Regeling van werkzaamheden van de Afdeling advisering van de Raad van State 2021


De Wet op de Raad van State bepaalt dat de Raad zijn interne organisatie en werkwijze grotendeels zelf kan bepalen. De Regeling werkzaamheden de werkt organisatie en werkwijze uit.

§ 1 Algemeen

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

Afdeling: de Afdeling advisering van de Raad van State;
voorzitter: de voorzitter van de Afdeling;
leden van de Afdeling: de leden van de Raad, de staatsraden en de staatsraden in buitengewone dienst die benoemd zijn in de Afdeling;
directeur Advisering: de directeur van de directie Advisering van de Raad van State.

§ 2 De werkzaamheden van de Afdeling advisering

Artikel 2

1. De Afdeling vergadert als regel eenmaal per week.

2. De voorzitter roept de Afdeling in buitengewone vergadering bijeen, indien hij dat nodig acht of daarom door één vierde van het aantal leden van de Afdeling schriftelijk met opgaaf van redenen is verzocht.

3. De oproeping voor deze vergadering vermeldt het in de vergadering te behandelen onderwerp, tenzij de zaak geheimhouding eist.

4. Alle bij de Afdeling aanhangig gemaakte zaken worden ter kennis gebracht aan de leden van de Afdeling.

Artikel 3

De secretaris van de Raad van State en de directeur Advisering wonen de vergaderingen van de Afdeling bij. In geval van verhindering worden zij vervangen door een door ieder van hen aan te wijzen ambtenaar van staat.

Artikel 4

1. Van iedere vergadering van de Afdeling worden notulen gemaakt.

2. De notulen bevatten de namen van degenen, die aan de vergadering hebben deelgenomen.

3. De notulen geven tevens een weerslag van de beraadslaging, de vaststelling van de adviezen en de aanhouding van de geagendeerde zaken.

4. De notulen vermelden wanneer een hoofdelijke stemming is gehouden en wat de uitslag daarvan is.

5. De notulen vermelden wanneer een lid niet heeft deelgenomen aan de beraadslaging en de besluitvorming over een zaak op grond van artikel 27e van de Wet op de Raad van State.

Artikel 5

In geval van hoofdelijke stemming volgt de voorzitter de volgorde van de benoeming van de leden, te beginnen met het laatstbenoemde lid van de Afdeling. Hij zelf brengt als laatste zijn stem uit.

Artikel 6

Indien in een zaak overleg op grond van artikel 24 van de Wet op de Raad van State heeft plaatsgevonden, wordt daarvan in het advies van de Afdeling melding gemaakt.

Artikel 7

1. Indien een lid het voornemen heeft met toepassing van artikel 27b, tweede lid, van de Wet op de Raad van State gebruik te maken van de bevoegdheid tot het uitbrengen van een afzonderlijk advies, kondigt hij dat voornemen aan in de vergadering en stelt hij dit advies op de kortst mogelijke termijn op schrift. Hij kan de voorzitter daarvoor om ambtelijke bijstand verzoeken.

2. Indien de Afdeling dat wenselijk acht, neemt zij kennis van de tekst van het afzonderlijk advies voordat het advies van de Afdeling wordt vastgesteld.

3. Het afzonderlijk advies wordt door de directeur Advisering toegevoegd aan het door de Afdeling vastgestelde advies.

Artikel 8

1. Alle adviezen worden vastgesteld in een vergadering van de Afdeling. Daarvan kan slechts worden afgeweken krachtens een uitdrukkelijke machtiging van de Afdeling of in uitzonderlijke spoedeisende gevallen.

2. Indien een uitzonderlijk spoedeisend geval zich voordoet, wordt de zogenoemde noodprocedure gevolgd. In dat geval overlegt de voorzitter over het karakter van de zaak met de desbetreffende sectievoorzitter en de in die zaak aangewezen rapporteur.

3. Voor zover het spoedkarakter dit mogelijk maakt, informeren de sectievoorzitter en de rapporteur de leden van de Afdeling over het conceptadvies en geven hun gelegenheid tot een reactie.

4. De voorzitter stelt vervolgens, in overleg met de sectievoorzitter en rapporteur, het advies vast.

5. Het vastgestelde advies wordt zo snel mogelijk uitgebracht en terstond in afschrift toegezonden aan alle leden van de Afdeling ter kennisneming, onder aantekening dat het advies is vastgesteld met toepassing van de noodprocedure.

6. In de eerstvolgende vergadering van de Afdeling na het uitbrengen van het advies doet de voorzitter mededeling van feiten en overwegingen welke aan de toepassing van de noodprocedure ten grondslag hebben gelegen.

7. Dit artikel is van overeenkomstige toepassing op voorlichtingen.

Artikel 9

1. De voorzitter kan besluiten dat de vergadering van de Afdeling advisering wordt gehouden via digitale verbindingen.

2. Indien een vergadering wordt gehouden in digitale vorm worden alle leden in staat gesteld hieraan digitaal deel te nemen.

3. Voor het nemen van besluiten in een digitale vergadering is het quorum, genoemd in artikel 27a, vierde lid, van de Wet op de Raad van State, onverminderd van toepassing.

Artikel 10

1. De vice-president ondertekent de door de Afdeling uit te brengen adviezen en de te geven voorlichtingen.

2. De ondertekening kan digitaal plaatsvinden.

§3 De werkzaamheden van de secties

Artikel 11

1. De Afdeling wordt door de voorzitter in secties verdeeld, die betrekking hebben op één of meer ministeries dan wel beleidsvelden.

2. De secties zijn belast met de voorbereiding van de behandeling van de zaken in de Afdeling.

4. De voorzitter stelt de samenstelling van de secties vast en wijst voor iedere sectie een sectievoorzitter aan, nadat hij de betrokken sectie en het voorzittersoverleg heeft gehoord.

5. Een sectievoorzitter wordt benoemd voor een periode van drie jaar met de mogelijkheid van een eenmalige herbenoeming voor eenzelfde periode.

6. De secties en hun samenstelling worden bekendgemaakt op de website van de Raad van State.

Artikel 12

De secties vergaderen zo dikwijls de sectievoorzitter dit nodig acht dan wel twee leden van de sectie aan de sectievoorzitter een daartoe strekkend verzoek hebben gericht.

Artikel 13

De sectievoorzitter wijst één of meer rapporteurs aan.

§ 4 De werkzaamheden van de bijzondere commissies

Artikel 14

1. De voorzitter kan in afwijking van artikel 11, eerste lid, bijzondere commissies vormen ten behoeve van de voorbereiding van de behandeling in de Afdeling van de zaken die naar zijn oordeel daarvoor in aanmerking komen.

2. De voorzitter neemt zelf het voorzitterschap op zich of wijst een voorzitter aan uit de leden van de Afdeling.

3. De bijzondere commissies en hun samenstelling worden bekendgemaakt op de website van de Raad van State.

Artikel 15

De artikelen 12 en 13 zijn van overeenkomstige toepassing op de werkzaamheden van de bijzondere commissies.

§ 5 Het voorzittersoverleg

Artikel 16

1. De voorzitter overlegt in beginsel wekelijks met de voorzitters van de secties over de voorgang van de werkzaamheden.

2. In afwijking van artikel 13 stelt de voorzitter in overleg met de sectievoorzitters rapporteurs(s) van voorlichtingen aan.

§ 6 Overige aangelegenheden

Artikel 17

Doet zich een aangelegenheid voor waarin in deze regeling niet is voorzien, neemt de voorzitter daarover een beslissing. Voor zover zijn beslissing voor de Afdeling van belang is, doet de voorzitter hetzij schriftelijk, hetzij in de vergadering van de Afdeling mondeling daarvan mededeling aan de leden van de Afdeling.

Artikel 18

De artikelen 2 tot en met 10, 14, 16, tweede lid, en 17 van deze regeling zijn van overeenkomstige toepassing op de werkzaamheden van de Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk, met dien verstande dat de vergaderingen van de Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk, bedoeld in artikel 2, eerste lid, in de regel één keer per maand plaatsvinden.

Artikel 19

De Regeling van werkzaamheden van de Afdeling advisering van de Raad van State wordt ingetrokken.

Artikel 20

Deze regeling wordt aangehaald als Regeling van werkzaamheden van de Afdeling advisering van de Raad van State 2021.

Artikel 21

1. Deze regeling wordt in de Staatscourant geplaatst.

2. Zij treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.