Ontwerpbesluit met nota van toelichting tot vaststelling van regels omtrent de toepassing van enige maatregelen in het belang van het onderzoek (Besluit toepassing maatregelen in het belang van het onderzoek).
- Kenmerk
- W03.01.0555/I
- Datum advies
- 2 januari 2002
- Vindplaats
- Bijvoegsel Staatscourant 2 maart 2002, nr 50
- Justitie en Veiligheid
- Algemene maatregel van bestuur
Volledige tekst
Ontwerpbesluit met nota van toelichting tot vaststelling van regels omtrent de toepassing van enige maatregelen in het belang van het onderzoek (Besluit toepassing maatregelen in het belang van het onderzoek).
Bij Kabinetsmissive van 30 oktober 2001, no.01.005160, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Justitie, bij de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het ontwerpbesluit met nota van toelichting tot vaststelling van regels omtrent de toepassing van enige maatregelen in het belang van het onderzoek (Besluit toepassing maatregelen in het belang van het onderzoek).
1. Het ontwerpbesluit behelst nadere regels voor maatregelen in het belang van het onderzoek, zoals die worden voorzien in het voorgestelde nieuwe artikel 61a van het Wetboek van Strafvordering(zie noot 1) (WvSv). Daarbij worden in de artikelen 2, 5, 11 en 15 de reeds in het toekomstige artikel 61a WvSv genoemde maatregelen, met de daarbij gegeven clausulering, herhaald, voor een deel niet in dezelfde bewoordingen. Onder verwijzing naar aanwijzing 104a van de Aanwijzingen voor de regelgeving wijst de Raad van State erop dat voor herhaling van onderdelen van het genoemde wetsartikel slechts aanleiding zou zijn wanneer dat onvermijdelijk is. Dat is naar de mening van het college niet het geval. Het beroep op de kenbaarheid van de regeling, in de toelichting op artikel 2, acht de Raad ook niet juist omdat bij de hier aan de orde zijnde onderzoeken primair op grond van het WvSv zal moeten worden gehandeld. Daarbij komt dat het niet geheel overnemen van de tekst van meergenoemd artikel 61a tot verwarring en rechtsonzekerheid kan leiden. De Raad adviseert daarom de artikelen 2, 5, 11 en 15 aan te passen.
2. Voor redactionele kanttekeningen verwijst het college naar de bij het advies behorende bijlage.
De Raad van State geeft U in overweging in dezen een besluit te nemen, nadat met het vorenstaande rekening zal zijn gehouden.
De Vice-President van de Raad van State
Bijlage bij het advies van de Raad van State van 2 januari 2002, no.W03.01.0555/I, met redactionele kanttekeningen die de Raad in overweging geeft.
Ontwerpbesluit
- In artikel 1 de definitie van "de wet" schrappen omdat deze definitie niet passend is voor een wetboek en bovendien aan verkorte aanduiding van het Wetboek van Strafvordering (WvSv) weinig behoefte bestaat. wegens ongeschiktheid (het gaat hier om een wetboek) en overbodigheid.
- In artikel 15 "de wet" vervangen door: het WvSv.
- Artikel 18 zo nodig actualiseren.
Nota van toelichting
- In de nota van toelichting de vindplaats van het daarin bedoelde voorstel van wet tot wijziging van het Wetboek van Srafvordering telkens overeenkomstig aanwijzing 219, tweede lid, van de Aanwijzingen voor de regelgeving vermelden.
- De laatste zin van de eerste alinea van de toelichting onder algemeen veranderen in: De naleving van de regeling van de hier bedoelde maatregelen in een individuele strafzaak wordt daarmee toetsbaar voor door de rechter.
- In de derde alinea van de toelichting op de artikelen 6 en 7 verwijzen naar de Politiewet 1993.
Nader rapport (reactie op het advies) van 15 januari 2002
1. De opmerking van de Raad is overgenomen. De artikelen 2, 5, 11 en 15, alsmede de toelichting zijn aangepast.
2. De redactionele opmerkingen zijn verwerkt. Voorts is van de gelegenheid gebruik gemaakt om de omschrijving van de confrontatie in de definitiebepaling aan te passen.
Ik moge U hierbij het gewijzigde ontwerpbesluit en de gewijzigde nota van toelichting doen toekomen en U verzoeken overeenkomstig dit ontwerp te besluiten.
De Minister van Justitie
(1) Kamerstukken II 1999/2000, 26 983.
1. Het ontwerpbesluit behelst nadere regels voor maatregelen in het belang van het onderzoek, zoals die worden voorzien in het voorgestelde nieuwe artikel 61a van het Wetboek van Strafvordering(zie noot 1) (WvSv). Daarbij worden in de artikelen 2, 5, 11 en 15 de reeds in het toekomstige artikel 61a WvSv genoemde maatregelen, met de daarbij gegeven clausulering, herhaald, voor een deel niet in dezelfde bewoordingen. Onder verwijzing naar aanwijzing 104a van de Aanwijzingen voor de regelgeving wijst de Raad van State erop dat voor herhaling van onderdelen van het genoemde wetsartikel slechts aanleiding zou zijn wanneer dat onvermijdelijk is. Dat is naar de mening van het college niet het geval. Het beroep op de kenbaarheid van de regeling, in de toelichting op artikel 2, acht de Raad ook niet juist omdat bij de hier aan de orde zijnde onderzoeken primair op grond van het WvSv zal moeten worden gehandeld. Daarbij komt dat het niet geheel overnemen van de tekst van meergenoemd artikel 61a tot verwarring en rechtsonzekerheid kan leiden. De Raad adviseert daarom de artikelen 2, 5, 11 en 15 aan te passen.
2. Voor redactionele kanttekeningen verwijst het college naar de bij het advies behorende bijlage.
De Raad van State geeft U in overweging in dezen een besluit te nemen, nadat met het vorenstaande rekening zal zijn gehouden.
De Vice-President van de Raad van State
Bijlage bij het advies van de Raad van State van 2 januari 2002, no.W03.01.0555/I, met redactionele kanttekeningen die de Raad in overweging geeft.
Ontwerpbesluit
- In artikel 1 de definitie van "de wet" schrappen omdat deze definitie niet passend is voor een wetboek en bovendien aan verkorte aanduiding van het Wetboek van Strafvordering (WvSv) weinig behoefte bestaat. wegens ongeschiktheid (het gaat hier om een wetboek) en overbodigheid.
- In artikel 15 "de wet" vervangen door: het WvSv.
- Artikel 18 zo nodig actualiseren.
Nota van toelichting
- In de nota van toelichting de vindplaats van het daarin bedoelde voorstel van wet tot wijziging van het Wetboek van Srafvordering telkens overeenkomstig aanwijzing 219, tweede lid, van de Aanwijzingen voor de regelgeving vermelden.
- De laatste zin van de eerste alinea van de toelichting onder algemeen veranderen in: De naleving van de regeling van de hier bedoelde maatregelen in een individuele strafzaak wordt daarmee toetsbaar voor door de rechter.
- In de derde alinea van de toelichting op de artikelen 6 en 7 verwijzen naar de Politiewet 1993.
Nader rapport (reactie op het advies) van 15 januari 2002
1. De opmerking van de Raad is overgenomen. De artikelen 2, 5, 11 en 15, alsmede de toelichting zijn aangepast.
2. De redactionele opmerkingen zijn verwerkt. Voorts is van de gelegenheid gebruik gemaakt om de omschrijving van de confrontatie in de definitiebepaling aan te passen.
Ik moge U hierbij het gewijzigde ontwerpbesluit en de gewijzigde nota van toelichting doen toekomen en U verzoeken overeenkomstig dit ontwerp te besluiten.
De Minister van Justitie
(1) Kamerstukken II 1999/2000, 26 983.