en dat het college zijn persoonlijke situatie bij de besluitvorming had moeten betrekken.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:2327
- Datum uitspraak
- 5 juni 2024
- Hoger beroep
- Verordeningen
Bij besluit van 23 november 2020 heeft De Nederlandsche Bank N.V. een aanvraag van [appellant] om omwisseling van beschadigde bankbiljetten afgewezen en de biljetten ingehouden. [appellant] stelt dat hij bankbiljetten ter waarde van € 6.500,00 in zijn oven had verborgen, dat zijn toenmalige vriendin dat niet wist, dat zij de oven heeft aangezet om koekjes te bakken en dat de bankbiljetten daardoor zijn beschadigd. [appellant] heeft een aanvraag gedaan om de beschadigde bankbiljetten om te wisselen. Omdat [appellant] volgens DNB geen juiste verklaring heeft gegeven voor de beschadiging en uit het onderzoek van het NAC blijkt dat de bankbiljetten in direct contact met vuur zijn gekomen, heeft DNB geconcludeerd dat de bankbiljetten vermoedelijk moedwillig zijn beschadigd. Omdat [appellant] ook geen verklaring heeft gegeven voor de door het NAC waargenomen afwijkingen, heeft DNB verder niet voldoende redenen om te vermoeden dat [appellant] te goeder trouw is.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:2316
- Datum uitspraak
- 5 juni 2024
- Hoger beroep
- Hoger Beroep - Overige
Bij besluit van 21 november 2018 heeft het college de subsidieaanvraag van Digeketen in het kader van paragraaf 3 van de Subsidieregeling MKB innovatiestimulering topsectoren Zuid-Nederland 2015 afgewezen. Op 4 september 2018 heeft Digeketen een aanvraag voor subsidie in het kader van paragraaf 3 van de Subsidieregeling ingediend voor het project "Sociale synergetische keten". Het college heeft de aanvraag voorgelegd aan de Adviescommissie MIT Zuid 2015. Digeketen betoogt in beroep dat het college geen gehoor heeft gegeven aan de opdracht van de Afdeling. Zij kan namelijk nog steeds niet de expertise van de leden van de adviescommissie controleren en evenmin of bij de deskundigen sprake is van belangenverstrengeling. Digeketen voert hiertoe aan dat het college de vijf namen van de leden van de ad hoc-adviescommissie niet bekend heeft gemaakt. Digeketen voert verder aan dat zij online geen informatie kon vinden over de leden van de flexibele schil.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:2328
- Datum uitspraak
- 5 juni 2024
- Eerste aanleg - meervoudig
- Subsidie
Bij besluiten van 27 oktober 2020 heeft de Commissie Schadefonds Geweldsmisdrijven aanvragen van [appellant] en anderen om een uitkering uit het Schadefonds Geweldsmisdrijven afgewezen. Het geschil gaat over de afwijzing van aanvragen van anderen dan het slachtoffer om een uitkering uit het schadefonds wegens zogenoemde affectieschade (immateriële schade bij naasten of nabestaanden van een slachtoffer in de vorm van verdriet en pijn die het overlijden of ernstig gewond raken van het slachtoffer bij die naasten of nabestaanden heeft veroorzaakt). [appellant A] is de partner van [vrouw]. Op 4 november 2019 is [vrouw] slachtoffer geworden van een geweldsmisdrijf, waarbij zij, in het bijzijn van haar minderjarige dochters [drie dochters], door een buurman met een hockeystick op haar hoofd en handen is geslagen. Zij was op dat moment 23 weken zwanger.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:2318
- Datum uitspraak
- 5 juni 2024
- Hoger beroep
- Schadevergoeding
Bij besluit van 30 april 2020 heeft de raad van de gemeente Emmen de aanvraag van [appellant] om het bestemmingsplan "Nieuw-Amsterdam/Veenoord, industrie- en bedrijventerrein De Tweeling" van 28 mei 2009 te herzien door de daarin opgenomen beperkingen voor detailhandel op het perceel [locatie 1]/1a op te heffen en ter plaatse alle vormen van detailhandel toe te staan, afgewezen. [appellant] is samen met [naam] eigenaar van het perceel, kadastraal bekend als Emmen X912. Dit perceel heeft het adres [locatie 1] en [locatie 2]. Op het perceel is de vennootschap onder firma [bedrijf] gevestigd. In het bestemmingsplan zijn aan het perceel de bestemming "Bedrijfsdoeleinden, milieucategorie 3" en de aanduiding "bestaande detailhandel" toegekend. Ingevolge artikel 6, lid 6.1, van de voorschriften van het bestemmingsplan is op het perceel detailhandel in meubelen en stoffering toegestaan. Overige detailhandel is niet toegestaan. [appellant] heeft de raad verzocht om het bestemmingsplan te wijzigen in die zin dat op het perceel alle vormen van detailhandel mogelijk worden gemaakt.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:2308
- Datum uitspraak
- 5 juni 2024
- Eerste aanleg - meervoudig
- RO - Drenthe
Bij besluit van 6 februari 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een verzoek van [appellant] om hem het Nederlanderschap te verlenen afgewezen. [appellant] stelt afkomstig te zijn uit Zuid-Soedan en geboren te zijn op [geboortedatum] 1982. Hij is sinds 1998 in Nederland. De staatssecretaris heeft hem met ingang van 15 juni 2007 in het bezit gesteld van een verblijfsvergunning op grond van de Regeling Afwikkeling Nalatenschap Oude Vreemdelingenwet. [appellant] heeft op 20 mei 2019 het verzoek ingediend. Op dat moment beschikte hij over een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd onder de beperking niet-tijdelijke humanitaire gronden, geldig tot 15 juni 2023. Ter staving van zijn identiteit en nationaliteit heeft hij geen documenten overgelegd, omdat hij onder de met ingang van 1 november 2021 geldende Ranov-vrijstelling valt. De staatssecretaris heeft het verzoek afgewezen, omdat twijfel bestaat over de identiteit en nationaliteit van [appellant]. De staatssecretaris heeft aan dit standpunt een rapport taalanalyse van 17 januari 2022 van Team Onderzoek en Expertise Land en Taal ten grondslag gelegd.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:2330
- Datum uitspraak
- 5 juni 2024
- Hoger beroep
- Nederlanderschap
Bij besluit van 11 april 2023 heeft het college van burgemeester en wethouders van Haarlemmermeer ten behoeve van het bestemmingsplan "Hoofddorp Stadscentrum 2" hogere waarden als bedoeld in artikel 110a van de Wet geluidhinder vastgesteld. Bij besluit van 8 juni 2023 heeft de raad van de gemeente Haarlemmermeer het bestemmingsplan "Hoofddorp Stadscentrum 2" vastgesteld. Het plan maakt 280 appartementen, detailhandel en horeca in een multifunctioneel gebouw mogelijk op een perceel in het centrum van Hoofddorp dat bekend staat als het Apriscoterrein. Het perceel is op dit moment in gebruik als parkeerterrein met 250 parkeerplaatsen. De Nieuweweg en de Kruisweg liggen ten noorden van het plangebied en het Raadhuisplein en de Julianalaan ten zuiden van het plangebied. De omgevingsvergunning heeft betrekking op de bouw van het multifunctionele gebouw met 280 appartementen en detailhandel en horecavoorzieningen in de plint van het gebouw. Woningfonds Hoofddorp exploiteert een wooncomplex met 69 appartementen aan de Nieuweweg tegenover het plangebied. Woningfonds Hoofddorp kan zich niet verenigen met de besluiten.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:2320
- Datum uitspraak
- 5 juni 2024
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- RO - Geluid
- RO - Noord-Holland
Bij besluit van 8 juni 2023 heeft de raad van de gemeente Haarlemmermeer het bestemmingsplan "Hoofddorp Stadscentrum 3" vastgesteld. Het plan maakt een multifunctioneel gebouw mogelijk op het Dik Tromplein in het centrum van Hoofddorp. Dit gebouw heeft een maximale toegestane bouwhoogte van 25 m en hierin worden 136 appartementen, 4.000 m2 commerciële ruimte en 296 bebouwde parkeerplaatsen gerealiseerd. In het plangebied stond een gebouw met drie bouwlagen en ongeveer 5.800 m2 commerciële ruimte en het gebouw "De Deining", dat 2.500 m2 aan kantoorruimten bood. Deze gebouwen zijn inmiddels gesloopt. [appellant sub 2] exploiteert een horecagelegenheid met terras aan het Dik Tromplein ten noordoosten van het plangebied. Hij kan zich niet verenigen met het plan, omdat hij vreest dat het plan de bezonning van het terras aantast met inkomstenverlies als gevolg.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:2329
- Datum uitspraak
- 5 juni 2024
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- RO - Noord-Holland
Bij besluit van 18 juli 2022 heeft de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport besloten tot invordering van door Stichting Medische Kliniek Velsen verbeurde dwangsommen van € 10.000,00. Bij brief van 2 november 2021 heeft de minister het voornemen geuit om de stichting een last onder dwangsom op te leggen, omdat zij niet volledig aan de verplichting om vóór 1 oktober 2021 de Jaarverantwoording Zorg over het verslagjaar 2020 aan het Centraal Informatiepunt Beroepen Gezondheidszorg aan te leveren. Bij de jaarverantwoording ontbrak namelijk een beoordelingsverklaring van een geregistreerd accountant. Bij besluit van 24 januari 2022 heeft de minister een last onder dwangsom aan de stichting opgelegd om alsnog aan haar wettelijke verplichtingen te voldoen. Aan de last is een dwangsom van € 1.000,00 per week verbonden met een maximum van € 10.000,00. De stichting is een begunstigingstermijn van vier weken geboden om alsnog aan de last te voldoen zonder de dwangsom te verbeuren.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:2332
- Datum uitspraak
- 5 juni 2024
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Gezondheidszorg
Bij besluit van 27 juni 2023 heeft het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam zijn beslissing om op 16 juni 2023 spoedeisende bestuursdwang toe te passen wegens het in strijd met de Afvalstoffenverordening Rotterdam 2009 en het Uitvoeringsbesluit Afvalstoffen Rotterdam 2018 aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen, op schrift gesteld. De toepassing van spoedeisende bestuursdwang heeft bestaan uit het verwijderen van een vuilniszak met restafval die klemzat in de vulopening van een ondergrondse afvalcontainer aan de Eendrachtsstraat ter hoogte van huisnummer [locatie] te Rotterdam. Het college is ervan uitgegaan dat [appellant] de vuilniszak heeft aangeboden, omdat daarin een adreslabel is aangetroffen met zijn naam- en adresgegevens erop. [appellant] betoogt dat het college hem ten onrechte als overtreder heeft aangemerkt. Hij ontkent dat hij de overtreding heeft begaan en voert aan dat hij voor het aanbieden van zijn restafval altijd gebruik maakt van de bovengrondse containers aan de Kortenaerstraat en niet de containers aan de Eendrachtsstraat.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:2310
- Datum uitspraak
- 5 juni 2024
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Afval
Bij beslissing van 19 september 2023 heeft de Centrale Studenten Inschrijving, namens het college van bestuur van De Haagse Hogeschool, vastgesteld dat [appellant] niet voldeed aan de voor hem geldende studienorm en hiervoor geen verschoonbare redenen bekend waren, en hem medegedeeld dat de Immigratie- en Naturalisatiedienst hierover zal worden ingelicht. [appellant] volgde sinds 2020 de opleiding Pedagogiek aan De Haagse Hogeschool. Als internationale student moet hij ieder studiejaar in verband met zijn verblijfsvergunning voldoen aan de studienorm die is vastgelegd in de Wet modern migratiebeleid, de zogenoemde Momi-studienorm. Die norm bedraagt 30 studiepunten per studiejaar. Indien een student niet voldoet aan de studienorm, moet het college dit aan de IND melden, tenzij sprake is van persoonlijke omstandigheden als gevolg waarvan onvoldoende studievoortgang kon worden geboekt. [appellant] heeft in het studiejaar 2022-2023 in het totaal 8 studiepunten behaald. Hij heeft verzocht om uitstel van de melding omdat hij drie maanden ziek is geweest als gevolg van een ernstige voetschimmelinfectie.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:2335
- Datum uitspraak
- 5 juni 2024
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Studentenzaken
Bij uitspraak van 15 november 2023, in zaak nr. 202304635/1/R3 (ECLI:NL:RVS:2023:4242) heeft de Afdeling het beroep van [verzoeker] tegen het besluit van de raad van de gemeente Hardenberg van 7 mei 2019 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Balkbrug woningbouwlocatie Takens" en het besluit van het college van Hardenberg, waarbij omgevingsvergunningen zijn verleend voor de bouw van woningen op percelen aan de Takenshof en Meppelerweg, niet-ontvankelijk verklaard. [verzoeker] betoogt dat de Afdeling in de uitspraken waarvan herziening wordt verzocht, niet heeft onderkend dat administratief beroep als bedoeld in artikel 115 van de Grondwet open staat tegen de hiervoor in het procesverloop genoemde besluiten. [verzoeker] verzoekt de Afdeling de besluiten alsnog te beoordelen, met inachtneming van artikel 115 van de Grondwet en het Beleidskader schorsing en vernietiging.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:2319
- Datum uitspraak
- 5 juni 2024
- Herziening
- RO - Overijssel
Bij beslissing van 14 augustus 2023 heeft de examencommissie van de faculteit der Geneeskunde van de Vrije Universiteit het verzoek van [appellant] om een extra herkansing voor het onderdeel Klinisch Redeneren (KR) van het vak Stationstoets B3 (STAT) afgewezen. [appellant] is in 2020 begonnen met de bacheloropleiding Geneeskunde aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Aan het eind van het studiejaar 2022-2023 had [appellant] nog twee onderwijseenheden openstaan, namelijk de Landelijke Voortgangstoets en de Stationstoets B3, waardoor hij zijn bacheloropleiding niet kon afronden. De onderwijseenheid VGT is een landelijke toets die op vier vastgestelde momenten door een externe organisatie aan universiteiten wordt aangeboden. [appellant] betoogt dat de beslissing om de extra herkansingsmogelijkheid af te wijzen onjuist is en onvoldoende gemotiveerd. Als gevolg van deze afwijzing moet [appellant] nu het gehele jaar ingeschreven staan, collegegeld betalen en wachten tot hij de onderwijseenheid aan het eind van het studiejaar kan herkansen.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:2337
- Datum uitspraak
- 5 juni 2024
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Studentenzaken
Bij besluit van 20 april 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de aanvragen om de vreemdelingen een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen. Bij besluit van 3 oktober 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid het daartegen door de vreemdelingen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:2277
- Datum uitspraak
- 4 juni 2024
- Hoger beroep
- Vreemdelingenkamer - Overige
Bij besluit van 20 juli 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag geweigerd aan [wederpartij] een omgevingsvergunning te verlenen voor het veranderen van de indeling van een woning aan de [locatie] te Den Haag. Hij wil op het pand twee extra bouwlagen maken voor vier studentenwoningen. Volgens het college voldoet de aanvraag niet aan de parkeernormen als opgenomen in artikel 5.1 van het bestemmingsplan "Parapluherziening (fiets)parkeren". Daarnaast is niet voldoende aannemelijk gemaakt dat het bouwen van het bouwwerk voldoet aan het Bouwbesluit 2012 op het punt van de constructieve veiligheid. Bij uitspraak van 18 januari 2024 heeft de rechtbank het daartegen ingestelde beroep van [wederpartij] gegrond verklaard. De rechtbank heeft onder meer overwogen dat artikel 5.1 van het bestemmingsplan "Parapluherziening (fiets)parkeren" in strijd is met het rechtszekerheidsbeginsel en onverbindend moet worden geacht. Het college heeft daarom de aanvraag niet kunnen toetsen aan deze planregel, zodat het niet in overeenstemming met deze planregel voorzien in voldoende parkeergelegenheid geen weigeringsgrond kan zijn.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:2284
- Datum uitspraak
- 4 juni 2024
- Voorlopige voorziening
- Bouwen
Bij besluit van 2 april 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:2278
- Datum uitspraak
- 4 juni 2024
- Hoger beroep
- Bewaring
Bij besluit van 5 april 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:2279
- Datum uitspraak
- 4 juni 2024
- Hoger beroep
- Bewaring
Bij besluit van 2 april 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:2280
- Datum uitspraak
- 4 juni 2024
- Hoger beroep
- Bewaring
Bij besluit van 8 maart 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:2281
- Datum uitspraak
- 4 juni 2024
- Hoger beroep
- Bewaring
Bij besluit van 18 maart 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:2282
- Datum uitspraak
- 4 juni 2024
- Hoger beroep
- Bewaring
Bij besluit van 1 juni 2022 heeft de staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat aan ONE-Dyas B.V. een omgevingsvergunning verleend voor het oprichten en in gebruik nemen van een mijnbouwinrichting, genaamd platform N05-A. Deze vergunning omvat tevens toestemmingen voor de activiteiten "handelingen met gevolgen voor beschermde plant- en diersoorten" en "handelingen met gevolgen voor beschermde natuurgebieden". Bij besluit van 29 mei 2024 heeft de staatssecretaris het besluit van 1 juni 2022, zoals gewijzigd bij het besluit van 10 november 2023, gewijzigd voor de activiteiten "handelingen met gevolgen voor beschermde plant- en diersoorten" en "handelingen met gevolgen voor beschermde natuurgebieden". Dat betekent dat ONE-Dyas meteen gebruik mag maken van de omgevingsvergunning en het boorplatform mag oprichten. Deutsche Umwelthilfe e.V. en anderen hebben de voorzieningenrechter verzocht om het besluit van 29 mei 2024 te schorsen. Zij willen daarmee voorkomen dat ONE-Dyas aanleg- en bouwwerkzaamheden uitvoert voordat de Afdeling uitspraak heeft gedaan op hun (hoger) beroepen over de besluiten van de staatssecretaris.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:2289
- Datum uitspraak
- 4 juni 2024
- Voorlopige voorziening
- Natuurbescherming
Bij besluit van 25 maart 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:2283
- Datum uitspraak
- 4 juni 2024
- Voorlopige voorziening / hoofdzaak
- Asiel
Bij besluit van 18 januari 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen. Bij uitspraak van 7 mei 2024 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep gegrond verklaard, dat besluit vernietigd en bepaald dat de rechtsgevolgen daarvan in stand blijven voor zover daarbij de asielaanvraag is afgewezen.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:2294
- Datum uitspraak
- 4 juni 2024
- Voorlopige voorziening
- Asiel
Bij besluit van 16 september 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen. Ook heeft hij geweigerd de vreemdeling ambtshalve een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen en geweigerd ambtshalve krachtens artikel 64 van de Vw 2000 te bepalen dat uitzetting van de vreemdeling achterwege blijft. De staatssecretaris heeft in het besluit vermeld dat het nog niet geldt als terugkeerbesluit, omdat eerst moet worden onderzocht of voor de vreemdeling adequate opvang in het land van terugkeer aanwezig is.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:2267
- Datum uitspraak
- 3 juni 2024
- Hoger beroep
- Asiel
Bij besluit van 25 februari 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen en hem opgedragen om de Europese Unie binnen vier weken te verlaten.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:2269
- Datum uitspraak
- 3 juni 2024
- Hoger beroep
- Regulier
Bij besluit van 10 september 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen. Bij uitspraak van 27 december 2022 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard. Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. E.A. Welling, advocaat te Wageningen, hoger beroep ingesteld.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:2270
- Datum uitspraak
- 3 juni 2024
- Hoger beroep
- Asiel
Bij besluit van 30 augustus 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om afgifte van een document als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Vw 2000, waaruit rechtmatig verblijf als gemeenschapsonderdaan blijkt, afgewezen. Bij besluit van 30 december 2022 heeft de staatssecretaris het daartegen door de vreemdeling gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. Bij uitspraak van 23 juni 2023 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:2266
- Datum uitspraak
- 3 juni 2024
- Hoger beroep
- Vreemdelingenkamer - Overige
Bij besluit van 25 juli 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen. Bij uitspraak van 20 september 2023 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard. Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. A. Szirmai, advocaat te Heerenveen, hoger beroep ingesteld.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:2271
- Datum uitspraak
- 3 juni 2024
- Hoger beroep
- Asiel
Bij besluit van 8 maart 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, ingewilligd. Bij uitspraak van 30 januari 2024 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep gegrond verklaard, dat besluit vernietigd en bepaald dat de rechtsgevolgen daarvan geheel in stand blijven. Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. R. Hijma, advocaat te Utrecht, hoger beroep ingesteld.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:2272
- Datum uitspraak
- 3 juni 2024
- Hoger beroep
- Asiel
Bij besluit van 15 januari 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de aanvragen van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen. Bij uitspraak van 2 april 2024 heeft de rechtbank de daartegen door de vreemdelingen ingestelde beroepen gegrond verklaard, dat besluit vernietigd en bepaald dat de staatssecretaris een nieuw besluit op de aanvragen neemt met inachtneming van de uitspraak.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:2293
- Datum uitspraak
- 3 juni 2024
- Voorlopige voorziening
- Asiel
Bij besluit van 16 februari 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen niet in behandeling genomen. Bij uitspraak van 14 mei 2024 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard. Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. E.R. Weegenaar, advocaat te Den Haag, hoger beroep ingesteld. Ook heeft hij de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:2274
- Datum uitspraak
- 3 juni 2024
- Voorlopige voorziening / hoofdzaak
- Asiel
Bij besluit van 11 januari 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen. Bij uitspraak van 15 mei 2024 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard. Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. T.R. Hüpscher, advocaat te Rotterdam, hoger beroep ingesteld.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:2273
- Datum uitspraak
- 3 juni 2024
- Hoger beroep
- Asiel
Bij besluit van 27 november 2023 heeft de raad van de gemeente De Ronde Venen het bestemmingsplan "Dorpskernen" vastgesteld. Het bestemmingsplan "Dorpskernen" heeft betrekking op een aantal dorpskernen binnen de gemeente De Ronde Venen, waaronder Abcoude. Voor die dorpskernen gelden verschillende planologische regimes. Met het oog op de inwerkingtreding van de Omgevingswet wil de raad voor die kernen een actueel, integraal en digitaal bestemmingsplan. Daarom is het voorliggende plan vastgesteld, dat beleidsneutraal en in hoofdzaak conserverend van aard is, zo staat in de plantoelichting. Dat betekent dat de bestaande (planologische) situatie centraal staat en nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen niet in het plan zijn meegenomen. Bright is eigenaar van het perceel Hoogstraat 6-16 in Abcoude. Dat perceel ligt in het plangebied. Voor de gronden geldt het regime van de beheersverordening "Beschermd dorpsgezicht Abcoude en beschermd dorpsgezicht Baambrugge". Bright wil het perceel herontwikkelen door de bestaande bebouwing te slopen en op het perceel 27 zorgstudio’s met gemeenschappelijke ruimten, winkelruimten en drie nieuwe woningen te realiseren.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:2260
- Datum uitspraak
- 31 mei 2024
- Voorlopige voorziening
- RO - Utrecht
In de uitspraak van de voorzieningenrechter van 11 april 2024 in zaken 202401199/2/A2, 202401520/1/A2 en 202401612/1/A2 is geoordeeld dat bij wijze van voorlopige voorziening de in het besluit van de minister van 5 maart 2024 voorziene inhouding van de bekostiging met ingang van de maand april wordt omgezet in een opschorting. Ook is daarin overwogen dat na 17 mei 2024, eventueel na een nadere zitting, zal worden beoordeeld of er reden bestaat de getroffen voorziening op te heffen, te wijzigen of een nieuwe voorlopige voorziening te treffen. Na de uitspraak van 11 april 2024 heeft het Algemeen bestuur van de Stichting naar aanleiding van een sollicitatieprocedure twee kandidaten, te weten [kandidaat 1] en [kandidaat 2], voor de functie van Dagelijks bestuurder ter instemming aan de minister voorgelegd. Deze twee kandidaten zouden als duo de functie van Dagelijks bestuurder invullen.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:2268
- Datum uitspraak
- 31 mei 2024
- Voorlopige voorziening
- Geld
- Onderwijs
Bij besluit van 6 november 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid ambtshalve geweigerd krachtens artikel 64 van de Vw 2000 te bepalen dat uitzetting van de vreemdeling achterwege blijft. Bij besluit van 25 januari 2024 heeft de staatssecretaris het daartegen door de vreemdeling gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. Bij uitspraak van 21 maart 2024 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:2253
- Datum uitspraak
- 31 mei 2024
- Hoger beroep
- Vreemdelingenkamer - Overige
Bij besluit van 26 september 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen. Bij besluit van 15 oktober 2021 heeft de staatssecretaris het daartegen door de vreemdelingen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:2262
- Datum uitspraak
- 31 mei 2024
- Voorlopige voorziening
- Regulier
Bij besluit van 29 maart 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen. Bij uitspraak van 10 mei 2024 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:2261
- Datum uitspraak
- 31 mei 2024
- Voorlopige voorziening / hoofdzaak
- Asiel
Bij besluit van 21 maart 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de termijn van de aan de vreemdeling opgelegde bewaringsmaatregel verlengd met ten hoogste twaalf maanden (hierna: het verlengingsbesluit). Bij uitspraak van 15 april 2024 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:2245
- Datum uitspraak
- 31 mei 2024
- Hoger beroep
- Bewaring
Bij besluit van 29 maart 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen en geweigerd haar ambtshalve een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen. Bij tussenuitspraak van 18 juni 2021 heeft de rechtbank de behandeling van het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep geschorst. Bij besluit van 28 oktober 2021 heeft de staatssecretaris het besluit van 29 maart 2021 aangevuld en de aanvraag van de vreemdeling om afgifte van een document als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Vw 2000, waaruit rechtmatig verblijf als gemeenschapsonderdaan blijkt, afgewezen.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:2265
- Datum uitspraak
- 30 mei 2024
- Hoger beroep
- Asiel