Ontwerpbesluit met nota van toelichting houdende de berekening van de specifieke uitkering aan gemeenten voor de bestrijding van onderwijsachterstanden en de criteria voor toekenning van een dergelijke specifieke uitkering (Besluit bekostiging gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid 2002-2006).


Volledige tekst

Ontwerpbesluit met nota van toelichting houdende de berekening van de specifieke uitkering aan gemeenten voor de bestrijding van onderwijsachterstanden en de criteria voor toekenning van een dergelijke specifieke uitkering (Besluit bekostiging gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid 2002-2006).

Bij Kabinetsmissive van 24 oktober 2001, no.01.005028, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, K.Y.I.J. Adelmund bij de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het ontwerpbesluit met nota van toelichting houdende de berekening van de specifieke uitkering aan gemeenten voor de bestrijding van onderwijsachterstanden en de criteria voor toekenning van een dergelijke specifieke uitkering (Besluit bekostiging gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid 2002-2006).

Met het ontwerpbesluit wordt voor de periode 2002-2006 een herziene bekostigingssystematiek beoogd voor de verdeling van de gelden in het kader van het gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid (GOA).
Onderwijskansenmiddelen en voor- en vroegschoolse educatiemiddelen gaan deel uitmaken van het GOA-budget. De huidige GOA-periode eindigt met ingang van 1 augustus 2002. De Raad van State kan zich verenigen met de strekking van het ontwerpbesluit, maar maakt daarbij de volgende kanttekeningen.

1. In de nota van toelichting (algemeen, tweede alinea) wordt geconstateerd dat de verdeling zoals die op dit moment nog plaatsvindt geen goede afspiegeling vormt van de feitelijke problematiek in en tussen GOA-gemeenten. De alinea daaraan voorafgaand ontbeert een duidelijke uitleg van de problematiek en van de daaraan gekoppelde geldende verdeling van de middelen. Dit maakt dat de voorgestelde keuze voor de verdeling van de middelen voor de periode 2002-2006 niet goed te beoordelen is. De Raad is van mening dat de herziene bekostigingssystematiek toereikend gemotiveerd dient te worden.

2. Ingevolge artikel 6 van het ontwerpbesluit kan de specifieke uitkering, de opslag en de indexering jaarlijks worden gewijzigd of geheel of gedeeltelijk achterwege worden gelaten, voorzover de toestand van 's Rijks kas dat noodzakelijk maakt. Het is de Raad onduidelijk wat de bedoeling van deze bepaling is. Het komt vreemd over om het al dan niet uitkeren van een bedrag of het toepassen van een indexering te laten afhangen van de toestand van 's Rijks kas. Het leidt op zijn minst tot rechtsonzekerheid over het feit of wordt uitgekeerd en over de hoogte van de uitkering. Toelichting op de bepaling ontbreekt. Overigens lijkt bij de toelichting op de artikelen 1, 2 en 5 te worden uitgegaan van een jaarlijkse indexering.
Deze bepaling verdient een toelichting. Indien voor de bedoelde koppeling tussen indexering en de toestand van 's Rijks schatkist en voor de rechtsonzekerheid die daardoor wordt opgeroepen geen toereikende motivering kan worden gegeven dient artikel 6 te worden aangepast.

3. Voor redactionele kanttekeningen verwijst het college naar de bij het advies behorende bijlage.

De Raad van State geeft U in overweging in dezen een besluit te nemen, nadat aan het vorenstaande aandacht zal zijn geschonken.

De Vice-President van de Raad van State



Bijlage bij het advies van de Raad van State van 21 december 2001, no.W05.01.0540/III, met redactionele kanttekeningen die de Raad in overweging geeft.

- In de artikelen 3 en 4 van het ontwerpbesluit de verwijzingen naar de vindplaats "Gele katern nr.24 d.d. 11 oktober 2000" opnemen in de nota van toelichting.
- In artikel 5, eerste lid, van het ontwerpbesluit de passage "bedoeld in artikel 2, tweede lid," vervangen door: bedoeld in artikel 2, eerste lid,.
- In de nota van toelichting, Algemeen, onder kopje: Asielzoekersmiddelen, de verwijzing naar "Het onderhavige Besluit bekostiging GOA" vervangen door: Het geldende Besluit bekostiging GOA.



Nader rapport (reactie op het advies) van 30 januari 2002


1. Het algemeen gedeelte van de nota van toelichting is aangevuld. Strekking van de aanvulling is dat voor de huidige planperiode (1998 - 2002) de middelen op grond van overgangsrecht worden toegekend op basis van de verdeling van budgetten in de periode die aan de huidige periode vooraf ging. Inmiddels is een andere wijze van verdeling van de specifieke uitkering ontwikkeld; daardoor wijkt de in dit besluit voorgestelde verdeling van middelen af van de verdeling in de huidige periode.

2. De nota van toelichting is aangevuld met een toelichting op artikel 6. Nu in dit besluit een grondslag voor een specifieke uitkering is opgenomen die gedurende een periode van vier jaar van toepassing is, is naar het oordeel van ondergetekende een voorbehoud als opgenomen in artikel 6 op zijn plaats.

3. De redactionele kanttekeningen zijn overgenomen.

4. Van de gelegenheid van het uitbrengen van het nader rapport is gebruik gemaakt om de juiste afstemming tussen de artikelen 3 en 4 beter te formuleren.

Ik moge U hierbij het gewijzigde ontwerpbesluit met de gewijzigde nota van toelichting doen toekomen en u verzoeken overeenkomstig dit ontwerp te besluiten.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen