Uitspraken
De Afdeling bestuursrechtspraak is de hoogste algemene bestuursrechter van het land. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de rechterlijke taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Bestuursrechtspraak.
Toon overzicht van de actuele uitspraken:
Bij besluit van 25 mei 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Rozendaal aan [appellante sub 1] een tegemoetkoming in planschade van € 2.000,00 toegekend. Op 21 december 2021 heeft [appellante sub 1] het college verzocht om tegemoetkoming in planschade die zij, in de vorm van waardevermindering van de woning, heeft geleden door de inwerkingtreding op 24 april 2017 van het op 31 januari 2017 vastgestelde bestemmingsplan Dorpsschool Rozendaal (hierna: het nieuwe bestemmingsplan). Volgens [appellante sub 1] is het op grond van het nieuwe bestemmingsplan toegestaan om in een gebied in de nabijheid van de woning een schoolcomplex te realiseren en verdwijnt hierdoor de landelijke sfeer van de stille groene omgeving. In een advies van 4 april 2022 heeft Langhout geconstateerd dat het plangebied op grond van het voorheen geldende bestemmingsplan Kom 2008 de bestemmingen ‘Agrarisch gebied met landschappelijke waarden’, ‘Groen’ en ‘Verblijfsgebied’ had.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2025:2080
- Datum uitspraak
- 7 mei 2025
- Hoger beroep
- Schadevergoeding
Bij besluit van 25 april 2024 heeft de raad van de gemeente Harderwijk het bestemmingsplan "Stadsweiden - Randmeer" vastgesteld. Het bestemmingsplan maakt het mogelijk het woonzorgcentrum Randmeer en de appartementsgebouwen daaromheen in Harderwijk te herontwikkelen. Beoogd is de sloop van het hoofdgebouw Randmeer en het appartementsgebouw aan de oostzijde van het plangebied, met samen 101 wooneenheden. De te slopen gebouwen worden vervangen door twee appartementsgebouwen met in totaal 156 wooneenheden. Verder wordt het appartementsgebouw aan de zuidwestzijde van het plangebied met 40 wooneenheden gerenoveerd. [appellante] is eigenaar van een appartement in een gebouw naast het plangebied. Zij vreest met name dat het plan zal leiden tot forse parkeeroverlast bij onder meer haar appartement. Zij wijst er daarbij op dat niet is gegarandeerd dat de nieuwe appartementen zullen worden bewoond door de doelgroep die de raad en de ontwikkelaar, Stichting Habion, voor ogen hebben.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2025:2068
- Datum uitspraak
- 7 mei 2025
- Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
- RO - Gelderland
Bij besluit van 4 oktober 2022 heeft de Belastingdienst/Toeslagen (nu: de Dienst Toeslagen) het verzoek van [appellant] om herziening van de (definitieve) berekening van de zorgtoeslag tussen 2016 en 2021 afgewezen. De Dienst Toeslagen heeft in de besluiten uitgelegd dat bij de berekening van de zorgtoeslag moet worden betrokken dat [appellant], gelet op artikel 5a, eerste lid en onder a, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en artikel 3, eerste lid, van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen, een toeslagpartner heeft. Daarbij heeft de Dienst Toeslagen erop gewezen dat het toeslagpartnerschap pas wordt beëindigd nadat [appellant] een verzoek tot echtscheiding of scheiding van tafel en bed heeft ingediend bij de rechtbank.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2025:2047
- Datum uitspraak
- 7 mei 2025
- Hoger beroep
- Geld
Bij besluit van 8 juli 2024 heeft het college van burgemeester en wethouders van Westland naar aanleiding van de uitspraken van de rechtbank Den Haag van 17 november 2022, ECLI:NL:RBDHA:2022:12188 en ECLI:NL:RBDHA:2022:12192, opnieuw een omgevingsvergunning voor het afwijken van het bestemmingsplan verleend voor het oprichten van 25 appartementen op het perceel Kerklaan naast 63 te Wateringen. [partij] wil de voormalige bedrijfsbebouwing en woning op het perceel slopen en daar een appartementencomplex voor 25 woningen bouwen met een hoogte van ongeveer 15,5 m. Op 30 december 2019 heeft [partij] een aanvraag om een omgevingsvergunning voor afwijken van het bestemmingsplan ingediend voor het oprichten van 25 appartementen op het perceel. Op 13 april 2022 is de aangevraagde omgevingsvergunning verleend. Tegen dit besluit is door omwonenden van het perceel beroep bij de rechtbank Den Haag ingesteld. In de uitspraken van 17 november 2022, ECLI:NL:RBDHA:2022:12188 en ECLI:NL:RBDHA:2022:12192, zijn de afzonderlijke beroepen gegrond verklaard en is het besluit tot verlening van de omgevingsvergunning vernietigd.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2025:2053
- Datum uitspraak
- 7 mei 2025
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Bouwen
Bij besluit van 30 augustus 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van appellant om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2025:2093
- Datum uitspraak
- 7 mei 2025
- Hoger beroep
- Asiel
Bij besluit van 16 oktober 2023 heeft het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen het verzoek van [appellant] om herziening van het besluit tot oplegging van een Educatieve Maatregel Gedrag en verkeer afgewezen. Het CBR heeft op 4 april 2022, besloten dat [appellant] een cursus over verantwoord rijgedrag, een EMG, moet volgen. De reden hiervoor is dat geconstateerd is dat hij 110 kilometer per uur reed op een weg waar niet harder dan 50 kilometer per uur mag worden gereden. [appellant] heeft deze cursus in februari 2023 met goed gevolg afgerond. [appellant] heeft op 28 augustus 2023 verzocht om herziening van dit besluit omdat de strafzaak over de snelheidsovertreding op 31 mei 2023 geseponeerd is door het Openbaar Ministerie wegens te weinig bewijs. Per e-mail van 14 december 2023 heeft het OM toegelicht dat de strafbeschikking geseponeerd is omdat de meetafstand bij de snelheidsmeting ontbreekt. Volgens [appellant] zijn dit nieuwe feiten en veranderde omstandigheden die maken dat het besluit van 4 april 2022 moet worden herzien. Het CBR heeft dit verzoek om herziening afgewezen
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2025:2079
- Datum uitspraak
- 7 mei 2025
- Hoger beroep
- Wegenverkeerswet
Bij besluit van 2 maart 2024 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag zijn beslissing om op 12 februari 2024 spoedeisende bestuursdwang toe te passen wegens het in strijd met de Afvalstoffenverordening 2010 van de gemeente Den Haag aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen, op schrift gesteld. Daarbij heeft het college vermeld dat een gedeelte van de kosten van de toepassing van bestuursdwang, te weten € 199,57, voor rekening van [appellante] komt. De toepassing van spoedeisende bestuursdwang heeft bestaan uit het verwijderen van een doos met oud papier die op 12 februari 2024 is aangetroffen naast een papiercontainer ter hoogte van de Willem Silviusstraat 16 in Den Haag. Het college is ervan uitgegaan dat [appellante] de doos verkeerd heeft aangeboden, omdat haar naam en adres op het adreslabel op de doos staan. [appellante] betwist niet dat de doos van haar afkomstig is, maar stelt dat haar partner de doos samen met drie andere dozen op de juiste manier in de papiercontainer heeft gedaan.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2025:2051
- Datum uitspraak
- 7 mei 2025
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Afval
Bij besluit van 1 september 2023 heeft de Belastingdienst/Toeslagen (nu: de Dienst Toeslagen) de huurtoeslag van [appellante] voor het jaar 2022 definitief vastgesteld op € 1.954,00. Daarnaast is het teveel betaalde voorschot van € 1.083,00 teruggevorderd. [appellante] heeft in 2022 een voorschot op de huurtoeslag ontvangen. Dit voorschot is berekend op basis van een rekenhuur van € 510,21. Na een procedure bij de huurcommissie is de huur met ingang van 1 juli 2022 verlaagd naar € 307,11. [appellante] heeft dit niet bij de Dienst Toeslagen gemeld. Dit heeft geleid tot het besluit van 1 september 2023, dat is gehandhaafd bij besluit van 3 november 2023. De Dienst Toeslagen heeft zich daarbij op het standpunt gesteld dat de door [appellante] aangevoerde bijzondere omstandigheden geen reden geven om de terugvordering geheel of gedeeltelijk te matigen.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2025:2046
- Datum uitspraak
- 7 mei 2025
- Hoger beroep
- Geld
Niet in geschil is dat er een hennepkwekerij is aangetroffen in de woning die [appellant] huurde, dat hij daar stond ingeschreven en dat het energiecontract van de woning op zijn naam stond. Er is geen bewijs voor zijn stelling dat hij de woning onderverhuurde.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2025:2145
- Datum uitspraak
- 7 mei 2025
- Mondelinge uitspraak
- Drugs
De politie heeft ruim binnen de uiterlijke termijn, als bedoeld in artikel 3, derde lid, van de Regeling maatregelen rijvaardigheid en geschiktheid 2011 een mededeling als bedoeld in artikel 130 van de Wegenverkeerswet 1994 gedaan aan het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2025:2144
- Datum uitspraak
- 7 mei 2025
- Mondelinge uitspraak
- Wegenverkeerswet