Uitspraak 201900250/1/A3


Volledige tekst

201900250/1/A3.
Datum uitspraak: 21 augustus 2019

AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak op het hoger beroep van:

Thai Food Café Oostpoort B.V., gevestigd te Amsterdam,

appellante,

tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 5 december 2018 in zaak nr. 18/4311 in het geding tussen:

Thai Food Café Oostpoort

en

de burgemeester van Amsterdam.

Procesverloop

Bij besluit van 31 augustus 2017 heeft de burgemeester aan Thai Food Café Oostpoort een vergunning voor het exploiteren van een alcoholverstrekkend horecabedrijf met terras aan de Oranje-Vrijstaatkade 66 te Amsterdam verleend.

Bij besluit van 23 mei 2018 heeft de burgemeester het door Thai Food Café Oostpoort daartegen gemaakte bezwaar gegrond verklaard voor zover een beroep op het vertrouwensbeginsel is gedaan, en het besluit van 31 augustus 2017, onder aanvulling van de motivering ervan en aanpassing van de terrasmaatvoering conform de vergunde situatie, in stand gelaten.

Bij uitspraak van 5 december 2018 heeft de rechtbank het door Thai Food Café Oostpoort daartegen ingestelde beroep niet-ontvankelijk verklaard.

Deze uitspraak is aangehecht.

Tegen deze uitspraak heeft Thai Food Café Oostpoort hoger beroep ingesteld.

De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 2 augustus 2019, waar Thai Food Café Oostpoort, vertegenwoordigd door [gemachtigde], is verschenen.

Overwegingen

Aangevallen uitspraak

1.    De rechtbank heeft overwogen dat Thai Food Café Oostpoort de door de rechtbank bij brief van 5 juli 2018 gestelde termijn van vier weken voor betaling van het griffierecht ongebruikt heeft laten verstrijken. Bij aangetekende brief van de rechtbank van 3 augustus 2018 is Thai Food Café Oostpoort in de gelegenheid gesteld dit verzuim binnen vier weken te herstellen. Deze brief is door PostNL op het juiste, door Thai Food Café Oostpoort opgegeven adres bezorgd. Op 6 november 2018 heeft Thai Food Café Oostpoort het voor beroep verschuldigde griffierecht betaald. Niet is gebleken van omstandigheden op grond waarvan deze niet-tijdige betaling van het griffierecht verschoonbaar is te achten. Gelet hierop is het beroep niet-ontvankelijk, aldus de rechtbank.

Hoger beroep

2.    Thai Food Café Oostpoort betoogt met succes dat de rechtbank het beroep ten onrechte niet-ontvankelijk heeft verklaard. Uit de door Thai Food Café Oostpoort overgelegde zendingsgegevens van PostNL van de brief van 3 augustus 2018 volgt dat deze op 9 augustus 2018 aan een PostNL-afhaallocatie is overgedragen, op 24 augustus 2018 retour aan de afzender is verzonden en op 27 augustus 2018 bij postbus 3175, het postadres van het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak, is bezorgd.

Op grond van artikel 8:38, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) diende de griffier, na de retourontvangst van deze brief en na onderzoek of het daarop vermelde adres overeenkomt met het adres van Thai Food Café Oostpoort zoals dat in de basisregistratie personen stond vermeld, de brief zo spoedig mogelijk per gewone post aan Thai Food Café Oostpoort toe te zenden. De rechtbank heeft de Afdeling desgevraagd meegedeeld dat niet kan worden vastgesteld of dit is gebeurd. Derhalve is niet aannemelijk geworden dat aan artikel 8:38, eerste lid, van de Awb is voldaan. De Afdeling acht niet onaannemelijk dat, indien overeenkomstig deze bepaling was gehandeld, Thai Food Café Oostpoort alsnog tijdig het griffierecht zou hebben voldaan. Hierbij wordt in aanmerking genomen dat de rechtbank de brief van 3 augustus 2018 binnen de termijn waarbinnen Thai Food Café Oostpoort het griffierecht diende te voldoen retour heeft ontvangen en deze brief per gewone post aan haar had kunnen toezenden, en voorts dat Thai Food Café Oostpoort, nadat de rechtbank haar er telefonisch op heeft gewezen dat het griffierecht niet tijdig was betaald, dit omgaand op 6 november 2018 alsnog heeft gedaan. Daarom moet worden geconcludeerd dat Thai Food Café Oostpoort in haar belangen is geschaad door het niet naleven van artikel 8:38, eerste lid, van de Awb. Gelet hierop heeft de rechtbank het beroep ten onrechte wegens het niet-tijdig betalen van het griffierecht niet-ontvankelijk verklaard.

3.    Het hoger beroep is gegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden vernietigd. De Afdeling zal de zaak met toepassing van artikel 8:115, eerste lid, van de Awb naar de rechtbank terugwijzen.

4.    Gelet op hetgeen is overwogen in de uitspraak van de Afdeling van 4 april 2018, ECLI:NL:RVS:2018:1106, onder 6, wordt de burgemeester op na te melden wijze tot vergoeding van de proceskosten veroordeeld.

5.    Redelijke toepassing van artikel 8:114, eerste lid, van de Awb brengt met zich dat het in hoger beroep betaalde griffierecht door de griffier van de Raad van State aan Thai Food Café Oostpoort wordt terugbetaald.

Beslissing

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:

I.    verklaart het hoger beroep gegrond;

II.    vernietigt de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 5 december 2018 in zaak nr. 18/4311;

III.    wijst de zaak naar de rechtbank terug;

IV.    veroordeelt de burgemeester van Amsterdam tot vergoeding van bij Thai Food Café Oostpoort B.V. in verband met de behandeling van het hoger beroep opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 34,32 (zegge: vierendertig euro en tweeëndertig cent);

V.    verstaat dat de griffier van de Raad van State aan Thai Food Café Oostpoort B.V. het door haar betaalde griffierecht ten bedrage van € 519,00 (zegge: vijfhonderdnegentien euro) voor de behandeling van het hoger beroep terugbetaalt.

Aldus vastgesteld door mr. E.J. Daalder, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. C.C.J. de Wilde, griffier.

w.g. Daalder    w.g. De Wilde
lid van de enkelvoudige kamer    griffier

Uitgesproken in het openbaar op 21 augustus 2019

598.