Ontwerpbesluit met nota van toelichting houdende bepalingen met betrekking tot voorzieningen voor ministers en staatssecretarissen (Voorzieningenbesluit ministers en staatssecretarissen).


Volledige tekst

Ontwerpbesluit met nota van toelichting houdende bepalingen met betrekking tot voorzieningen voor ministers en staatssecretarissen (Voorzieningenbesluit ministers en staatssecretarissen).

Bij Kabinetsmissive van 18 maart 2002, no.02.001396, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, bij de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het ontwerpbesluit met nota van toelichting houdende bepalingen met betrekking tot voorzieningen voor ministers en staatssecretarissen (Voorzieningenbesluit ministers en staatssecretarissen).

Het ontwerpbesluit bevat een algemene regeling van de voorzieningen voor bewindspersonen. Het betreft een reeks van voorzieningen die grotendeels in afzonderlijke bestaande regelingen zijn opgenomen. Nieuw is onder meer dat voorzieningen zoveel mogelijk door het ministerie ter beschikking worden gesteld, zodat de bewindspersonen geen te declareren uitgaven daarvoor zullen hebben. Verder wordt nu ook een bepaling inzake beveiligingsmaatregelen opgenomen en vindt een aanpassing plaats in verband met de Wet inkomstenbelasting 2001.
De Raad van State onderschrijft de strekking van het ontwerpbesluit, maar maakt daarbij enkele opmerkingen. Hij is van oordeel dat in verband daarmee enige aanpassing van het ontwerpbesluit wenselijk is.

1. In ontwerpbesluit wordt steeds bepaald dat "het ministerie" een vergoeding verleent dan wel een voorziening ter beschikking stelt. In artikel 1 wordt het ministerie gedefinieerd als het ministerie waar de bewindspersoon werkzaam is. Daarmee worden de ministeries - voor zover de Raad kan nagaan - voor het eerst bestuursorgaan in de zin van de Algemene wet bestuursrecht. De Raad acht dit niet wenselijk. De bezwaren van de Raad richten zich er niet tegen dat de kosten ten laste van de begrotingen van de uitgaven en de ontvangsten van de desbetreffende ministeries komen. Hij adviseert de desbetreffende bepalingen anders te redigeren.

2. Volgens de toelichting valt onder de informatie- en communicatievoorzieningen, genoemd in artikel 5, ook de aanschaf van boeken, het doen bezorgen van tijdschriften en dergelijke. De Raad adviseert dit - gelet op aanwijzing 214 van de Aanwijzingen voor de regelgeving - in artikel 5 uitdrukkelijk op te nemen.

3a. Artikel 9 bepaalt dat de voorzieningen die "redelijkerwijs noodzakelijk" zijn voor het vervullen van het ambt van minister of staatssecretaris aan de bewindspersoon ter beschikking worden gesteld. Artikel 2 van de wet, die de grondslag voor het ontwerpbesluit biedt, spreekt van "noodzakelijk".(zie noot 1) Het ontwerpbesluit biedt daardoor een ruimere mogelijkheid van voorzieningen dan het wetsvoorstel toelaat. De Raad adviseert het woord "redelijkerwijs" in artikel 9 te schrappen.

b. Volgens de toelichting bij artikel 9 valt onder de voorzieningen die redelijkerwijs noodzakelijk zijn voor het vervullen van het ambt van minister of staatssecretaris ook de "politiek adviseur". Het college stelt voor een uitdrukkelijke bepaling daartoe op te nemen, omdat het een aanzienlijke kostenpost betreft.

4. Voor een redactionele kanttekening verwijst het college naar de bij het advies behorende bijlage.

De Raad van State geeft U in overweging in dezen een besluit te nemen, nadat met het vorenstaande rekening zal zijn gehouden.

De Vice-President van de Raad van State



Bijlage bij het advies van de Raad van State van no.W04.02.0121/I, met een redactionele kanttekening die de Raad in overweging geeft.

- In aansluiting op de wet waarop het ontwerpbesluit berust, in het ontwerpbesluit "bewindspersoon" telkens vervangen door: minister of staatssecretaris. In verband daarmee de definitie van "bewindspersoon" laten vervallen en de toelichting aanpassen.



Nader rapport (reactie op het advies) van 29 mei 2002


1. In navolging van het advies van de Raad van State is ervan afgezien te bepalen dat "het ministerie" een vergoeding verleent dan wel een voorziening ter beschikking stelt. De desbetreffende bepalingen zijn thans anders geredigeerd.

2. Het advies van de Raad van State om in artikel 5 ook de aanschaf van boeken, het doen bezorgen van tijdschriften en dergelijke uitdrukkelijk op te nemen, is gevolgd door de toevoeging in dit artikel van het woord "lectuur".

3a. Het woord "redelijkerwijs" in artikel 9 is geschrapt. De nota van toelichting op dit artikel is dienovereenkomstig aangepast.

3b. De Raad van State stelt voor, een uitdrukkelijke bepaling op te nemen met betrekking tot de politiek adviseur.
Van het opnemen van een afzonderlijke bepaling met betrekking tot de politiek adviseur is afgezien, omdat dit in de praktijk zou neerkomen op een regeling van de rechtspositie van een bepaalde functionaris in een besluit dat op iets anders betrekking heeft. Een dergelijke regeling zou minder goed passen in een besluit dat de voorzieningen voor ministers of staatssecretarissen beoogt te regelen.
Omdat er beleidslijnen bestaan over de positie van de politiek adviseur binnen de organisatie van een ministerie en hierover geen onduidelijkheid is, wordt het voorstel van de Raad van State niet gevolgd.

4. De redactionele kanttekening is overgenomen.

Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om nog enkele redactionele verbeteringen aan te brengen.

Ik doe U hierbij het gewijzigde ontwerp-besluit en de gewijzigde nota van toelichting toekomen en verzoek U overeenkomstig dit ontwerp te besluiten.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties



(1) De wet is nog niet gepubliceerd in het Staatsblad.