Uitspraken
De Afdeling bestuursrechtspraak is de hoogste algemene bestuursrechter van het land. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de rechterlijke taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Bestuursrechtspraak.
Toon overzicht van de actuele uitspraken:
Bij besluit van 28 maart 2023 heeft het college van burgemeester en wethouders van Bergen (NH) onder meer locatie EB006 aan het Luilaantje in Egmond-Binnen aangewezen als clusterplaats voor het plaatsen van rolcontainers ten behoeve van huishoudelijk afval. Het college heeft op 27 oktober 2022 het "Ontwerpbesluit aanwijzing locaties clusterplaatsen ten behoeve van afvalinzameling in Egmond Binnen en Egmond aan den Hoef, gemeente Bergen (Fase 2)" (hierna: het ontwerpbesluit) ter inzage gelegd. Volgens het ontwerpbesluit bevonden de clusterplaatsen waarop [appellant] en anderen waren aangewezen zich aan de Ruygekroft in Egmond-Binnen. Die clusterplaatsen bevonden zich op minder dan 20 m afstand van de percelen waar [appellant] en anderen wonen. Bij het bestreden besluit heeft het college in plaats van die locaties de locatie langs het Luilaantje aangewezen als clusterplaats voor [appellant] en anderen. Deze clusterplaats bevindt zich op ongeveer 130 m afstand van de percelen van [appellant] en anderen.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:3989
- Datum uitspraak
- 2 oktober 2024
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Afval
Bij besluit van 28 maart 2023 heeft het college onder meer locatie AH137 (hierna: de aangewezen locatie) aan de Egmonderstraatweg ter hoogte van [locatie 1] en [locatie 2] aangewezen als clusterplaats voor het plaatsen van rolcontainers ten behoeve van huishoudelijk afval. [appellant A] en [appellant B] wonen aan de [locatie 1]. De aangewezen locatie bevindt zich dus gedeeltelijk ter hoogte van hun perceel. Zij zijn het niet eens met het besluit van het college, omdat het opstellen van rolcontainers op de aangewezen locatie volgens hen het gebruik van hun inrit bemoeilijkt en een gevaarlijke verkeerssituatie veroorzaakt. Daarnaast bestaan er volgens [appellant A] en [appellant B] alternatieve locaties die geschikter zijn. De aangewezen locatie moet worden opgeheven of ten minste worden verkleind tot een locatie voor maximaal drie containers, zo betogen zij. Bij de keuze van een locatie voor een clusterplaats moet het college een afweging maken van alle belangen die betrokken zijn bij de vaststelling van het aanwijzingsbesluit. Daarbij heeft het college beleidsruimte.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:3990
- Datum uitspraak
- 2 oktober 2024
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Afval
Bij besluit van 2 april 2020 heeft het college van dijkgraaf en heemraden van het waterschap Hollandse Delta onder oplegging van een dwangsom Comgoed gelast om de lozing van verontreinigd water op het oppervlaktewater vanaf haar perceel, dat ligt op het bedrijvenpark Oostflakkee in Oude-Tonge, te beëindigen en beëindigd te houden. Comgoed is eigenaar van het perceel en wil daarop een bioboardfabriek vestigen. Voor de fundering van de bedrijfshallen en aan te leggen wegen zijn op het perceel staalslakken toegepast. De staalslakken heeft Comgoed met folie afgedekt. Het perceel is onbebouwd, omdat Comgoed door vertraagde vergunningverlening nog niet heeft kunnen beginnen met de aanleg van de wegen en de bouw van de fabriek. Tussen Comgoed en het college is niet in geschil, en ook de Afdeling gaat daarvan uit, dat er op 6 maart 2020 vanaf het perceel een lozing van verontreinigd water op het oppervlaktewater heeft plaatsgevonden. Vast staat verder dat Comgoed daarvoor geen vergunning heeft en dat daarom artikel 6.2, eerste lid, van de Waterwet is overtreden.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:3942
- Datum uitspraak
- 2 oktober 2024
- Hoger beroep
- Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
- Waterschapszaken
Bij besluit van 20 april 2021 heeft de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties besloten dat de woning van [appellant A] niet voor beoordeling in aanmerking komt. Bij afzonderlijke besluiten van 25 januari 2022 heeft de minister van Economische Zaken en Klimaat de door [appellant A] en [appellant B] daartegen gemaakte bezwaren ongegrond verklaard. [appellant A] is eigenaar van de woning op het adres [locatie] te Appingedam. De woning is gebouwd in 2006. De woning staat in een gebied waar aardbevingen voorkomen. De Nederlandse organisatie voor toegepast natuurwetenschappelijk onderzoek (TNO) heeft het risicoprofiel van de woning beoordeeld aan de hand van de Seismische Dreigings- en Risicoanalyse (SDRA). Aan de hand van de SDRA en een handmatige verrijking is vastgesteld dat de woning een normaal risicoprofiel heeft en niet wordt beoordeeld binnen het versterkingsprogramma van de Nationaal Coördinator Groningen (NCG).
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:3946
- Datum uitspraak
- 2 oktober 2024
- Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
- Hoger Beroep - Overige
Bij besluit van 9 november 2020 heeft het dagelijks bestuur van het Waterschap De Dommel de verzoeken van de maatschap om nadeelcompensatie afgewezen. De maatschap exploiteert een melkveebedrijf op het perceel [locatie A] te Bergeijk. Zij beschikt daarnaast over een veldkavel van 9,5 hectare tegenover het perceel en een kavel van 1 hectare ten zuiden van het perceel. Op de kavels worden gras en maïs geteeld. Op 22 januari 2019 en 13 maart 2020 heeft de maatschap een verzoek om nadeelcompensatie gedaan op grond van artikel 7.14 van de Waterwet voor de jaren 2018 en 2019. De maatschap heeft aan de verzoeken ten grondslag gelegd dat zij door de afsluiting van de Keunensloop droogteschade heeft geleden in de vorm van een verminderde opbrengst van gewassen op de kavels. De droogteschade heeft zij begroot op € 2.372,60 voor 2018 en € 10.287,20 voor 2019 (inclusief deskundigenkosten). Aan het besluit van 29 juni 2021 heeft het dagelijks bestuur ten grondslag gelegd dat er geen causaal verband is tussen de geleden schade en het tijdelijk afsluiten van de Keunensloop in 2018 en 2019.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:3987
- Datum uitspraak
- 2 oktober 2024
- Hoger beroep
- Geld
- Waterschapszaken
Bij besluit van 21 juni 2023 heeft de raad van de gemeente Amstelveen het bestemmingsplan "Haagbeuklaan 1-3" vastgesteld. Het plan en de omgevingsvergunning voorzien in de herontwikkeling van het perceel dat ten tijde van de besluitvorming werd aangeduid als Haagbeuklaan 1-3 in Amstelveen. De besluiten maken op de locatie van een dagkerk en pastorie de bouw van een appartementengebouw met 57 woningen mogelijk. Daarvoor zullen de dagkerk en de pastorie worden gesloopt. Op het perceel staat ook de Heilige Geestkerk, een gemeentelijk monument. De besluiten strekken er toe de Heilige Geestkerk te restaureren en geschikt te maken voor een kinderdagverblijf. CAD 3 B.V. is de initiatiefnemer van de ontwikkeling.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:3968
- Datum uitspraak
- 2 oktober 2024
- Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
- RO - Noord-Holland
Bij afzonderlijke besluiten van 10 november 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Middelburg de verzoeken van onder andere [partij A] en [partij B] om handhavend op te treden tegen het gebruik van de woning aan de [locatie] in Middelburg afgewezen. [appellant A] is eigenaar van de woning aan de [locatie] in Middelburg (hierna: de woning). [appellant A] woont niet in de woning; hij woont in Vlissingen. Hij heeft de woning gekocht om daar op termijn te gaan wonen. [appellant A] verhuurt de woning aan [appellant C]. [appellant C] heeft zijn hoofdverblijf in een woning in Aken in Duitsland. Hij maakt gebruik van de woning. De woning is gelegen in een appartementencomplex, waarin [partij A] en [partij B] elk ook een woning bewonen. Zij vinden dat de woning in strijd met de geldende woonbestemming recreatief wordt gebruikt en hebben daarom het college verzocht om handhavend op te treden tegen dat gebruik. Het college heeft de verzoeken om handhaving afgewezen, omdat het gebruik dat [appellant C] van de woning maakt volgens hem in overeenstemming met de woonbestemming is.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:3953
- Datum uitspraak
- 2 oktober 2024
- Hoger beroep
- Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
Bij besluit van 13 juni 2023 heeft het college van burgemeester en wethouders van Bergen (NH) onder meer locatie BC022 aan de Doorntjes ter hoogte van huisnummer [locatie] aangewezen als clusterlocatie voor het plaatsen van rolcontainers ten behoeve van huishoudelijk afval. [appellant] is eigenaar van het perceel aan [locatie]. Hij is voornemens om op dit perceel een nieuwe woning te bouwen. De woning die voorheen op het perceel stond is daarom gesloopt. Met de bouw van de nieuwe woning wordt de ingang verplaatst van de westzijde van het perceel naar de oostzijde, zo stelt hij. Het pad naar de hoofdingang van de nieuwe woning komt dan uit op de clusterplaats. De clusterplaats zou daardoor volgens [appellant] voor een inrit komen te liggen. Bij de keuze van een locatie voor een clusterlocatie moet het college een afweging maken van alle belangen die betrokken zijn bij de vaststelling van het aanwijzingsbesluit. Daarbij heeft het college beleidsruimte.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:3991
- Datum uitspraak
- 2 oktober 2024
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Afval
Bij onderscheiden besluiten van 20 oktober 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Krimpen aan den IJssel zijn beslissing om op 8 en 15 oktober 2022 spoedeisende bestuursdwang toe te passen wegens het in strijd met de Afvalstoffenverordening Krimpen aan den IJssel aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen, op schrift gesteld. De toepassing van spoedeisende bestuursdwang heeft bestaan uit het verwijderen van huisvuilzakken die op 8 en 15 oktober 2022 zijn aangetroffen naast een ondergrondse restafvalcontainer ter hoogte van de [locatie] te Krimpen aan den IJssel. Het college is ervan uitgegaan dat [appellant] deze huisvuilzakken verkeerd heeft aangeboden, omdat daarin een of meerdere documenten waarop [appellant] is vermeld als geadresseerde zijn aangetroffen. [appellant] weerspreekt niet dat hij de vuilniszakken op onjuiste wijze heeft aangeboden. [appellant] betoogt dat de afvalcontainer buiten gebruik was toen hij de afvalzakken wilde wegbrengen. Volgens hem is dat veelvuldig het geval bij deze ondergrondse afvalcontainer en is er ook geen alternatieve container in de omgeving aanwezig.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:3967
- Datum uitspraak
- 2 oktober 2024
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Afval
Bij besluit van 3 augustus 2022 heeft de staatssecretaris Herstel Groningen vastgesteld dat de woning van [appellant] voldoet aan de veiligheidsnorm en niet versterkt hoeft te worden. Door middel van de HRA is vastgesteld dat de woning van [appellant] een licht verhoogd risicoprofiel heeft en dat opname en beoordeling binnen het versterkingsprogramma van de NCG nodig was. Het adres is vervolgens toegevoegd aan het jaarlijks op te stellen plan van aanpak van de gemeente Oldambt. In het plan staat welke woningen dat jaar moeten worden onderzocht. Het is aan de gemeente om de planning en volgorde van het onderzoek te bepalen. [appellant] is eigenaar van een vrijstaande woning (een villaboerderij en rijksmonument uit 1870) met schuur aan de [locatie] te Midwolda. De woning staat in een gebied waar aardbevingen voorkomen. In het kader van het versterkingsproces is het risicoprofiel van de woning bepaald op basis van de Hazard and Risk Assessment. De HRA geeft een beoordeling van de seismische dreiging en het daaruit volgende seismische risico.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:3951
- Datum uitspraak
- 2 oktober 2024
- Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
- Milieu - Overige