Uitspraken
De Afdeling bestuursrechtspraak is de hoogste algemene bestuursrechter van het land. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de rechterlijke taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Bestuursrechtspraak.
Toon overzicht van de actuele uitspraken:
Bij besluit van 27 juni 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Weesp (nu Amsterdam) een aanvraag van [appellant] om een tweede parkeervergunning voor bewoners afgewezen. Als gevolg van een nieuwe parkeervisie van de gemeente, neergelegd in de Nota Parkeermaatregelen Weesp, is de Parkeerverordening Weesp 2021 ingevoerd. Daarin is onder meer neergelegd dat het college in de wijk van [appellant] een tweede bewonersvergunning kan verlenen indien de bewoner op 30 juni 2020 houder was van ten minste twee motorvoertuigen. Omdat [appellant] op die datum nog geen tweede auto had, heeft het college zijn aanvraag om een tweede parkeervergunning afgewezen. Het gevolg hiervan is dat [appellant] op maandag tot en met vrijdag van 10:00 tot 20:00 uur en op zaterdag van 10:00 tot 17:00 uur betaald moet parkeren voor zijn tweede auto, die hij in september 2020 heeft aangeschaft.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2023:4237
- Datum uitspraak
- 15 november 2023
- Hoger beroep
- Verordeningen
Bij besluit van 23 juli 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag een omgevingsvergunning verleend aan de gemeente Den Haag voor het kappen van 49 populieren. Het college heeft de omgevingsvergunning verleend voor het kappen van 49 populieren in stadsdeel Escamp (wijk Moerwijk) in Den Haag. Deze omgevingsvergunning maakt deel uit van de gemeentelijke projectmatige aanpak onveilige populieren. Aan het besluit van 23 juli 2019 ligt ten grondslag dat de te kappen bomen van matige tot slechte kwaliteit zijn. De bomen zijn door afbrekende takken onveilig voor hun omgeving. Omdat de bomen niet op duurzame wijze behouden kunnen blijven, is de kap van de bomen volgens het college noodzakelijk. Het college heeft verder aan de vergunning twee voorschriften verbonden. Er mag niet gekapt worden tijdens het broedseizoen en er geldt een herplantplicht van 49 bomen, te planten in het eerstvolgende plantseizoen.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2023:4261
- Datum uitspraak
- 15 november 2023
- Hoger beroep
- Kapvergunningen
Bij besluit van 28 januari 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Kapelle aan [appellant] een omgevingsvergunning verleend voor het uitbreiden van de woning op het perceel aan de Wilhelminastraat 64 te Wemeldinge. [appellant] heeft op 26 oktober 2020 een aanvraag ingediend voor een omgevingsvergunning voor het legaliseren van de uitbreiding van de bestaande woning op het perceel. Het perceel heeft op basis van het geldende bestemmingsplan "Kom Wemeldinge" de bestemming "Wonen". Bij besluit van 28 januari 2021 heeft het college de omgevingsvergunning verleend. Op 28 april 2021 heeft het college het door [partij] daartegen gemaakte bezwaar, onder verwijzing naar het advies van de bezwaaradviescommissie ongegrond verklaard. De rechtbank heeft het beroep van [partij] gegrond verklaard en het besluit vernietigd, omdat volgens de rechtbank niet aannemelijk is dat de woning gebruikt gaat worden om één huishouden in te vestigen. De rechtbank heeft het college opgedragen met inachtneming van haar uitspraak opnieuw te beslissen op het bezwaar van [partij].
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2023:4254
- Datum uitspraak
- 15 november 2023
- Hoger beroep
- Bouwen
Bij besluit van 12 juli 2022 heeft de raad van de gemeente Overbetuwe het bestemmingsplan "Herveld, Sint Willibrordusstraat 16a" vastgesteld. Het plan voorziet in de mogelijkheid een vrijstaande woning te realiseren op de gronden van de Sint Willibrordusstraat 16a in Herveld. Hiervoor hadden deze gronden een agrarische bestemming zonder bouwvlak. Het plangebied ligt aan de rand van de bebouwde kom van Herveld, aan de noordoostkant van de kern. Ongeveer 300 meter ten noorden van het plangebied ligt de A15 en ongeveer 350 meter ten noorden van het plangebied ligt de spoorlijn Betuweroute. Ten oosten van het plangebied, aan [locatie] in Herveld, zijn de gronden van [appellante] gelegen. Deze gronden hebben een bedrijfsbestemming. [appellante] kan zich met het plan niet verenigen. De voorziene woning is namelijk gelegen op ongeveer 50 meter van het bedrijfsperceel en de gronden van het plangebied die (deels direct) aan haar bedrijfsperceel grenzen hebben de bestemming "Tuin". [appellante] vreest daardoor in haar bedrijfsvoering te worden beperkt.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2023:4252
- Datum uitspraak
- 15 november 2023
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- RO - Gelderland
Bij besluit van 21 september 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Vught aan ProRail B.V. een omgevingsvergunning verleend voor het kappen van 267 bomen aan de oostzijde van het spoor tussen ’s-Hertogenbosch en Eindhoven. Het college heeft aan ProRail B.V. een omgevingsvergunning verleend voor het kappen van 267 bomen aan de oostzijde van het spoor tussen ’s-Hertogenbosch en Eindhoven. De kap van de bomen is volgens het college noodzakelijk voor de uitvoering van het tracébesluit Programma Hoogfrequent Spoorvervoer Meteren-Boxtel. Aan de omgevingsvergunning heeft het college een herplantplicht verbonden zoals bepaald in het tracébesluit. [appellant sub 2] en [appellant sub 1] betogen dat zij een verslechtering van hun woon- en leefklimaat vrezen als gevolg van de kap van de bomen ten behoeve van de uitvoering van het tracébesluit. Zij verwachten meer hinder in de vorm van trillingen, geluid, fijnstof en stank. De bomen zouden volgens hen ook niet moeten worden gekapt, omdat zij zorgen voor koelte en veiligheid. Verder zijn er volgens hen alternatieven voor een verbreding van het tracé, waardoor de bomen zouden kunnen blijven staan.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2023:4260
- Datum uitspraak
- 15 november 2023
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Kapvergunningen
Bij uitspraak van 19 oktober 2022 heeft de rechtbank de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid veroordeeld tot het betalen van een schadevergoeding van € 3.000,- voor immateriële schade. In hoger beroep is in geschil of de rechtbank terecht geen schadevergoeding voor de door [appellant sub 1] gestelde inkomensschade heeft toegekend. Ook is in geschil of de rechtbank kon volstaan met de toekenning van een schadevergoeding van € 3.000,- voor immateriële schade. [appellant sub 1] is geboren op [geboortedatum] 1983 en bezit de Soedanese nationaliteit. In 1998 is hij Nederland ingereisd. [appellant sub 1] beschikte sinds 9 juni 1999 over een verblijfsvergunning voor verblijf als alleenstaande minderjarige vreemdeling. Met ingang van 1 april 2001 is deze vergunning van rechtswege aangemerkt als een verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd. Op 19 juni 2013 heeft de staatssecretaris het voornemen geuit om de verblijfsvergunning van [appellant sub 1] in te trekken.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2023:4268
- Datum uitspraak
- 15 november 2023
- Hoger beroep
- Schadevergoeding
Bij besluit van 27 oktober 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid het verzoek van [appellant] om hem het Nederlanderschap te verlenen afgewezen. De staatssecretaris heeft het verzoek afgewezen op grond van artikel 9, eerste lid, aanhef en onder a, van de Rijkswet op het Nederlanderschap, omdat ernstige vermoedens bestaan dat [appellant] een gevaar vormt voor de openbare orde. De reden hiervoor is dat [appellant] bij uitspraak van 3 augustus 2021 strafrechtelijk is veroordeeld tot 60 uur taakstraf, subsidiair 30 dagen hechtenis. Volgens de staatssecretaris doen zich geen bijzondere omstandigheden voor die maken dat hij toch het Nederlanderschap had moeten verlenen.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2023:4258
- Datum uitspraak
- 15 november 2023
- Hoger beroep
- Nederlanderschap
Bij besluit van 29 september 2022 heeft de raad van de gemeente Meierijstad het bestemmingsplan "[locatie 1]-[locatie 2], Erp" vastgesteld. Het plangebied bestaat uit de percelen gelegen aan de [locatie 1]-[locatie 2] in Erp. Deze percelen zijn in eigendom van [partij]. Op deze percelen stond een bedrijfsverzamelgebouw met verschillende winkel- en kantoorfuncties. Het bestaande, verouderde pand uit 1975 is inmiddels gedeeltelijk gesloopt en [partij] wil het verbouwen tot een woongebouw met 19 appartementen. Het bestemmingsplan wijzigt de bestemming van "Gemengd" met functieaanduiding. [appellante] is gevestigd op het perceel [locatie 3], direct ten zuiden van het plangebied. [appellante] kan zich niet verenigen met het bestemmingsplan, omdat het plan volgens haar niet passend is in de omgeving, niet wordt voldaan aan de richtafstanden uit de publicatie "Bedrijven en milieuzonering" uit 2009 van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (hierna: de VNG-brochure) en het plan in strijd met de Detailhandelsvisie en het -beleid gemeente Meierijstad is vastgesteld. Ook vreest [appellante] voor meldingen van overlast door de bewoners van de voorziene appartementen.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2023:4235
- Datum uitspraak
- 15 november 2023
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- RO - Noord-Brabant
Bij besluit van 27 oktober 2022 heeft de raad van de gemeente Edam-Volendam het bestemmingsplan "Herontwikkeling De Watering aan de Krommert te Oosthuizen" vastgesteld. Het plan maakt het mogelijk om 22 grondgebonden bungalows voor senioren met een optionele verdieping te realiseren. Daarbij is ook voorzien in tuinen en parkeerplaatsen. Op de locatie staan momenteel twee gebouwen, waarvan het ene in gebruik was als buitenschoolse opvang en het andere als cultureel centrum. Ten noordoosten en noordwesten van het plangebied ligt De Watering en aan de overige zijden wordt het plangebied begrensd door de bestaande woningen aan De Krommert. Het plan zal worden ontwikkeld door [partij]. [appellant sub 1], [appellant sub 2] en anderen en [appellant sub 3] en anderen wonen op De Krommert, in de directe nabijheid van het plangebied. Zij vrezen voor negatieve gevolgen van de met het plan mogelijk gemaakte ontwikkeling voor hun woon- en leefklimaat.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2023:4234
- Datum uitspraak
- 15 november 2023
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- RO - Noord-Holland
Bij besluit van 11 januari 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag de aanvraag van [appellante] voor een éénmalig woningaanbod afgewezen. Bij besluit van 13 augustus 2021 heeft het college een urgentieverklaring aan [appellante] verleend waarmee zij kon reageren op een benedenwoning of flat met lift en drie, vier of vijf slaapkamers. Na afloop van de geldigheidstermijn van de urgentieverklaring heeft [appellante] op 14 december 2021 een aanvraag gedaan voor een éénmalig woningaanbod. Het college heeft bij het besluit van 29 maart 2022 de afwijzing van de aanvraag voor een éénmalig woningaanbod gehandhaafd op grond van artikel 4:8, vierde lid, van de Huisvestingsverordening Den Haag 2019. Volgens het college voldoet [appellante] niet aan de voorwaarden uit voormeld artikel, omdat zij passende woningen heeft geweigerd en niet op passende woningen heeft gereageerd waardoor de urgentieverklaring niet optimaal is benut. Het college heeft geen aanleiding gezien voor toepassing van de hardheidsclausule.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2023:4262
- Datum uitspraak
- 15 november 2023
- Hoger beroep
- Verordeningen