Uitspraken
De Afdeling bestuursrechtspraak is de hoogste algemene bestuursrechter van het land. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de rechterlijke taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Bestuursrechtspraak.
Toon overzicht van de actuele uitspraken:
202200138/1/R4(uitspraak wordt op woensdag 22 januari 10:15 uur gepubliceerd)
Bij besluit van 24 november 2021 heeft de minister van Infrastructuur en Waterstaat het saneringsplan "Noord-Brabant Oost, Fase 1" vastgesteld en geluidproductieplafonds verlaagd. Het saneringsplan heeft betrekking op diverse wegvakken van de rijkswegen A2, A50, A59, N65 en A67 in het oostelijk deel van de provincie Noord-Brabant. Het saneringsplan bevat bronmaatregelen en afschermende maatregelen die ertoe leiden dat de geluidproductieplafonds op meerdere referentiepunten langs een aantal van de genoemde rijkswegen moeten worden verlaagd. [appellante] is eigenaar van het nabij de A50 gesitueerd agrarisch bedrijfsperceel Oostelijke [locatie] in Sint-Oedenrode, gemeente Meierijstad. Op dat perceel staat een bedrijfswoning die in het saneringsplan is aangemerkt als saneringsobject. Volgens het saneringsplan is het financieel niet doelmatig om ten behoeve van dit saneringsobject geluidbeperkende maatregelen te treffen.
- Datum uitspraak
- 22 januari 2025
- Eerste aanleg - meervoudig
- RO - Geluid
202200274/1/R3(uitspraak wordt op woensdag 22 januari 10:15 uur gepubliceerd)
Bij besluit van 1 oktober 2020 heeft de raad van de gemeente Rotterdam het bestemmingsplan "Hoek van Holland - Buitengebied" opnieuw en gewijzigd vastgesteld. In de tussenuitspraak van 8 april 2020, ECLI:NL:RVS:2020:1019, heeft de Afdeling de raad opgedragen om de daarin omschreven gebreken in het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan van 28 juni 2018 te herstellen. Daarnaast heeft de Afdeling in de tussenuitspraak van 8 april 2020, ECLI:NL:RVS:2020:1020, gedeputeerde staten opgedragen om de daarin omschreven gebreken in het besluit van 10 juli 2018 te herstellen. In de uitspraak van 17 november 2021, ECLI:NL:RVS:2021:2598, heeft de Afdeling einduitspraak gedaan over het aangepaste bestemmingsplan "Hoek van Holland - Buitengebied" van 1 oktober 2020. In de uitspraak van 17 november 2021, ECLI:NL:RVS:2021:2599, heeft de Afdeling einduitspraak gedaan over de aangepaste reactieve aanwijzing van 29 september 2020.
- Datum uitspraak
- 22 januari 2025
- Eerste aanleg - meervoudig
- RO - Zuid-Holland
202200274/2/R3(uitspraak wordt op woensdag 22 januari 10:15 uur gepubliceerd)
Bij besluit van 1 oktober 2020 heeft de raad van de gemeente Rotterdam het bestemmingsplan "Hoek van Holland - Buitengebied" opnieuw en gewijzigd vastgesteld. Bij besluit van 28 juni 2018 heeft de raad het bestemmingsplan "Hoek van Holland - Buitengebied" oorspronkelijk vastgesteld. Het college van gedeputeerde staten gaf bij besluit van 10 juli 2018 een aanwijzing als bedoeld in artikel 3.8, zesde lid, van de Wet ruimtelijke ordening, waardoor de in dat besluit aangeduide plan(onder)delen geen deel bleven uitmaken van het bestemmingsplan. Over zowel het besluit tot vaststelling van 28 juni 2018 van de raad als het besluit van 10 juli 2018 van gedeputeerde staten waarbij een aanwijzing is gegeven, is geprocedeerd bij de Afdeling. In de tussenuitspraak van 8 april 2020, ECLI:NL:RVS:2020:1019, heeft de Afdeling de raad opgedragen om de daarin omschreven gebreken in het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan van 28 juni 2018 te herstellen. In de uitspraak van 17 november 2021, ECLI:NL:RVS:2021:2598, heeft de Afdeling einduitspraak gedaan over het aangepaste bestemmingsplan "Hoek van Holland - Buitengebied" van 1 oktober 2020.
- Datum uitspraak
- 22 januari 2025
- Eerste aanleg - meervoudig
- RO - Zuid-Holland
202201955/1/A3(uitspraak wordt op woensdag 22 januari 10:15 uur gepubliceerd)
Bij besluit van 4 mei 2020 heeft de korpschef van politie aan [appellant] medegedeeld dat hij de over hem verwerkte politiegegevens op het politiebureau kan komen inzien. [appellant] heeft op 1 april 2020 verzocht om verstrekking van een afschrift van een met dossiernummer en partketnummer aangeduid dossier met betrekking tot het binnentreden van een woning waarbij hij aanwezig was. De korpschef heeft dat verzoek op grond van artikel 25 van de Wet politiegegevens toegewezen. Daarbij is medegedeeld dat [appellant] de stukken op het politiebureau kan komen inzien, waarbij hij aantekeningen mag maken. Er worden geen stukken verstrekt en er mogen geen foto’s en kopieën worden gemaakt, aldus de korpschef. [appellant] heeft deze mogelijkheid niet benut. Volgens hem kan niet worden volstaan met een inzage, maar moeten er ook afschriften worden verstrekt. [appellant] betoogt dat de rechtbank niet heeft onderkend dat de korpschef ook gehouden is tot verstrekking van afschriften van politiegegevens.
- Datum uitspraak
- 22 januari 2025
- Hoger beroep
- Politiegegevens
202202224/3/R4(uitspraak wordt op woensdag 22 januari 10:15 uur gepubliceerd)
Bij tussenuitspraak van 20 maart 2024, ECLI:NL:RVS:2024:1148 heeft de Afdeling de raad opgedragen om binnen 16 weken na verzending van deze tussenuitspraak de daar omschreven gebreken in het besluit van 17 februari 2022 te herstellen. De Afdeling heeft bij tussenuitspraak geoordeeld dat het besluit van 17 februari 2022, waarbij het bestemmingsplan "Hoevesteeg 27a Tonden" is vastgesteld, niet met de vereiste zorgvuldigheid is voorbereid. Reden hiervoor is dat de raad de mogelijke gevolgen van de verspreiding van dierziekten en de emissie van endotoxinen voor de gezondheid van de plattelandswoning aan de Hoevesteeg 27a in het geheel niet heeft betrokken bij zijn afweging. Daarnaast heeft de raad de gevolgen van het voornemen van de maatschap om in de nabijheid van de plattelandswoning een compostvoorziening te realiseren, ten onrechte niet onderzocht.
- Datum uitspraak
- 22 januari 2025
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- RO - Gelderland
202204157/1/A3(uitspraak wordt op woensdag 22 januari 10:15 uur gepubliceerd)
Bij besluit van 8 september 2020 heeft de burgemeester van Almere een aanvraag van Hotel Cataleya voor een Alcoholwetvergunning afgewezen. De burgemeester is tot dat besluit gekomen, omdat er volgens hem redenen zijn om aan te nemen dat Hotel Cataleya ter verkrijging van die vergunning strafbare feiten heeft gepleegd, het vermoeden bestaat dat met de vergunning strafbare feiten zullen worden gepleegd en [gemachtigde], bestuurder van Hotel Cataleya, niet voldoet aan de eis dat hij niet in enig opzicht van slecht levensgedrag is.
- Datum uitspraak
- 22 januari 2025
- Hoger beroep
- Wet Bibob
202205276/1/R4(uitspraak wordt op woensdag 22 januari 10:15 uur gepubliceerd)
Bij besluit van 5 juli 2022 heeft de raad van de gemeente Amersfoort het bestemmingsplan "Hart van Soesterkwartier" vastgesteld. Centraal in de wijk Soesterkwartier staat aan de Noordewierweg de Emmaüskerk, gebouwd in 1929. In de jaren ‘60 zijn aan weerszijden van de kerk bijgebouwen gerealiseerd. Het plan voorziet in nieuwbouw op de locatie van de bestaande bijgebouwen. In de nieuwbouw worden een ontmoetingsruimte en een kinderopvang op de begane grond gerealiseerd en maximaal achttien appartementen op de verdiepingen. De werkgroep wordt gevormd door zes families die in de omgeving van het plangebied wonen. De werkgroep betoogt dat het plan niet op zichzelf had mogen worden vastgesteld, maar had moeten worden bezien in samenhang met andere ontwikkelingen in de omgeving. In de eerste plaats wijst de werkgroep op de ontwikkeling ‘Langs Eem en Spoor’. Deze ontwikkeling omvat onder meer de bouw van 5.000 nieuwe woningen rondom de wijk Soesterkwartier. Voor zowel het plan als deze ontwikkeling had een brede gebiedsvisie moeten worden vastgesteld.
- Datum uitspraak
- 22 januari 2025
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- RO - Utrecht
202206291/1/A3(uitspraak wordt op woensdag 22 januari 10:15 uur gepubliceerd)
Bij besluit van 21 juli 2020 heeft de burgemeester van Kerkrade een aanvraag van EatGreek om een vergunning op grond van de Drank- en Horecawet afgewezen. EatGreek heeft op 18 februari 2019 een horecaruimte met inventaris gehuurd van [appellanten], eigenaar van het pand aan de [locatie]. De voorgaande huurder, Simply Greek B.V., is op 22 augustus 2017 failliet verklaard. [appellanten] en Simply Greek hebben per 31 maart 2017 een beëindigingsovereenkomst gesloten waarbij [appellanten] de inventaris van Simply Greek overnam voor een bedrag van € 40.000,- en onder verrekening van de huurschuld van € 79.028,- . De curator in het faillissement van Simply Greek heeft eind augustus 2017 de nietigheid van deze overeenkomst ingeroepen wegens benadeling van de verhaalsmogelijkheden van andere schuldeisers. De curator heeft de sloten van de bedrijfsruimte vervangen. In februari 2019 heeft de curator met instemming van de rechter-commissaris een regeling met [appellanten] getroffen waarbij [appellanten] onder andere € 20.000,- aan de boedel betaalde en € 60.000,- aan de leverancier van de inventaris.
- Datum uitspraak
- 22 januari 2025
- Hoger beroep
- Drank en horeca
- Wet Bibob
202206682/1/A3(uitspraak wordt op woensdag 22 januari 10:15 uur gepubliceerd)
Bij besluit van 10 maart 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Noordwijk beslist op het verzoek van [appellant] om op grond van de Wet openbaarheid van bestuur documenten openbaar te maken. [appellant] heeft bij het college op grond van de Wob gevraagd om openbaarmaking van diverse documenten over de samenwerking van de Greenport-gemeenten en de Greenport Ontwikkelingsmaatschappij. Het college heeft een aantal documenten die bij hem berusten openbaar gemaakt. Het college heeft verder aan [appellant] meegedeeld dat een deel van de verzochte documenten niet bij hem, maar bij de GOM aanwezig zijn. Aangezien de GOM geen bestuursorgaan is, geldt er geen doorzendplicht van het verzoek. Omdat de GOM ook geen bedrijf is dat werkzaam is onder verantwoordelijkheid van het college worden documenten die feitelijk bij de GOM aanwezig zijn niet geacht onder het college te berusten. Die documenten hoeven dan ook niet bij de GOM te worden opgevraagd. [appellant] betoogt dat het ongeloofwaardig is dat bepaalde documenten niet bij het college berusten.
- Datum uitspraak
- 22 januari 2025
- Hoger beroep
- Openbaarheid
202206685/1/A2(uitspraak wordt op woensdag 22 januari 10:15 uur gepubliceerd)
Bij besluit van 2 april 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Maastricht de aanvraag van [wederpartij A] en [wederpartij B] om tegemoetkoming in planschade afgewezen. [wederpartij A] en [wederpartij B] zijn sinds 21 januari 2002 eigenaar van het perceel aan de [locatie] in Maastricht. Op 28 november 2007 heeft het college aan [wederpartij A] en [wederpartij B] een bouwvergunning verleend voor het realiseren van een kantoorpand op het perceel. Op 5 december 2017 hebben [wederpartij A] en [wederpartij B] het college verzocht om tegemoetkoming in planschade. Zij hebben gesteld dat de planologische situatie op het perceel door de inwerkingtreding op 24 december 2014 van het bestemmingsplan Maastricht-West van 18 september 2012 is verslechterd, omdat het onder het nieuwe planologische regime, anders dan onder het daaraan voorafgaande regime van het bij raadsbesluit van 5 juli 1994 vastgestelde en bij raadsbesluit van 9 juli 1996 gewijzigde bestemmingsplan Maastricht-West, niet meer is toegestaan om het gebouw op het perceel voor zelfstandige kantoordoeleinden te gebruiken.
- Datum uitspraak
- 22 januari 2025
- Hoger beroep
- Schadevergoeding