Ga naar de inhoud
(naar homepage)
lees voor
Direct naar
  • en (Information in English)
  • de (Deutsche Informationen)
  • fr (Informations en français)
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
  • Actueel
    • Nieuws
    • Zittingsagenda
    • Persagenda
    • Evenementen
    • Piet Hein Donner Scriptieprijs
  • Adviezen
  • Uitspraken
  • Publicaties
    • Brochures
    • Studies en onderzoeken
    • Regelingen
    • Consultaties
    • Jaarverslagen
    • Toespraken vice-president
  • Over ons
    • Raad van State in het kort
    • Organisatie
    • Advisering
    • Bestuursrechtspraak
    • Begrotingstoezicht
    • Toetsing Klimaatwet
    • Geschiedenis
    • Raad van State in beeld
  • Zoeken
  • en
  • de
  • fr
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
Zoeken

  1. Home ›
  2. Uitspraken

Uitspraken

De Afdeling bestuursrechtspraak toetst of de overheid het recht goed heeft toegepast bij het nemen van een besluit. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Bestuursrechtspraak.


aantal resultaten: 393
aantal resultaten per pagina

Toon overzicht van de actuele uitspraken:

  • Hoofdzaken
  • Voorlopige voorzieningen
  • Interessant voor de media

202406690/1/A2

Bij besluit van 8 april 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Utrecht een verzoek van [appellant] om handhaving met betrekking tot de woning aan de [locatie] in Utrecht, waarvan [partij] eigenaar is, afgewezen. [appellant] heeft op 27 januari 2021, onder verwijzing naar een eerder verzoek, het college verzocht handhavend op te treden in verband met de bouw van afzonderlijke wooneenheden in de woning. Het college heeft dat verzoek bij het besluit van 8 april 2021, gehandhaafd bij het besluit van 24 augustus 2021, afgewezen. Het college heeft daaraan ten grondslag gelegd dat uit het rapport van een inspectie op 7 juli 2021 volgt dat er weliswaar twee appartementen in de woning aanwezig zijn, maar dat slechts één van de appartementen wordt bewoond. Volgens het college was daarom geen sprake van overtreding van het verbod om woonruimte tot twee of meer woonruimten te verbouwen of in die verbouwde staat te houden, als bedoeld in het toen geldende artikel 21, eerste lid, aanhef en onder d, van de Huisvestingswet 2014 en artikel 3.1.2, aanhef en onder d, van de Huisvestingsverordening Regio Utrecht 2019, gemeente Utrecht.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5194
Datum uitspraak
29 oktober 2025
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202406690/1/A2

202406848/1/R4

Bij besluit van 1 februari 2024 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amersfoort [appellante] onder oplegging van een dwangsom gelast om het met het bestemmingsplan "Soesterkwartier" strijdige gebruik van de woning aan de [locatie] in Amersfoort (hierna: de woning) te beëindigen en beëindigd te houden. [appellante] is eigenaresse van de woning die uit drie bouwlagen bestaat. Bij besluit van 6 juli 2023 heeft het college aan [appellante] een omgevingsvergunning verleend voor het wijzigen van de constructie van de woning. Toezichthouders van de gemeente hebben op 16 september 2023 een controle uitgevoerd bij de woning. In het rapport van die controle staat: "Controle nav verleende vergunning […]. Controle van tevoren niet aangekondigd. Aannemer op locatie aanwezig, 2 man keuken aan het plaatsen en 1 man in ruimte voorzijde aanwezig. [appellante] betoogt dat de rechtbank ten onrechte heeft overwogen dat het college voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat [appellante] een overtreding heeft begaan door zonder vergunning meerdere zelfstandige woningen in de woning te realiseren en te gebruiken.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5197
Datum uitspraak
29 oktober 2025
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202406848/1/R4

202501536/1/A2

Bij besluiten van 29 november 2022 en 7 december 2022 heeft het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant verzoeken van [appellante] om een tegemoetkoming in schade die wilde zwijnen hebben toegebracht aan de door haar gepachte gronden, afgewezen. [appellante] exploiteert een biologisch landbouwbedrijf in [plaats] en is actief in de akker- en tuinbouw in combinatie met het fokken en houden van dieren. Zij pacht een aantal percelen met snijmais en grasland van Brabant Water N.V. op grond van een erfpachtakte van 19 december 2008 en een pachtovereenkomst van 10 juni 2020. [appellante] heeft het college verzocht haar op grond van artikel 6.1 van de Wet natuurbescherming tegemoet te komen in de schade die wilde zwijnen hebben aangericht aan haar gepachte percelen met snijmais en grasland.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5203
Datum uitspraak
29 oktober 2025
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202501536/1/A2

202502172/1/A2

Bij beslissing van 1 oktober 2024 heeft de opleidingsmanager van het Zadkine Gezondheid en Welzijn College [appellant] per 30 september 2024 uitgeschreven. [appellant] is in februari 2024 ingestroomd in het eerste jaar van de opleiding Gespecialiseerd pedagogisch medewerker kinderopvang BOL, niveau 4. Aan het begin van zijn tweede studiejaar is hij wegens een negatief bindend studieadvies met terugwerkende kracht van de opleiding uitgeschreven. Naar aanleiding van het door hem daartegen gemaakte bezwaar heeft de adjunct-directeur deze beslissing ingetrokken. Gelijktijdig met de intrekking heeft de adjunct-directeur laten weten dat zij voornemens is om [appellant] wegens wangedrag van het Zadkine te verwijderen. Op 29 november 2024 is [appellant] van de onderwijsinstelling verwijderd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5201
Datum uitspraak
29 oktober 2025
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Studentenzaken
  • uitspraakin de zaak202502172/1/A2

202502332/2/R4

D&K Electronics B.V. heeft beroep ingesteld tegen het besluit van de raad van 30 januari 2025 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Dreumel, Industrieweg". De raad heeft een gedingstuk overgelegd en met verwijzing naar artikel 8:29 van de Awb medegedeeld dat uitsluitend de Afdeling kennis zal mogen nemen van dit stuk. Het betreft de anterieure overeenkomst tussen de ontwikkelaars van het plan en de gemeente.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5054
Datum uitspraak
29 oktober 2025
  • Geheimhoudingsbeslissing
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202502332/2/R4

202503040/1/R4

Bij besluit van 9 december 2024 heeft het college van burgemeester en wethouders van Gorinchem zijn beslissing om op 28 november 2024 spoedeisende bestuursdwang toe te passen wegens het in strijd met de Afvalstoffenverordening gemeente Gorinchem 2024 aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen, op schrift gesteld. De toepassing van spoedeisende bestuursdwang heeft bestaan uit het verwijderen van een kartonnen doos, die op 28 november 2024 is aangetroffen op straat ter hoogte van de [locatie 1] in Gorinchem. Het college is ervan uitgegaan dat [appellant] de kartonnen doos verkeerd heeft aangeboden, omdat zijn naam en adres op het adreslabel op de kartonnen doos staan. [appellant] betoogt dat het college ten onrechte de kosten van de toepassing van spoedeisende bestuursdwang op hem verhaalt. De kartonnen doos is afkomstig van zijn restaurant op de [locatie 2] in Gorinchem. [appellant] betwist niet dat hij de kartonnen doos op straat heeft neergezet, maar stelt daarvoor een goede reden te hebben gehad. Hij heeft namelijk een afspraak met de ASVZ, een instelling die mensen met een verstandelijke beperking ondersteunt, om op deze locatie elke donderdag oud papier en/of karton neer te zetten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5181
Datum uitspraak
29 oktober 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202503040/1/R4

202503234/1/R4

Bij besluit van 2 mei 2025 heeft het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam zijn beslissing om op 21 april 2025 spoedeisende bestuursdwang toe te passen wegens het in strijd met de Afvalstoffenverordening Rotterdam 2009 aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen op schrift gesteld. De toepassing van spoedeisende bestuursdwang heeft bestaan uit het verwijderen van een platte kartonnen doos met daarbij papierafval en plastic verpakkingsmateriaal die op 21 oktober 2025 zijn aangetroffen naast een ondergrondse papiercontainer ter hoogte van het [locatie] in Rotterdam. Het college is ervan uitgegaan dat [appellant] dit afval verkeerd heeft aangeboden, omdat zijn naam en adresgegevens op het verpakkingsmateriaal staan. Tussen partijen is niet in geschil dat [appellant] het afval verkeerd heeft aangeboden door dit naast de ondergrondse papiercontainer te plaatsen. Het college heeft hem dan ook terecht als overtreder aangemerkt. [appellant] vindt het niet terecht dat de kosten voor de toepassing van bestuursdwang voor zijn rekening komen. Hij voert aan dat het niet mogelijk was om zijn afval op de gebruikelijke wijze te deponeren in een papiercontainer.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5180
Datum uitspraak
29 oktober 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202503234/1/R4

202503403/1/R4

Bij besluit van 20 februari 2025 heeft het college van burgemeester en wethouders van Nijmegen zijn beslissing om op 17 februari 2025 spoedeisende bestuursdwang toe te passen wegens het in strijd met de Afvalstoffenverordening Nijmegen 2022 aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen, op schrift gesteld. De toepassing van spoedeisende bestuursdwang heeft bestaan uit het verwijderen van een huisvuilzak, die op 17 februari 2025 is aangetroffen naast de ondergrondse restafvalcontainer ter hoogte van de [locatie] in Nijmegen. Het is niet in geschil dat [appellante] de huisvuilzak daar verkeerd heeft aangeboden door hem naast de container te plaatsen. Het college heeft haar dan ook terecht als overtreder aangemerkt. [appellante] betoogt dat het college er redelijkerwijs van had moeten afzien te bepalen dat een gedeelte van de kosten van de toepassing van bestuursdwang voor haar rekening komt. Zij voert aan dat de container vol was en dat er ook al andere zakken naast stonden. Volgens haar was zij daarom genoodzaakt de huisvuilzak naast de container te zetten. [appellante] licht toe dat de containers regelmatig vol of geblokkeerd zijn.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5179
Datum uitspraak
29 oktober 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202503403/1/R4

202503888/1/R4

Bij besluit van 10 juni 2025 heeft het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam zijn beslissing om op 27 mei 2025 spoedeisende bestuursdwang toe te passen wegens het in strijd met de Afvalstoffenverordening Rotterdam 2009 aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen op schrift gesteld. De toepassing van spoedeisende bestuursdwang heeft bestaan uit het verwijderen van een platgemaakte doos, die op 27 mei 2025 is aangetroffen naast een ondergrondse papiercontainer ter hoogte van de [locatie] in Rotterdam. Het college is ervan uitgegaan dat [appellant] de doos verkeerd heeft aangeboden, omdat zijn naam en adres op het adreslabel op de doos staan. [appellant] betwist niet dat de platgemaakte doos van hem afkomstig is, maar stelt dat hij de platgemaakte doos niet naast de ondergrondse papiercontainer heeft aangeboden. Dat zijn naam en adres op het adreslabel stonden is volgens hem daarvoor onvoldoende bewijs. [appellant] stelt verder dat het college in het besluit ten onrechte veronderstelt dat ander afval dat naast de ondergrondse papiercontainer stond ook van hem afkomstig is.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5178
Datum uitspraak
29 oktober 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202503888/1/R4

202504245/1/A2

Bij besluit van 13 januari 2025 heeft de examinator van de bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid van de Vrije Universiteit van Amsterdam het tentamen Contractenrecht van [appellante] met een onvoldoende beoordeeld. Bij besluit van 18 juli 2025 heeft het CBE het door [appellante] hiertegen gemaakte administratief beroep ongegrond verklaard. [appellante] volgt de bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid aan de Vrije Universiteit. In het studiejaar 2024-2025 heeft zij op 19 december 2024 het tentamen Contractenrecht gemaakt. Op 13 januari 2025 is aan haar bekendgemaakt dat het tentamen met een onvoldoende is beoordeeld. Op 20 maart 2025 heeft in opdracht van het CBE een gesprek plaatsgevonden tussen [appellante] en de examinator. Dit heeft niet geresulteerd in een minnelijke schikking. Het CBE heeft vooropgesteld dat het slechts kan toetsen of de beoordeling van het tentamen in inhoudelijk opzicht niet kennelijk onredelijk is en of deze beoordeling op juiste wijze tot stand is gekomen. Het is niet aan hem om zelf een (uitvoerige) inhoudelijke beoordeling van het tentamen te verrichten. Het CBE heeft vervolgens geconcludeerd dat de beoordeling geen tekortkomingen kent in procedureel opzicht.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5177
Datum uitspraak
29 oktober 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Studentenzaken
  • uitspraakin de zaak202504245/1/A2
vorige pagina1...456...40volgende pagina

Facetten
Gepubliceerd
  • Uitspraken uit
Type uitspraak
Proceduresoort
Rechtsgebied
Bevat

Raad van State

De Raad van State is onafhankelijk adviseur van regering en parlement over wetgeving en bestuur en hoogste algemene bestuursrechter van het land.

  • Meer over ons
  • Vacatures

Contact

De Raad van State bevindt zich in het centrum van Den Haag. Wilt u in contact komen met ons of wilt u ons bezoeken voor een zitting?

  • Telefoon
  • Locatie en route
  • Post en e-mail
  • Digitaal procederen
  • Wet open overheid
  • Nieuwe zaak starten

Altijd op de hoogte

Ontvang ons nieuws via de abonnementenservice in uw mailbox. Op de hoogte gehouden worden over uitspraken die gedaan worden in bepaalde zaken? Meld u dan aan voor de e-mailservice. Of bekijk de voortgang van een bepaalde procedure bij de Afdeling bestuursrechtspraak.

  • Abonnementenservice
  • E-mailservice uitspraken
  • Voortgang procedure
  • Aanvragen oude uitspraken

Toegankelijkheid | Privacy | Cookiebeleid

Volg ons

  • Bluesky
  • LinkedIn
  • Instagram
  • Mastodon