Uitspraken
De Afdeling bestuursrechtspraak is de hoogste algemene bestuursrechter van het land. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de rechterlijke taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Bestuursrechtspraak.
Toon overzicht van de actuele uitspraken:
Bij besluit van 17 januari 2022 heeft de raad van de gemeente Zwolle het bestemmingsplan "Voorsterpoort, Russenweg - Grote Voort (Retail)" vastgesteld en besloten geen exploitatieplan vast te stellen. Het bestemmingsplan maakt in het plangebied een detailhandelsontwikkeling mogelijk binnen het hoofdthema "in en om het huis" in de woonbranche alsmede in bruin- en witgoedzaken. Het plangebied is gelegen op de hoek van de Russenweg en de Grote Voort en grenst aan de gronden van de Woonboulevard Zwolle. Voorheen stond er in het plangebied een schoolgebouw van het Deltion college. Dit gebouw is in 2010 gesloopt. De grond in het plangebied ligt braak en is eigendom van de gemeente. Euro V is eigenaar van de Woonboulevard Zwolle. Zij heeft beroep ingesteld tegen het bestreden besluit tot vaststelling van het bestemmingplan, omdat zij vindt dat de raad onvoldoende rekening heeft gehouden met haar belangen en het bestemmingsplan niet zorgvuldig heeft voorbereid. Zij vreest leegstand in de winkelpanden van de Woonboulevard en verkeersproblemen als gevolg van het bestemmingsplan.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2025:775
- Datum uitspraak
- 26 februari 2025
- Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
- RO - Overijssel
Bij besluit van 28 september 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van 's-Hertogenbosch een handhavingsverzoek van [appellant] afgewezen. Op 10 juni 2020 heeft [appellant] het college verzocht om handhavend op te treden tegen het innemen van ligplaatsen en het plaatsen van aanlegconstructies aan de oever van de hoofdvaart ter hoogte en aan de zijde van de Indigoweg, huisnummers 69 en 83, in Rosmalen. Met het besluit op bezwaar van 10 maart 2021 heeft het college besloten om toch handhavend op te treden tegen het innemen van een ligplaats op de voornoemde locatie, omdat het college dat gedeelte van het water niet als een plek heeft aangewezen waar het is toegestaan een ligplaats in te nemen. Dat is in strijd met artikel 5:17, eerste lid, aanhef en onder a, van de Algemene plaatselijke verordening ’s-Hertogenbosch 2016, dus is er sprake van een overtreding. Tegen het plaatsen van aanlegconstructies kan niet handhavend worden opgetreden, omdat geen sprake is van een overtreding, aldus het college. Daarmee is [appellant] het niet eens.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2025:767
- Datum uitspraak
- 26 februari 2025
- Hoger beroep
- Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
- Verordeningen
Bij besluit van 7 maart 2022 heeft de raad van de gemeente Zwolle het bestemmingsplan "Buitengebied, Wijthmenerplas, herziening 1" gewijzigd vastgesteld. De gronden in het plangebied zijn onderdeel van een dagrecreatiegebied. Op deze gronden ligt een terrein dat gebruikt wordt voor evenementen. In het bestemmingsplan "Buitengebied, Wijthmenerplas" uit 2015 is voorzien in een planologische regeling voor dit gebied. Het op de verbeelding van dit bestemmingsplan als zodanig aangeduide evenemententerrein blijkt in de praktijk onvoldoende ruimte te bieden voor een aantal evenementen. Daarom wordt met het voorliggende plan de omvang van dit aangeduide evenemententerrein op de verbeelding vergroot, onder de voorwaarde dat de totale omvang van het evenemententerrein dat gebruikt wordt voor een evenement, maximaal 12,8 hectare is. Daarnaast worden twee verleende omgevingsvergunningen waarin afwijkingen van het bestemmingsplan "Buitengebied, Wijthmenerplas" vergund zijn, in het plan verwerkt. [appellant 2] en [appellant 3] en [appellant 1] en anderen zijn omwonenden, die wonen op de [locatie 1] en [locatie 2] in Zwolle. Zij kunnen zich niet met het plan verenigen omdat zij vrezen voor een aantasting van hun woon- en leefklimaat.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2025:788
- Datum uitspraak
- 26 februari 2025
- Eerste aanleg - meervoudig
- RO - Overijssel
Bij besluit van 13 januari 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Stichtse Vecht [appellant 1] gelast om verschillende bouwwerken op het perceel [locatie] te verwijderen en verwijderd te houden en het strijdige gebruik op het perceel te staken en gestaakt te houden. Als [appellant 1] niet tijdig voldoet aan de last, verbeurt zij een dwangsom. [appellant 1] en [appellant 2] zijn eigenaar van een recreatiewoning op het perceel. Zij wonen permanent in de recreatiewoning. Ter plaatse geldt het bestemmingsplan "300 meterstrook Scheendijk". De bestemming is "Groen" met de nadere aanduiding "recreatiewoning". Tijdens controles op 27 september 2016 en 5 september 2018 en een hercontrole op 9 januari 2020 heeft de toezichthouder van het college geconstateerd dat op het perceel zonder omgevingsvergunning onder andere een corridor tussen de recreatiewoning en het botenhuis waren gebouwd, dat het botenhuis in afwijking van de daarvoor verleende omgevingsvergunning was uitgevoerd en dat het botenhuis als recreatiewoning/keuken wordt gebruikt in strijd met het bestemmingsplan.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2025:774
- Datum uitspraak
- 26 februari 2025
- Hoger beroep
- Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
Bij verzoek van 10 januari 2025 heeft [appellant] de Afdeling gevraagd om schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn in zaaknummer 202203679/1/A2 toe te kennen. [appellant] heeft de Afdeling verzocht een schadevergoeding uit te spreken omdat de redelijke termijn is overschreden. De redelijke termijn is voor zaken die uit een bezwaarschriftprocedure en een procedure in twee rechterlijke instanties bestaan in beginsel niet overschreden als die procedure in haar geheel niet langer dan vier jaar heeft geduurd.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2025:758
- Datum uitspraak
- 26 februari 2025
- Hoger beroep
- Schadevergoeding
Bij besluit van 23 juli 2020 heeft het college aan [vergunninghoudster] een omgevingsvergunning verleend voor het bouwen van een dakterras op de aanbouw op het perceel aan de [locatie 1]. [vergunninghoudster] heeft een aanbouw aan de achterzijde van zijn woning gebouwd. Het college heeft het verzoek van [appellant] om hiertegen handhavend op te treden afgewezen. Volgens het college is er geen overtreding, omdat de aanbouw vergunningvrij kon worden gebouwd op grond van artikel 2, aanhef en onderdeel 3, van bijlage II van het Besluit omgevingsrecht. [appellant] en [vergunninghoudster] zijn buren. [appellant] woont aan de [locatie 2] en [vergunninghoudster] woont aan de [locatie 1]. Voor het bouwen van een dakterras op de aanbouw heeft [vergunninghoudster] een omgevingsvergunning voor de activiteiten "bouwen van een bouwwerk" en "gebruiken van gronden en bouwwerken in strijd met een bestemmingsplan" als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a en c, van de Wabo aangevraagd. [appellant] en [vergunninghoudster] zijn buren.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2025:743
- Datum uitspraak
- 26 februari 2025
- Hoger beroep
- Bouwen
- Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
Bij besluit van 21 mei 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Assen [partij] onder oplegging van een dwangsom gelast om de zonder de vereiste omgevingsvergunning gebouwde aanbouw op het perceel [locatie] in Assen te verwijderen of aan te passen aan de voorwaarden van artikel 2 of 3 van bijlage II van het Besluit omgevingsrecht. [partij] is eigenaar van het bedrijfspand op het perceel aan de [locatie] te Assen. Naar aanleiding van een handhavingsverzoek van het naastgelegen bedrijf [appellant sub 2] heeft het college controles uitgevoerd op het perceel van [partij] en vastgesteld dat op het perceel zonder de daarvoor benodigde omgevingsvergunning een garage is gerealiseerd. Het college heeft bij besluit van 21 mei 2021 aan [partij] een last onder dwangsom opgelegd, inhoudende dat [partij] de aanbouw aan de rechterzijde van het pand geheel moet verwijderen of aan moet passen aan de voorwaarden van artikel 2 of 3 van Bijlage II van het Bor. [partij] heeft tegen dit besluit bezwaar gemaakt en heeft, nadat zijn bezwaar door het college ongegrond was verklaard bij besluit van 1 december 2021, beroep ingesteld bij de rechtbank.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2025:742
- Datum uitspraak
- 26 februari 2025
- Hoger beroep
- Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
Bij besluit van 5 november 2020 heeft het Instituut Mijnbouwschade Groningen het verzoek van [appellant] om schadevergoeding afgewezen. [appellant] is sinds 1986 eigenaar van een oude kop-hals-romp boerderij uit de zestiende/zeventiende eeuw aan de [locatie] in Munnekezijl. Op 24 mei 2013 heeft [appellant] schade als gevolg van mijnbouwactiviteiten gemeld bij de Nederlandse Aardolie Maatschappij B.V. (NAM). Op 5 december 2013 heeft de deskundige van KLEIN Architecten B.V. in opdracht van de NAM een beoordelingsrapport uitgebracht. In het rapport is vermeld dat de schade aan de woonboerderij niet het gevolg van mijnbouwactiviteiten is. Op 11 november 2014 heeft [appellant] de Technische commissie bodembeweging om advies gevraagd over de schade aan de woning. [appellant] heeft een second opinion van 27 februari 2014 van het bedrijf Libau, opgesteld door A. de Groot, ingebracht.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2025:738
- Datum uitspraak
- 26 februari 2025
- Hoger beroep
- Schadevergoeding
Bij besluit van 4 november 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Utrecht aan de gemeente Utrecht een omgevingsvergunning verleend voor het bouwen en gebruiken van een jongerenontmoetingsplek op de hoek van de Crouweldijk en ’t Zand in Utrecht voor de duur van tien jaar. De gemeente Utrecht wil in het gebied Vleuten-de Meern en Leidsche Rijn extra speel-, beweeg- en ontmoetingsplekken realiseren waar jongeren terecht kunnen. In dat verband wil de gemeente op het perceel, dat ligt nabij de hoek van de wegen Crouweldijk en ’t Zand, een jongerenontmoetingsplek realiseren en de daar reeds aanwezige sportplek opknappen en herinrichten. De aanvraag ziet op het bouwen en gebruiken van de jongerenontmoetingsplek. Er wordt een overkapping geplaatst zonder wanden met een verblijfsoppervlakte van 22 m2. Onder de overkapping komen op een talud drie betonranden boven elkaar, tribune genoemd. [appellant] woont aan de [locatie] op ongeveer 80 meter afstand van de beoogde jongerenontmoetingsplek. Hij heeft bezwaar gemaakt tegen het besluit van 4 november 2020. Het college heeft het besluit met het besluit op bezwaar van 28 april 2021 gehandhaafd.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2025:766
- Datum uitspraak
- 26 februari 2025
- Hoger beroep
- Bouwen
Bij tussenuitspraak van 29 mei 2024, ECLI:NL:RVS:2024:2235 (hierna: de tussenuitspraak) heeft de Afdeling de raad van de gemeente Hellendoorn opgedragen om binnen 20 weken na verzending van de tussenuitspraak, met inachtneming van wat onder 9 is overwogen, het besluit van 11 oktober 2022 te herstellen. De Afdeling heeft in de tussenuitspraak onder 6.2 overwogen dat de raad bij de vaststelling van het bestemmingsplan niet het belang van [appellant] bij een aanvaardbaar woon- en leefklimaat in zijn belangenafweging heeft betrokken. De Afdeling zal aan de hand van de door [appellant] naar voren gebrachte zienswijze beoordelen of de raad met het herstelbesluit heeft voldaan aan de opdracht in de tussenuitspraak.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2025:770
- Datum uitspraak
- 26 februari 2025
- Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
- RO - Overijssel