Ga naar de inhoud
(naar homepage)
lees voor
Direct naar
  • en (Information in English)
  • de (Deutsche Informationen)
  • fr (Informations en français)
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
  • Actueel
    • Nieuws
    • Zittingsagenda
    • Persagenda
    • Evenementen
    • Piet Hein Donner Scriptieprijs
  • Adviezen
  • Uitspraken
  • Publicaties
    • Brochures
    • Studies en onderzoeken
    • Regelingen
    • Consultaties
    • Jaarverslagen
    • Toespraken vice-president
  • Over ons
    • Raad van State in het kort
    • Organisatie
    • Advisering
    • Bestuursrechtspraak
    • Begrotingstoezicht
    • Toetsing Klimaatwet
    • Geschiedenis
    • Raad van State in beeld
  • Zoeken
  • en
  • de
  • fr
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
Zoeken

  1. Home ›
  2. Uitspraken

Uitspraken

De Afdeling bestuursrechtspraak toetst of de overheid het recht goed heeft toegepast bij het nemen van een besluit. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Bestuursrechtspraak.


aantal resultaten: 483
aantal resultaten per pagina

Toon overzicht van de actuele uitspraken:

  • Hoofdzaken
  • Voorlopige voorzieningen
  • Interessant voor de media

202404658/1/A2

Bij besluit van 30 augustus 2023, na bezwaar gehandhaafd bij besluit van 23 januari 2024, heeft de minister een aanvraag van [appellante] om een vergoeding wegens het aflossen van een schuld afgewezen.[appellante] heeft om overname gevraagd van haar schuld op grond van de Wet hersteloperatie toeslagen. Die schuld heeft zij op 10 mei 2019 afgelost. Dat is dus ruim twee jaar voordat zij compensatie op grond van de zogenoemde Catshuisregeling zou ontvangen. Daardoor voldoet deze schuld niet aan de in de artikelen 4.1 en 4.3, derde lid, aanhef en onder a, van de Wet hersteloperatie toeslagen gestelde vereisten voor overname. Dat dit voor [appellante] niet eerlijk aanvoelt, is invoelbaar, maar haar beroep op het gelijkheidsbeginsel slaagt niet. De regeling voor het overnemen van schulden in de Wet hersteloperatie toeslagen is niet bedoeld om onrecht uit het verleden te herstellen, maar om te voorkomen dat gedupeerden verder in de (problematische) schulden raken, doordat zij te maken krijgen met incassomaatregelen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5134
Datum uitspraak
22 oktober 2025
  • Hoger beroep
  • Mondelinge uitspraak
  • Geld
  • uitspraakin de zaak202404658/1/A2

202405201/1/R1

Bij besluit van 6 juni 2024 heeft de raad van de gemeente Roermond het bestemmingsplan "Roertoren" vastgesteld. Het bestemmingsplan voorziet in een bestemmingswijziging op deze locatie. Onder het vorige bestemmingsplan "Vrijveld Lommerveld" hadden de gronden de bestemming "Kantoor" met een maximum bouwhoogte van 68 m. In het voorliggende plan krijgen de gronden de bestemming "Woongebied" waarmee wordt voorzien in de woontoren "Roertoren" met maximaal 110 appartementen en een bouwhoogte van eveneens maximaal 68 m. Daarnaast maakt het plan kantoren en dienstverlenende functies mogelijk op de eerste en tweede verdieping van de Roertoren. Het plangebied is nu onbebouwd en voorzien van een tijdelijke inrichting bestaande uit een wandelpad richting de entree van de parkeergarage Stationspark en Spoorlaan Noord, enkele bomen, gras en een talud. [appellant sub 2], [appellant sub 1] en [appellant sub 3] en anderen wonen in de directe omgeving van het plangebied en kunnen zich niet met het plan verenigen vanwege onder andere de bouwhoogte.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5071
Datum uitspraak
22 oktober 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Limburg
  • uitspraakin de zaak202405201/1/R1

202405323/1/A3

Bij besluit van 18 oktober 2022 heeft de minister van Financiën een beslissing genomen op een verzoek op grond van de Algemene verordening gegevensbescherming van [appellant]. [appellant] heeft al jarenlang geschillen met de Belastingdienst over kwesties die samenhangen met een uit 2005 daterend faillissement van Kooilust Investments N.V. en een vaststellingsovereenkomst die hij in verband daarmee op 20 mei 2006 met zijn bewindvoerder heeft gesloten om van zijn belastingschuld af te komen. In een brief van 7 juli 2022 heeft [appellant] aan de Belastingdienst medegedeeld dat zijn belastingschuld € 1.423.330 bedroeg, dat hij € 2.268.901 heeft betaald en dus € 845.571 teveel heeft betaald. Onder verwijzing naar artikelen 5, eerste lid, sub d, en artikel 16 van de AVG heeft [appellant] aan de Belastingdienst verzocht om de door hem gestelde betaling alsnog in de systemen van de Belastingdienst te verwerken en deze af te boeken op de openstaande schuld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5083
Datum uitspraak
22 oktober 2025
  • Hoger beroep
  • Persoonsgegevens
  • uitspraakin de zaak202405323/1/A3

202405852/1/R4

Bij besluit van 26 januari 2023 heeft het college van burgemeester en wethouders van de Oude IJsselstreek een verzoek van [appellant] om handhavend op te treden tegen geluidsoverlast van het Windpark Netterden-Azewijn aan de Papenkampseweg in Netterden afgewezen. [appellant] woont op het adres [locatie] in Netterden. In de buurt van zijn woning ligt het Windpark Netterden-Azewijn aan de Papenkampseweg in Netterden. [appellant] ervaart geluidsoverlast, met name in de nacht, van de windturbines en heeft het college gevraagd om hiertegen handhavend op te treden. [appellant] betoogt dat de rechtbank niet heeft onderkend dat de normen in artikel 3.15d van het Activiteitenbesluit er toe leiden dat die normen in de praktijk nooit worden overschreden, vanwege de keuze van de wetgever voor een jaargemiddelde norm.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5069
Datum uitspraak
22 oktober 2025
  • Hoger beroep
  • Milieu - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202405852/1/R4

202406163/1/A2

Bij besluit van 17 december 2021 heeft het bestuur van de raad voor rechtsbijstand een aanvraag om een toevoeging voor het verlenen van gesubsidieerde rechtsbijstand aan [appellant] afgewezen. De raad heeft de afwijzing in bezwaar gehandhaafd. De raad heeft toegelicht dat de uitzetting van [appellant] het gevolg is van een terugkeerbesluit waartegen hij geen rechtsmiddel heeft ingezet. In de werkinstructie V010 "Vreemdelingenwet" staat, onder verwijzing naar vaste rechtspraak van de Afdeling, dat bezwaar tegen de feitelijke uitzetting die het gevolg is van een onherroepelijk besluit alleen kans van slagen heeft, als de situatie ten tijde van de feitelijke uitzetting dusdanig verschilt van die ten tijde van het besluit dat eraan ten grondslag ligt, dat niet langer onverkort van de rechtmatigheid van de feitelijke uitzetting kan worden uitgegaan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5081
Datum uitspraak
22 oktober 2025
  • Hoger beroep
  • Rechtsbijstand
  • uitspraakin de zaak202406163/1/A2

202406165/1/A2

Bij besluit van 5 januari 2022 heeft het bestuur van de raad voor rechtsbijstand een aanvraag om een toevoeging voor het verlenen van gesubsidieerde rechtsbijstand aan [appellant] afgewezen. Op 15 november 2021 heeft [appellant] een aanvraag ingediend voor een toevoeging voor het maken van bezwaar tegen zijn feitelijke uitzetting op 16 november 2021. De raad heeft met toepassing van artikel 12, tweede lid, onder a, van de Wrb, gelezen in samenhang met artikel 3, aanhef en onder b, van het Brt, de aanvraag afgewezen. De raad heeft de afwijzing in bezwaar gehandhaafd. De raad heeft toegelicht dat de uitzetting van [appellant] het gevolg is van een terugkeerbesluit waartegen hij geen rechtsmiddel heeft ingezet. In de werkinstructie V010 "Vreemdelingenwet" staat, onder verwijzing naar vaste rechtspraak van de Afdeling, dat bezwaar tegen de feitelijke uitzetting die het gevolg is van een onherroepelijk besluit alleen kans van slagen heeft, als de situatie ten tijde van de feitelijke uitzetting dusdanig verschilt van die ten tijde van het besluit dat eraan ten grondslag ligt, dat niet langer onverkort van de rechtmatigheid van de feitelijke uitzetting kan worden uitgegaan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5080
Datum uitspraak
22 oktober 2025
  • Hoger beroep
  • Rechtsbijstand
  • uitspraakin de zaak202406165/1/A2

202407552/1/A3

Bij besluit van 5 juli 2022 heeft het college van dijkgraaf en hoogheemraden van het hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden het 'verkeersbesluit vaarwater de Kromme Rijn, Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden' vastgesteld. [appellant] woont in Cothen en zijn tuin grenst aan de bovenloop van de rivier de Kromme Rijn. In het verkeersbesluit is een verbod op gemotoriseerd vaarverkeer voor de bovenloop opgenomen, zonder ontheffingsmogelijkheid. Een soortgelijk verbod gold reeds sedert 1998. [appellant] is het niet eens met het verkeersbesluit. Hij wil graag gemotoriseerd varen op de bovenloop van de Kromme Rijn en heeft daarom bezwaar gemaakt. Het college heeft het bezwaar ongegrond verklaard. Volgens het college is het verbod nodig om schade door gemotoriseerd scheepvaartverkeer aan het aquatisch leefmilieu, oevers en waterkeringen te voorkomen of te beperken. Dit belang weegt volgens het college zwaarder dan het belang van [appellant] bij gemotoriseerde recreatievaart.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5091
Datum uitspraak
22 oktober 2025
  • Hoger beroep
  • Wegenverkeerswet
  • uitspraakin de zaak202407552/1/A3

202407865/1/R4

Bij besluit van 17 oktober 2024 heeft de raad van de gemeente Montferland het bestemmingsplan "Lengel - Woonlocatie VVL-terrein" vastgesteld. Het plangebied omvat de locatie van de voormalige voetbalvelden van voetbalvereniging Lengel (VVL) aan de Antoniusstraat/Veenseweg in Lengel. Het bestemmingsplan voorziet in een planologische regeling voor woningbouw op deze locatie. Het plan is gericht op de ontwikkeling van twee woonvelden, met maximaal 64 woningen. [appellant] woont aan de Maria van Nassaulaan in ’s-Heerenberg. Hij is van mening dat met het plan te weinig vrijstaande levensloopbestendige woningen mogelijk worden gemaakt. Hij wil voor zo’n woning in aanmerking komen. [appellant] betoogt dat de verdeling in woningbouwcategorieën in het bestemmingsplan niet in overeenstemming is met de woningbehoefte. De berekening van de behoefte is gebaseerd op verouderde beleidsstukken. Er komen te weinig woningen in de duurdere categorie. [appellant] wil voor een vrijstaande levensloopbestendige woning in aanmerking komen. Ingevolge het bestemmingsplan kunnen echter op slechts drie kavels uitsluitend vrijstaande woningen worden gebouwd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5079
Datum uitspraak
22 oktober 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202407865/1/R4

202500188/1/R4

Bij besluit van 20 maart 2024 heeft het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam zijn beslissing om op 5 maart 2024 spoedeisende bestuursdwang toe te passen wegens het in strijd met de Afvalstoffenverordening Rotterdam 2009 aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen, op schrift gesteld. De toepassing van spoedeisende bestuursdwang heeft bestaan uit het verwijderen van een kartonnen doos die op 5 maart 2024 is aangetroffen naast de ondergrondse afvalcontainer aan de Vierambachtsstraat in Rotterdam, bij huisnummer 40b. Het college is ervan uitgegaan dat [appellante] de doos verkeerd heeft aangeboden omdat haar naam en adres op het adreslabel op de doos staan. Het bezwaar en beroep is ingesteld door [persoon]. De Afdeling gaat ervan uit dat hij dat namens [appellante] heeft gedaan. [appellante] betwist dat het adreslabel op de doos met haar naam erop bewijst dat zij de doos naast de afvalcontainer heeft gezet. Verder stelt zij dat zij nooit gebruik maakt van de afvalcontainer aan de Vierambachtsstraat.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5077
Datum uitspraak
22 oktober 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202500188/1/R4

202502286/1/A2

Bij besluit van 24 januari 2024 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam de aanvraag van [appellante] om een urgentieverklaring afgewezen. [appellante] woont met haar minderjarige zoon in bij kennissen in een vierkamerwoning met in totaal negen personen. Zij heeft een aanvraag om een urgentieverklaring gedaan omdat zij kampt met psychische problematiek en haar zoontje gezondheidsklachten heeft. Ook zou zij op korte termijn de woning moeten verlaten vanwege de verhuizing van de hoofdbewoner. Het college heeft bij het besluit van 12 juni 2024 de afwijzing van de aanvraag om een urgentieverklaring gehandhaafd op grond van artikel 2.10.5, eerste lid, sub b en c van de Huisvestingsverordening Amsterdam 2024. Volgens het college is er geen sprake van een urgent huisvestingsprobleem, omdat [appellante] met haar zoontje bij een ander huishouden inwoont en niet is gebleken van dakloosheid. Ook had [appellante] volgens het college het huisvestingsprobleem redelijkerwijs kunnen voorkomen, omdat [appellante] voor gezinsuitbreiding heeft gekozen zonder over geschikte woonruimte te beschikken.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5058
Datum uitspraak
22 oktober 2025
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202502286/1/A2
vorige pagina1...252627...49volgende pagina

Facetten
Gepubliceerd
  • Uitspraken uit
Type uitspraak
Proceduresoort
Rechtsgebied
Bevat

Raad van State

De Raad van State is onafhankelijk adviseur van regering en parlement over wetgeving en bestuur en hoogste algemene bestuursrechter van het land.

  • Meer over ons
  • Vacatures

Contact

De Raad van State bevindt zich in het centrum van Den Haag. Wilt u in contact komen met ons of wilt u ons bezoeken voor een zitting?

  • Telefoon
  • Locatie en route
  • Post en e-mail
  • Digitaal procederen
  • Wet open overheid
  • Nieuwe zaak starten

Altijd op de hoogte

Ontvang ons nieuws via de abonnementenservice in uw mailbox. Op de hoogte gehouden worden over uitspraken die gedaan worden in bepaalde zaken? Meld u dan aan voor de e-mailservice. Of bekijk de voortgang van een bepaalde procedure bij de Afdeling bestuursrechtspraak.

  • Abonnementenservice
  • E-mailservice uitspraken
  • Voortgang procedure
  • Aanvragen oude uitspraken

Toegankelijkheid | Privacy | Cookiebeleid

Volg ons

  • Bluesky
  • LinkedIn
  • Instagram
  • Mastodon