Uitspraken
De Afdeling bestuursrechtspraak is de hoogste algemene bestuursrechter van het land. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de rechterlijke taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Bestuursrechtspraak.
Toon overzicht van de actuele uitspraken:
202302748/3/R2(uitspraak wordt op woensdag 19 juni 10:15 uur gepubliceerd)
Bij tussenuitspraak van 27 december 2023, ECLI:NL:RVS:2023:4798, heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State het college van burgemeester en wethouders van Altena opgedragen om de gebreken in het besluit van 10 januari 2022 te herstellen met inachtneming van wat onder 9.2, 10.1 en 12.1 van die uitspraak is overwogen. De voorzieningenrechter heeft in zijn tussenuitspraak van 27 december 2023 overwogen dat de rechtbank terecht heeft overwogen dat [appellant] in strijd met de artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a en c, van de Wabo heeft gehandeld door een nieuwe woning te realiseren zonder dat daartoe een omgevingsvergunning was verleend. Bij herstelbesluit van 2 februari 2024 heeft het college het primaire besluit van 22 juni 2021 gewijzigd, in die zin dat de aan [appellant] opgelegde last onder dwangsom voor het verwijderen en het verwijderd houden van de woonvoorzieningen in het gedeelte van het pand aan de [locatie] niet verder strekt dan de op 23 juli 2002 vergunde situatie. [appellant] betoogt dat het college in het herstelbesluit niet goed ingaat op de door hem overlegde omgevingsvergunningen.
- Datum uitspraak
- 19 juni 2024
- Hoger beroep
- Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
202303637/1/A2(uitspraak wordt op woensdag 19 juni 10:15 uur gepubliceerd)
Bij besluit van 10 september 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam de aanvraag van [appellant] om een urgentieverklaring afgewezen. [appellant] staat sinds 2016 als woonachtig op het adres [locatie] in Amsterdam in de Basisregistratie Personen ingeschreven en is lange tijd als mantelzorger opgetreden van de eigenaar van die woning. In zijn aanvraag van 30 augustus 2021 stelt hij dat hij de woning moet verlaten omdat de dochter van de eigenaar zijn taken als mantelzorger heeft overgenomen en bij haar vader is ingetrokken. [appellant] vreest dakloos te worden. Verder stelt hij dat zijn - inmiddels - 15 jarige zoon bij hem wil komen wonen omdat de verstandhouding met zijn moeder, waar hij hoofdzakelijk bij verblijft, ernstig is verstoord. Ook wil [appellant] graag zijn partner uit het buitenland naar Nederland halen om, samen met zijn twee minderjarige kinderen, gezamenlijk gezinsleven te hebben. Het college heeft zich verder op het standpunt gesteld dat [appellant] ook niet in aanmerking komt voor een urgentieverklaring op grond van medische of sociale redenen, zoals genoemd in artikel 2.6.8, eerste lid, aanhef en onder b, van de Huisvestingsverordening.
- Datum uitspraak
- 19 juni 2024
- Hoger beroep
- Verordeningen
202304956/1/R1(uitspraak wordt op woensdag 19 juni 10:15 uur gepubliceerd)
Bij uitspraak van 22 maart 2023, ECLI:NL:RVS:2023:1143, heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak het beroep van [verzoekster] tegen het besluit van de raad van de gemeente Maastricht van 28 september 2021 ongegrond verklaard. [verzoekster] is eigenaar van het perceel [locatie 1]-[locatie 2]. Voor dit perceel gold ten tijde van de uitspraak van 22 maart 2023 het bestemmingsplan "Maastricht-West" dat was vastgesteld door de raad op 18 september 2012. Het perceel had de bestemming "Gemengd" en onder andere de functieaanduiding "specifieke vorm van detailhandel-meubelzaak". Op grond van artikel 7.1, aanhef en onder g, van de planregels mocht het perceel gebruikt worden voor detailhandel in volumineuze goederen, te weten meubels. Volgens [verzoekster] heeft zich voorafgaand aan de uitspraak van 22 maart 2023 een omstandigheid voorgedaan die, indien die bij hem bekend was geweest en hij die naar voren had kunnen brengen, tot een andere uitspraak zou hebben geleid.
- Datum uitspraak
- 19 juni 2024
- Herziening
- RO - Limburg
202400492/1/A2(uitspraak wordt op woensdag 19 juni 10:15 uur gepubliceerd)
Bij beslissing van 17 juli 2023 heeft de examencommissie van de faculteit Technology, Innovation & Science, namens het instellingsbestuur, aan [appellant] een bindend negatief studieadvies gegeven. [appellant] is in het studiejaar 2020/2021 begonnen met de driejarige bacheloropleiding Chemical Engineering - English stream aan De Haagse Hogeschool. In dit studiejaar is [appellant] vanwege de lockdown als gevolg van de coronapandemie naar Zuid-Korea teruggekeerd en heeft hij de opleiding zoveel mogelijk online gevolgd. Aan het einde van dit studiejaar heeft het instellingsbestuur besloten om in verband met de pandemie het uitbrengen van een studieadvies aan alle studenten voor dat jaar uit te stellen. [appellant] heeft in dit studiejaar 12 studiepunten behaald. Aan het einde van het studiejaar 2021/2022 heeft het instellingsbestuur bij beslissing van 14 juli 2022 het studieadvies aan [appellant] opnieuw uitgesteld. [appellant] had op dat moment 45 studiepunten van de propedeuse behaald. Aan dit tweede uitstel zijn voorwaarden verbonden.
- Datum uitspraak
- 19 juni 2024
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Studentenzaken
202401822/2/A2(uitspraak wordt op woensdag 19 juni 10:15 uur gepubliceerd)
Op 18 januari 2024 heeft de minister besloten de bekostiging van de Isaac Beeckman Academie (hierna: de IBA) met ingang van 1 augustus 2024 te beëindigen. De IBA is een middelbare school in Kapelle die onderdeel is van de Stichting PVO. Het onderwijs wordt gekarakteriseerd door kleinschalig, persoonlijk onderwijs. In oktober 2023 heeft de minister geconstateerd dat voor het derde jaar op rij te weinig leerlingen stonden ingeschreven bij de IBA. Op verzoek van het bevoegd gezag heeft de minister de beëindiging van de bekostiging uitgesteld onder twee voorwaarden: 1) de kwaliteit van het onderwijs moet in het eerstvolgende herstelonderzoek van de Inspectie voldoende zijn, en 2) het bestuur moet aannemelijk maken dat de school per 1 oktober 2025 voldoende leerlingen zal hebben. Omdat naar het oordeel van de minister niet aan de voorwaarden is voldaan, heeft hij in januari 2024 besloten om de bekostiging vanaf 1 augustus 2024 te beëindigen. De medezeggenschapsraad heeft als vertegenwoordiger van de gehele schoolgemeenschap van de IBA, bestaande uit de MR, ouders en docenten, bezwaar gemaakt.
- Datum uitspraak
- 19 juni 2024
- Eerste aanleg - meervoudig
- Geld
- Onderwijs
202402314/1/A2(uitspraak wordt op woensdag 19 juni 10:15 uur gepubliceerd)
Bij beslissing van 29 augustus 2023 heeft de examencommissie van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid van de Universiteit Leiden een verzoek van [appellant] om het predicaat 'cum laude' te verlenen voor het bachelordiploma Rechtsgeleerdheid afgewezen. Bij beslissing van 24 augustus 2022 heeft de examencommissie een verzoek van [appellant] om het predicaat 'cum laude' te verlenen voor het bachelordiploma Rechtsgeleerdheid afgewezen. Bij uitspraak van 31 mei 2023 heeft de Afdeling het door [appellant] daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. Op 11 juli 2023 heeft [appellant] de examencommissie opnieuw verzocht om het predicaat ‘cum laude’ te verlenen. Volgens [appellant] volgt uit de uitspraak van 31 mei 2023 dat zijn werkzaamheden voor het zogenoemde huurteam een onderscheidend karakter hebben. Daarom moeten deze werkzaamheden als een bijzondere omstandigheid als bedoeld in de Onderwijs en examenregeling van de Bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid 2021-2022 van de Universiteit Leiden worden aangemerkt, op grond waarvan het predicaat ‘cum laude’ moet worden toegekend.
- Datum uitspraak
- 19 juni 2024
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Studentenzaken