Uitspraken
De Afdeling bestuursrechtspraak is de hoogste algemene bestuursrechter van het land. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de rechterlijke taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Ons werk.
Toon overzicht van de actuele uitspraken:
Bij besluit, bekendgemaakt op 5 februari 2021, heeft het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam onder meer een locatie ter hoogte van Hoornsingel/Hoge Schiehof 1A-9B aangewezen voor het plaatsen van een ondergrondse restafvalcontainer en een papiercontainer. Bij brief van 18 november 2020 heeft het college [appellant] geïnformeerd over vervanging van rolcontainers door ondergrondse containers. In de bijlage van deze brief heeft het college een afbeelding bijgevoegd van de voorgenomen locatie waar de ORAC en de papiercontainer worden geplaatst. Het college heeft echter met het aanwijzingsbesluit, bekendgemaakt op 5 februari 2021, een andere locatie ter hoogte van Hoornsingel/Hoge Schiehof 1A-9B aangewezen voor de plaatsing van de ORAC en de papiercontainer. Deze locatie ligt verder weg van het complex De Hoge Schie waar [appellant] woont, namelijk op ongeveer 18 meter afstand van het wooncomplex. In een e-mail van 16 februari 2021 heeft [naam], ambtenaar van de gemeente Rotterdam, een luchtfoto met de plaatsbepaling van de containers aan [appellant] toegestuurd.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2023:808
- Datum uitspraak
- 1 maart 2023
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Afval
Bij besluit van 14 januari 2022 heeft de burgemeester van Weert aan [appellant] een huisverbod opgelegd voor een periode van 10 dagen. Het huisverbod omvatte ook een verbod om contact op te nemen met [moeder], de moeder van [appellant]. Aanleiding voor het opleggen van het huisverbod waren incidenten op 12 en 13 januari 2022. De burgemeester heeft aan [appellant] een huisverbod opgelegd van 14 januari 2022 te 09:59 uur tot 24 januari 2022 te 09:59 uur voor de woning aan de [locatie] te Weert. Het huisverbod omvatte ook een verbod om contact op te nemen met [moeder], de moeder van [appellant]. Aanleiding voor het opleggen van het huisverbod waren incidenten op 12 en 13 januari 2022.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2023:826
- Datum uitspraak
- 1 maart 2023
- Hoger beroep
- Huisverbod
Bij brief van 27 maart 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Uithoorn een verzoek van [appellant] om handhavend op te treden tegen het bouwen en verzwaren van een brug op het perceel [locatie A] in Uithoorn, afgewezen. [appellant] woont op het perceel [locatie B] in Uithoorn. G.A.A. van den Haak Beheer B.V. is eigenaar van het perceel [locatie A]. Zij verhuurt het pand op dit perceel aan [huurder]. In dit pand is "Hotel Lakeside" gevestigd. [appellant] heeft het college verzocht om handhaving ten aanzien van het bouwen en verzwaren van een brug op het perceel [locatie A]. Bij brief van 27 maart 2019 heeft het college het verzoek afgewezen, omdat sprake was van onderhoud aan een al aanwezige brug waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2023:847
- Datum uitspraak
- 1 maart 2023
- Hoger beroep
- Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
Bij besluit van 8 oktober 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Bergen (NH) het verzoek tot vaststelling van een dwangsom wegens niet tijdig beslissen op bezwaar afgewezen. Op 9 augustus 2019 heeft het college aan [appellante] een last onder dwangsom opgelegd in verband met het gebruik van haar woning als recreatiewoning. Hiertegen heeft zij op 6 september 2019 bezwaar gemaakt en op 13 september 2019 heeft zij de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen. Dit verzoek is op 4 oktober 2019, ECLI:NL:RBNHO:2019:8303, door de voorzieningenrechter van de rechtbank Noord-Holland toegewezen. Hierbij is het college veroordeeld de proceskosten aan [appellante] te vergoeden tot een bedrag van € 1.024,00. Op 13 november 2019 heeft [appellante] een verzoek gedaan bij het college om de daadwerkelijk gemaakte proceskosten van € 2.500,00 te vergoeden. Dit verzoek is op 9 december 2019 door het college afgewezen. Hiertegen heeft [appellante] op 12 december 2019 bezwaar gemaakt.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2023:816
- Datum uitspraak
- 1 maart 2023
- Hoger beroep
- Hoger Beroep - Overige
Bij besluit van 23 juni 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Utrecht onder meer de locatie ter hoogte van de Xenophonlaan tegenover Caesarlaan 1 in Utrecht (locatie 5.04) aangewezen voor het plaatsen van een ondergrondse restafvalcontainer. Het college heeft met het aanwijzingsbesluit van 23 juni 2021 een locatie ter hoogte van de Xenophonlaan tegenover Caesarlaan 1 in Utrecht aangewezen voor het plaatsen van een ORAC. Deze locatie wordt in het besluit aangeduid als locatie 5.04. In het besluit op bezwaar van 2 maart 2022 is de aanwijzing van de locatie in stand gelaten. [appellant] woont op de [locatie], ten noordoosten van de aangewezen locatie van de ORAC. [appellant] kan zich niet verenigen met de aangewezen locatie en wijst op alternatieve locaties die volgens hem wel geschikt zijn.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2023:810
- Datum uitspraak
- 1 maart 2023
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Afval
Bij besluit van 21 december 2020 heeft de minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media de uitkeringskosten van een voormalige werknemer van de Stichting in mindering gebracht op het bekostigingsbedrag voor personeel. Van 1 januari 2014 tot 1 januari 2016 is [werknemer] werkzaam geweest bij de Stichting. Eerder werkte hij bij de Stichting voor Algemeen Bijzonder Basisonderwijs. Na dat dienstverband is hij gedurende de periode van 1 augustus 2012 tot en met 1 januari 2014 werkloos geweest. In die periode ontving hij een werkloosheidsuitkering (hierna: een WW-uitkering) en een bovenwettelijke uitkering. Na het eindigen van het dienstverband bij de Stichting heeft de werknemer opnieuw een uitkering aangevraagd. Het UWV heeft de WW-uitkering toegekend voor de periode van 4 januari 2016 tot en met 3 september 2018. Daarnaast heeft WWplus de werknemer een aanvullende BW-uitkering toegekend van 4 januari 2016 tot en met 3 september 2018, en een aansluitende BW-uitkering van 4 september 2018 tot en met 31 juli 2020.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2023:831
- Datum uitspraak
- 1 maart 2023
- Hoger beroep
- Geld
- Onderwijs
Bij twee onderscheiden besluiten van 29 december 2020 heeft de minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media de aanvragen van SKPO voor bijzondere bekostiging "onderwijs aan asielzoekers op basisscholen die een jaar of langer en korter dan twee jaar in Nederland woonachtig zijn" en "eerste opvang asielzoekers en overige vreemdelingen" afgewezen. SKPO heeft op 14 december 2020 twee aanvragen bij de minister ingediend om bekostiging op grond van de Definitieve Regeling bekostiging personeel PO 2019-2020 en vaststelling bedragen voor ondersteuning van leerlingen in het PO en VO 2019-2020 (hierna: de Regeling). Het gaat om de bijzondere bekostiging van leerlingen van De Wereldwijzer, een locatie van basisschool De Springplank die is gericht op onderwijs aan leerlingen in de leeftijd van 4 tot 12 jaar, die rechtstreeks uit het buitenland komen.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2023:828
- Datum uitspraak
- 1 maart 2023
- Hoger beroep
- Geld
- Onderwijs
Bij besluit van 3 december 2020 heeft het het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen het rijbewijs van [appellant] vanaf 10 december 2020 ongeldig verklaard. Op 11 december 2019 heeft de officier van justitie aan het CBR mededeling gedaan van het vermoeden dat [appellant] niet langer beschikt over de rijvaardigheid die vereist is voor het besturen van de categorieën motorrijtuigen waarvoor aan hem een rijbewijs is afgegeven. In die mededeling en in de bijlagen is vermeld dat [appellant] op 27 november 2019 betrokken was bij een aanrijding met een scooter. [appellant] heeft verklaard dat hij de scooter niet meer kon ontwijken en daardoor tegen hem aan was gereden. Uit de uitgevoerde ademanalyse is naar voren gekomen dat het alcoholgehalte 1000 µg/l (2,3 ‰) betrof. Het rijbewijs is meteen ingenomen.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2023:809
- Datum uitspraak
- 1 maart 2023
- Hoger beroep
- Wegenverkeerswet
Bij besluit van 27 augustus 2021 heeft het CBR het rijbewijs van [appellante] per 3 september 2021 ongeldig verklaard, omdat specialistisch onderzoek door de keurend arts naar het alcoholgebruik van [appellante] heeft geleid tot de conclusie dat sprake is van alcoholmisbruik. Uit dat onderzoek blijkt dat het alcoholmisbruik is gestopt op 13 januari 2021. [appellante] is het oneens met dit besluit, omdat zij haar rijbewijs nodig heeft om te kunnen reizen naar medische behandelingen. Volgens [appellante] is het voor haar, vanwege medische redenen, niet mogelijk om met het openbaar vervoer te reizen naar de behandelingen. [appellante] heeft zich verder op het standpunt gesteld dat haar complexe medische situatie zich niet met de wijze van reguliere afdoening verhoudt als het gaat om het toepassen van de recidiefvrije periode van een jaar.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2023:830
- Datum uitspraak
- 1 maart 2023
- Hoger beroep
- Wegenverkeerswet
Bij besluit van 13 juni 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Gouda zijn beslissing om op 24 mei 2022 spoedeisende bestuursdwang toe te passen wegens het in strijd met de Afvalstoffenverordening Gouda 2011 aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen, op schrift gesteld. Het college heeft daarbij vermeld dat de kosten voor de toepassing van spoedeisende bestuursdwang, te weten € 90,00, voor rekening van [appellant] komen. Bij besluit van 19 augustus 2022 heeft het college het door [appellant] hiertegen gemaakte bezwaar gegrond verklaard, het besluit van 13 juni 2022 ingetrokken en een proceskostenvergoeding toegekend van € 135,25. [appellant] betoogt dat het college bij de toekenning van de proceskostenvergoeding op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht ten onrechte de wegingsfactor zeer licht (0,25) heeft toegepast voor het indienen van een pro forma bezwaarschrift. Volgens [appellant] had het college gelet op de aard van de zaak de wegingsfactor gemiddeld (1) moeten toepassen.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2023:829
- Datum uitspraak
- 1 maart 2023
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Afval
- Geld