Uitspraken
De Afdeling bestuursrechtspraak is de hoogste algemene bestuursrechter van het land. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de rechterlijke taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Ons werk.
Toon overzicht van de actuele uitspraken:
Bij uitspraak van 23 augustus 2019 heeft de rechtbank het beroep van [appellant] tegen het niet tijdig nemen van een dwangsombeschikking door het college als bedoeld in artikel 4:18 van de Awb niet-ontvankelijk verklaard.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2023:197
- Datum uitspraak
- 18 januari 2023
- Hoger beroep
- Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
Bij besluit van 15 januari 2020 heeft de minister voor Rechtsbescherming een door [appellant] ingediend verzoek om informatie deels toegewezen. De fiets van [appellant] is wegens verkeerd parkeren verwijderd en opgeslagen. Er is op 20 maart 2018 een proces-verbaal van meevoering en opslag opgemaakt. [appellant] heeft naar aanleiding daarvan op grond van de Wet openbaarheid van bestuur onder andere verzocht om de naam van de buitengewoon opsporingsambtenaar die bekend is onder aktenummer 6050527 en de handtekeningen van degenen die nader geduide (mandaat)besluiten hebben ondertekend.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2023:160
- Datum uitspraak
- 18 januari 2023
- Hoger beroep
- Openbaarheid
Bij besluit van 13 februari 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam aan [appellant] een bestuurlijke boete opgelegd. [appellant] staat in de basisregistratie personen (hierna: brp) ingeschreven op het adres [locatie] Amsterdam. Het college heeft hem een bestuurlijke boete opgelegd van € 18.000,00 omdat na onderzoek is gebleken dat hij zonder vergunning de woning op het adres [locatie] Amsterdam heeft verbouwd tot twee of meer zelfstandige woonruimten of in die verbouwde staat heeft gehouden. Het college heeft het voornemen en de zogenoemde legalisatiebrief, beide van 1 november 2019, en het besluit van 13 februari 2020, zowel aangetekend als met de gewone post naar dit adres gestuurd. Alle drie aangetekend verstuurde brieven zijn retour gekomen.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2023:169
- Datum uitspraak
- 18 januari 2023
- Hoger beroep
- Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
Bij besluit van 7 december 2021 heeft de raad van de gemeente Almelo het bestemmingsplan "Woongebied Indië - Deel 3" vastgesteld. Het plangebied waar het bestreden plan "Woongebied Indië - Deel 3" betrekking op heeft, maakt deel uit van het zogenoemde Indiëterrein, dat is gelegen ten noordwesten van het centrum van Almelo. Het plan heeft betrekking op deelgebied 3 van het Indiëterrein en voorziet onder meer in de bouw van maximaal 145 woningen, zowel grondgebonden woningen als gestapelde woningen. [appellant] en anderen wonen in het appartementengebouw aan de Vixseboxsestraat in Almelo, dat zich bevindt in deelgebied 1. Volgens het bestemmingsplan "Woongebied Indië - Deel 1" mag hun appartementengebouw een maximale bouwhoogte hebben van 18 m. Het appartementengebouw grenst direct aan deelgebied 3, waarop het bestreden plan "Woongebied Indië - Deel 3" ziet. [appellant] en anderen richten zich in hun beroep tegen de woningbouw die is voorzien in het plandeel (van deelgebied 3) recht tegenover het appartementengebouw waarin zij wonen.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2023:172
- Datum uitspraak
- 18 januari 2023
- Eerste aanleg - meervoudig
- RO - Overijssel
Bij besluit van 22 juni 2017 heeft het college aan [appellant] medegedeeld dat de Wet openbaarheid van bestuur niet van toepassing is op diens verzoek om informatie. [appellant] heeft op 30 mei 2017 en 5 juni 2017 op grond van de Wob het college verzocht om documenten te verstrekken die betrekking hebben op bouwaanvragen van (nieuw)bouwprojecten in de postcodegebieden 3511, 3512, 3513, 3514, 3515, 3521,3572, 3581 en 3582 in Utrecht.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2023:155
- Datum uitspraak
- 18 januari 2023
- Hoger beroep
- Openbaarheid
Bij besluit van 30 maart 2021 heeft de Commissie Schadefonds Geweldsmisdrijven aan [appellante] een uitkering van € 2.500,00 toegekend op basis van de Wet Schadefonds geweldsmisdrijven. Het fonds is hierbij uitgegaan van huiselijk geweld in letselcategorie 2. [appellante] stelt in haar hoger beroepschrift van 11 februari 2022 dat haar psychisch letsel ernstiger is dan normaal verondersteld mag worden en dat indeling in letselcategorie 3 gerechtvaardigd is.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2023:199
- Datum uitspraak
- 18 januari 2023
- Hoger beroep
- Schadevergoeding
Bij besluit van 24 oktober 2019 heeft de minister van Infrastructuur en Waterstaat aan Coöperatie 7LL U.A. een watervergunning verleend voor het brengen van stoffen in de Maas afkomstig van mestverwerkingsinstallatie Zevenellen en het gebruikmaken van het rijkswaterstaatswerk rivier de Maas of de daartoe behorende beschermingszone voor het plaatsen en behouden van een effluentleiding met lozingsvoorziening aan de westzijde van de rivier de Maas. Op 1 augustus 2018 heeft Coöperatie bij de minister ook een aanvraag ingediend voor een watervergunning als bedoeld in artikel 6.2, eerste lid, van de Waterwet en artikel 6.5, onder c, voor het brengen van stoffen in de Maas afkomstig van de MVI Zevenellen en het gebruikmaken van het rijkswaterstaatswerk rivier de Maas of de daartoe behorende beschermingszone voor het plaatsen en behouden van een effluentleiding met lozingsvoorziening aan de westzijde van de Maas ter hoogte van kilometernummer 84.6. Bij besluit van 24 oktober 2019 heeft de minister de aangevraagde watervergunning verleend.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2023:164
- Datum uitspraak
- 18 januari 2023
- Hoger beroep
- Bouwen
- Waterwet
Bij besluit van 31 augustus 2020 heeft de Commissie Schadefonds Geweldsmisdrijven aan [appellant] een uitkering van € 2.500,00 toegekend op basis van de Wet schadefonds geweldsmisdrijven omdat [appellant] op straat is mishandeld, waarbij hij rechtstreeks is bedreigd met een mes. Het fonds heeft het letsel ingedeeld in categorie 2 van de door hem gehanteerde Letsellijst. [appellant] vindt dat categorie 3 dient te worden toegepast.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2023:203
- Datum uitspraak
- 18 januari 2023
- Hoger beroep
- Schadevergoeding
Bij besluit van 11 juli 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam een aanvraag van [appellant] voor een urgentieverklaring afgewezen. [appellant] woont met zijn echtgenote en zeven minderjarige kinderen in een woning met vier kamers in Amsterdam, op de derde verdieping. Hij heeft een urgentieverklaring aangevraagd wegens medische problemen. Hij stelt dat hij last heeft van zijn knieën en zijn heup. Hierdoor heeft hij moeite met traplopen. Ook is de woning te klein voor zijn gezin. Het college heeft een medisch advies gevraagd aan de Gemeentelijke Gezondheidsdienst. De GGD-arts is tot de bevinding gekomen dat geen ernstige beperking in het traplopen aanwezig is. Het college heeft zijn besluit gebaseerd op dit advies. In de bezwaarfase heeft het college opnieuw een medisch advies gevraagd aan de GGD. De GGD-arts is tot dezelfde bevinding als na het eerste onderzoek gekomen. Het college heeft geen aanleiding gezien om de hardheidsclausule uit artikel 2.6.11 van de Huisvestingsverordening 2016 toe te passen.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2023:168
- Datum uitspraak
- 18 januari 2023
- Hoger beroep
- Verordeningen
Bij besluit van 13 augustus 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Ede [wederpartij] gelast de bewoning van een recreatieverblijf te beëindigen en een ander hoofdverblijf te zoeken. Als hij dat niet doet, verbeurt hij een dwangsom. [wederpartij] is eigenaar van de op het recreatiepark "De Goudsberg" gelegen recreatiewoning. De recreatiewoning mag op grond van het bestemmingsplan niet als hoofdverblijf worden gebruikt.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2023:165
- Datum uitspraak
- 18 januari 2023
- Hoger beroep
- Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom