Ga naar de inhoud
(naar homepage)
lees voor
Direct naar
  • en (Information in English)
  • de (Deutsche Informationen)
  • fr (Informations en français)
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
  • Actueel
    • Nieuws
    • Zittingsagenda
    • Persagenda
    • Evenementen
    • Piet Hein Donner Scriptieprijs
  • Adviezen
  • Uitspraken
  • Publicaties
    • Brochures
    • Studies en onderzoeken
    • Regelingen
    • Consultaties
    • Jaarverslagen
    • Toespraken vice-president
  • Over ons
    • Raad van State in het kort
    • Organisatie
    • Advisering
    • Bestuursrechtspraak
    • Begrotingstoezicht
    • Toetsing Klimaatwet
    • Geschiedenis
    • Raad van State in beeld
  • Zoeken
  • en
  • de
  • fr
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
Zoeken

  1. Home ›
  2. Uitspraken

Uitspraken

De Afdeling bestuursrechtspraak toetst of de overheid het recht goed heeft toegepast bij het nemen van een besluit. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Bestuursrechtspraak.


aantal resultaten: 626
aantal resultaten per pagina

Toon overzicht van de actuele uitspraken:

  • Hoofdzaken
  • Voorlopige voorzieningen
  • Interessant voor de media

202407585/1/V6

Bij besluit van 4 juli 2023 heeft de minister van Buitenlandse Zaken een verzoek van appellanten om op enige wijze hun overkomst naar Nederland te faciliteren, afgewezen. Appellanten hebben de Afghaanse nationaliteit en verblijven in Afghanistan. Op 24 februari 2022 heeft [appellant] de minister gevraagd om hem en zijn gezin vanuit Afghanistan naar Nederland over te brengen. [appellant] stelt dat hij heeft gewerkt als bewaker van Afghan Security Guard voor de Nederlandse krijgsmacht in Uruzgan, Afghanistan. De minister heeft het verzoek afgewezen, omdat [appellant] niet valt onder de bij de brief van 11 oktober 2021 getroffen speciale voorziening (Kamerstukken II 2021/22, 27 925, nr. 860; de Kamerbrief). De minister heeft hiervoor als reden gegeven dat [appellant] niet voorkomt in de database van het Ministerie van Defensie met meldingen van Nederlandse veteranen en van hulpverzoeken die uiterlijk 11 oktober 2021 zijn gedaan. De minister heeft niet beoordeeld of [appellant] daadwerkelijk als bewaker van ASG heeft gewerkt voor de Nederlandse krijgsmacht.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2954
Datum uitspraak
2 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak202407585/1/V6

202500363/1/A2

Bij besluit van 20 december 2021 heeft het Instituut de aanvraag van [appellant] om vergoeding van bijkomende kosten, voor zover het ging om gederfde huurinkomsten, afgewezen. Op 10 september 2020 heeft [appellant] een vergoeding van bijkomende kosten door schadeherstel aangevraagd. Hij heeft toegelicht dat hij € 14.000,- aan inkomsten heeft gederfd, omdat hij de woning twintig maanden niet kon verhuren. Daarbij heeft hij erop gewezen dat hij de bouwkundige schade aan de woning op 12 juni 2018 had gemeld, maar dat (de voorloper van) het Instituut pas op 16 maart 2020 een definitief besluit over de schade heeft genomen. Het Instituut heeft bij besluit van 20 december 2021, gehandhaafd bij besluit van 9 mei 2023, de aanvraag om vergoeding van gederfde huurinkomsten afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3007
Datum uitspraak
2 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202500363/1/A2

202500457/1/A2

Bij beslissing van 17 juli 2024 heeft het college van bestuur van de Erasmus Universiteit Rotterdam de inschrijving van [appellant] voor de masteropleiding Geneeskunde aan de Erasmus Universiteit Rotterdam met ingang van 1 augustus 2024 definitief beëindigd. [appellant] is in februari 2020 begonnen met de masteropleiding Geneeskunde aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. De examencommissie van het Erasmus MC heeft vanaf september 2020 meldingen ontvangen over onprofessioneel gedrag van [appellant], waaronder herhaalde klachten over het te laat of niet aanwezig zijn bij verplichte contactmomenten en het aantoonbaar liegen over de reden daarvan, over het gebrek aan benodigde kennis en over fraude. Na tussenkomst van de Commissie Longitudinale Beoordeling Professionaliteit heeft de examencommissie bij brief van 30 september 2021 te kennen gegeven dat zij, gelet op die meldingen, een onafhankelijke deskundige aanstelt, [deskundige], voor onderzoek naar het gedrag van [appellant].

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2998
Datum uitspraak
2 juli 2025
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Studentenzaken
  • uitspraakin de zaak202500457/1/A2

202500462/1/A2

Bij brief van 17 januari 2025 heeft [appellant] bij de Afdeling een verzoek ingediend om de examencommissie Politicologie en Conflict Resolution and Governance te veroordelen tot vergoeding van schade die hij heeft geleden als gevolg van een onrechtmatige beslissing van 7 maart 2024. [appellant] volgt de masteropleiding Politicologie aan de Universiteit van Amsterdam. Voor de afronding van de masteropleiding in het studiejaar 2023-2024 moest [appellant] het keuzevak ‘Contested Market Liberalism’ (9 EC) en zijn masterscriptie (30 EC) behalen. Bij beslissing van 7 maart 2024 heeft de examencommissie het door [appellant] ingediende essay voor het vak ‘Contested Market Liberalism’ ongeldig verklaard wegens plagiaat en hem uitgesloten van alle vormen van toetsing van de opleiding voor een periode van zeven maanden. [appellant] heeft hiertegen administratief beroep ingesteld. Bij beslissing van 16 juli 2024 heeft het college van beroep voor de examens het beroep van [appellant] tegen de beslissing van 7 maart 2024 gegrond verklaard voor wat betreft de punitieve sanctie en de beslissing van de examencommissie vernietigd en haar opgedragen om een nieuwe beslissing te nemen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2957
Datum uitspraak
2 juli 2025
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Schadevergoeding
  • Studentenzaken
  • uitspraakin de zaak202500462/1/A2

202501872/1/A2

Bij beslissing van 2 september 2024 hebben de examinatoren de scriptie van [appellant] met het eindcijfer 8 beoordeeld. [appellant] is in 2021 begonnen aan de tweejarige research master Language and Communication Technologies. Die master bestaat uit twee studiejaren waarvoor hij één jaar in Tsjechië aan de Charles University studeerde en het tweede studiejaar in Nederland aan de Rijkuniversiteit Groningen. In november 2022 benaderde [appellant] prof. dr. Michel voor de begeleiding van zijn masterscriptie. Vanwege de omvang van het project in zowel linguïstisch onderzoek, als het programmeren van een computerapplicatie is er enige tijd overheen gegaan. [appellant] rondde zijn scriptie in juli 2024 af. Deze werd door twee examinatoren op 2 september 2024 met het eindcijfer 8 beoordeeld. Het CBE heeft het administratief beroep van [appellant] gericht tegen die beoordeling ongegrond verklaard. Aan deze beslissing heeft het ten grondslag gelegd dat het enkel kan beoordelen of er enige rechtsregel of rechtsbeginsel is overtreden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3002
Datum uitspraak
2 juli 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Studentenzaken
  • uitspraakin de zaak202501872/1/A2

202502180/1/A2

Bij beslissing van 28 oktober 2024 hebben de examinatoren de masterscriptie van [appellant] beoordeeld met een 7,5. [appellant] volgt de masteropleiding Rechtsgeleerdheid, specialisatie staats- en bestuursrecht, aan de universiteit Leiden. Ter afronding van de masteropleiding heeft hij een scriptie geschreven. De scriptie wordt door twee examinatoren beoordeeld. De eerste examinator is de begeleider van het scriptietraject. De tweede examinator is een zogenoemde tweede lezer. Deze is niet betrokken bij het begeleiden van de scriptie. De eerste examinator heeft de scriptie beoordeeld met het cijfer 8,0. De tweede examinator heeft de scriptie beoordeeld met een cijfer binnen de range 6,5 - 7,5. De examinatoren zijn uiteindelijk in hun gezamenlijk eindoordeel tot het cijfer 7,5 gekomen. De eerste examinator heeft aangegeven zich te kunnen vinden in de gedegen en zorgvuldige argumentatie van de tweede examinator waarom een 7,5 wat hem betreft het absolute maximum is. Hierbij heeft de eerste examinator met name de onzelfstandige wijze waarop de scriptie tot stand is gekomen laten meewegen. [appellant] betoogt dat het CBE heeft miskend dat de beoordeling van de scriptie onzorgvuldig tot stand is gekomen en ondeugdelijk is gemotiveerd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2937
Datum uitspraak
2 juli 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Studentenzaken
  • uitspraakin de zaak202502180/1/A2
vorige pagina1...6263

Facetten
Gepubliceerd
  • Uitspraken uit
Type uitspraak
Proceduresoort
Rechtsgebied
Bevat

Raad van State

De Raad van State is onafhankelijk adviseur van regering en parlement over wetgeving en bestuur en hoogste algemene bestuursrechter van het land.

  • Meer over ons
  • Vacatures

Contact

De Raad van State bevindt zich in het centrum van Den Haag. Wilt u in contact komen met ons of wilt u ons bezoeken voor een zitting?

  • Telefoon
  • Locatie en route
  • Post en e-mail
  • Digitaal procederen
  • Wet open overheid
  • Nieuwe zaak starten

Altijd op de hoogte

Ontvang ons nieuws via de abonnementenservice in uw mailbox. Op de hoogte gehouden worden over uitspraken die gedaan worden in bepaalde zaken? Meld u dan aan voor de e-mailservice. Of bekijk de voortgang van een bepaalde procedure bij de Afdeling bestuursrechtspraak.

  • E-mailservice uitspraken
  • Voortgang procedure
  • Aanvragen oude uitspraken

Toegankelijkheid | Privacy | Cookiebeleid

Volg ons

  • Bluesky
  • LinkedIn
  • Instagram
  • Mastodon