Ontwerpbesluit met nota van toelichting tot aanpassing van enige uitvoeringsbesluiten mede in het kader van het Belastingplan 2003.


Volledige tekst

Ontwerpbesluit met nota van toelichting tot aanpassing van enige uitvoeringsbesluiten mede in het kader van het Belastingplan 2003.

Bij Kabinetsmissive van 5 november 2002, no.02.005007, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Staatssecretaris van Financiën, bij de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het ontwerpbesluit met nota van toelichting tot aanpassing van enige uitvoeringsbesluiten mede in het kader van het Belastingplan 2003.

1. Artikel II, onderdeel C, van het ontwerpbesluit herstelt een abusievelijk aangebrachte wijziging in artikel 11 van het Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965 (hierna: Uitv.besl.LB 1965), die op 1 januari 2002 in werking is getreden. De "herstelde" bepaling treedt met ingang van 1 januari 2003 in werking. In de toelichting wordt geen aandacht gegeven aan de wijze waarop in de praktijk in 2002 gehandeld is.
De Raad van State adviseert de toelichting op dit punt aan te vullen.

2. Het voorstel tot wijziging van artikel 12a Uitv.besl.LB 1965 en de toelichting op die wijziging scheppen onduidelijkheid over de in artikel 12a, negende lid, Uitv.besl.LB 1965 verlangde gegevens.
Artikel 35, vierde lid, van de Wet op de loonbelasting 1964 (Wet LB 1964) bepaalt onder meer, dat het verzoek voor een kostenvergoedingsbeschikking voor het optreden of de sportbeoefening moet worden gedaan door de artiest, de beroepssporter of de inhoudingsplichtige, dan wel uiterlijk een maand na het optreden of de sportbeoefening door de inhoudingsplichtige. Artikel 35g, vierde lid, Wet LB 1964 bevat een overeenkomstige bepaling voor een buitenlands gezelschap, dat afzonderlijk in de loonbelastingheffing wordt betrokken.
Artikel 12a, eerste lid, Uitv.besl. LB 1965 breidt de mogelijkheid van het verzoeken voor een kostenvergoedingsbeschikking uit met de niet-buitenlandse gezelschappen (binnenlandse gezelschappen).
Artikel 12a, negende lid, Uitv.besl. LB 1965 sluit niet volledig aan bij de te onderscheiden categorieën artiest, beroepssporter, buitenlands gezelschap, inhoudingsplichtige en - aanvullend - gezelschap (buitenlands gezelschap of binnenlands gezelschap).
Indien wordt beoogd dat de gegevensverstrekking afhankelijk is van de woonplaats van de artiest, beroepssporter of vertegenwoordiger van een gezelschap, is de voorgestelde wijziging van artikel 12a, negende lid, Uitv.besl. LB 1965 juist, maar onvolledig, aangezien in dat geval ook onderdeel b dient te worden aangepast door de termen "buitenlands" en "als bedoeld in artikel 5b van de wet" te laten vervallen. In onderdeel a kan bovendien de term "dan wel een inhoudingsplichtige" vervallen gelet op onderdeel c van het onderhavige lid.
In dit geval is de toelichting niet in overeenstemming met de bedoeling.
De Raad adviseert artikel 12a, negende lid, onderdelen a en b, Uitv.besl. LB 1965 te heroverwegen en de toelichting aan te passen.

3. Voor een redactionele kanttekening verwijst het college naar de bij het advies behorende bijlage.

De Raad van State geeft U in overweging in dezen een besluit te nemen, nadat met het vorenstaande rekening zal zijn gehouden.

De Vice-President van de Raad van State



Bijlage bij het advies van de Raad van State van 14 november 2002, no.W06.02.0480/IV, met een redactionele kanttekening die de Raad in overweging geeft.

- In artikel 22, vijfde lid, nieuw genummerd onderdeel c, van het Uitvoeringsbesluit inkomstenbelasting 2001 "tot en met c" vervangen door: en b.
- De artikelen I, onderdeel C, en IX van het ontwerpbesluit aanpassen aan de wijzigingen op het Belastingplan 2003.



Nader rapport (reactie op het advies) van 12 december 2002


Naar aanleiding van het advies van de Raad van State merk ik het volgende op:

1. De Raad merkt naar aanleiding van het herstel van de abusievelijk aangebrachte wijziging, die 1 januari 2002 in werking is getreden, op, dat in de toelichting geen aandacht wordt besteed aan de wijze waarop in de praktijk in 2002 is gehandeld. Conform het advies van de Raad van State is de toelichting op dit punt aangevuld.

2. Naar aanleiding van de opmerkingen van de Raad dat onder meer de voorgestelde wijziging onvolledig is, is artikel 12a, negende lid, onderdelen a en b, Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965 heroverwogen en is de toelichting aangepast.

3. In artikel VIII (aanwijzingsbesluit economische noodwetgeving) is de voorgestelde formulering "inspecteur belast inzake douaneaangelegen heden" gewijzigd in "de voorzitters van de managementteams van de Belastingdienst/Douane". De laatstgenoemde formulering sluit bij nader inzien beter aan bij het nieuwe begrippenkader dat zal worden gehanteerd in het kader van de reorganisatie van de Belastingdienst.

4. De Raad heeft enkele redactionele kanttekeningen gemaakt. De bepalingen waarop de redactionele kanttekeningen zien, zijn echter door wijzigingen in het belastingplan 2003 achterhaald. In het gewijzigde ontwerp-besluit zijn deze bepalingen komen te vervallen.

Ik moge U hierbij het gewijzigde ontwerp-besluit en de gewijzigde nota van toelichting doen toekomen en U verzoeken overeenkomstig dit ontwerp te besluiten.

De staatssecretaris van Financiën