Uitspraken
De Afdeling bestuursrechtspraak is de hoogste algemene bestuursrechter van het land. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de rechterlijke taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Bestuursrechtspraak.
Toon overzicht van de actuele uitspraken:
[appellante] heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 15 november 2021 in zaak nr. 20/1731. De burgemeester van Amsterdam heeft de vertrouwelijke versies van een aantal gedingstukken overgelegd en met verwijzing naar artikel 8:29 van de Awb medegedeeld dat uitsluitend de Afdeling kennis zal mogen nemen van deze stukken. [appellante] heeft in deze procedure de burgemeester verzocht om wissing van haar gegevens die hij in het kader van een zogenoemde treiteraanpak heeft verzameld. Daarnaast heeft [appellante] in een andere procedure die bij de Afdeling is geregistreerd onder zaaknummer 202200265/1/A3 de burgemeester verzocht om inzage in haar persoonsgegevens die de burgemeester heeft verwerkt in het kader van haar opname in de treiteraanpak. In die procedure heeft de Afdeling inmiddels op 31 januari 2024, ECLI:NL:RVS:2024:376, uitspraak gedaan. Bij die uitspraak heeft de Afdeling geoordeeld dat het belang van bescherming van persoonsgegevens van derden zwaarder weegt dan het belang van [appellante] bij inzage.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:1463
- Datum uitspraak
- 11 april 2024
- Geheimhoudingsbeslissing
- Openbaarheid
Bij brief, ingekomen op 29 maart 2024, heeft [verzoeker] verzocht om wraking van onder meer de Raad van State, onder vermelding van zaak nr. 202400405/2/A2. Met de behandeling van die zaak was staatsraad mr. H. Benek als lid van de enkelvoudige kamer belast. Aan zijn verzoek om wraking heeft [verzoeker] ten grondslag gelegd dat meerdere organisaties, waaronder de Raad van State, algemene beginselen van behoorlijk bestuur en algemene rechtsbeginselen hebben geschonden.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:1519
- Datum uitspraak
- 11 april 2024
- Wraking
- Hoger Beroep - Overige
Bij besluit van 27 oktober 2016 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de aan de vreemdeling verleende verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd ingetrokken. Bij besluit van 17 oktober 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid het daartegen door de vreemdeling gemaakte bezwaar niet-ontvankelijk verklaard. Bij besluit van 25 februari 2019 heeft de staatssecretaris een aanvraag van de vreemdeling om afgifte van een document als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Vw 2000, waaruit rechtmatig verblijf als gemeenschapsonderdaan blijkt, afgewezen. Bij besluit van 17 oktober 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid het daartegen door de vreemdeling gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:1464
- Datum uitspraak
- 10 april 2024
- Hoger beroep
- Regulier
Bij besluit van 11 maart 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, ingewilligd.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:1465
- Datum uitspraak
- 10 april 2024
- Hoger beroep
- Asiel
Bij besluit van 11 oktober 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling opgedragen de Europese Unie binnen 28 dagen te verlaten (hierna: het terugkeerbesluit). Bij besluit van 17 november 2021 heeft de staatssecretaris een inreisverbod tegen de vreemdeling uitgevaardigd.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:1466
- Datum uitspraak
- 10 april 2024
- Hoger beroep
- Vreemdelingenkamer - Overige
Bij besluit van 17 juni 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de aan de vreemdeling verleende verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd ingetrokken. Ook heeft hij een aanvraag om haar een EU-verblijfsvergunning voor langdurig ingezetenen of een verblijfsvergunning regulier voor onbepaalde tijd te verlenen, afgewezen.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:1449
- Datum uitspraak
- 10 april 2024
- Hoger beroep
- Vreemdelingenkamer - Overige
Bij besluit van 20 december 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen. Bij besluit van 24 maart 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid het daartegen door de vreemdeling gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:1467
- Datum uitspraak
- 10 april 2024
- Hoger beroep
- Regulier
Bij besluit van 21 oktober 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling opgedragen de Europese Unie binnen 28 dagen te verlaten.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:1469
- Datum uitspraak
- 10 april 2024
- Hoger beroep
- Vreemdelingenkamer - Overige
Bij besluit van 27 oktober 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling opgedragen de Europese Unie binnen 28 dagen te verlaten. Bij uitspraak van 16 november 2022 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:1468
- Datum uitspraak
- 10 april 2024
- Hoger beroep
- Vreemdelingenkamer - Overige
Bij besluit van 22 december 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem krachtens artikel 64 van de Vw 2000 uitstel van vertrek te verlenen, afgewezen. Bij besluit van 6 september 2022 heeft de staatssecretaris het daartegen door de vreemdeling gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:1470
- Datum uitspraak
- 10 april 2024
- Hoger beroep
- Vreemdelingenkamer - Overige