Introductie van de conclusie en de grote kamer in het bestuursrecht

Gepubliceerd op 20 december 2012

In 2013 starten de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, de Centrale Raad van Beroep en het College van Beroep voor het bedrijfsleven met een nieuwe werkwijze in een beperkt aantal zaken. Het gaat om de mogelijkheid om in bepaalde zaken een conclusie te vragen aan een 'advocaat-generaal' en de mogelijkheid om een zaak te verwijzen naar een zogeheten grote kamer van vijf leden. Deze nieuwe instrumenten worden de hoogste bestuursrechters met ingang van 1 januari 2013 geboden in het kader van de bevordering van de rechtsontwikkeling en de rechtseenheid. Zij zijn opgenomen in de Wet aanpassing bestuursprocesrecht, die dan in werking treedt.

Rechtsvraag plaatsen in breder verband
Bij zaken die in behandeling zijn bij een van de hoogste bestuursrechters kan een lid van een van de drie colleges worden verzocht om een conclusie te nemen. Een conclusie biedt meer gelegenheid dan de rechterlijke uitspraak zelf om een rechtsvraag te plaatsen in een breder verband. Zij kan een bijdrage leveren aan de kwaliteit en de inzichtelijkheid van de rechtsontwikkeling door de rechter. Het gaat in de eerste plaats om zaken waarin de rechtsvraag 'college-overstijgend' is en die rechtsvraag in de rechtspraak niet eerder of niet eenduidig is beantwoord. Te denken valt aan vragen op het terrein van het algemene bestuurs(proces)recht, het Europese of internationale recht of kwesties op het grensvlak van het bestuursrecht en het civiele recht of het strafrecht.

Grote kamer
Deze zaken zullen dan worden behandeld door een grote kamer met vijf leden die deel uitmaken van de drie rechterlijke colleges. De afzonderlijke colleges behandelen zaken nu in een enkelvoudige kamer of een meervoudige kamer van drie leden. Het is niet uitgesloten dat ook een conclusie wordt gevraagd in zaken waarin rechtsvragen rijzen op een materieel rechtsgebied, zoals het vreemdelingenrecht. Die zaken zullen echter niet door een grote kamer worden behandeld, maar door een meervoudige kamer van drie leden van het betrokken college. Het is de bedoeling dat met deze werkwijze in de eerste twee jaren ervaring wordt opgedaan, in ongeveer tien zaken per jaar. De grote kamer kan ook worden ingezet in zaken waarin wel een 'college-overstijgende' rechtsvraag speelt, maar geen conclusie wordt gevraagd.

'Advocaat-generaal' wordt niet als rechter ingezet
De 'advocaat-generaal' maakt formeel deel uit van (een van) de drie rechterlijke colleges, maar zal niet als rechter worden ingezet bij de colleges. Met ingang van 1 januari 2013 zal prof. mr. R.J.G.M. Widdershoven, hoogleraar Europees bestuursrecht aan de Universiteit Utrecht, belast zijn met het nemen van conclusies. Op korte termijn zal een van de advocaten-generaal bij de Hoge Raad ook hiervoor worden aangewezen. Beiden behouden hun huidige hoofdfuncties.

Internationaal bekende instrumenten
Internationaal is het instrument van de grote kamer niet onbekend. Diverse internationale rechtscolleges, zoals het Hof van Justitie van de Europese Unie en het Europese Hof voor de Rechten van de Mens, en buitenlandse hoogste bestuursrechters maken op dezelfde wijze gebruik van een grote kamer. In zaken voor het Hof van Justitie van de Europese Unie bestaat bovendien de mogelijkheid dat een advocaat-generaal een conclusie neemt. Deze instrumenten bieden een aantrekkelijk perspectief voor de bevordering van de rechtsontwikkeling en de rechtseenheid.